Samenvatting Klinische Psychologie 2023-2024 PDF
Document Details
Uploaded by DistinctiveDidgeridoo
UGent
Tags
Related
- Stuvia 2TP - Samenvatting Klinische Psychologie PDF
- Einführung in die Klinische Psychologie (1. Termin) PDF
- Klinische Psychologie (6. Termin) Forschung in der Klinischen Psychologie
- Einführung in die Klinische Psychologie PDF
- Klinische Psychologie (7. Termin) PDF
- Klinische Psychologie (13. Termin) Psychotherapie PDF
Summary
Deze samenvatting beschrijft inleidende modellen in klinische psychologie, inclusief vragen over observatie, context, en verschillende theorieën. Het onderzoekt ook de rol van modellen in het begrijpen van menselijk gedrag en functioneren.
Full Transcript
INLEIDENDE MODELLEN IN DE KLINISCHE PSYCHOLOGIE 1. **Wat zijn dingen die je opvallen? Wat zijn problemen waarbij je aandachtig moet zijn?** - Bv: impulsiviteit, stress, selffocused,... 2. **Praktische zaken; op welke dingen moet je letten bij volgende gesprekken?** - Bv: wou niet z...
INLEIDENDE MODELLEN IN DE KLINISCHE PSYCHOLOGIE 1. **Wat zijn dingen die je opvallen? Wat zijn problemen waarbij je aandachtig moet zijn?** - Bv: impulsiviteit, stress, selffocused,... 2. **Praktische zaken; op welke dingen moet je letten bij volgende gesprekken?** - Bv: wou niet zelf in therapie gaan zegt iets over motivatie,... HET VELD VAN DE KLINISCHE PSYCHOLOGIE ------------------------------------- ### INLEIDING KLINISCHE PSYCHOLOGIE: SITUERING BINNEN KLINISCH PROGRAMMA - Modellen kunnen verschillen in niveau van [descriptief] (breed, beschrijvend) tot [formeel-mathematisch] (gespecifieerd zo kan men predictiemodel maken - Bv: facebook weet welke advertenties werken door formeel-mathematisch model - Je visie op menselijk leiden is bepalend over hoe je het gaat bestuderen EN behandelen 1. "Wat is er mis met deze man?" - Focus op: - Denken - Gedrag - Affect - Persoonlijkheid - Biologische systemen 2. "Hoe wordt dit beleefd door deze man, kind, partner,...?" - Waarom denken wij dat er iets mis is met deze man? - [Concepten van normaliteit] (sociaal-culturele normen) - Het zit ingebakken wat "normaal" is en "abnormaal" - bv. Leeftijd v/d man het is abnormaal dat hij nog zo reageert - [Impliciete assumptie] - We hebben vaak assumpties over dingen - bv. Slechte opvoeding - je krijgt door beiden andere resultaten ze vullen elkaar aan - Verhouding tot de man - Visie op de noodzaak én insteek van behandeling - **Deze perspectieven vullen elkaar aan** - **We moeten afstappen van denkwijze dat 1 model juist is en een ander fout** 1. Wat is de visie op [mens]-zijn en menselijk functioneren? 2. Hoe denken we over [normaliteit en abnormaliteit]? 3. Welke factoren dragen bij aan de [etiologie] (leer v/d oorzaken) en [veerkracht]? 4. Wat zijn [kernconcepten] binnen een model? 5. Wat zijn [helpende/belemmerende factoren] voor verandering (moderatoren)? 6. Wat zijn de [processen van verandering] (mediatoren)? Bv. Hoe krijg je mensen tot verandering 7. Wat is de [rol v/d context]? - Deze kernvragen zijn bij elk model GELIJK maar VERSCHILLEN in antwoord per model ### 1.1 INTRODUCTIE: KLINISCHE PSYCHOLOGIE DEFINIËREN - Relevante punten: - **Wetenschap**: klinische psychologie is gebaseerd op psychologische [theorieën en principes]; - Enerzijds gericht op het [reduceren van ongewenste condities] zoals stress, problemen en beperkingen - Anderzijds gericht op het [verbeteren van gewenste condities] zoals welbevinden en persoonlijke groei in de algemene populatie - **Integratief**: is niet ENKEL gericht op de psychologische component, maar bekijkt het [geheel] van functioneren (context!) - **[Biopsychosociaal model]** - **Brede multidisciplinaire context** waarbij er in functie v/d noden van patiënten wordt samengewerkt door verschillende zorg professionals bv. Psychiaters, maatschappelijke assistenten, orthopedagogen,... ### 1.2 POPULATIES EN SETTINGS IN DE KLINISCHE PSYCHOLOGIE - Kinderen - Adolescenten - Volwassenen - Ouderen - Gezinnen en koppels (= breed) 1. Diagnostiek, indicatiestelling - Welke therapie is aangewezen? 2. Therapie, revalidatie - Curatief (genezend), revaliderend of verzorgend 3. Begeleiding, teambegeleiding - Bv. Samenwerkingen met verpleegkundige in verschillende settings 4. Advies, psycho-educatie - Bv. Stoppen met roken 5. Preventie, beleid - Bv. Suïcide 6. Onderzoek, onderwijs ### 1.3 BEROEPEN IN DE KLINISCHE PSYCHOLOGIE 1. [Zorg voor de lijdende mens] historisch gegroeid 2. [Klinische psychologie = multidisciplinaire context] - Ruim praktijkveld met vele beroepen - Biopsychosociaal model =\> multidisciplinair werken - Psychiater/artsen - Maatschappelijk werker - Ergotherapeuten - Psychiatrisch verpleegkundigen -... ![](media/image2.jpeg) **Eerste lijn**: vrij oppervlakkig, niet echt diagnosticeren (CLB) **tweede lijn**: meer in diepte **derde lijn**.. - Recente veranderingen in **wetgeving** - Vroeger was het niet duidelijk welk beroep wat mocht doen, nu WEL - Er zijn specifieke [vereisten] naar wie de tak mag uitoefenen - Je moet aan [kwalificaties] voldoen om het beroep te mogen uitoefenen - **Wettelijke bescherming** van beroep van Klinisch psycholoog & psychotherapeut (= specialisatie in therapie, niet noodzakelijk in psychologie) - [Duidelijker statuut] je weet dat je erop kan vertrouwen - [Terugbetaling] dit neemt een financiële drempel voor veel mensen weg - [Opleidingsvereisten] bv. beroepsgeheim - Het is heel **relevant** dat de plaats van de klinisch psycholoog goed gedefinieerd is: - Zo weten we dat massagetherapie bv onzin is +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **Klinisch psycholoog** | **Psychotherapeut** | +===================================+===================================+ | - [Klinische | - [Verschillende] | | psychologie] | aanvankelijke studies je moet | | gestudeerd je bent het bij | erna nog [4 jaar] | | afstuderen | opleiding volgen | | | | | - - Breed takenpakket, | - Gespecialiseerd in uitvoeren | | [generaal] | van [psychologische | | | behandelingen] | | | | | | | | - **Diagnostiek, preventie & | | | behandeling** | - **Enkel