Sociologie Exam Past Paper 2024/25 - Aurélie Lannoo PDF
Document Details
Uploaded by WellMadeCongas
2024
Aurélie Lannoo
Tags
Summary
This document is a sociology exam paper. It covers topics like social psychology, social stratification, and socialisation. The paper likely contains learning materials for students, with explanations about social concepts.
Full Transcript
Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo Inleiding Artikel: Wat als uw kind desinformatie van TikTok of YouTube gelooft? Herlezen? Fragment Busch mieren We zijn geneigd om te kijken naar mieren afzonderlijk. Maar ze hebben een collectieve intelligentie. (Zwermintelligentie) → Ze doe...
Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo Inleiding Artikel: Wat als uw kind desinformatie van TikTok of YouTube gelooft? Herlezen? Fragment Busch mieren We zijn geneigd om te kijken naar mieren afzonderlijk. Maar ze hebben een collectieve intelligentie. (Zwermintelligentie) → Ze doen dingen die ze individueel nooit zouden kunnen doen. => Je moet kijken hoe die mieren verbonden zijn. BIJ MENSEN IS DIT HETZELFDE Wat ons verbindt is vaak belangrijker. Ik kan angst hebben, maar de maatschappij maakt die angst meestal. Je verklaart angst vanuit de maatschappij. => Interspecifiek: Ook bij dieren wordt er sociaal gedrag opgemerkt. Overlevingskansen zijn groter in kudde, school, roedel, … Busch: Een dader kan niet individueel beoordeeld worden. Je moet kijken naar de verbondenheid/de maatschappij die die dader tot dader maakt. De invloed van anderen zit soms in structuren, in ‘de’ maatschappij, in hoe de maatschappij zich georganiseerd heeft. ⤷ Geen verschoning, wel een verklaring Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo HOOFDSTUK 1 - SOCIALISATIE EN SOCIAALWETENSCHAPPELIJKE THEORIEËN 1. Enkele Verwante wetenschappen 1.1 Sociale psychologie Sociale psychologie = De wetenschappelijke studie die tracht te begrijpen, verklaren en voorspellen hoe de gedachten, gevoelens en gedragingen van individuen beïnvloed worden door de gevoelens, gedachten en gedragingen van anderen. Sociale invloed gaat verder dan het beïnvloeden van mensen. (Zoals reclamemakers doen) I. Sociale invloed gaat verder dan gedrag. Het omvat zowel gedachten als gevoelens als zichtbare handelingen. II. Sociale invloed heeft meer uitingsvormen dan alleen de doelbewuste pogingen tot overreding. Vaak gebeurt het ook onbewust. Nudgen = Een subtiele manier om mensen te sturen naar een gewenste gedrag. 1.2 Sociologie Sociologie = Bestudeert de evolutie van maatschappelijke patronen en structuren en het daarbij betrokken sociale handelen. Psychologie = verklaart mijn individuele gedrag en mentale processen Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo Sociale psychologie Wetenschap v.d. individu in een groep Bv. Burn-out (Mijn probleem in functie van mijn werk) Je verklaart je gedrag door anderen: ❖ Impliciet: Indirect, je dacht aan een persoon. De gedachte bepaalt het gedrag. ❖ Expliciet: De ‘beïnvloeding’/persoon is aanwezig. Je hebt een remming door die aanwezigheid (inhibitie) ⤷ Valt weg bij dementie + kleine baby’s Na 18 maanden begint je zelfbewustzijn, en dus de sociale psychologie ————— biologie ——————— sociologie ——————— psychologie ————— (lichamelijke) (kijken vanuit de samenleving) (hoe we denken) Hoe komt het dat je vandaag meer scheidingen hebt? Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo Bio: Hormonaal Psy: Je partner haalt je zelfbeeld naar beneden, depressies nemen toe. Soc: De maatschappij verandert, vrouwen studeren en werken, als je zelf werkt sta je financieel sterker → gemakkelijker om te scheiden. Ignace Glorieux - Tijdsocioloog; kijken hoe de tijd zich ordent Bv. Als je werkloos bent heb je 7-8u per dag vrij. Wat doe je? TV kijken, begint rond 6-7u en piekt om 21u over heel België. Uren van bier drinken: 7u ‘s ochtends = raar - Corona was een leuke periode voor hem want er ontstond een destructuratie, de maatschappelijke structuur viel weg. H. Becker - Afwijkend gedrag wordt door de samenleving geproduceerd. ≠ Crimineel gedrag is verstaanbaar = de normen die we hanteren om afwijkend en crimineel gedrag te beoordelen zijn van sociale oorsprong en verschillen dus in iedere samenlevingen en tijd. Iedereen beroemd Zou Becker akkoord gaan met Devisch en Bendegem? Ja, abnormaliteit en normaliteit worden bepaald door de sociale omgeving. ⤷ Psychosociale abnormaliteit = De maatschappij wat normaal is. Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo Bv. ADHD; Als maatschappij hebben wij bepaald dat ADHD abnormaal is. Deviantie = Afwijkend gedrag 4 Omschrijvingen van abnormaliteit I. Psychosociale abnormaliteit II. Statistische abnormaliteit; Ik ben abnormaal als ik statistisch abnormaal ben. Bv. Psychose ⤷ Stel ik spreek 7 talen, dan ben ik statistisch ook abnormaal, maar niet gek. M.a.w dit klopt niet helemaal. III. Wettelijke abnormaliteit; Ik ben niet in staat om normaal te doen/ de wetten en normen na te leven. (ontoerekeningsvatbaar) ⤷ Oscar Schindler had de wet niet nageleefd en tegen de Nazis ingegaan, maar hij was niet gek. Dus ook niet helemaal correct. IV. Persoonlijke abnormaliteit; Ik ben abnormaal als ik zelf voel dat het niet meer lukt. ⤷ Een aantal verslaafden gaan zich niet verslaaf of gek voelen. Ook niet helemaal juist dus. Tarde Lombroso ❖ De samenleving (sociale ❖ Gelaat kan je linken aan omgeving) is verantwoordelijk misdaad voor misdaad. (De misdadige mens) ❖ Was een tijdgenoot van ❖ Misdaad heeft een biologische Darwin roots. (Kan je gebruiken als ⤷ Het leven evolueert door excuus, je kan er niet aan doen want het zit in je gelaat.) kleine aanpassingen, kleine mutaties. De soorten die zich het ❖ Je kan niet verlangen naar verbetering want het zit in je gelaat. Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo meeste aanpassen hebben meer kans om te overleven. ↔ ❖ Mensen gaan anderen vaak imiteren. Als de maatschappij verandert, dan gebeurt dat door kleine veranderingen. → We imiteren vaak de net betere/rijkere klassen. Als de klasse dit merkt, gaan ze kleine aanpassingen maken. M.a.w De rijkere klassen bepalen de verandering van de maatschappij. Bv. De naam Taylor werd gebruikt in een bepaalde klasse. Ik zit daar net onder dus denk ik dat die naam kansen zal geven. Tarde: Imitatie is een soort slaapwandelen; je bent je niet bewust van wat je doet. Contra-imitatie: Je gaat je afzetten tegenover modellen, net het omgekeerde doen. Bv. Zich afzetten t.o politici, de politiek, influencers, gezagsdragers, … Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo 2. Socialisatie: een proces van cultuuroverdracht 2.1 Omschrijving Life of brian: Brian zegt ‘Jullie zijn verschillend/individuen/…’ en iedereen zegt hem na. ⤷ We denken dat we zelf keuzes maken maar eigenlijk zijn we bepaalt door de groep. Mark ( 😳) Elchardus 600 studenten werden ondervraagd naar de mate waarin ze dachten dat hun smaken en opvattingen beïnvloed werden door anderen. De ene helft kreeg vragen in de ik-vorm (mijn smaken, mijn opvattingen), de andere helft kreeg vragen die verwezen naar de voorspelbaarheid van anderen. = De ene groep ging massaal niet akkoord met de stelling en beweren dat hun smaken en opvattingen niet beïnvloed werden door anderen. Terwijl de andere groep daar anders over dacht. Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo ⤷ Dezelfde uitkomst: Keuzes worden beïnvloed maar we geven dat niet graag toe. Je denkt wel dat de andere wel bepaald worden door de groep. Alleen ik ben een individu. Socialisatie: Het proces van cultuuroverdracht. Nieuwelingen worden ingewijd in de cultuur van de groep. Normen, gewoonten, de kennis en vaardigheden van een groep of gemeenschap worden aangeleerd door specifieke relaties. (Kan impliciet of expliciet) “ Integratie met behoud van eigenheid. → Puur sociologisch kan je nooit integreren als je je eigenheid behoudt. ( V. Pag. ) - Ook bij subculturen is dit het geval: Bv. gothic; ook al ben je gothic, op een paar vlakken pas je toch nog in de samenleving, ongeacht de verschillende muzieksmaak, kledingstijl, make-up, … ⇔Tegencultuur (bv. hippies & punk) Te weinig cultuuroverdracht/gesocialiseerd om een subcultuur te zijn. Vlaams Belang maakt misbruik: “ Je kan nooit integreren als je de hele cultuur niet overneemt ” Jeugdbewegingen De verwachtingen van de ouders voor jeugdbewegingen zijn anders dan vroeger. - Huiswerk maken - Beter slapen op kamp - … ⤷ 2 redenen Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo I. Ouders hebben meer verwachtingen II. Ouders hebben moeite om hun kind los te laten => Waarom staat dit in de cursus? De verwachtingen van de socialisatie zijn fout/vertekend. Die verwachtingen zijn eigenlijk taken van de ouders & opvoeders. Jeugdbewegingen dienen om vrienden te maken, autonomie te kweken, leren in groep te leven, … Vranckx 1. Sociale media zorgt voor socialisatie Het heeft zijn nut want het komt niet van de leiders, maar van de gewone mens. MAAR… het wordt helaas ook gebruikt door extremisten en propaganda 2. De maatschappij is een sociaal weefsel dat zichzelf heel vaak herstelt in functie van zwakke mensen. Hoe zorg je ervoor? Je geeft normen & waarden. Als je gedoopt bent hoor je bij de groep, je wordt gesocialiseerd. 3 Effecten: I. Cognitieve dissonantietheorie (Je doet aan reductie: “Een doop is maar een doop als het zwaar is”) II. Verloren Kosteneffect (Je bent ermee begonnen, het zou verloren moeite zijn als je nu stopt) III. Bystander-effect (In een grote groep zal niemand stop zeggen) Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo 2.2 Primaire en secundaire socialisatie Charles Cooley Looking glass self ⤷ Zelfbeeld: ontstaat in 2 processen 1. Zelfbeeld heeft te maken met eigen ervaringen. Bv. Ik zeg dat ik geen Frans kan (zelfbeeld) want als ik een conversatie hou in het Frans flop ik. 2. Zelfbeeld heeft ook te maken met de reactie van anderen. (= Weegt het meeste door, ik gebruik anderen als spiegel, de omgeving bepaald.) Primaire groepen (gezin, vrienden,...) Secundaire groepen (Klas, collega's,...) ❖ Frequent & affectie - Directe ❖ Grotere afstandelijkheid contacten ❖ Essentie = taakgericht ❖ Beperkt ledenaantal ❖ Gezamenlijk doel ❖ Intense en informele interactie - ❖ Individu minder belangrijk dan sterk wij-gevoel het te realiseren doel ❖ Sfeer van veiligheid - openheid ❖ Heftiger in conflicten ❖ Kunnen uitdoven Hoe verloopt primaire socialisatie? - Baby: leren door imitatie, nabootsing van gedrag - Vorm van onbewust leren die ook bij dieren voorkomt - Socialisatie wordt geleidelijk bewuster en meer gestructureerd. Play-stadium (Vanaf 3 jaar) Game-stadium (Ong. 5 jaar) ❖ Eerste bewuste socialisatie ❖ Complexere sociale activiteiten, ❖ Speelt de rol van significant met inleving in rol van alle other (zie bv. Lisa met haar pop medespelers → Lisa leert haarzelf zien vanuit ❖ Leert zichzelf zien vanuit Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo standpunt van