Stuvia Samenvatting Recht & Ethiek PDF

Summary

This document is a summary of Dutch law, including the Dutch constitution, legal rights, and principles.

Full Transcript

Samenvatting Recht & Ethiek van het boek, de reader, alle kennisclips, hoorcolleges en cheatsheets geschreven door ErinPelders www.stuvia.com Gedownload door: tufeke | tufek...

Samenvatting Recht & Ethiek van het boek, de reader, alle kennisclips, hoorcolleges en cheatsheets geschreven door ErinPelders www.stuvia.com Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Recht & Ethiek Kennisclips, reader, cheatsheets en boek Kennisclips week 1 Grondwet = verzameling huisregels voor Nederland. De basiswet waaruit alle andere wetten in Nederland zijn opgebouwd en hoe we de politiek organiseren. - In 1818 bedacht door Willem I. - De koning is onschendbaar, Mark Rutte draagt verantwoordelijkheid voor het doen en laten van de koning. Bij elk recht dat een mens heeft, geldt dat je de wet niet mag overtreden. De grondwet regelt wat de verhouding is tussen overheid en burgers. Beide partijen hebben rechten, welke zijn opgeschreven in de 142 artikelen van de grondwet. - De artikelen staan niet op volgorde van belangrijkheid. - Let op: Regels uit Internationale verdragen gaan boven de grondwet. Aan het begin van de grondwet staan de grondrechten, deze gelden voor iedereen. - Artikel 1: de overheid moet haar onderdanen gelijk behandelen in gelijke gevallen. (Er mag niet gediscrimineerd worden).  Vrijheid om van elkaar te verschillen. Wat precies een gelijk geval is, is vaak lastig te bepalen. In de jaren ’50 waren homo-huwelijken en hetero-huwelijken geen gelijke gevallen. Tegenwoordig wel. - Artikel 6: Vrijheid van godsdienst: je mag geloven wat je wilt en je bent vrij om van godsdienst te veranderen. Ook ben je vrij om deze godsdienst te uiten (hoofddeksels, gebedsgebouwen). Er zijn wel wetten die deze vrijheid inperken, om bijvoorbeeld volksgezondheid te garanderen. - Artikel 7: Vrijheid van meningsuiting en drukpers: persvrijheid voor kranten om te schrijven wat ze willen. Censuur is in Nederland verboden. Vooral mag de overheid niet ingrijpen bij het publiceren van een bericht, achteraf wel. Zaken zoals aanzet tot haat, oplaaiing of laster zijn namelijk verboden. Het recht op privacy: artikel 10, 11, 12 & 13. - Artikel 10: ‘Eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer’. - Artikel 11: De onaantastbaarheid van het lichaam = grondrecht om zelf beschikking te hebben over je lichaam en beschermd te worden voor schendingen en inbreuk op je lichaam. Je mag zelf bepalen wat jij aandoet of met je lichaam doet, en bepalen wat er met jouw organen gebeurt na jouw overlijden. Let op: Er gelden uitzonderingen voor de politie, zij mogen jou in sommige gevallen wel aanraken. - Artikel 12: Het huisrecht: je bent nooit verplicht om iemand in jouw huis binnen ta laten. Als de politie een huiszoekingsbevel heeft mogen zij wel zonder toestemming naar binnen. Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen - Artikel 13: Brief, telefoon en telegraaf-geheim o Briefgeheim = niemand anders mag een brief lezen die aan jou geadresseerd is. Ditzelfde geldt voor mailtjes en appjes. o De overheid mag niet zomaar jouw mailtjes en telefoontjes afluisteren. Dit mag alleen als je wordt verdacht van een liquidatie in het criminele circuit of terroristische aanslagen.  De overheid wil nu een nieuwe wet aanschaffen (de sleepnetwet), waarmee zij van een heel dorp alle appjes kunnen bewaren (ook die van onschuldige personen). Kennisclips week 2 Intellectueel eigendomsrecht = alle rechten die regelen dat wat jij maakt als creatieve geest worden beschermd, zodat niemand zomaar jouw ideeën mag gebruiken. Dit recht is wijdverspreid in zowel de Nederlandse Nationale wet (Auteurswet), als in internationale wetten (Benelux Verdrag voor Intellectuele Eigendom BVIE). - Auteursrecht - Portretrecht - Merkenrecht Het auteursrecht = recht van de maker of een eventuele rechtverkrijgende van een werk van literatuur, wetenschap of kunst om te bepalen hoe, waar en wanneer het werk wordt openbaar gemaakt of verveelvoudigd. - De maker = vaak de auteursrechthebbende, dat houdt in dat jij mag beslissen wat er met jouw werk gebeurt. Als maker bezit jij de exploitatierechten en de persoonlijkheidsrechten. o Oorspronkelijke makers. o Meerdere makers en verzamelaar (projecten)  de leidinggevende van het project wordt in eerste instantie als de maker gezien, daarom belangrijk om goede afspraken te maken. o De opdrachtgever wordt gezien als maker. o Werkgever geeft opdracht voor een project en wordt daarom gezien als de maker. Persoonlijkheidsrechten = het recht op naamsvermelding Exploitatierechten = het recht om te beslissen of je je werk openbaar wilt maken of het wilt verveelvoudigen. - Als maker kun jij de exploitatierechten overdragen aan een ander met een licentieovereenkomst = een andere partij mag nu beslissen over het openbaar maken en het verveelvoudigen van jouw werk in de ruil voor geld voor of royalties. Je kunt ook gratis een licentieovereenkomst sluiten (Creative Commence Licentieschap). Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Het werk = ‘werk’ van letterkunde, wetenschap of kunst. In artikel 10 van de auteurswet worden deze abstracte begrippen verduidelijkt aan de hand van een lijst met daarin omschrijvingen van verschillende soorten werken. Hiernaast zijn er nog twee andere criteria om te bepalen of iets een werk is. Bescherming op basis van de Auteurswet alleen als het werk: - Een eigen, oorspronkelijk karakter (geen kopie oid.) - Het persoonlijke stempel ban de maker draagt (creativiteit van de maker) Belang van de auteurswet: - Een verbodswet die de maker beschermt tegen inbreuk. Het auteursrecht is niet oneindig en vervalt na: - 70 jaar na de dood van de maker - 70 jaar na de eerste openbaarmaking van een bedrijf Na deze periode valt het werk onder het publiek domein (literaire klassiekers, oude film- en geluidsopnames etc.) De afbeelding van deze werken mag je dan bijvoorbeeld gebruiken om op een shirt te drukken. Je kunt dit voorkomen door het auteursrecht te verlengen, maar ook dit is eindig. Dit heeft Disney bij Mickey Mouse gedaan. Portretrecht Artikel 19 – Beperking geportretteerde Je moet de naam van de maker van een portret bij openbaring vermelden, mits deze al bij het portret stond. Artikel 20 – Beperking fotograaf De fotograaf mag niet zomaar een portret publiceren zonder toestemming van de geportretteerde. Artikel 21 Als er een portret van jou is gemaakt zonder dat jij daar opdracht voor gaf, dan is openbaarmaking niet geoorloofd en mag je je tegen openbaring verzetten, mits de foto niet voor redelijk belang is. Redelijk belang? - Privacy schending = een dader of slachtoffer wil niet online worden afgebeeld. Agenten in functie moeten niet herkenbaar in beeld worden gebracht. - Financieel belang geportretteerde = verzilverbare populariteit = je moet als bekende Nederlander de mogelijkheid hebben zelf je portret te exploiteren. - Optreden tegen misbruik - Commercieel gewin ten koste van de geportretteerde Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Portret = zolang je iemand kan herkennen kun je iets een portret noemen. Een portret hoeft dus niet per se een foto van vooraf te zijn. Bij deepfakes is er ook sprake van een portret, en dus ook het portretrecht. Deepfakes = het gezicht van een (bekend)persoon wordt op een lichaam geplakt van een ander. Streisand effect = als je iets op internet hebt geplaatst en vervolgens probeert te verwijderen, kan je met de poging ook juist de aandacht vestigen op de foto, terwijl dit helemaal niet de bedoeling is. Kennisclips week 3 Merkenrecht - In Benelux-verdrag intellectuele eigendom BVIE, geharmoniseerd met de Europese regels. - Er bestaat geen nationaal Nederlands merkenrecht, alleen een merkenrecht voor de benelux of voor de hele Europese Unie.  