behandeling** | | | | | | "Therapeut" gebruikt als | | | verzamelnaam voor iemand die | | | beroepsmatig een methode toepast | | | te genezing van lichamelijke of | | | geestelijke gezondheidsproblemen | +-----------------------------------+-----------------------------------+ - Ze mogen stukken behandeling doen maar moeten helder zijn naar cliënten - Als het te complex wordt geven ze het over aan therapeut Zogenaamde "coachen" nemen het werk van de klinisch psycholoog af ### 2.1 INLEIDING - Hier zijn [verschillende visies] over en ook verschillende [spanningsvelden] tss deze visies - Zie Kwalitatieve data-analyse: Artikel Ponterotto (2005) ### 2.2 WETENSCHAPSFILOSOFISCHE KADERS - [Positivisme] - [Post-positivisme] - ([Sociaal-) constructivisme] - [Kritisch-ideologisch] - Er is [1 realiteit] die je moet en kan [identificeren en kwantificeren] - Onderzoeker & subject [extreem gescheiden] - Onderzoeker heeft [GEEN enkele invloed] op de data - Er is [1 realiteit], MAAR die kan je [niet helemaal kennen], alleen maar een stuk - Er kan een [mogelijke invloed] zijn van de onderzoekers - Er is NIET 1 realiteit, maar [vele geconstrueerde waarheden] die bestaan naast elkaar - Deze worden beïnvloed door allerhande situationele factoren - Er is NIET 1 realiteit, maar [vele geconstrueerde waarheden] die bestaan naast elkaar - Deze worden beïnvloed door allerhande situationele factoren - Ze willen een [stem geven] aan degenen die minder gehoord worden in traditioneel onderzoek - Aan waarden gekoppeld waardenvrij (eerste 2) 1. **FORMISME** = je kan de werkelijkheid kennen via het [ordenen obv vormelijke aspecten] v/h fenomeen - Bv: classificatie van dieren 2. **MECHANISTISCH** = je kan de werkelijkheid kennen door de [onderdelen] van een systeem in kaart te brengen & bestudeerd [functionele (causale) relaties] tss onderdelen - Er worden kleine stukjes in kaart gebracht om het grotere fenomeen te begrijpen - **!!** **causaliteit**: hoe kunnen we dat garanderen hersendelen manipuleren en kijken naar gedrag - Door de complexiteit v/d mens vaak reductionistisch van aard - MAAR kan ook functioneel zijn bv beloningsregio stimuleren bij depressie - Bv: motor,... 3. **ORGANISMISCH** = je kan de werkelijkheid kennen door het [volledige organisme en zijn doelen] te begrijpen om deelaspecten te kunnen interpreteren - Door [einddoelen] te kennen begrijp je de observaties beter (bv: waarom kind slechter kruipt voor het lopen) - [Teleologisch] van aard = zoektocht naar doeleinde achter dingen - bv: wat is het doel van de emotie waardoor de actiesystemen zo georganiseerd zijn 4. **CONTEXTUALISME** = je kan de werkelijkheid begrijpen door de [context] te kennen en begrijpen waar in het gedrag voorkomt, om deze handelingen te begrijpen - Je kan hetzelfde gedrag stellen, maar het kan andere betekenis hebben naargelang context - [GEEN universele wetmatigheden ] - Bv: wenen door blijdschap of verdriet - Psychologie op zoek naar [algemene wetmatigheden] (oorzaken van pathologie) = **nomothetisch** - Meetbaar maken (objectiveren) van variabelen - DOEL van onderzoek: verklaring die leidt tot [predictie] en [controle van fenomenen (]hier psychopathologie) - **Hypothetisch-deductieve methode** (=beschrijft hoe een wetenschappelijk onderzoek zich stap voor stap ontwikkelt, te beginnen bij ontw van theorie - Staat centraal in psych onderzoek 1. **Observatie** 2. **Inductie**: Formuleren algemene wetmatigheden bv. Associaties tussen factoren 3. **Deductie**: Formuleren specifieke hypotheses, als de associaties juist zijn 4. **Toetsen** (a.d.h.v. falsificatie!) 5. **Evaluatie** van theorie bv. Kan je het op elk geval toepassen? - Eindigt nooit 1. Kwantitatieve methodes domineren verlies mogelijks andere belangrijke variabelen = reductionering - Als je iets meet moet je het hier kwantificeren, maar vaak gaat dat niet makkelijk (bv liefde) 2. Geen aandacht voor betekenis en motivatie van menselijk gedrag - Probleem: hetzelfde gedrag kan met meerdere motivaties voorkomen 3. Je moet hier hele strenge contexten creëren waarbij 1 variabele alle actie doet - Deze artificiële onderzoekscontext lijkten niet op alledaagse contexten - Doet relavantie voor populatie dalen 4. Soms niet mogelijk om te generaliseren van de bevindingen op groepsniveau naar individueel nievau - Verlies ecologische validiteit 5. Beperkte aandacht voor socio-culturele inbedding (context) van psychische problemen - Binnen postmodernistische traditie die ontstond in jaren '60 v/d [20e eeuw] - Niet één juiste realiteit, maar [meerdere geconstrueerde realiteiten] - Waarheid en [objectieve kennis] v/d wereld zijn [ONMOGELIJK] - **!!** Realiteit afhankelijk van [taal] (taal is centraal, geen eenduidige betekenis van woorden en teksten) - Bv: als iemand zegt dat je een trauma hebt gehad, heeft dat een invloed over hoe jij het ervaart - Context! - Sociale realiteit wordt actief geco-construeerd door mensen - **Constructivisme**: mens is voortdurend betrokken in het verwerken en evalueren v/d omgeving - **D**aarop reageren obv een betekenisverlenend proces belang [cognitieve processen] - **Sociaal constructionisme** wordt sociaal gemedieerd belang [relaties en interacties] - Stoornissen zijn [socio-cultureel bepaald] (kritische theorie: bepaald in functie van machtsstructuren) - GEEN absolute definities van [normaliteit en abnormaliteit] - Geen vaste symptomen - **!!