mama) standpunt van de groep als ❖ Vervult tegelijkertijd ook de geheel (generalized other) eigen rol door op denkbeeldige ❖ Spelregels van het spel = uitingen van deze persoon te normen v.d maatschappij reageren. ❖ Geïnternaliseerd ❖ Kind leert zichzelf zien vanuit ❖ Bv. Kampioenen, Samson & Gert, standpunt van de ander; vanuit Piet Piraat een extern standpunt ❖ Begin van ontwikkeling van zelfbewustzijn (‘the self’) ❖ Gebruik van woord ‘ik’ ❖ Primair, tenzij je verhuist. Door de cultuurdeeltjes aan te leren doe je aan secundaire socialisatie. Door de rol van de significant other aan te nemen leert het (het????) zichzelf zien vanuit het standpunt van de ander. → Begin ontwikkeling van zelfbewustzijn, begin onderscheid tussen ik en anderen. Pingu > Gemaakt voor 3 jarigen → Perfect voorbeeld van primaire socialisatie → Gaat over Pingu’s gezin, significant others → Je leert dus een aantal elementaire regeltjes (delen, respect hebben, …) → In Pingu herken ik mezelf, mama & papa zijn mijn ouders. => Een perfect voorbeeld voor play-stadium Robert Rosenthal - Pygmalion-effect Onderzoek naar hoeverre de verwachtingen van docenten invloed hebben op de prestaties van leerlingen. Ze namen zogezegd een IQ-test van de lln. en deelden die met de leerkrachten maar eigenlijk waren het willekeurige leerlingen. → De lln. waarvan gezegd werd dat ze een hoger IQ hadden, presteerden beter. (Docenten waren enthousiaster) Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo = SELF-FULFILLING PROPHECY Socialisatie (op een primair niveau) Deels klassegebonden (1) + geslachtsspecifiek (2) (1) > Bepaalde gebruiken/gewoonten worden in een bepaalde klasse geleerd. > Waarde ‘ambitie’ => Vind je sneller in de hogere klasse Waarde ‘trots’ => Ook hogere klasse Waarde ‘gehoorzaamheid’ => Lagere klasse > Zijn deze woorden typisch voor een bepaalde klasse of voor een soort werk? → Hangt af van het soort werk (wat weer klasse bepaald kan zijn.) → Waarde ‘sociaal zijn’ => hogere klasse → Hangt af van job. Ouders in hogere klassen werken meestal in socialere jobs. Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo (2) > Zachtere waarden = meisjes Ambitieuzere waarden = jongens > Genderrol = seksebepaald → Geslachtsroldifferentiatie Fragment: De Afspraak > Socialisatie Vandermassen: Seksen zijn niet gelijk. “ Mannen hebben meer ambitie ⤷ Bij de geboorte is er al een neurologisch verschil, opvoeding versterkt dat. Opvoeding is dus niet enkel de oorzaak. ≠ feminisme: bij de geboorte zijn we hetzelfde Is het verschil tussen vrouwen biologisch gedetermineerd of sociaal gestructureerd? ⤷ Nature of nurture? → Nature EN nurture Bv. Ouderschapsverlof, ouders mogen die zelf invullen. → Vrouwen hebben een zorgende kant. Dus kiezen ze er Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo zelf voor om meer verlof te nemen dan de man. Reactieve convergentie: Sociaal zijn vind ik belangrijk (Bv. Chiro, KSA, …). Mijn dochter heeft dat in zich, maar mijn zoon niet. Mijn dochter gaan naar de KSA en mijn zoon laat ik voetbal spelen. ( → Mannen en vrouwen zijn sowieso verschillend.) Positieve convergentie: Ik zit in de muzikale wereld, ik kan piano spelen. Mijn vrouw is ook muzikaal → Mijn kinderen zullen waarschijnlijk ook muzikaal zijn. Kinderen zien ouders oefenen = genen + opvoeding Actieve convergentie: Je gaat als kind zelf op zoek wat er actief aansluit op jouw nature. Cooley In de vroegere maatschappij ging werk & wonen hand in hand. Waar je werkt, was waar je woont. Er was geen secundaire socialisatie. Eind 19e eeuw, Industriële Revolutie, ontstaat er industrie. Er ontstaat een breuk tussen wonen & werken. Hoe men dagdagelijks socialiseert past niet meer op de werkvloer. Je moet beginnen secundair te socialiseren. Je bent voor of tegen een groep → secundaire socialisatie (Je verliest je persoonlijke identiteit, en schakelt over naar je sociale identiteit.) Voetbal: Ik leer van mijn groep/supporters verschillend van de oppositie. Sterk wij-zij denken. Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo ⤷ Is wel nodig ⤷ Is wel elke week, vraagt meer socialisatie en dus kan er rivaliteit ontstaan door de sterke gevoelens. Babah Tarawally (naam niet belangrijk) ❖ Hoe je je identiteit vormt, hangt af van kleine details. (Tickets naar NL waren goedkoper dan BE, dus socialiseert hij zich met Nederlanders nu.) ❖ Zelfs binnen de groep asielzoekers (die eigenlijk 1 groep zijn) leert hij een paar regels. (Bv. wc voor Afrikanen en voor Arabieren) ❖ Of je bent een goede asielzoeker (Suriname) of een slechte. (Dus imiteerde hij een Surinaams accent.) Als ik een Beerschot fan ben, ga ik me zo socialiseren. Wat biedt dat? - Verbondenheid. Je bent zo verbonden met je groep dat je jezelf verliest. → Depersonalisatie De verschillen binnen mijn groep zal ik verkleinen, en die met de tegenstrevende groep zal ik vergroten. - Een gevoel van zelfwaarde Super voor mijn zelfbeeld. In voetbal wordt die zelfwaarde elke dag een beetje uitgedaagd. Hoe kan ik die polarisatie minderen? Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo Het uiten van respect naar de tegenoverstaande groep. + Als je een gemeenschappelijk doel hebt wordt het wij-zij denken gereduceerd. Robber’s Cave (Sheriff) Organiseerde een jeugdkamp. De eerste avond kregen de leden een sjaal met een kleur. Rood & Blauw Na de eerste activiteit ontstond er al een vijandigheid. Die rivaliteit blijft bestaan. Kan je dat ook terug goedmaken? Sheriff creëerde waterschaarste, maar er was wel een tank die je kon legen en vullen met water. → Rood & blauw begonnen samen te werken (gemeenschappelijk doel) Kan secundair socialiseren bij kinderen? Cooley: Nee Vrouw fragment: Maakte minimal groups (groepen door klein verschil) → Kinderen hadden een voorkeur voor hun eigen groep. Kinderen kunnen dus ook secundair socialiseren. Wanneer werkt een beetje vijandigheid? Bij opdrachten die veel inspanning vragen. Kinderen zouden andere kleuren niet helpen met huiswerk omdat het te veel werk is. Bij makkelijkere taken wel. Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo 3. Sociale stratificatie Titanic > Sociale ongelijkheid speelde een rol ⤷ Hoe hoger de klasse, hoe meer kans om te overleven. Hogere klassen zaten hoger op het schip, waren dus bereikbaarder. Thomas More ⇔stratificatie ⤷ Er is genoeg voor iedereen/ er is geen stratum. In die utopische wereld leg je alles op een gezamenlijke markt en iedereen die nodig heeft neemt. Iedereen is gelijk. ( ≈ communisme) “Er is genoeg voor iedereen, maar niet voor iedereens ijdelheid.” ⤷ Leidt tot hebzucht ⤷ De oorzaak van lagen Utopia = Humanistisch boek van Thomas More Deel 1 = De ideale maatschappij (zonder strata) Deel 2 = Kritiek op de maatschappij Een egalitaire samenleving = Een samenleving waar iedereen gelijk is. Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo Sociale positie ⇔ Sociale status De plaats die je inneemt Een waardering voor een tegenover andere mensen. bepaalde sociale positie. Over de persoon die de Over de positie zelf. positie invult. (≠ sociaal aanzien) Bv. Ik ben een Bv. Leraar goede/slechte/saaie/leuke/ strikte/… leraar Bv. Ik heb positie dochter (want ik heb ouders) Ik heb positie leerling (want ik krijg les) … Al mijn posities tezamen = positieset Sociale status afhankelijk van: Statusinconsistentie: De posities en je status/ 1. beroepspositie waardering matchen niet. 2. inkomen Bv. Je hebt een master (S) maar 3. opleiding je werkt aan de kassa. (P) (Leidt tot jaloezie, eenzaamheid, revolutie en woede) * Tijdelijke posities (Bv. Patiënt, passagier, …) → Sekse (toegewezen) maakt het moeilijker om een positie aan te werven (verworven) → Sociale klasse (toegewezen) maakt het moeilijker om sommige posities/zaken te verwerven (verworven). Een positie heeft met een sociale rol te maken. Bv. Leerkracht → Lesgeven → Lln. beschermen → Toetsen maken →… ⤷ Kan leiden tot een rolconflict 1. Intern Een conflict binnen eenzelfde sociale positie. Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo Bv. Als leerkracht vind ik de gsm-hotels een stomme zaak maar het moet van de directeur. Ik ervaar een conflict als leraar. 2. Extern Iets wringt tussen twee posities. Bv. Je leerkracht is ook je buurman. Hoe gedraag je je? Als buur of als lln.? Organogram = Grafische weergave van posities en hun onderlinge samenhang. Statussymbolen = Uitingen van status (Chique auto, gedrag, …) Statusimitatie = Je streeft een status na door gedrag te imiteren Sociale ongelijkheid Sociaal gecreëerde verschillen tussen individuen. → Sociaal gestructureerd → Te maken met meer of mindere waardering Fragment leerplicht: > Sociale ongelijkheid kan verbeterd worden door de leerplicht te verlagen. > Vooral kinderen met een laag sociaal economische status en kinderen die een andere thuistaal spreken blijft afwezig van kleuteronderwijs. > De kleuterklas is cruciaal voor taalontwikkeling. > 2 weken zomervakantie ipv 9 = verbeterd sociale ongelijkheid = Ze vergeten de leerstof minder snel (vooral anderstaligen) Fragment Chat GPT: Je zou denken dat Chat GPT neutraal is, maar dat is niet zo. De oorzaak ligt bij de trainingsdata, die is opgemaakt door columns, tweets, e-zines, … Daarin staan vooroordelen. Het taalgebruik van Chat GPT is opgemaakt door een deel van je algoritme. Discriminatieratio ChatGPT = 14-19% Mensenwerk = 30-40% Sociale stratificatie heeft impact op het leven. Stratificatie (Strata = lagen in de aarde, stratum) Sociale stratificatie Sociaal gecreëerde verschillen van groepen van individuen die een ongeveer Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo gelijke sociale status bezitten. → Strata = lagen in de aarde Veroorzaking lagen: - Inkomen - Leeftijd (Agisme) - Geslacht - … België heeft een zwakker stratificatie. → Tamelijk sociale mobiliteit, je hebt kansen om van klasse te stijgen of dalen. (We zijn wel geneigd om te trouwen in je eigen sociale laag = homogamie ⤷ Hoe komt dat? Ik kom veel op plaatsen waar 1 laag/klasse samenkomt. Soort zoekt soort.) ⇔Kastensysteem India Wie vindt in Vlaanderen de weg naar de juist geestelijke gezondheidszorg? Hoogopgeleiden. 1. Ze hebben in het algemeen makkelijker toegang 2. Ze hebben een beter sociaal netwerk dat hen kan ondersteunen in moeilijke momenten. 3. Ze maken gemiddeld gezondere levenskeuzes. 4. (Financiële redenen) Externaliserende stoornissen = Stoornissen waarbij je je gedrag en emoties moeilijk onder controle kan houden. Fragment: “Rijken zien je niet staan” Rijke mensen zien anderen niet staan. Letterlijk. Hoe denken ze? Lagere sociale klasse → holistisch denken Situaties als geheel evalueren, en er zich een globale indruk van vormen. Hoger sociale klasse → analytisch denken Proberen elke situatie te ontleden in de bepalende elementen. Bepaalt de sociale klasse waar we naar kijken op straat, en dan meer specifiek hoe we naar andere mensen kijken? 