Je kunt dus niet een merk hebben voor alleen Nederland. - Regels vastgelegd in de Europese merkenverordening Merken = dienen om de waren of diensten van een onderneming te onderscheiden. - Woordmerken: Renault, Unox, Heineken - Beeldmerken: Apple, Nike, Mickey Mouse - Combinatie: Coca Cola Merkinschrijving - Een merk is volgens de BVIE alleen beschermt als het is ingeschreven. Als je geen merkinschrijving hebt, heb je geen mogelijkheid bezwaar te maken tegen het gebruik van jouw merk door een ander. Dit icoon staat voor ‘registerd trademark’. Proces van inschrijving: Depot = aanvraag tot inschrijving bij het BBIE of bij het Europese merkenbureau Je schrijft je merk in voor één of enkele klassen van producten of diensten waarvoor je je merk claimt. Er kunnen op die manier meerdere merken naast elkaar bestaan. AJAX - Klasse 25: kleding Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen - Klasse 1: brandblusmiddelen - Klasse 3: reinigingsmiddelen Je merk kan worden afgekeurd als het te beschrijvend is: - Geen onderscheidend vermogen - Kenmerk van de waren (het woord Apple mag nooit een merkennaam zijn voor appels) - Indien het in minstens een van de potentiële betekenissen een kenmerk van de betrokken waren of diensten aanduidt. Een merk kan door intensief gebruik ook inburgeren, je kunt daarmee alsnog onderscheidend vermogen voor je merk krijgen en dat onderscheidend vermogen kan toenemen. Microsoft = microcomputers + software. Eigenlijk is deze naam dus te beschrijvend, maar door intensief gebruik is het erkend als naam. Verwoording tot soortnaam = verlies van onderscheidend vermogen. Hagelslag en waxinelicht waren vroeger merken, maar in de loop der tijd zijn het soortaanduidingen geworden. Woorden als cornflakes, spa, glassex dreigen nu soortaanduidingen te worden. Samenvatting Een merk wordt beschermd door het merkenrecht (Benelux recht en Europees recht). Het merkenrecht beschermt onderscheidingstekens voor waarden en diensten van een bepaalde onderneming. Daarbij is inschrijving vereist voor een bepaalde klasse en daarbij is onderscheidend vermogen vereist. Dat kan een woord van zichzelf hebben maar kan ook ontstaan en toenemen door reclame (inburgering). Door inburgering kan een woord alsnog worden ingeschreven als merk. Het onderscheidend vermogen kan ook afnemen en verdwijnen. (Verwording tot soortnaam). Het BVIE - Merkenrichtlijn - Europese Merkenverordeining die het merkrecht geeft voor heel Europa Merken zijn beschermd tegen verwarringsgevaar of gebruik van een ander van eenzelfde of soortgelijke waren. Bekende merken krijgen extra bescherming tegen afbreuk doen of ongerechtvaardigd voordeel trekken uit het onderscheidend vermogen of de reputatie van een merk. Benelux gerechtshof  als er bij totaal verschillende producten toch sprake kan zijn van merkinbreuk als een merk in zijn aantrekkingskracht en kooplust opwekkend vermogen wordt getroffen. (Jenever vs. Schoonmaakmiddel, wie wil er nou een borrel met een zeepsmaak?) Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Samenvatting Het merkenrecht bestaat uit het Benelux en Europees recht en beschermt ieder ingeschreven merk tegen gevaar voor verwarring dat kan ontstaan door het gebruik door een ander van dezelfde tekens voor dezelfde of soortgelijke waren. Bekende merken zijn daarnaast beschermd tegen afbreuk doen aan of voordeel trekken uit onderscheidend vermogen of reputatie van een merk. Daarbij spelen kwade opzet (de bedoeling om te paraciteren) en negatieve associaties een belangrijke rol. Boek: Recht in de creatieve industrie Hoofdstuk 1: Inleiding in het recht Waarom is er recht? - Recht zorgt voor vrede, veiligheid en gelijkheid in onze samenleving - Recht weerspiegelt onze normen, waarden en idealen - Conflicten voorkomen en oplossen Functies van het recht: 1. Normatieve functie  normen die aangeven wat wenselijk en onwenselijk gedrag is 2. Instrumentele functie  Instrument van de wetgever om ervoor te zorgen dat mensen regels naleven. Als je dat niet doet, volgt er een boete. 3. Aanvullende functie  Je kunt teruggrijpen op de wet ten alle tijden 4. Geschil oplossende functie  als twee partijen het conflict niet zelf kunnen oplossen, zal een onafhankelijke derde partij (rechter) een besluit nemen. Rechtsbronnen: De wet De wet = geschreven rechtsregel. Nationale wetten worden gemaakt door de formele wetgever (regering (koning en ministers) en de Staten-Generaal (Eerste- en Tweede Kamer)). - Wetten in formele zin = opgesteld door de formele wetgever (regering + Staten-Generaal (Eerste en Tweede kamer). Ze bevatten uitvoeringsregels, waar iedereen zich aan moet houden. Ze moeten ondertekend worden door de minister en de koning. Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen - Wetten in materiële zin = Gemaakt door de lagere overheid (gemeentelijke verordening). Bevatten Algemeen verbindende voorschriften (avv) = regels die voor iedereen gelden.  Deze wetten hoeven elkaar niet uit te sluiten: Artikel 1 – Verbod op discriminatie is zowel een wet in formele zin als een wet in materiële zin. Jurisprudentie - Recht dat voortkomt uit rechtspraak - Jurisprudentie ontstaat als de rechter zelfstandig een nieuwe regel formuleert om een leegte in de wet op te vullen. Jurisprudentie heeft dezelfde geldigheid als het recht uit de wet. Het verdrag = afspraak gesloten door staten of volkenrechtelijke organisaties Door globalisering neemt het aantal verdragen toe. Verdragen kunnen op 2 manieren in het nationale recht van een land doorwerken o Transformatiesysteem  Regels uit een verdrag zijn pas geldig, nadat het land deze heeft omgezet en in zijn eigen wetten heeft opgenomen. o Incorporatiesysteem  De regels uit het verdrag zijn direct van toepassing. (Nederland) Verdragen: - Bilateraal = verdrag tussen 2 - Multilateriaal = verdrag landen tussen meer dan 2 landen. Het gewoonterecht/ongeschreven recht - Regels die niet in de wet zijn vastgelegd, maar die rechters wel kunnen meenemen in hun beslissing Het Nederlands Nationale recht bestaat uit het privaatrecht en het publiekrecht: Privaatrecht = geeft regels en wetten die gelden voor en tussen burgers onderling, tussen burgers en bedrijven en tussen bedrijven onderling (verbintenisrecht en intellectueel-eigendomsrecht). Publiekrecht = wetten en regels die van toepassing zijn tussen burgers en overheidsorganen, en overheidsorganen onderling - Staatsrecht = regels over de organisatie van de Nederlandse staat. - Strafrecht = bepaalt welke feiten strafbaar zijn en wat de straf is. - Het bestuursrecht = regels waar de overheid zich aan mloet houden bij het maken van beslissingen. Triaspolitica  scheiding der machten in: - Wetgevende macht = Parlement maakt de wetten - Uitvoerende macht = Regering (ministers) - Rechterlijke macht = Rechter + officier van justitie (Openbaar ministerie) - Journalistiek = controleert de wetgever, de politiek en de rechters in Nederland. Rechter  Dient bij zijn uitspraak rekening te houden met de wet, belangen van de partijen en oudere uitspraken. In de creatieve industrie worden de meeste zaken beoordeeld door een privaatrechter. Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Privaatrechter = Oordeelt over geschillen ontstaan tussen burgers onderling, burgers en bedrijven of bedrijven onderling Verloop van rechtzaak: In de rechtbank start de eiser de rechtzaak, door de wederpartij voor te dragen aan de rechter.  Vonnis door rechter in eerste aanleg. Oneens met het vonnis?  In hoger beroep gaan bij het gerechtshof, zij herzien de zaak en spreken een nieuw vonnis (arrest) uit. Nog steeds (gedeeltelijk) niet eens met het arrest?  In cassatie gaan bij de Hoge Raad (hoogste rechter van Nederland), herziet de zaak en kiest voor vernietigen (en doorverwijzen naar ander hof) of in stand houden  Uitzondering per principale recht = De Hoge Raad doet zonder de zaak door te verwijzen zelf een einduitspraak. Omdat het rechtsproces lang kan duren, kun je voor snelle behandelingen voor het creatieve proces terecht bij de voorzieningenrechter, deze behandelt spoedeisende zaken in kort geding. Voordeel: zaak wordt sneller behandelt dan 1,5/2 jaar Nadeel: de rechter heeft weinig tijd bij zijn voorbereiding, en daarom is er een minder diepgaande behandeling van het geschil. Grondrechten = de meest fundamentele rechten die een mens heeft (mensenrechten). - Beperken de staatsmacht en waarborgen de autonomie van de burger tegenover de overheid. - Verticale relatie = burger doet tegenover de overheid beroep op haar grondrechten. - Horizontale relatie = tussen burgers onderling Grondrechten zijn opgenomen in de Grondwet en internationale verdragen (EVRM/UVRM) De Nederlandse grondwet bestaat uit: - Klassieke grondrechten o Bescherming van de burger (tegen de overheid)  De burger is vrij om zonder overheidsbemoeienis te bewegen. o Artikel 1 t/m 18 o Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). o Overheid heeft resultaatsverplichting. - Sociale grondrechten (Bijvoorbeeld het aanbieden van een corona- vaccinatie) o Geven de overheid de opdracht voorzieningen te treffen voor het maatschappelijk functioneren van de burger (gaat dus juist wel om bemoeienis van de overheid). o Artikel 19 t/m 23 o Overheid heeft inspanningsplicht (want je kan beroep doen op je sociale grondrechten als de overheid niet genoeg inspanning levert). In de grondwet staan ook regels mbt. De staatsinrichting: Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen - Hoe wordt het parlement gekozen/minister benoemd/rechter benoemd? - Hoe worden wetten gemaakt? - Wie