** Belang van [subjectief geleefde ervaring] = centraal - [Geen of geen absolute voorspelbaarheid] van het therapeutisch proces - [Relatie] tussen patiënt en therapeut staat meer [centraal]: wat gebeurt er tussen mensen? - [Contextafhankelijk] - Niet waardenvrij geen absolute waarheden - Belang van [taal]: identiteit als narratieve constructie - Geen streven naar absolute, wel naar bruikbare kennis, modellen van psychisch functioneren, psychopathologie, behandeling,... - Kennis, onderzoeksresultaten bestaan nooit op zich (niet universeel), context! KRITIEKEN OP HET POSTMODERNISME: - Diep [wantrouwen tegenover de rede], vooral dat van wetenschap en logica - Afwijzing van wetenschap als een \'\'bevoorrechte" manier om kennis te verwerven, samen met de overtuiging dat andere middelen voor kennisverwerving even geldig zijn - Pessimisme over de [magere wetenschappelijke vooruitgang] - Kritiek op het subjectivisme en het daarbij behorende idee dat de wereld grotendeels [sociaal geconstrueerd] is - Kritiek op het extreem relativisme samen met een [ontkenning van universele wetenschappelijke waarheden] - Er zijn wel een aantal objectieve wetmatigheden - Is [altijd impliciet aanwezig] - Onderzoek denkt meestal NIET vanuit 1 epistemologisch kader, maar legt [verschillende klemtonen] - Omvat dus meerdere benaderingen - Elk kader heeft [sterke EN zwakke punten] ### 2.3 METAMODELLEN: MEDISCHE VS CONTEXTUELE VISIE - Klinische psychologie heeft religieuze zaken vervangen geen raad meer vragen aan pastoor - Klinische psychologie heeft ook raakvlakken met de medische visie ![](media/image5.jpeg) 1. Patiënt met een ziekte/stoornis - Er is een **machtsverhouding** (expert -- patiënt) - Bv: als de chirurg zegt dat het zo zit, geloof en volg je hem - Er is een **kennisverhouding** (expert -- patiënt) - Je verwacht dat de medici meer en betere kennis hebben - Er is een **afstandelijke relatie** (expert- patiënt) - Medici leeft niet helemaal mee zo betere behandeling - Er is [toenemende aandacht] voor [ervaringen] van de patiënt - Bv: mee laten beslissen, meer betrokkenheid,... 1. - Vraag: *wat is de aard van mentale problemen?* - Huidige dominante classificatiesystemen: (beiden [descriptief], GEEN concrete afspraken over oorzaken) - DSM-V - ICD-11 - Wanneer heb je een stoornis/ziekte?: - [Interferentie met functioneren] - [Lijden] (van de persoon zelf of anderen) - Sociale normen spelen rol in wat we al dan niet gestoord gedrag noemen - Stoornis eerder psychisch - Ziekte eerder biologisch - **Morele connotatie** van ziekte/stoornis: - \+ : ziekte/stoornis is verontschuldigend - \- : suggereert een dysfunctionele reactie/persoon - Mensen gaan anders om met je - [Maatschappelijke tendens]: neiging om moreel gedrag onder te brengen naar stoornissen (bv. Trump) - Alternatieve visies: - **Humanistische visie** (Carl Rogers): lijden signaleert blokkades naar persoonlijke ontwikkeling en groei - **Psychische klachten als evolutionair adaptieve reactie** op uiterst problematische omstandigheden (bv. Paul Gilbert) - Is een leven zonder 'lastige' emoties überhaupt wenselijk? - Bevraging van patiënten: zeer gemengde meningen over het nut van 'labels' - Positief: verschuldigend/verhelderend - Label zorgt voor verontschuldiging voor de symptomen bv niet uit bed komen, niet meer kunnen genieten van activiteiten bij een depressie - Negatief: Demoraliserend/stigma/onbegrepen/afstandelijk - Eenmaal men een burn-out, depressie,... heeft gehad gaan mensen rondom je voorzichtiger zijn, geraak je moeilijker aan werk,... , doordat mensen ervanuit gaan dat je zal hervallen - Eenmaal men het label heft, geraakt men er moeilijk terug 2. - Als we niks doen wat dan? - Interventies zijn gekoppeld aan heel specifieke diagnoses bv. je hebt een depressie dus we gaan dit doen, want dat hebben we zo onderzocht 4. Zoektocht naar een (relatief) éénduidige zet oorzaken voor een afgeleide stoornis - Wat zijn mechanismen die bij verschillende mensen ten [grondslag] liggen van een stoornis? bv. erfelijkheid van depressie - Bij veel stoornissen heb je echter GEEN eenduidigheid 5. **Evidence-based practice** - Van [wetenschappelijke informatie] gebruik maken [voor diagnose en behandeling] - Het is je [morele plicht] om gebruik te maken v/d meest up to date info #### MEDISCHE VISIE: OORZAKEN - **Oorzaken**: wetenschappelijke verklaringsmodellen: - [Biologische factoren]: genen biochemische processen, hersenafwijkingen,... - [Sociale factoren]: maladaptieve opvoeding, chronische stress, SES,... - [Psychologische factoren]: vaardigheidstekort, maladaptieve cognities, leergeschiedenis,... - Er is altijd **interactie** tss deze mechanismen: - Bv: interactie tss kwetsbaarheid (bio) & stress (sociaal) - NIET één factor die alles verklaart op zichzelf, maar een **puzzel** waarvan elk stukje een deeltje verklaart - **Psychologische factoren** =\> [psychopathologie] - **Biologische factoren** =\> [biologische psychiatrie] - **Sociale factoren** =\> [epidemiologie] (= studie waarbij men nagaat hoe het voorkomen van psychische problemen eruit ziet in de maatschappij BIOLOGISCHE PSYCHIATRIE ======================= - Kennis van de [biologie] kan behulpzaam zijn bij het begrijpen van de [psychologische] stoornissen - bv. Bij autisme wordt gekeken of er een verandering is in sociale prikkels op functioneel niveau zoals gezichtsuitdrukkingen - Welke biologische processen zitten hierachter? Inzoomen op de [genen] die hiervoor instaan. - Structurele en functionele **hersenafwijkingen** - **Biochemische afwijkingen** (neurotransmitters, endocrinologie) - **Genetische invloeden**/afwijkingen (G x E) - Interactie biologie, psychologie en omgeving DIASTHESIS-STRESS MODEL ======================= 1. **Diathesis** = relatief vastliggende predispositie, [kwetsbaarheid]: [biologisch] gegeven - Ontwikkeling ziekte of stoornis gebeurt door diathese - = [biologische kwetsbaarheid] = genetisch, MAAR vroegere aversieve ervaringen hebben ook sterke invloed op je kwetsbaarheid 2. **Mate van stress ervaren** - Dit was bijvoorbeeld het geval bij een grote groep participanten in een onderzoek naar voorspellers van PTST, er kwamen heel weinig soldaten terug met PTST. - Bijvoorbeeld je bent genetisch psychose gevoelig en groeit op in een negatieve omgeving, de kans dat je schizofrenie gaat ontwikkelen is dan erg groot. - Negatieve omst: kwetsbaar persoon is er slechter aan toe dan niet-kwetsbaar persoon - Positieve omst: kwetsbaar persoon is er even goed aan toe dan niet-kwetsbaar persoon - Het is dus een heel binair model; ofwel ontwikkel je pathologie als je pech hebt en een verhoogde kwetsbaarheid hebt ofwel ontwikkel je geen psychopathologie als je geluk hebt en in een positieve omgeving opgroeit. - Negatieve omst: een gevoelig persoon gaat meet afzien - Postieve omst: een gevoelig persoon gaat juist beter functioneren ![](media/image11.jpeg)EMPIRISCHE EVIDENTIE MODEL (CASPI ET AL.) ================================================================ - **SS allel verhoogde kwetsbaarheid** - **LL allel minder kwetsbaarheid** - Het maakt [niet] uit of je kwetsbaar bent of niet het gaat goed (soms zelfs beter) - Het maakt [wel] uit of je kwetsbaar bent of niet kwetsbaar = veel slechter - Hier komt de genetische predispositie tot uiting \~ diathese-stress model - **Deze benadering is door genetici bijna volledig verlaten** - **NIMH** = stapt af van categoriaal denken van de DSM, ze hadden geen wortels in biologie zij [financieren] studies die psychische stoornissen onderzoeken - **!!