1e Studie: Men vroeg 71 voetgangers de Google Glass bril uit te proberen op straat. Maar eigenlijk konden ze via de bril bestuderen waar mensen naar kijken. Ook werd er gevraagd in welke klasse ze zichzelf rekenden: de poor, de working class, de middle class, de upper-middle class of the upper class. Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo => Hoe hoger de sociale klasse, hoe minder lang men keek naar andere mensen. 2e Studie: 77 Proefpersonen droegen een oogbewegingsapparaat die onderzocht hoe mensen kijken naar foto’s van een straatbeeld. => Zelfde uitkomst Hoe wordt dit verklaard? Mensen uit lagere klassen zijn vaker afhankelijk van anderen, dus vertonen ze meer aandacht voor andere mensen. Fragment Dieter Vandenbrouck Wat willen kinderen later worden? Is dit nog hetzelfde zoals vroeger? En hoe groot is de invloed van je gezin op die keuze? - 1/5de v.d meisjes wilt leraar worden → Door imitatie, meer vrouwelijke leerkrachten dan mannelijke - Imitatie en gender zijn de meest doorslaggevende factor → Vrouwen willen in de zorg: dokter, verpleegster, schoonheidsspecialist, … → Jongens willen bouwen of fysiek werk doen - vroeger nu Mama, huisvrouw Echte jobs - Hogere klasse (of hoe rechtser) → Hoger opgeleid - Lage klassen: Hoge klassen: Fysiek werk Maken handen minder vuil (Bv. plannen, ingenieur, architect, …) - Meisjes uit hoger klassen verliezen een beetje hun zin voor zorg, meisjes uit lagere klassen willen echt nog in de praktische zorg gaan (verpleegster, verzorger, …) - Lage klassen zagen henzelf geen hoge statusjob doen, en omgekeerd. - Hogere status plannen hun toekomst meer - op 10-12 jaar beginnen kinderen een statusbeeld te krijgen - Zelfbegrenzing = Mensen discrimineren/beperken hunzelf. (Door hun omgeving) - Hoe kan dit beeld weggewerkt worden? Jobbeurzen volgen, meegaan op de werkvloer, vroeger info geven, beroepen herwaarderen, … Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo 2.2 Grondbeginselen van stratificatie 3 Grondbeginselen 1. Stratificatie zit in gedrag van mensen, maar ook in het denken. Mensen die hard werken vinden het normaal dat ze meer verdienen dan anderen. Het kapitalisme verdedigt die stelling. Gedrag: Koopgedrag, … Denken: Ik heb een overtuiging dat ik mijn rijkdom verdient heb 2. Gelaagdheid is een gevolg en oorzaak van verschil. Sociale stratificatie heeft invloed op heel wat zaken in de samenleving zoals gezondheid, schoolprestaties en levensverwachting. Je gelaagdheid stuurt je in een bepaalde richting zodat je in die klasse blijft.; Bv. Hogere klassen gaan naar aso, lagere gaan naar bso 3. Sociale stratificatie wordt doorgegeven van generatie op generatie. De meeste mensen blijven in dezelfde sociale laag waarin ze geboren zijn. Zoals ziekte erfelijk kan zijn, is ook stratificatie erfelijk. Sociale ongelijkheid en relatievorming: - Hooggeschoolden ontmoeten hun partners minder snel in open ruimtes (discotheken, buurt) maar in ‘gesloten’ en ‘voorbehouden’ ruimtes (onderwijsinstellingen, werkvloer) - Leden van verschillende sociale categorieën wonen niet in dezelfde wijken, en gaan dus niet naar dezelfde cafés, wat hun ontmoetingen moeilijk maakt. 2.3 Limitarisme: een rem op sociale stratificatie? Limitarisme = Proberen de onderste laag hoger te maken, en de bovenste laag naar onder. De bovenste laag pak je dingen af, en geef je die aan de onderste laag Wanneer ben je te rijk? Als je niets meer nodig hebt om een goed leven te lijden. → Bij een miljoen euro, maar een aantal mag je meer geven (max 10m) Bv. Mark cooke (?) → Draagt bij aan de economie Vermogen = Alles wat je hebt (niet enkel je geld) Oorzaak vermogen → Erfenis (Je zou kunnen erfenisbelasting vragen, successierechten) Sociologie - Semester I - 2024/25 - Aurélie Lannoo