bestuurt de provincie en gemeente? Bij botsing van deze grondrechten Er bestaat GEEN rangorde in grondrechten! Collisie/botsing Een rechter bepaalt welk grondrecht geschonden is en welk grondrecht in dat geval zwaarder weegt. Hij weegt daarbij de belangen af. (Het kan dus voorkomen dat de rechter een schending van grondrechten toestaat, als er een groot belang tegenover staat: vrijheid op meningsuiting vs. Verbod op discriminatie). Internationaal recht - Door globalisering groeit de behoefte aan internationale rechtsregels - Internationaal recht = alle rechtsregels die niet van nationaal recht zijn. Ofwel: Volkenrecht, geeft regels voor landen, burgers en ondernemingen van over de hele wereld. o Geschreven regels, vastgelegd in verdragen tussen landen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties als VN-verdragen. o Ongeschreven gewoonterecht - Humanitaire interventie = als mensenrechten in een land massaal worden geschonden. Een staat grijpt dan gewapend in bij die staat, zonder dat daar toestemming voor is gegeven. Europees recht Op europees niveau gelden regels van het Europees recht. Deze bestaat uit: - Interne verdragen = vormen het fundament van de Europese samenwerking tussen aan sloten lidstaten - Regels = verordeningen, richtlijnen en besluiten. Supranationale werking = In Nederland hebben Europese rechtsregels een supranationale werking  het Europees recht gaat VOOR de Nationale wet. Directe werking = Bepaalde Europese regels hebben een directe werking. Dat betekent: een regel werkt rechtstreeks door in het nationale recht en mag niet worden omgezet in nationale wetgeving. Intellectueel-eigendomsrecht  de creatieve industrie vermarkt creatieve werken. Deze werken worden door Nationale- en Internationale rechtsregels beschermd tegen ongeoorloofd gebruik. Deze regels vormen het intellectueel- eigendomsrecht. Hieronder vallen: - Auteursrecht = het recht van een maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst. - Portretrecht = het recht op een afbeelding van een persoon. - Merkenrecht = het recht op een teken dat dient waren of diensten van een onderneming te onderscheiden van andere ondernemingen. - Handelsnaamrecht = het recht op een naam waaronder de onderneming wordt gedreven. - Octrooirecht = recht op nieuwe technische uitvinding - Modellenrecht = het recht op het nieuwe uiterlijk van een bepaald voortbrengsel met een eigen karakter. Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen - Het naburig recht = het recht op de inspanningen en prestaties van uitvoerend kunstenaars, muziekanten, filmmakers en omroeporganisaties. Internationale regelgeving om creatieve werken te beschermen: (Hoef je niet te leren!) - Unieverdrag van Parijs  bescherming merkenrecht, handelsnaamrecht, modellenrecht en octrooirecht. Voorrangsrecht = wie voor het eerst een merk registreert, krijgt recht van voorrang om in andere landen als eerste als datzelfde merk in te schrijven. - Berner Conventie  168 aangesloten landen, die elkaars auteursrecht accepteren. Assimiliatiebeginsel = de landen dienen aan een buitenlandse eigenaar van auteursrecht dezelfde bescherming te bieden als aan hun eigen burgers. - TRIPS-verdrag  gaat over de handelsaspecten van het intellectuele eigendom. Is belangrijk voor de handhaving van IE-rechten. H2: Auteursrecht Het auteursrecht (alleen voor mensen!) geeft de maker van een creatief werk alleenrecht om zijn werk te exploiteren. Het beschermt werken van letterkunde, wetenschap of kunst tegen misbruik, plagiaat en piraterij van creatieve werken. Tenzij er sprake is van een wettelijke uitzondering (behoudens beperkingen bij wet gesteld), mogen anderen het werk niet openbaar maken, verveelvoudigen of bewerken.  Opgenomen in de Auteurswet (Aw, 1912). Het gaat om: - Recht op openbaarmaking  De maker mag beslissem over de publicatie van zijn werk. Als het werk eenmaal openbaar is gemaakt, mogen anderen het werk verder verspreiden (verspreiding/uitputtingsleer). - Recht op verveelvoudiging  De maker mag beslissen over kopieën of bewerkingen die gemaakt worden van zijn werk. Er is sprake van een nabootsing als er beschermde auteursrechtelijke elementen uit het oorspronkelijke werk overgenomen zijn in een ander werk. Het recht geldt ook bij een gedeeltelijke kopie in gewijzigde vorm (bewerking) - Persoonlijkheidsrechten  Blijven altijd bij de maker, onderstrepen de persoonlijke band van de maker met zijn werk. 1. Recht op naamsvermelding 2. Er mag geen andere naam op het werk worden gezet 3. De maker kan zich verzetten tegen wijzingen die worden aangebracht in zijn werk 4. De maker kan verminking of aantasting van zijn werk verbieden Het auteursrecht ontstaat ‘van rechtswege’ (vanzelf): je hoeft je niet in te schrijven, het te claimen oid. Het is echter wel slim om te doen om juridische conflicten te voorkomen. Je kunt je auteursrecht daarom nog zelf registreren. Registreren zorgt voor: - Bewijzen van tijdstip (jij was eerst). - Vastleggen van makerschap (jij hebt het gemaakt). Alleen concrete expressies kunnen auteursrecht hebben  De creatie moet zintuigelijk waarneembaar zijn (geweest). Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Duur  het auteursrecht is gelding tot 70 jaat na de dood van de maker. Na het overlijden gaan de exploitatierechten en andere royalty’s (vergoedingen vanuit auteursrecht) vaak naar de nabestaanden. Na 70 jaar komen werken in het publieke domein. Werken mogen dan vrij worden gebruikt en bewerkt zonder dat dit auteursrechtelijke problemen oplevert. Hoe bepaal je of jouw werk beschermd is door de Auteurswet? 1. Lijst uit artikel 10 Aw met opsomming van werken van letterkunde, wetenschap en kunst 2. De WERKTOETS o EOKPS = Eigen, Oorspronkelijk Karakter met Persoonlijke Stempel van de maker. Eigen oorspronkelijk karakter  De vorm mag niet ontleend zijn aan een ander werk. Is het werk gekopieerd of niet? (Let op: ideeën, feiten, technieken en stijl zijn vrij van auteursrecht!) Persoonlijk stempel maker  Vorm moet het resultaat zijn van scheppende menselijke arbeid en creatieve keuzes. Heeft de maker een eigen creatief proces doorlopen tijdens het ontwikkelen? Soorten makers van werken - De oorspronkelijke maker (degene die het werk heeft gemaakt) - Creatieve brein als maker (de leidinggevende onder wiens leiding en toezicht het werk is gemaakt: hij maakt de creatieve keuzes. Denk aan een mode-ontwerper) - Werkgever (je maakt je werk in tijd van je baas en behoort het tot je normale taken, dan is je werkgever de wettelijke maker). Wettelijke makers = personen die het werk niet hebben gemaakt, maar wel eigenaar zijn van het auteursrecht (leidinggevende, werkgever, vennootschap). Er is sprake van inbreuk op het auteursrecht als een ander zonder toestemming van de maker het werk openbaar maakt, verveelvoudigt of bewerkt, tenzij er sprake is van een wettelijke uitzondering. Wettelijke uitzonderingen (er mag zonder toestemming van de maker gebruik worden gemaakt van diens werk) - Overneming uit de pers door de pers/pers-inpersexceptie = overnemingen van nieuwsberichten, gemengde artikelen of over actuele onderwerp in het ene persmedium naar het andere persmedium. - Citeren, aanhalen en quoten is toegestaan zonder toestemming van de maker, als het voldoet aan de volgende eisen: o Citaat moet uit rechtmatig openbaar materiaal komen o Citaat moet functioneel zijn o Bij een citaat moet een brom vermeld worden o Proportioneel  de omvang van het citaat moet het te bereiken doel rechtvaardigen (als de regels van het maatschappelijk verkeer redelijkerwijs geoorloofd is) - Onderwijsexceptie = als materiaal gebruikt wordt ter toelichting van het onderwijs, mag dat zonder toestemming - De prive-kopie/thuiskopie exceptie = je mag vereenvoudigingen maken voor eigen oefening, studie of gebruik. o Traditionele privékopie = overschrijven, naschilderen, vertalen etc. Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen o Moderne privékopie = op elektronische drager  met billijke vergoeding/thuiskopieheffing = belasting die wordt geheven over elektronische dragers. Met het downloadverbod in Nederland daalde de thuiskopieheffing. - Parodie-exceptie = het is toegestaan een karikatuur of parodie te maken van bestaand werk. De rechter bepaalt of een werk een humoristisch doel heeft, of ze geen schade toebrengt aan het oorspronkelijke werk en of de doelgroep van de parodie anders is dan die van het oorspronkelijke werk. Het auteursrecht is een vermogensrecht  auteursrechten zijn geheel of gedeeltelijk overdraagbaar en kunnen van eigenaar wisselen. Dit moet geheel of gedeeltelijk schriftelijk gebeuren. Met een licentie kunnen specifieke bevoegdheden over het werk aan de licentienemer worden verstrekt (als de maker zijn auteursrecht niet uit handen wil geven maar wel exploitatie uit handen wil geven). - Exclusieve licentie = de maker mag de bevoegdheden niet nog een keer aan een andere partij verlenen - Niet-exclusieve licentie = ook anderen dan de licentienemer mogen dezelfde rechten uitoefenen/ Auteurscontractenrecht = aan de auteurswet zijn de volgende bepalingen toegevoegd om de contractuele positie van de makers ten opzichte van de exploitant te verbeteren. - Voor overdracht en exclusieve licenties is een akte vereist. - De maker heeft recht op een billijke vergoeding in ruil voor het verlenen van de exploitatiebevoegdheid. - Bestsellers bepaling = De maker heeft recht op een aanvullende vergoeding indien het werk een commercieel succes wordt. - De maker kan de exploitatieovereenkomst ontbinden als de exploitant zich niet voldoende inspant - De maker heeft het recht de exploitatieovereenkomst te vernietigen Hoofdstuk 3: portretrecht Portretrecht = beschermt de rechten van geportretteerde personen (op foto’s, videobeelden, karikaturen zit dus naast het auteursrecht ook het portretrecht van de persoon die is afgebeeld). - Duurt zolang de geportretteerde leeft, na overlijden krijgen de nabestaanden het voor 10 jaar. - Niet overdraagbaar, alleen voor nabestaanden - Zolang er identificerende factoren aanwezig zijn, is er sprake van portretrecht (ook mal zie je de persoon niet letterlijk in beeld). Portret = een 2D of 3D vastlegging van een persoon. We onderscheiden een portret in opdracht, en een portret niet in opdracht: - Portret in opdracht  De geportretteerde heeft portretrecht en de maker auteursrecht. Komt voort uit eigen initiatief van de geportretteerde. De fotograaf moet toestemming vragen aan de geportretteerde als hij het portret wil publiceren. (Als je toestemming geeft aan een fotograaf voor een foto van jou op een festival, is het geen portret in opdracht.) Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen - Portret niet in opdracht  Personen die op initiatief van de maker (een fotograaf) worden geportretteerd. De fotograaf heeft sterk auteursrecht en mag de foto openbaar maken wanneer hij dat wil. De geportretteerde kunnen zich alleen verzetten tegen publicatie als zij een redelijk belang bij een verbod/schadevergoeding/retificatie hebben. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als de privacy van de afgebeelde persoon in het geding is. Bekende personen zijn door hun beroep bekend geworden en hebben commercieel recht op hun portret en kunnen financiële vergoedingen krijgen als deze zonder toestemming worden gebruikt. - Verzilverbare populariteit = Het profiteren van prestaties uit het portret komt alleen degene toe die de prestaties heeft verricht. Hoofdstuk 4: Merkenrecht Merkenrecht = Beschermt het merk/de merkhouder voor het geval een ander – de concurrent – gebruikmaakt van hetzelfde merk of een merkteken dat er veel op lijkt. Woorden, beelden, cijfers, cijfer-lettercombinaties en kleuren kunnen een merk zijn. Het merkenrecht geeft de merkhouder het alleenrecht om zijn merk te gebruiken - Deponeren  je moet een merk betaald laten registreren in het merkenregister bij bijvoorbeeld het Benelux merkenregister. - Territoriaal karakter  merkinschrijvingen zijn slechts geldig in het gebied waar zij zijn ingeschreven. Gevolg is dat in verschillende gebieden identieke merken gevoerd kunnen worden, zonder dat er sprake is van merkinbreuk - Merkinschrijving is 10 jaar geldig en kan met 10 jaar verlengd worden. - Merk moet voldoen aan de eisen van het Benelux Verdrag voor de Intellectuele Eigendom (BVIE). Inschrijven van een merk Een merkhouder kan zijn merk inschrijven voor enkele van de 45 merkregistratiecategorieën. De merkhouder heeft dan het alleenrecht het merkteken te gebruiken voor de klasse waarin hij zijn merk inschrijft. Heineken bier, alcoholvrije dranken, siropen, wijnen, spiritualiën en likeuren Oppositieprocedure = na inschrijven van een merk kunnen andere merkhouders een oppositieprocedure starten om zich te verzetten tegen de inschrijving van jongere, botsende merken. Je kunt je inschrijven in een bepaald land (Nederland is samengevoegd met België en Luxemburg). Of in de gehele Europese Unie bij het Europees Merkenbureau  Europese merken verordening maakt het mogelijk om met één inschrijving bescherming te krijgen in heel de EU. Eisen voor het merkenrecht: 1. Het is een teken  Moet als signaal opgemerkt kunnen worden door de consument en moet onderscheidende elementen bevatten. Een teken mag dan ook niet te eenvoudig zijn (een simpele cirkel wordt niet goedgekeurd). 2. Dat grafisch weer te geven is  Het moet registreerbaar zijn d.m.v. figuren, lijnen of lettertekens. Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 3. En het heeft onderscheidend vermogen  Het merk leent zich ertoe om de waren of diensten waarvoor het merk is ingeschreven te identificeren als afkomstig van een bepaalde onderneming en te onderscheiden van andere ondernemingen. Heeft te maken met: soort product, perceptie van het relevante publiek en bekendheid van het merk Klank  Moet duidelijk en nauwkeurig worden omschreven om merkrecht te kunnen verkrijgen. Geur  Registreren van een geur als merk is lastig, want je kunt het niet precies en duidelijk omschrijven. Kleur  Het is mogelijk merkrecht te krijgen op een kleur (T- Mobile roze). Kleuren laten zich niet makkelijk claimen en in de meeste gevallen zal een kleurmerk moeten inburgeren voor het als onderscheidingsteken dient. Beschrijvende merken  merknamen die te beschrijvend zijn hebben onvoldoende onderscheidend vermogen en kunnen niet als merk ingeschreven worden omdat er geen monopolie mag ontstaan op het gebruik van een beschrijvend woord. (Bikes voor fietsen, BioYogu voor biologische yoghurt). Inburgering van een merk gebeurt als een merk weinig of geen onderscheidend vermogen heeft, maar door jarenlang intensief gebruik van het merk en groei van het marktaandeel toch onderscheidend vermogen verwerft, doordat het publiek het merk is gaan herkennen als afkomstig van een bepaalde organisatie (have a break, KitKat)  Merken die eerst onderscheidend vermogen missen, kunnen dan toch genoeg raken voor een merkrecht (Bij Benelux moet het wel in alle drie de landen ingeburgerd zijn) Verwateren = het onderscheidend vermogen van een merk neemt af. Het merkrecht kan dan vervallen. - Het publiek gebruikt een merkteken in beschrijvende zin (googelen, photoshoppen) - Het publiek gebruikt het merkteken als soortnaam (luxaflex voor jaloezieën, aspirine voor paracetemol). Ontoelaatbare merken: - Merken die in strijd zijn met de openbare orde - Merken die de consument misleiden - Merken die bestaan uit tekens die in het normale taalgebruik gebruikelijk zijn geworden - Merken met vlaggen, staatsemblemen en wapens van landen - Voor wijnen/dranken met een verkeerde geografische aanduiding. Merkrecht op een vorm Op een vorm kan alleen een merkrecht worden verkregen als hij significant afwijkt van de normale vorm (Coca-Cola flesje, Wokkels, Toblerone). - Een vorm die de standaard vorm/aard van het waar weergeeft, bijvoorbeeld een platte, rechthoekige vorm Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen van een chocoladereep, kan geen merk zijn. Dit komt omdat het niet zo kan zijn dat maar één producent chocoladerepen met een platte, rechthoekige vorm mag verkopen. Vormen die te technisch zijn vallen onder het octrooirecht en kunnen geen merk zijn: - Staand-zakje Capri Sun - Trapeziumvorm KitKat voor eenvoudig breken. Handhaven Er is sprake van merkinbreuk als: - Anderen het merk zonder toestemming van de merkhouder gebruiken. - Anderen een teken gebruiken die erg op het merk met merkrecht lijkt. Voorkomen dat: o Mensen meeliften op het succes van een merk o Mensen afbreuk doen aan de reputatie van een merk We onderscheiden 4 inbreukcriteria - Sub a: bescherming tegen klassieke inbreuk = degene die het merkrecht heeft, mag de ander verbieden hetzelfde merk te gebruiken. - Sub b: bescherming van een merk tegen look alikes en verwarringsgevaar (Puma/Sabel) o Soortgelijkheid van producten  komen de producten uit dezelfde branche, worden ze op dezelfde markt verhandeld en zijn ze beschikbaar in dezelfde winkels? Dove-chocolade en Dove-zeep mag bijvoorbeeld wel, want het zijn verschillende soorten producten. o Overeenstemmend teken  merken lijken visueel (zien er hetzelfde uit), auditief (klinken hetzelfde) en begripsmatig (de merken betekenen hetzelfde) op elkaar. o Verwarring  de merkhouder moet bewijzen dat er bij de consument verwarring kan ontstaan en er sprake is van verwarringsgevaar. - Sub c: bekende merken worden beschermd tegen meeliften en imagoafbreuk. - Sub d: als een merkteken voor iets anders wordt gebruikt dan onderscheiding van waren/diensten  het beschermde merkteken wordt overgenomen, maar niet ingezet als merk (bijvoorbeeld nespresso.nl als domeinnaam of uiting van satire of kritiek). Hoofdstuk 5: andere bescherming Handelsnaamrecht = de handelsnaam van een onderneming wordt juridisch beschermd. Wanneer de naam geen merkfunctie (onderscheiden) heeft, dan kan de naam beschermd woren door het Handelsnaamrecht. - Ondernemingen kunnen zich van elkaar onderscheiden - Zorgt voor identificatie van de onderneming - Handelsnamen worden beschermd door de handelsnaamwet (Hnw) - De handelsnaambescherming duurt voort zolang de onderneming de handelsnaam voert (en langer). Zolang het gebruik van de handelsnaam de oude handelsnaamhouder schade kan toebrengen, geldt er handelsnaambescherming. Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Een handelsnaam ontstaat als er wordt voldaan aan de volgende eisen: 1. Er is een naam  weinig eisen, maar hoe beschrijvender de handelsnaam, hoe beperkter de handelsnaambescherming. 2. Er is een onderneming  een onderneming die in concurrentie met anderen op commerciële wijze aan het economische verkeer deelneemt (ook stichtigen en verenigingen, particulier niet) 3. De onderneming wordt onder de naam gedreven  handelsnaambescherming ontstaat op het moment dat je de naam daadwerkelijk doorvoert in het handelsverkeer. Inbreuk  als een onderneming een handelsnaam voert die hetzelfde is of verwarrend veel lijkt op een andere handelsnaam (mits deze binnen dezelfde branche actief zijn en in dezelfde regio opereren). De oudere handelsnaam gaat daarbij voor de jongere handelsnaam.  Voor bekende internetondernemingen wordt de regio als geheel Nederland gezien. Domeinnamen = naam waaronder een website op internet gevonden wordt (Hier bestaat geen wetgeving voor). - Wie het eerst komt, het eerst maalt - Domeinnaamkaping = als iemand inbreuk maakt op een ouder merkrecht of handelsnaamrecht Octrooirecht = patent, een exclusief recht op een uitvinding of op een technisch product of – proces (dus niet op een idee!) net een octrooi kun je een ander verbieden de uitvinding na te maken, te verkopen of in te voeren en duurt maximaal 20 jaar. De Rijksoctrooiwet eist dat de uitvinding moet voldoen aan 3 eisen: - De uitvinding moet nieuw zijn = voor de aanvraag is de uitvinding nergens ter wereld openbaar gemaakt. - De uitvinding moet inventief zijn = het moet een vindingrijke oplossing zijn en mag niet voor de hand liggen. - De uitvinding moet toepasbaar zijn = het moet echt gemaakt kunnen worden. Voor ieder land heb je een afzonderlijk octrooi nodig, maar je kunt ook een Europese octrooiaanvraag doen of een internationale octrooiaanvraag. Modellenrecht = beschermt het uiterlijk van voortbrengselen, gevat in tekeningen en modellen. Het uiterlijk omvat de kenmerken van met name de lijnen, omtrek, kleuren, vorm, textuur of de materialen van het voortbrengsel of de versiering ervan. - Vaak gebruikt voor bescherming van grafische vormgeving en productvormgeving waarop geen vormmerk verkregen kan worden. - Je dient een modellenrecht net als een merkrecht in te schrijven bij het BBIE. - Het BVIE eist dat het model nieuw moet zijn en een eigen karakter moet hebben. Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen - Een model dat technisch, functioneel of door stijl en trends wordt bepaald is niet beschermd. - Duurt vijf jaar en kan tot 25 jaar verlengd worden. Als een creatief product niet beschermd kan worden door de intellectuele eigendomswet, kan de maker een beroep doen op de slaafse nabootsing: deze bepaalt dat er sprake is van een onrechtmatigheid als iemand nodeloos en verwarring wekkend een product nabootst, terwijl hij dit evengoed op een andere manier had kunnen maken  onrechtmatig slaafs nabootsen  onrechtmatige daad. Hoofdstuk 6: Privacy recht Privacy recht = stelt regels aan de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en aan de bescherming van persoonsgegevens. Het gaat over het recht om met rust gelaten te worden en over het recht om zelf te bepalen wat je over jezelf wil publiceren. Het wordt in verschillende nationale en internationale wetten en verdragen geregeld. Data-driven = er is veel informatie over ons beschikbaar, die wordt ingezet voor gepersonaliseerde advertenties die inspelen op de specifieke behoeftes. Grondwet - artikel 10 Gaat over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (lichaam, geest, huis en briefgeheim). Een inbreuk op iemands privacy kan een onrechtmatige daad opleveren, bijvoorbeeld het aantasten van iemands naam. We kennen ook andere wetten die betrekking hebben op privacy: - Onrechtmatigheidsrecht - Portretrecht  voor een portret in opdracht moet er toestemming zijn voor het publiceren. - Strafrecht  strafbaar om personen af te luisteren of te spioneren - Telecommunicatiewet  beschermt privacy binnen telecommunicatiesector (bijvoorbeeld verbod op spam). - Wet bescherming persoonsgegevens  strenge regels als het gaat om het verwerken van persoonsgegevens Sinds 2016 geldt de Wet meldplicht datalekken die organisaties verplicht een datalek te melden bij de Autoriteit persoonsgegevens. De wet bescherming persoonsgegevens stelt eisen aan de verwerking van persoonsgegevens en de Autoriteit Persoonsgegevens ziet toe op naleving van deze wet. - Persoonsgegevens = alle gegevens die betrekking hebben op en herleidbaar zijn naar een persoon. Op grond van het Wet bescherming persoonsgegevens mag verzamelde data alleen op zorgvuldige wijze verwerkt worden en alleen voor bepaalde, vooraf uitdrukkelijk omschreven gerechtvaardigde doeleinden worden verzameld. Bovendien dient een persoon van wie de data is op de hoogte te zijn van de organisatie en het doel van de dataverwerking en dienen de gegevens op een passende manier beveiligd te worden. Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Wet bescherming persoonsgegevens geldt niet: - Als persoonsgegevens gebruikt worden voor uitsluitend huishoudelijke data - Bij de verwerking van persoonsgegevens door inlichtingen- en veiligheidsdiensten in de uitoefening van een politietaak. De Privacyverordening komt in plaats van de privacy richtlijn en zorgt ervoor dat er meer toestemming moet worden gevraagd bij het verwerken van persoonsgegevens. Op internationaal niveau wordt de privacy beschermd door het EVRM, UVRM en het IVBPR. Organisaties die persoonsgegevens verwerken krijgen meer verplichtingen: - Documentatieplicht  ze moeten kunnen aantonen dat zij de juiste maatregelen nemen om aan de privacyverordening te voldoen. Ook heeft iedere EU-burger het recht om vergeten te worden = ieder burger heeft het recht om onjuiste of verouderde privacygevoelige informatie te laten verwijderen (ook voor zoekresultaten in zoekmachines). Hoofdstuk 7.11: de onrechtmatige daad Verbintenis uit de wet  wanneer iemand een onrechtmatige daad pleegt en er als gevolg daarvan schade bij de ander ontstaat, dan is die persoon verplicht de schade van een ander te vergoeden. Er zijn vijf eisen voordat we spreken van een onrechtmatige daad: 1. De daad is onrechtmatig: o Er wordt inbreuk gemaakt op een recht o Doen of nalaten in strijd met de wet o Doen of nalaten in strijd met het ongeschreven recht of het maatschappelijk betamelijke. Vaak valt een daad in meerdere categorieën: iemand die een ander slaat maakt inbreuk op een recht, maar handelt ook in strijd met de wet en met het maatschappelijk betamelijke. 2. De daad kan aan de dader worden toegerekend Er is sprake van toerekenbaarheid als de dader schuld heeft of de onrechtmatige daad in zijn risicosfeer valt (risicoaansprakelijk) 3. Er is schade o Vermogensschade = alles wat waardeerbaar is op geld o Ander nadeel = immateriële schade zoals pijn, reputatieschade Naast een schadevergoeding in geld kan de rechter ook een andere schadevergoeding toekennen (herstellen van oude toestand) 4. Er is een causaal verband tussen de daad en de schade De schade moet het rechtstreekse gevolg zijn van de onrechtmatige gedraging. 5. Relativiteitseis De onrechtmatige daad schendt een norm, die tot doel heeft bepaalde belangen te beschermen. Als iemand een belang heeft wat niet door die norm beschermd wordt, dan heeft hij bij schending van dat belang ook geen recht op schadevergoeding. Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Hoofdstuk 8: reclame en recht Een reclame moet zich bij het maken van reclames aan regels houden. Er zijn regels opgesteld door de wetgever en regels die opgesteld zijn door het adverterende bedrijfsleven in de Nederlandse Reclame Code. Reclame informeert consumenten en bevordert concurrentie op de markt. Reclamerecht = wetten en regels die voorschrijven wat er wel en niet is toegestaan in reclameland. Enkele reclamewetten uit het Burgerlijk Wetboek - Oneerlijke handelspraktijk = als een consument zich misleid, bedrogen of agressief benaderd voelt door reclame. Manipulatievereiste  de consument neemt door de reclame een besluit over een overeenkomst die hij anders niet had genomen. In praktijk doen de meeste mensen nauwelijks berorpe op dit recht. De meeste geschillen worden daarom voorgelegd aan de Reclame Code Commissie. Hier kunnejn consumenten gratis een klacht indienen over een reclame. - Misleidende reclame = Deze wet geldt enkel voor business to business. Professionele partijen mogen geen reclame maken die misleidend is. Uit jurisprudentie blijkt dat iets misleidend is als ze een onjuiste indruk wekt. Dit gebeurt als: o Er onware informatie wordt vermeld o Er onvolledige of verwarrende informatie o Als er een overload aan informatie wordt gegeven, waardoor relevante zaken ondergesneeuwd raken. o Als je doet alsof het product een prijs heeft gewonnen, terwijl dat niet zo is. Bij de beoordeling van een reclame kijkt de rechter of de reclamemaker de waarheid in acht heeft genomen en houdt daarbij het voorstellingsvermogen en de intelligentie van de mensen waarvoor de reclame bedoekd is in gedachten. - Vergelijkende reclame = vergelijkende reclame (vergelijking met concurrent) is toegestaan, want het zorgt voor transparantie op de markt: ze geven de voor- en nadelen. Van concurrerende producten en diensten. Het mag, mits: o De vergelijking niet misleidend is o Geen appels met peren vergelijken o Objectief o Relevant o Controleerbaar o Niet denigrerend naar concurrent Bij een vergelijkende reclame wordt meestal het merk van de concurrent genoemd. In dit geval levert dit geen merkinbreuk op, mits er is voldaan aan de voorwaarden voor de vergelijkende reclame. Alleen bij een objectief onderbouwde, relevante en controleerbare, niet-misleidende claim kan de concurrent bij zijn merknaam genoemd worden. Anonieme vergelijkingen  vergelijking zonder het expliciet noemen. Van het product of merk van de concurrent. Als het voor de consument duidelijk is met wie er anoniem vergeleken wordt, gelden ook de regels voor een vergelijkende reclame. Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Nederlandse Reclame Code Iedere reclame in Nederland moet voldoen aan de Nederlandse Reclame Code (NRC). Hierin staan algemene regels omschreven over reclames: 1. Correct 2. Duidelijk 3. Niet misleidend Het NRC bevat verschillende codes, waarmee de stichting Reclame Code ervoor zorgt dat er met deze codes in Nederland op een verantwoordelijke manier reclame wordt gemaakt. - Milieu - Alcohol - Kinderen - Sociale media - Voedingsmiddelen De Reclame Code Commissie controleert op de naleving van de Reclame Code. Ze controleert ook of de reclame naar de huidige maatschappelijke opvattingen in orde is. Bij haar beoordeling heeft het RCC niet dezelfde bevoegdheden als de privaatrechter. De RCC geeft een advies aan de onderneming met de grensoverschrijdende reclame, maar voor veel bedrijven is dit advies van groot belang. Bij een klacht worden zij namelijk gemeld op de website van de Nederlandse Reclame Code. Social Media Voor Social media is er een speciale Reclamecode Social Media, die bepaalt dat het belonen van influencers kenbaar moet zijn. Er moet dus een hashtag zoals #spon worden vermeld als influencers betaald krijgen voor het promoten. Hoofdstuk 9: Media en recht Persvrijheid (Vrijheid van Meningsuiting, Gw. 7) zorgt ervoor dat de media vrij en zonder bemoeienis van de overheid of van anderen zeggen, schrijven, publiceren of uitzenden wat zij willen. Omdat de pers de samenleving voorziet van betrouwbare, onafhankelijke en objectieve informatie wordt de pers in haar uitoefening beschermd door de Grondwet. In Nederland hebben we dan ook een verbod op censuur. Een samenleving met censuur beperkt de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid. Ook het recht op persvrijheid is geen absoluut recht en kan botsen met andere grondrechten. Privacy in de media Recht op privacy = de media mag niet zomaar over iemand publiceren. Foto’s van een persoon mogen bijvoorbeeld etc niet openbaar gemaakt worden als het belang van een persoon zich daartegen verzet. Journalistieke bronbescherming = het recht van journalisten om hun bron te beschermen. (Dit verschoningsrecht wordt momenteel behandeld in de Tweede Kamer). Verschoningsrecht is het recht van een journalist om te weigeren antwoord te geven op vragen, die door een rechter aan hem of haar worden gesteld Toegang tot informatie: Wet openbaarheid van bestuur Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen In de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) is de informatieplicht van de Nederlandse overheid vastgelegd. Wobben  regelmatig gebruiken media deze wet om informatie op te eisen die eerder geweigerd werd. Dit kan NIET bij het huis voor Klokkenluiders (deze organisatie werkt met vertrouwlijke informatie of staatsgeheimen) WOB - Passief: verzoek om informatie (vanuit de burger of journalist) - Actief: uit eigen beweging informatie geveb door de overheid Bij een WOB-verzoek gaat het om passieve openbaarheid. WOB-verzoek: - Informatie die wordt opgevraagd die tot op dat moment niet openbaar was. - Informatie in documenten vastgelegd over het handelen van de overheid - Geen direct belang (iedereen kan een WOB-verzoek doen) - Na een WOB-verzoek wordt de informatie openbaar (voor iedereen toegankelijk). Eisen aan een verzoek: - Omschrijf zo precies mogelijk wat je wilt hebben aan informatie - Over welke periode gaat het? - Het moet gaan om informatie die in het bezit is van de overheid. Op een verzoek moet binnen 4 weken worden gereageerd anders moet het bestuursorgaan aangeven waarom dit niet gaat lukken. Het verzoek wordt onder andere geweigerd als: - Staatsveiligheid in het geding komt - Bedrijfsgeheimen - Persoonsgegevens, tenzij er geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van bijvoorbeeld een ambtenaar - Diplomatieke correspondentie - Financiële belangen van de Nederlandse staat - Opsporingstactieken bij het opsporen van strafbare feiten Pers-in-persexceptie = het is voor de pers toegestaan om stukken van nieuwsberichten en gemengde berichten of artikelen over actuele onderwerpen over te nemen uit een ander persmedium zonder toestemming van de auteur. Hierbij dient het belang van een vrije stroom van nieuwsberichten. Onrechtmatige mediadaad = men mag niet onrechtmatig handelen jegens een ander. Er is sprake van onrechtmatige mediadaad als er financiële of emotionele schade is ontstaan als gevolg van een onrechtmatige publicatie of media-uiting. De rechter kan ook besluiten dat het mediaorgaan die de schade veroorzaakt, dit moet vergoeden. Bij beoordeling of een uiting onrechtmatig is, dient het belang van de ongewenste publiciteit afgewogen te worden tegen de uitingsvrijheid van het betreffende mediaorgaan. Wat het zwaarste weegt, hangt af van de omstandigheden van het geval. Portretrecht in de media = wanneer je iemand in beeld brengt, kan die persoon een beroep doen op zijn portretrecht. Deze beschermt de rechten van de geportretteerde personen. Mediabedrijven die personen in beeld brengen dienen Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen er dus voor te zorgen dat deze personen achteraf geen beroep kunnen doen op hun portretrecht. Dit kan met een quitclaim. Quitclaim = een vrijwaringsverklaring. Het is een contract waarbij kandidaten, figuranten en locatie eigenaars afstand doen van hun portretrecht en afzien van claims op het beeldmateriaal. Nadelen: - Het maakt de in beeld gebrachte personen extra alert op hun portretrecht. - De quitclaim betekent niet automatisch dat het beeld altijd gebruikt mag worden, in sommige gevallen (bij veel schade) kan het recht op privacy alsnog zwaarder wegen. Mediawet Mediawet (2008, vernieuwd in 2016)  vormt het geheel aan regels en eisen waaraan publieke en commerciële tv- en radiozenders moeten voldoen. - Het Commissariaat voor de Media handhaaft op naleving van de mediawet, en heeft daarnaast de volgende taken: o Vergunningen verlenen aan publieke en commerciële omroepen o Toezicht houden op programma’s op naleving van de voorschriften o Financieel toezicht houden. De Publieke Omroep De mediawet stelt strengere regels, want deze omroep heeft een maatschappelijke taak en worden gefinancierd door de overheid. Taakomroepen  hebben volgens de Mediawet een taakopdracht (NOS, NPO, NTR). Publieke mediaopdracht = Aanbod moet pluriform en kwalitatief hoogstaand zijn. Sponsorverbod = publieke omroepen mogen zich niet laten sponsoren. Dienstbaarheidsverbod = publieke omroepen mogen niet dienstbaar zijn aan het maken van winst door een derde, commerciële partij. Nevenactiviteit = de Publieke