** Research Domain Criteria (**RDOC project**): - Stapt af van denken volgens DSM, meer [biologische bouwblokken] die in versch stoornissen zitten - [Multiple units of assessment]: versch niveaus van\ onderzoek (genetica,..), gaan samenwerken en van\ biologie opbouwen - [Bottom-up] (biologische bouwstenen) tot [Top-down] (symptomen; gedrag & emoties) COMMENTAAR BIOPSYCHOSOCIAAL MODEL ================================= - In biopsychosociale visies is een biologische predispositie noodzakelijk - Veel discussie over biologie als oorzakelijke- /noodzakelijke factor - Tegenbeweging na 'decade of the brain' CONCEPTUELE PROBLEMEN VAN HET MEDISCH MODEL =========================================== - **Moeilijk duidelijk enkelvoudig biologisch & psychisch substraat van stoornis** - **Complexe interacties tss biologische, psychische en sociale factoren** - **Progressie op vlak van behandelsuitkomsten binnen klinische psychologie/psychiatrie is teleurstellend** - **Objectiverende benadering gaat ten koste van subjectiviteit & begrip** CONTEXTUELE VISIE (VEEL VARIANTEN) ================================== - [Unieke narratieve constructie van patiënt is cruciaal] medische - Mensen zoeken hulpverlening als hun constructie begint vast te lopen en hun geen nieuwe stappen meer laat zetten op dat moment zijn ze **gedemoraliseerd** - Werking therapie zijn afhankelijk v/d [match tussen de constructie v/d patiënt en hulpverlener] ( therapieën die heel specifiek gericht zijn op de oorzaken en de instandhoudingen) - De patiënt moet toelaten om er op een andere manier mee om te gaan - Wnr een mechanisme helpt voor een patiënt maakt het niet uit of het rationeel is of niet - SOCIALE ASPECTEN ================ 1. [Definiëring van normaal vs. gestoord gedrag] - Dit evolueert bv. in DSM V hele discussie over wanneer iets pathologische rouw is 2. [Herkenning/erkenning psychische stoornissen] 3. [Stiefmoederlijk behandeld binnen diathesis-stress modellen] - Dit is altijd at op kant geschoven 4. ["**Sociale drivers**" van psychopathologie] = heel aantal sociaal, culturele factoren hebben belangrijke & grote ol bij psychopathologie, maar zijn onderbelicht gebleven: - *Ongelijkheid & discriminatie* - *Armoede & stress* - *Maatschappelijke tendensen* (bv. Klimaatverandering, oorlog,..) - ![](media/image13.jpeg)die 2 groepen worden opgedeeld in 2 condities: - Ene conditie wordt ontvangen in ruimte bij proefleider waar er boeken met positieve quotes staan bv. Het ligt bij jezelf, mentaal welzijn is belangrijk,... = [happy room] - Andere conditie wordt ontvangen in een [normale ruimte] - Studenten in eerste conditie deden veel meer aan ruminatie! NIEUWE PARADIGMA'S ================== #### Power Threat Meaning Framework (BPS, 2018): - Invloed maatschappelijke factoren BELANGRIJKER dan het biologische verhaal - NIET kijken naar stoornis zelf (*wat is er mis met je, waar is de fout*), maar naar de context (*wat is er gebeurd, hoe invloed op jou)* - Nadruk op [machtsfiguren/machtsmisbruik] waaraan je onderhevig bent geweest - Disfunctioneren = confrontatie met nare vormen van machtsuitoefeningen - Zorgt ervoor dat mensen [copingsmechanismen] (= wat deed je om te overleven?) ontwikkelden die in die context adaptief waren, maar nu niet meer - Belangrijk stuk aan [betekenisverlening] Vb: Betekenis verleent aan ziekte vanuit individu heeft een grote impact op de persoon ik ben hopeloos... **Vb van verloop:** 1. De werking van POWER. Dit omvat mogelijke hertraumatisering door de geestelijke gezondheidszorg zelf. 2. De soorten DREIGING die de negatieve werking van macht kan inhouden. 3. De centrale rol van BETEKENIS in het vormgeven van de werking, ervaring en uitdrukking van macht, dreiging, en onze reacties op dreiging. 4. De aangeleerde en geëvolueerde BEDREIGINGSRESPONS die een individu (of familie, groep of gemeenschap) mogelijk moet gebruiken om emotionele, fysieke, relationele en sociale overleving te verzekeren. #### Kritiek: - #### Lijkt er a-priori vanuit te gaan dat mensen geconfronteerd zullen worden met zon machtsmisbruik - #### Hulpverlener zou dit kunnen opdringen #### - #### BPS: er is iets mis met de context diathese-stress model: er is iets mis met de persoon - #### Wss ligt waarheid in het midden #### === \>\> nooit heeft 'die versie' gelijk beiden belangrijke waarde\ === \>\> voor de ene persoon is het ene heel verklarend, voor de andere het andere EVIDENCE-BASED PRACTICE ======================= - Vraagt van de clinicus om continu de [vraag v/d cliënt] te relateren aan de [huidige stand van onderzoek] op een klinisch verantwoorde wijze - Benadrukt de relevante v/h informeren van patiënten gebaseerd op de [beste beschikbare onderzoeksevidentie] over geëigende opties voor diagnostiek, preventie of interventiemogelijkheden - Model van [levenslang leren] [\ ]=== \>\> je bent verplicht om je handelingen te baseren op de recentste wetensch informatie 1. Het moet [duidelijk] zijn wat je precies gaat doen 2. Je moet duidelijk vermelden wat het [voordeel] is 3. Deze voordelen moeten [wetenschappelijk geverifieerd] zijn 4. De mogelijke negatieve zij-effecten moeten [minder ernstig] zijn dan de positieve effecten - Groepsdata kan niet toegepast worden op een individu - Problemen van cliënten zijn nog niet altijd onderzocht en we kunnen niet wachten tot er onderzoek is - Elk individu is een unieke constellatie van ervaringen, cultuur en sociale context dus niet te begrijpen door algemene psychologische wetmatigheden - Klinische ervaring en intuïtie zijn relevanter dan wetenschap [Dilemma: intuïtie/ervaring of wetenschap?\ ] - Het maakt geen verschil bij mensen die baseline geen klachten hebben. - Het maakt wel uit bij mensen die baseline veel klachten hebben. Na vier maanden is de hoeveelheid klachten veel [groter] wanneer er een WEL interventie is geweest ZONDER interventie zijn de klachten veel [kleiner] op termijn === \>\> O.b.v. uw intuïtie had je totaal geen idee van dit probleem. Kanttekening: niet alle vormen van debriefing zijn slecht. === \>\> Bij meer mensen schade berokkend door interventie dan mensen die geholpen zijn door interventie, mensen zelf beseffen dit niet en zijn de klinisch psychologen dankbaar. - **Sociale wenselijk** - Mensen zijn dankbaar en blij omdat dit verwacht wordt, maar in werkelijkheid is er vaak niets veranderd - **Vergelijkingsmateriaal** (cliënt en hulpverlener) - Zowel cliënt als hulpverlener weet niet wat de uiteindelijke doelstellingen zijn door het ontbreken van inferentiemateriaal - Psycholoog gaat niet naar andere psychologen om te vergelijken - **Korte vs. lange termijneffecten** === \>\> Klinisch aanvoelen en intuïtie is niet altijd even betrouwbaar, maar komt soms wel van pas moet samengaan met EBP #### Psychologen denken dat er veel meer mensen herstellen & verbeteren na hun therapie - #### MAAR het grootste deel blijft echter onveranderd #### === \>\> voorzichtig zijn met eigen overtuigingen #### #### Gedachtenexperiment 2: 1. Druk geen tijd om wetenschappelijke artikelen te lezen 2. De artikelen zijn zo moeilijk 3. Mijn collega's doen dat ook niet 4. Ik voel me beter bij die oude procedure 5. Iedereen is uniek - Je moet beiden [integreren] - Te veel focus op enkel de kant van de wetenschap - Men pleit wel voor integratie van [klinische vaardigheden], [wetenschap] & [wensen van patiënt], maar nadruk blijft te hard op wetenschap - Hoe je integratie moet doen NIET helder uitgelegd - Uitkomsten zijn vaak individu-specifiek - Consensus over doelen is essentieel in KP - De [wens van cliënt] is belangrijk (als die zegt dat klachten niet het ergste probleem zijn), niet alleen de "beste" therapie - Je moet hulpvraag helder krijgen doel van [therapie is dynamisch] & kan switchen tss sessies in - - **Behandelspakket vergelijking** = kijken of een behandelspakket/therapie beter is dan een andere - Niet goed ALS je dan nog verschillen vindt, weet je nt [waarom] - Vaak zijn behandelingen [even effectief] zinloos dan - We moeten denken in termen van "en en" ze vullen elkaar aan - Meerdere [goede databases] voorhanden - Als klinisch psycholoog makkelijker mogelijk om evidence-based te werken - Zelfs voor complexe vragen zijn en [gedifferentieerde antwoorden] - Meer handigheid en vertrouwdheid met '**Just in time knowledge'** (= de kennis die men ontdekt is onderhevig aan [verandering] - Verhoogde interesse in **disseminatie** (= zorgen dat je bevindingen bij de juiste mensen terechtkomen; je wetensch informatie verspreiden, vaak in open acces tijdschr - **Implementatie** = hoe zorg je dat de bevindingen in de praktijk terechtkomen op een zinvolle manier? - **Open acces tijdschriften** - Bij sommige tijdschr moeilijk inschatten wat er correct en wetenschappelijk valide is en wat niet - Veel wetenschappelijke uitgevers vroegen veel geld voor abonnementen, nu voor iedereen beschikbaar 1. Huidige invulling van evidence-based practice: [Medisch] =\> Niveau van behandelpakketten - Bij sommige tijdschr [moeilijk inschatten] wat er correct en wetenschappelijk valide is en wat niet - Focus op [individuele patiënt]; diagnose nodig om snel in de literatuur naar de meest aangewezen behandeling te kijken - [Duur] onderzoek om aan te tonen dat een behandeling effectief is - **CONCLUSIE:** EVB is [intensief en duur], hierdoor zijn verschillende scholen niet mee in EBP gestapt, waardoor [bepaalde therapiescholen veel meer gerepresenteerd] zijn in de EBP dan andere 2. Minder aandacht voor klinische relevante variabelen - Door focus op behandelsuitkomsten vele klinische variabelen (relatie patiënt & onderzoeker,..) gezien als [storende variabelen] in de medische invulling - Zij willen net GEEN rol van deze variabelen - Ze proberen niet net eg te filteren 3. Evidence-based vs. Science-based - Te veel vertrouwen in EB het is verwaterd tot iets [commercieels] - Het wordt gezegd dat het door wetenschap bewezen is, MAAR betekent NIET dat de onderliggen de studies & data valide zijn - Minder EB kijken, meer naar de [echte wetenschap] achter de data - EB zou volgens sommige auteurs beter [vervangen worden door SB] 4. Discussie over de brede toepassing van EBP door overheid, mutualiteiten: - Wnr een bepaalde behandeling veel effectiever is dan een andere, dan is DAT wat cliënten zouden moeten volgen & wat terug betaald kan worden - **Kosteneffectiviteit**: kiezen voor de [kortste & efficiëntste behandeling] indien er meerdere zijn & - Men kiest de meest "effectieve" behandeling uit, maar houdt amper rekening met de match pp onderzoeker & vorm van therapie bij de wensen - De ene sluit beter aan bij de andere - **CONCLUSIE :** Er wordt veel druk uitgeoefend op het debat, dit botst heel erg met het **multiperspectivisme** (mensen krijgen weinig inspraak in het kiezen van een behandeling) - EB ideeën over wat werkt binnen therapeutische relaties - - Opgelet voor naïeve visie van "er is een wetenschappelijke studie naar, dus dat is bewezen" - Tekort aan proefpersonen + weinig replicatie - - - Veel problemen zijn [complex] van aard je moet [versch invalshoeken] gebruiken om een probleem wat zinnig te kunnen bestuderen (bv: sudoku) - [Voorkomen van stoornissen]: als je dat antwoord vindt, genereert dat nieuwe vragen over etiologie & instandhouding - [Etiologie]: (= leer van de oorzaken) op welke manier hebben etiologische factoren invloed op instandhoudende