Omroep verzorgt naast het media-aanbod ook andere activiteiten. Deze moeten eerst toestemming hebben van het Commissariaat van de Media. Voorwaarden: - De nevenactiviteit verband dient te houden met de verwezenlijking van de publieke media-opdracht. - Moet direct gerelateerd zijn aan het media-aanbod van de publieke omroep. - Activiteit moet kostendekkend zijn. Commerciële omroep Commerciële omroepen zenden programma’s uit die een groot publiek trekken. In de Mediawet is bepaald dat commerciële omroepen zelf verantwoordelijk zijn voor het media-aanbod. Toch gelden er ook regels voor deze omroep (zoals de wet voor tv-reclame). De Mediawet geldt niet voor YouTube en andere online media. Op YouTube gelden de regels die YouTube zelf heeft opgesteld, die vaak overeenkomen met het auteursrecht. Daarnaast stelt YouTube regels aan de inhoud van video’s. Reclameregels Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen - Regels voor reclame maken op social media zijn vastgelegd in Reclamecode Sociale Media - Vloggers en andere YouTubers dienen zich bij het maken van een reclame te houden aan deze code Met mediaformaat - Op een idee zit nooit auteursrecht, op een uitgewerkt mediaformat (van bijvoorbeeld The voice) zit dit wel, omdat de concrete uitwerking beschermd kan worden. - Voor auteursrechtelijke bescherming moet een format de werktoets doorstaan. - Een format als geheel beschermen is niet makkelijk  de succesformule van een format is vaak een idee. - Voor een auteursinbreuk op een tv-format wordt gekeken naar de totaalindruk  allebei de formats worden volledig naast elkaar gelegd en vergeleken. - Zolang de totaalindrukken van beide formats zodanig van elkaar verschillen en er weinig concrete elementen zijn overgenomen, zijn rechters erg terughoudend bij het toewijzen van merkinbreuk op een tv- format. - Op de titel van een format zit merkrecht, mits het voldoet aan de eisen van merkrecht. In de ideeën-fase kun je je format toch beschermen met een: - Non-disclosure agreement (NDA) = een overeenkomst die je door eenieder aan wie je jouw idee pitcht kunt laten ondertekenen. Zij zijn dan verplicht om jouw idee geheim te houden. Bij de exploitatie van formats gaat het om de succesvolle uitgewerkte elementen (die de werktoets doorstaan en de waardevolle knowhow die wordt verkocht. Journalisten zijn gebonden aan journalistieke beroepsnormen: - Code van bourdeaux (internationaal)  basisregels voor journalistiek werk en ethische rechten en plichten - Code van Journalistiek (Nationaal)  eigen code van Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren (niet bindend, geen sancties) Ethiek Kennisclips en reader Kennisclips week 6 Ethiek (moraalwetenschap) = de filosofie van het juiste handelen. Het gaat over het handelen ten opzichte van medemensen, dieren en de natuur in het algemeen. - Doodstraf ethisch verantwoord? - Corona-melder ethisch verantwoord? (Tracken gegevens) Ethiek in de media  je moet als mediamaker moreel handelen en je bewust zijn van verschillende media-effecten. Kennis over mediaeffecten (zoals meiden die onzeker worden door geïdealiseerde beelden) is nodig om verantwoord met media om te kunnen gaan en weloverwogen keuzes te kunnen maken. Twee soorten ethiek: Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen - Descriptieve ethiek = termen en richtlijnen van een moraal, zonder hier een standpunt over in te nemen. - Perspectieve ethiek = standpunten ingenomen door ethici, waarin zij uitdragen wat juist of onjuist is. (Reclame Code Comissie geeft richtlijnen voor wat ethisch verantwoord is in reclames) Oorsprong ethiek  komt vanuit de Griekse filosofie. - Ethos = intelligentie, betrouwbaarheid, moraal (Volgens Aristoteles belangrijk in argumentatie) - Pathos = emoties, motivaties - Logos = bewijs, cijfers, universele waarheden Ethiek verschilt per persoon: iedereen heeft zijn/haar eigen waarheid en gevoelens. Normen en waarden Normen = richtlijnen hoe je sociaal gewenst met elkaar omgaat - Op tijd komen, deadlines halen, kennisclips kijken etc. Waarden = de zaken die waardevol gevonden worden door iemand of een groep mensen (samenleving). - Professionele studiehouding Bepalen of iets ethisch verantwoord is a.d.h.v. aantal termen: 1. Doel en middelen  Welk doel wil je ergens mee bereiken en welk middel zet je daarvoor in? Voorbeeld: ingrijpen in ongeboren leven (gentherapie) ethisch verantwoord?  Hangt vaak af van het doel van ingreep: bestrijdt het een ernstige erfelijke aandoening en maak je daarmee de levensverwachting van iemand groter? Dan vinden mensen het vaak ethisch verantwoord. Als je deze ingreep doet om bijvoorbeeld een bepaalde oogkleur te kiezen voor een kind, vinden veel mensen het vaak niet ethisch verantwoord. Het middel is dusdanig groot om iets te verkrijgen zoals smaak, dat is volgens veel mensen niet belangrijk genoeg. 2. Is er sprake van keuzevrijheid of niet?  Volwassenen mogen in Nederland zelf kiezen of ze gevaccineerd willen worden. Voor kinderen wordt het vaak bepaald door de ouders. 3. Verantwoordelijkheid: wie is er verantwoordelijk? Bij bakfiets-ongeval: is bestuurder verantwoordelijk of de producent of de overheid? Wie is er verantwoordelijk voor de volksgezondheid? (Ministerie van Volksgezondheid)  dan is het in theorie beter als iedereen gevaccineerd is. Maar mag je een vaccinatie verplichten?  Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Nee, want keuzevrijheid zorgt ervoor dat verantwoordelijkheid bij individu ligt. 4. Aanvaardbaarheid: wat is aanvaardbaar en wat niet? (Nauw verbonden met doel en middelen) Proefdieren  niet aanvaardbaar. Maar als je een middel met kanker kan ontwikkelen door op dieren te testen, dan vinden mensen het wel aanvaardbaar. Testen op make-up wordt daarentegen niet aanvaardbaar gevonden. 5. Universaliteit = wat het ene volk vindt, hoeft een ander volk niet te vinden. o Plastische chirurgie werd in Amerika een langere tijd heel normaal gevonden, maar in Nederland is dit juist niet normaal. o Mondkapjes zijn in Aziatische culturen redelijk normaal, terwijl wij dat heel vreemd vonden. Moraal/zeden = het geheel van handeling en gedraging die in de maatschappij als correct wenselijk worden gezien. - Morele rechtvaardiging = je doet iets slechts, maar je praat het goed (leugentje voor bestwil). Je staat jezelf toe om af en toe wat slechte dingen te doen. Bandura bedacht de term ‘moral disengagement’: morele ontkoppeling. Wanneer we dingen doen die strijdig zijn met het beeld dat we van onszelf hebben, ervaren we cognitieve dissonantie. Morele ontkoppeling/rechtvaardiging wordt ingezet om dissonantie te verminderen. De morele rechtvaardiging gaat ervanuit dat het ‘slechte’ gedrag een belangrijker doel dient, en daarom gerechtvaardigd is. - Chips eten na het sporten terwijl je eigenlijk wilt afvallen, puur omdat je het verdient hebt - Uitvallen tegen je partner als je ’s avonds terug van een rot-dag werken komt Volgens Bandura kunnen we ons op 3 manieren ontkoppelen van slecht gedrag: - De daad zelf (uitvallen tegen je partner) - De gevolgen van de daad (huilende partner) - Het slachtoffer van het gedrag (je partner) Je kan de daad ook vergelijken met iets dat erger is, of verzachtend taalgebruik inzetten (eufemistisch labelen)  ‘Even een pizzaatje eten’ i.p.v. ‘Dikke vette pizza naar binnen werken’. Morele ontkoppeling van de gevolgen van de slechte daad: - Bagatelliseren - Ontkennen ‘Ach, hij weet wel dat ik het niet zo bedoel’. - Vervormen Je kunt je ook ontkoppelen door je te onttrekken aan de verantwoordelijkheid: - Afschuiven van de verantwoordelijkheid - Delen van de verantwoordelijkheid Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Bij morele ontkoppeling van het slachtoffer, redeneren we dat degene op wie we ons slechte gedrag richten eigenlijk zelf de oorzaak is. - Attributie van schuld  slachtoffer de schuld geven - Ontmenselijken  de humanisatie Ash-experiment = sociaalpsychologisch experiment naar het aanpassen van een individu aan een groep. Ash maakte hierbij gebruik naar lijnen van verschillende lengte en wilde onderzoeken of mensen zich gemakkelijk aan de groep aanpaste. Uit de resultaten bleek dat 75% van de proefpersonen minstens één keer conformeerde aan de groep. Dat mensen iets anders doen/zeggen dan dat ze denken komt door: - Stimulus ambiguïteit = hoe duidelijk zijn de lijnstukken? Des te onduidelijke de verschillen tussen de lijnstukken zijn, des te groter de kans dat een proefpersoon met de groep mee gaat. - Omvang van unanimiteit = des te meer deelnemers van tevoren een ander antwoord hadden gegeven, des te groter de kans dat de proefpersoon zich conformeerde aan de groep. - Bekwaamheid en deskundigheid = Bij onzekerheid over de eigen vermogens is de kans groter dat er geconformeerd wordt aan de groep. - Groepscohesie = in een groep met een bekende samenstelling (bijvoorbeeld vrienden) durft de proefpersoon eerder bij zijn eigen mening te blijven. - Openbaarheid = heeft te maken met op welke manier de proefpersoon zijn keuze kenbaar moet maken. Als hij hardop moet zeggen wat hij denkt, is de kans op conformeren groter. Als je anoniem je keuze mag doorgeven, is de kans op conformeren kleiner.  