mechanismen? - [Instanthouding]: interessanter om te bestuderen dat etiologie, want deze staan redelijk vast - [Behandeling]: onderzoek naar behandeling - [Preventie]: een aparte tak, wetmatigheden die gelden voor behandeling is NIET hetzelfde voor preventie - **Beschrijving** - [Thick description] (= brede, rijke beschrijving) - Nu [nieuwe methoden] (bv. via dagboekonderzoek) om specifieker te kunnen gaan naar een beschrijving van psychopathologie - Kan dus ook [afstandelijk]! - **Predictie ( over risicofactoren)** - Vergt duidelijke modellen over de risicofactoren rond een problematiek - **(Experimentele) Manipulatie** - Hoe kunne we variabelen verandere om zo aan preventie/behandeling te doen? 1\. **Beschrijving** [Definiëren en categoriseren] van gebeurtenissen en relaties ---------------------- -------------------------------------------------------------------------- 2\. **Voorspellen** [Wat zal er gebeuren] onder specifieke condities? 3\. **Manipulatie** [Manipulatie] van vastgestelde relaties 4\. **Begrijpen** [Inzicht] in de [causale factoren] - **Individu -- populatie**: wil je iets zeggen over iemand of over een groep? - **Beschrijvend -- manipulatie**: wil je gaan beschrijven of manipuleren in onderzoek? - **Kwalitatief -- kwantitatief** - **Exploratief -- hypothesetoetsend**: wil je exploreren of meer hypotheses testen? - **Case study** - **Observationele studies** - **Experience sampling** - **Interview en focus groep** - Omdat CS op 1 persoon is genereerd dit een rijke, diepgaande beschrijving naar ervaringen en percepties groepsniveau: die diepgang kan je hier nooit bereiken - Kan [kwalitatief] zijn of [kwantitatief]: single case experiment - Kan waardevol zijn bij het genereren van hypotheses die gebaseerd zijn op klinische ervaringen - Kan BEPERKT gebruikt worden om hypotheses te ondersteunen of te weerleggen. Waarom? - Klinische interventies starten meestal met een case study en breiden dan pas uit naar de populatie - De case studie veel gebruikt voor eerste proof-of-principle studies: kijken of een behandeling werkt bij die persoon, hierna kan je eventueel al bijsturen - Kan niet generaliseren - Single case designs: **ABA/ABAB/...** - Versch technieken & mogelijkheden hiervoor - **Elektronische dagboeken** - **GSM's/computerlogs** - - Vergelijking tussen 2 groepen: Groep met depressieve klachten die zijn opgeklaard (groter risico voor herval) en groep mensen zonder voorgeschiedenis que depressieve klachten - Observeren van stemming en ruminatie - Conclusie: ruminatie = belangrijke risico factor om opnieuw depressieve klachten te ontwikkelen - ![](media/image21.jpeg)Figuur 1: - Ruminatie as: hogere score staat voor minder ruminatie - Stemming as: 1 -\> positieve stemming; 10 -\> negatieve stemming - Legende: - Blauw: participant is heel stabiel in de positieve stemming met weinig ruminatie - Rood: participant kent veel fluctuatie en veel onvoorspelbaarheid - **Entropie** = [de mate van onvoorspelbaarheid] van een systeem; hoe hoger onvoorspelbaarheid, hoe hoger entropie - Figuur 2: Regressieanalyse (waarden niet kennen) - Welke patronen gemeten in de eerste weken nadat participanten zijn opgeklaard zijn voorspellend voor depressieve klachten 6 maanden later? - Adhv BDI-II (big depression indicatory) - Conclusie: Entropie beek een goede predictor voor depressieve klachten specifiek in die groep die voorheen depressief was. Waarbij we ook hebben gekeken naar gemiddelde ruminatie en gemiddelde negatieve affect, en entropie het beter deed dan die beide. - Niet wat we hadden verwacht =\> nieuwe hypotheses - Grote hoeveelheid interviewmethoden beschikbaar (meer en minder gestructureerd) - Variëteit aan kwalitatieve methoden om data te bekijken - Thematische analyse - Tekstanalyse -... - - Voordeel: Nuttig en gemakkelijk beginpunt voor onderzoek =\> veel nieuwe hypotheses - 1. **Cross sectioneel** **onderzoek** (meest gebruikt) = op [1 tijdstip, 1 situatie]/aspect observeren 2. **Longitudinaal onderozek** = over [lange periode] 3. **Prospectief** **onderzoek** = gaat de ene variabele [voor] aan de andere? - EENVOUDIG: [Is er een associatie] tussen werkeloosheid en depressie? - - Je kan zien welke factoren [meer/minder met elkaar samenhangen]! === \>\> je mag de waarde van crosssectioneel onderzoek NIET onderschatten - **Netwerkanalyse** (zie figuur): Wat zijn de unieke associaties tussen verschillende constructies die gemeten zijn? (= partiële correlaties) - Hoe [dikker] de lijn, hoe [sterker] de correlatie - Blauwe lijnen = positieve correlaties\ Rode lijnen = negatieve correlaties - Ringen rond cirkels: hoeveelheid verklaarde variantie van de variabele opgenomen in het netwerk - Waarom zijn longitudinale studies van [cruciaal belang?] - Er zijn bv. heel veel variabelen waarvan we weten dat ze niet direct psychopathologie veroorzaken, maar het risico over lange termijn groter wordt. - Kan complexe interacties tussen variabelen in kaart brengen - Etiologische variabelen zijn mogelijks al vroeg aanwezig - Doen wanneer variabelen niet exp manipuleerbaar zijn geen andere keuze - bij uitvoeren altijd [veel variabelen meten] - Zo kan je ook de verstorende variabelen uitsluiten - Geef idee van causale relaties, MAAR er kan altijd 3e variabele in het spel zijn - EENVOUDIG: Leidt werkeloosheid tot depressie? - COMPLEX: In welke mate zijn negatieve denkstijlen besmettelijk voor de mensen in je omgeving? *Vb niet kennen* - [Methodiek]: Random toewijzingssysteem in Amerika als studenten op kamers gaan. Observatie van het piekeren vanaf moment één dat studenten samen tot 6 maanden later. - [Conclusie]: Significante correlatie tussen hoeveelheid piekeren van roommate 1 en roommate 2; Piekeren onder invloed van kamergenoot en stress voorspelt depressieve klachten 6 maanden later ze nemen het over van elkaar! ONDERZOEK: IS RUMINATIE ALTIJD NEGATIEF? ======================================== - Nagaan of [perspectiefname] (=manier van naar jezelf kijken) een bepalende factor is voor ruminatie - ![](media/image27.jpeg)**Self-immersed perspective**: herbeleef het moment in je eigen perspectief 1^ste^ persoon - **Self-distanced perspective**: herbeleef het moment als een buitenstaander 3^de^ persoon - *Self-immersed perspective* -\> VEEL negatief affect - *Self-distanced perspective* -\> MINDER negatief affect EXPERIMENTELE MANIPULATIE ========================= - Zien van causale relaties\ (maar complexe discussie zekerheid causale relaties afh van manier van opzet onderzoek) - Staan toe om na te denken over mogelijkheden voor [interventie] (bv: variabele trainen zodat er een positiever effect is op andere variabele - Afhankelijk van de hoeveelheid experimentele controle\ (manipulatie van 1 OV!!)