Doorvertaling werkelijkheid: als de docent een vraag stelt in een real-time college, krijgt ze of heel veel reacties, of bijna geen reacties. Vanuit de biologie  Conformeren is een strategie die ervoor zorgt dat diersoorten geaccepteerd worden binnen een groep en vergroot daardoor de kans op overleving. Het nadeel hiervan is dat mensen in situaties waarin ze beter iets anders kunnen doen, toch de groep volgen. - Bystander-effect = laat zien dat wanneer een individu hulp nodig heeft, deze persoon beter af is met weinig mensen om zich heen. Wanneer er meer mensen zijn voelt niemand de verantwoordelijkheid om het individu in nood te helpen. - Gedeelde verantwoordelijkheid = iedereen denkt dat de ander wel helpt, met als resultaat dat uiteindelijk niemand helpt. Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Milgram-experiment = onderzoek naar gehoorzaamheid. - Milgram vroeg zich af waarom de kampbeulen de meest verschrikkelijke martelingen uitvoerden in WOII. - Literatuurstudie Landau (1924) en onthoofde rat  mensen op straat onthoofdde de rat als dat van hen werd gevraagd.  Milgram maakte experiment waarin hij mensen zogenaamd elektrische schokken liet uitdelen. Er werd de mensen wijs gemaakt dat ze een onderzoek wilden doen naar het effect van straffen op leren, maar het echte experiment ging over hoever mensen zouden gaan met het geven van de schokken. De schokken liepen in voltage omhoog na elk fout antwoord. De consequenties van deze schokken (zoals de dood) werd boven elke meter vermeld.  68% van de mensen deelde dodelijke schokken uit. Dit komt door: - Machtiginsrelatie = Je ziet iemand anders als verantwoordelijke (je doet het voor iemand anders zijn experiment). (Bommenwerper-piloot die bom laat vallen op stad doet het alleen omdat hij piloot is, niet omdat hij het wil doen) - Impliciet contract = Mensen hebben gezegd dat ze mee wilden doen aan een experiment. Als het dan tijdens het experiment heel ver blijkt te gaan durven mensen niet halverwege af te haken. - Deindividuatie = Je ziet de persoon waar je de schokken aan geeft niet/je kent de mensen niet. (Op social-media plaats je makkelijker haat- opmerkingen omdat je iemand niet kent en nog nooit hebt gezien). Standford-gevangenisexperiment (Philip Zimbardo, 1971)  Socialogisch experiment naar rolidentificatie. - Kijken hoe makkelijk mensen rollen aannemen die ze random (met loting) toebedeeld krijgen. Zimbardo maakte in de kelder van de Stanford University een gevangenis na, en vroeg 12 mannelijke studenten om deel te nemen aan het experiment: zes bewakers en zes gevangenen. Gevolg: gevangenen namen hele onderdanige rol aan en verloren het realiteitsbesef dat ze eigenlijk studenten waren en bewakers namen hele strenge, dominante rol aan. Het experiment is vroegtijdig stopgezet vanwege de psychische toestand van de gevangenen.  Toont aan dat mensen zich snel conformeren in een bepaalde rol. - Leren door immitatie  we hebben allemaal wel gezien hoe mensen van een bepaalde rol zich gedragen, dus als we die rol toebedeeld krijgen denken wij dat we ons ook zo moeten gedragen (de bewakers gedroegen zich automatisch wreed, omdat ze dachten dat dit bij de rol hoort). o Apen-experiment: apen worden natgespoten als ze bananen willen eten uit een krat. Als er een nieuwe aap wordt toegevoegd aan de groep, houden de andere apen hem tegen. Dit gaat net zo lang door totdat de hele groep apen is vervangen met nieuwe apen, waarvan Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen geen een ooit is natgespoten. Alsnog gaan ze niet naar de bananen toe omdat ze weten dat dit gevaarlijk is. Tom Fris deed onderzoek naar gelegenheidsagressie. Hij liet proefpersonen plaatsnemen in een ruimte waarin ze mensen die testen moesten doen moesten bestraffen bij een fout antwoord, alleen de proefpersoon mocht zelf beslissen wat hij een fout antwoord vond. Er waren verschillende soorten straffen, waarbij elektrische shok het vaakst werd gekozen. Fris gaf drie redenen: - De middelen zijn aanwezig - De middelen zijn toegestaan - Er is geen kans op wraakneming. Kennisclips week 7 Ethiek in reclame Zelfregulering van reclamemakers  makers moeten zelf bedenken of hun uitingen passen bij de maatschappelijke normen en waarden en niet in strijd zijn met de geldende regels. - European Advertising Standards Alliance (EASA) = Maken regels en richtlijnen voor reclames, die worden vastgelegd in de blue book. - Nederland  Nederlandse Reclame Code (NRC). De Nederlande Reclame Commissie toetst of merken zich aan naleving van de regels houden en beslist bijvoorbeeld of een reclame moet worden verwijderd of aangepast. Reclame (volgens RCC) = iedere openbare of systematische directe dan wel indirecte aanprijzing van goederen, diensten en denkbeelden door een adverteerder (of met behulp van derden). 10 Basisregels om te toetsen of een reclame ethisch verantwoord is: 1. Legaal en fatsoenlijk = Voor illegale producten mag je geen reclame maken (sigaretten, cocaïne). Daarnaast moet reclame fatsoenlijk zijn en mag je bijvoorbeeld niet discrimineren. 2. Mag niet strijdig zijn met algemeen belang, openbare orde of goede zeden = Je mag geen reclame maken voor dingen die slecht zijn voor bijvoorbeeld de gezondheid (overmatig alcoholgebruik). Je mag daarnaast de openbare orde met jouw reclame niet verstoren (bijvoorbeeld guerrilla-marketing). Ook mag je geen reclame maken voor bijvoorbeeld porno i.v.m. de goede zeden in het straatbeeld en het uitdragen van een voorbeeldfunctie. 3. Reclame mag niet nodeloos kwetsend zijn, noch een bedreiging inhouden voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid = je mag niemand beledigen in je reclame-uitingen (dus bijvoorbeeld zeggen dat dikke mensen lelijk zijn). Je mag mensen ook niet kleineren of bang maken. 4. Reclame behoort naar vorm en inhoud zo te zijn dat het vertrouwen in reclame niet wordt geschaad = niet iedereen mag zomaar reclame maken en het moet duidelijk zijn dat het om een reclame gaat. Als je als persoon het vertrouwen van het volk hebt (Maurice de Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Hond als ombudsman), mag je deze status daarna niet inzetten om reclame te maken voor bepaalde producten. 5. Reclame mag niet zonder te rechtvaardigen reden appelleren aan gevoelens van angst of bijgelovigheid = je mag mensen niet bang maken dat als ze jouw product niet kopen, dat er iets gaat gebeuren. 6. Reclame moet eerlijk zijn = je mag geen claims maken die niet waar zijn. Verlaagt niet de cholesterol, maar past in een gezond dieet. 7. Reclame mag niet misleidend zijn = je laat een deel van de benodigde informatie weg. Staatsloterij doen elke maand een trekking, maar vermeldde in het verleden niet dat zij een trekking doen onder alle geproduceerde loten (dus ook de niet-verkochte loten), terwijl iedereen ervanuit gaat dat zo’n trekking onder de verkochte loten is. 8. Eerlijke concurrentie = je mag andere bedrijven niet in een kwaad daglicht zetten. Je moet claims maken die ook echt waar zijn en kunnen bewijzen dat dat zo is. (Regels veranderen veel in Nederland). 9. Reclame moet herkenbaar zijn = het moet duidelijk zijn dat het om reclame gaat. (In tv-series moet vermeld worden dat een serie product-placement bevat). o Advertorial: Valt onder reclame, maar lijkt op een artikel. o 10.Geen agressieve reclame (bijvoorbeeld telefoonverkoop of deurverkoop). Productgroepen en groepen mensen waar speciale regels voor gelden - Alcohol o Je zorgt ervoor dat overmatig alcoholgebruik niet aangemoedigd wordt. o Reclames voor alcohol moeten daarnaast duidelijk gericht zijn op meerderjarigen (dus duidelijk ouder dan 18, gebruik acteur van 25 zodat het in een oogopslag duidelijk is dat iemand meerderjarig is). o Je moet in een alcoholreclame nooit een verband leggen met kinderen of autorijden. o Je mag niet suggereren dat door alcohol dingen beter worden. - Portrayal of gender o Je mag iemand niet in een bepaalde seksualiserende rol neerzetten. Vrouw mag bijvoorbeeld geen voorwerp lijken. - Voedsel o Je mag ongezonde dingen niet als gezond aanprijzen o Je mag niet aanmoedigen om veel ongezond te eten Gedownload door: tufeke | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Reclame en kinderen Kinderen zijn volgens RCC

Use Quizgecko on...
Browser
Browser