\ bv. we onderzoeken experimenteel het effect van op café gaan op longkanker - Groep studenten hele studententijd op café en groep studenten nooit op café; na 10 jaar ratio van longkanker gaan bekijken - Idee dat we een causale relatie hebben vastgelegd, maar er zijn zoveel meer variabelen - Meer experimentele controle zorgt voor [reductionisme] - Als je maar 1 variabele manipuleert, moet je alles controleren strenge onderzoekssetting - Niet ecologisch valide - Ethische aspecten - Sommige variabelen mag je niet manipuleren - Zijn dat experimentele manipulaties? = deels: - Hoeveelheid [experimentele controle is kleiner] - Therapie bevat [veel ingrediënten] - Factoren betrokken bij de verbetering zijn niet noodzakelijk betrokken bij de etiologie bv. Tijdfactoren THERAPEUTISCHE UITDAGINGEN: NOOD AAN INTERVENTIES ================================================= - Je gaat hierbij [de inhoud v/h werkgeheugen beheren] - Bv: updaten info in WG, shiften van info en de irrelevante info vergeten,... - is [voorspellend voor meer ruminatie en depressieve klachten] - als je een stevige depressie hebt, is de cognitieve controle vaak verstoord bv. concentratieproblemen, niet weten wat je kwam doen in de supermarkt,... - Depressie zorgt voor weinig cognitieve controle, is meer risico op piekeren en zich minder kunnen concentreren waardoor bv. therapie minder goed binnenkomt - Weinig cognitieve controle is vaak ook het moment waarop men [uitvalt op het werk], weinig sociaal contact en veel terugtrek gedrag vertoont - Je hoort een hele keten aan cijfers, met telkens aan paar seconden tussen - Je moet altijd de 2 laatst gehoorde cijfers optellen = interferentie onderdrukken - Als je 4 keer een correct antwoord geeft, gaat het een beetje sneller, als je een fout antwoord geeft, dan gaat het wat trager =\> bijhouden wat de hoogst behaalde snelheid is - Adaptieve interstimulus interval (ISI) - Tempo bij aanvang: 3000 ms ISI - - Hoe? - 1 sessie = +/- 15 à 20 minuten - Verschillende sessies over periode o o.a. updating, inhibitie - Frustrerende taakcontext - Conclusie: [Mensen gaan meestal gemiddeld naar een seconden waarop ze dit kunnen] - Bij training gaan zowel gezonde studenten als voorheen depressieve mensen het goed kunnen - NIET zo dat depressieve mensen het slechter doen - WEL zo dat oudere mensen trager leren wel [leeftijdseffecten] - Waar is het zinnig? - Onderzoek preventie: testen op populaties die een verhoogd risico hebben (niet de gehele populatie) - Voorbeeld: tijdens wachttijden aanbieden =\> verbale therapie zal beter aanslaan - Verhoogde score op ruminatie - Methode: - 53 studenten die vaak rumineren - 10 CCT sessies vs. actieve controle conditie (andere training, zonder werkgeheugencomponent) - Effecten onmiddellijk na 2 weken training + 1 maand follow-up? - Resultaten: - Toename in werkgeheugen functioneren -\> afname in ruminatie - Minder gevoelig aan stressinductieprocedure in lab - 1 maand later tijdens examens: minder ruminatie! - Voorheen depressieve patiënten (preventie interventie) - Methode: - 68 voorheen depressieve patiënten/in remissie; double blind RCT - 10 sessies CCT vs. Acieve controle groep - Na training & 3 maand follow-up: Depressieve klachten? Ruminatie? Functioneren? - Resulataten: - Op elk tijdstip : ↓ depressieve klachten, ↓ ruminatie - 3 maand later: ↑ veerkreacht, ↓ residuele klachten - Completers only: ↓ hinder in dagelijkse leven, ↓ cognitieve klachten - Legende: - X-as: baseline, post-training (2wekennadetraining), follow-up (3 maanden na de training) - Donkergrijs: cognitievecontroletraining - Lichtgrijs: placebotraining BESLUIT ======= - Kwaliteitsvereisten aan waar onderzoekers moeten voldoen: - **Preregistratie** (Clinial trials.gov) - Voor elke interventie moet men van te voren registreren welke trail men gaat doen, welke methode men gaat gebruiken en wat de hypotheses zijn - [Essentieel voor publication bias]: zorgen dat nt enkel de mooie resultaten w gepubliceerd - **Replicatie** - **Meta-analyse** - **Meer interdisciplinaire samenwerking!** SAMENVATTEND ============ - Historiek van KP toont de invloed van sterk verschillende denkkaders - Sterk verschillende visies over wat de houding is tot psychopathologie & de rol van KP - Langs versch filosofische kaders en invloeden, ontstaat een grote variëteit in praxis & onderzoek - Onderscheid naar benadering: ![](media/image31.png) DENKEN OVER EVIDENCE-BASED PRACTICE ----------------------------------- ### INTRODUCTIE - - Vroeger bij priester gaan spreken of steun zoeken bij familie, nu naar een psycholoogdoor de toegenomen individualisering - Werkt het? **Uitkomstonderzoek** - Hoe werkt het? **Procesonderzoek** 1. Best beschikbare onderzoeksevidentie 2. Klinische ervaring v/d onderzoeker 3. Karakter & voorkeuren v/d patiënt - MAAR verschillende invullingen mogelijk (vooral in de medische wereld) Het vormt een bron van debat - Want versch modellen vertrekken vanuit versch basisassumpties leidt tot ander onderzoek & andere evidentie - Het is niet zo dat kennis erbij komt & dat de recentste de beste is - WEL: er zijn [verschuivingen van de manier waarop aan onderzoek gedaan wordt doorheen de tijd] - Oorzaak verschuivingen: - **Interne problemen**? - Opkomst [nieuwe ideeën] en [technieken] in onderzoeksgemeenschap - **Externe factoren**? - Sociale, culturele en economische druk I. 'Vroege' geschiedenis: gebruik van klinische gevalstudies om kennis op te bouwen II. De ontwikkeling van systematisch onderzoek III. De 'therapie-oorlogen' IV. Op weg naar methodologisch en epistemologisch pluralisme BELANGRIJK: er zijn [geen strikt gescheiden periodes] ideeën uit vorige periodes [blijven invloed hebben] het gaat eerder over welke er belangrijker worden & welke op achtergrond schuiven CONTEXT: ======== - **Eind 19e -- begin 20e eeuw**: [psychotherapie] als nieuwe discipline - Tijdens Renaissance: [perspectief schilderkunst] veranderd (dieptezicht gebruiken), tegelijk ontstaan psychotherapie - Voorheen in het westen: [morele, neurologische\... aanpak van mentale stoornissen] - Mentale stoornis = het was je *lot* - je kon je situatie NIET veranderen, psychotherapie was NIET aanvaard - Rol [secularisatie, individualisatie] - Meer belang aan psychotherapie - **Freud's psychoanalyse** als [eerste specifieke psychotherapieschool ] METHODE: KLINISCHE GEVALSSTUDIE =============================== - Men [beschreef] patiënten heel [gedetailleerd] - Gedetailleerde klinische observatie individuele patiënten als bron van vooruitgang - [Narratief] (=vertellend) karakter - Op basis van [interpretaties clinicus\ ] +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **Sterktes** | **Kritieken** | +===================================+===================================+ | | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | | \- Geen controle mogelijk | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | | \- Generalisatieprobleem | | | | | | = info maar van 1 patiënt | +-----------------------------------+-----------------------------------+ EN VERDER... ============= - Voor het eerst [vraag naar meer onderzoek over uitkomst] van therapie door follow-up informatie te verzamelen van patiënten - *"Werkt die psychoanalyse?"\ * - Uitdaging: "Hoe kunnen we verandering meten?" - Men probeerde effectiviteit van psychoanalyse te meten door te testen of patiënten na behandeling beter waren - RESULTAAT: 2/3 voelde zich beter - BESLUIT: [psychoanalyse is effectief] Kritiek op uitkomst door Eysenck (1952): - Stelt dat men dat besluit NIET mag nemen - Herstel voor patiënten ZONDER behandeling is ook 2/3 - BESLUIT: [remissie even hoog door spontaan hersteL] Kritiek op Eysenck - [Methodologische problemen] met zijn onderzoek - Gevolgen: - Onderzoek naar effectiviteit is moeilijk - Aanleiding tot [meer rigoureus onderzoek naar effectiviteit] CONTEXT ======= - - - - Zorgde voor nieuwe impuls in onderzoekslandschap INHOUD ====== - - Meer interesse over [versch therapeutische oriëntaties] heen - Kijken [welke processen & factoren] ervoor zorgen dat de [therapie werkzaam] is en welke niet - - - - De verhouding tss therapeut & patiënt zorgt dat de behandeling al dan niet werkt - Sluit aan bij contextueel model METHODE ======= - - - "*The facts are always friendly"* = waar het onderzoek on sook brengt, het leer tons altijd iets === \>\> de focus ligt niet op bepalen welke therapie het beste is voor bepaald probleem\ === \>\> meer open houding: welke processen en factoren zijn belangrijk voor de outcome CONTEXT ======= - - - - RCT = twee groepen vergelijken met elkaar. Eentje krijgt echt medicijn & eentje krijgt een placebo op niks. Deze vergelijkt men met elkaar - - Meer geschikt om op [systematische manier] te onderzoeken METHODE ======= - ![](media/image33.png)Werkt therapie beter dan GEEN therapie (bij een bepaald probleem)? = [Absolute effectiviteit] - Werkt een bepaalde therapie beter dan een ANDERE therapie (bij een bepaald probleem)? = [Relatieve effectiviteit] is nu super belangrijk geworden!! Jaren '90: **Evidence Based Practice** = **Empirically Supported Treatments** (EST): - - Maw: je benadering werd goedgekeurd als het bewezen was als effectief op wetenschappelijke manier - Wat is die wetenschappelijke manier **RCT** - PROBLEEM: sommige therapievormen kan je onderzoeken door RCT, maar anderen niet omdat ze flexibeler en langduriger zijn CONTEXT ======= - - Niet elke vorm is bestudeerbaar - Minder ruimte voor voorkeur patiënt - Mensen hebben 1\< problematiek moeilijk vr hét probleem een geschikte therapie te voorzien METHODE/INHOUD ============== - - [Naast elkaar bestaan] van verschillende onderzoeksmethoden - [Bijdragen van verschillende methoden] aan kennisopbouw waarderen - Impliceert ook [epistemologisch pluralisme\ ] - - EBP = [onderzoek] is belangrijk, dat in praktijk brengen \~ top-down\ PBE = kijken wat in [praktijk] werkt, dat verder verspreiden \~ bottom-up - Het zijn GEEN absolute tegenpolen, wel verschillend vertrekpunt - Ze [vullen elkaar aan] CONCLUSIE HISTORISCH OVERZICHT ============================== - - - - Geen lineairegang van kennis, oude teksten zijn niet minder waar - Hoe recenter, hoe beter ≠ waar - - Wetenschap als observatie van de realiteit versus wetenschap als realiteitsvormend - ### ### 2. **UITKOMSTONDERZOEK**: EFFECTIVITEIT NADER BEKEKEN **Absolute effectiviteit** = werkt een therapie beter dan geen therapie? **Relatieve effectiviteit** = werkt een bepaalde therapie beter dan een andere? DOEL: werkzaamheid nagaan, verantwoording afleggen, verbeteren van hulpverlening - - - klemtoon op [specifieke onderliggende mechanismen] die inwerken op specifiekesymptomen of diagnose,) - **Specific factors** = die specifieke mechanismen die ze bestuderen\ bv: bij cognitieve gedragstherapie één element er uithalen of aan toevoegen om de werkzaamheid er van te onderzoeken - klemtoon op [therapeutische relatie] medisch model: je zou elke keer een andere therapeut kunnen gebruiken - therapie die [aansluit] bij de visie van cliënt, MAAR ook die een [nieuwe blik] geeft op hun toestand - **Common factors**: niet evident om bepaalde aspecten uit de therapie te halen, hetgaat eerder over het geheel van de therapie ![](media/image35.jpeg) - **NIET zo dat de ene veel beter is dan de andere, of dat 1ne supprimeert** - Belangrijk vanuit [medisch model] - Belangrijk vanuit [contextueel model] 1. **Statistische significantie** = het [gemiddelde verschil] is [groter] dan verwacht bij [toeval] - p\