Introductie tot Communicatie 24-25 - Docent: llyas El Yacoubi - PDF

Summary

Deze document geeft een inleiding tot communicatie, met verschillende soorten ruis, modellen, en vragen voor examen. De les behandelt ook aspecten over communicatie in diverse situationele contexts.

Full Transcript

**Inleiding tot communicatie 24-25** **Les 1** **Wat is communicatie?** Zender boodschap/medium ontvanger Bv: Lector college/lessen studenten **Communicatiemodel van Lasswell** ![](media/image2.jpeg)**Model van Shannon en Weaver** **3 soorten ruis** Fysieke ruis Afleiding door externe geluid...

**Inleiding tot communicatie 24-25** **Les 1** **Wat is communicatie?** Zender boodschap/medium ontvanger Bv: Lector college/lessen studenten **Communicatiemodel van Lasswell** ![](media/image2.jpeg)**Model van Shannon en Weaver** **3 soorten ruis** Fysieke ruis Afleiding door externe geluiden, zoals achtergrondgeluid of rumoer. Psychologische ruis Interne afleidingen door persoonlijke stress of emoties. Semantische ruis Misverstanden door taalverschillen of onbekende termen. **Vraag examen: voorbeeld ruis welke soort ruis is dit?** Notities **De cornell-methode** - Papier verdelen in 4 - Boven titel, onderwerp, vak, datum - Links kernwoorden/belangrijke woorden - Rechts notities - Onder samenvatting Hoorcolleges en lessen **Les 2** **AIDA** - Belangrijke model in de marketingwereld - Gebruikt om te begrijpen hoe je de aandacht van klanten kunt trekken en hen kunt aanzetten tot actie - 4 fases - **A**ttention - **I**nterest - **D**esire - **A**ction **Attention (A):** Aandacht van het publiek trekken bekende persoon, iets schokkend te doen of zeggen. **Interest (I):** Interesse wekken bij de consument, zodat ze jouw product willen hebben of van je dienst gebruik willen maken **Desire (D):** verlangen creëren bij de doelgroep **Action (A):** Aanzetten tot actie, zoals een aankoop doen   **AIDA-model: klantenaandacht vangen** **Attention (aandacht)** gebruik felle kleuren, grote koppen of schokkende beelden om de aandacht van klanten te trekken als eerste stap in een advertentiecampagne **Interest (interessant)** bied relevante informatie, zoals productvoordelen, om de interesse van de klant te behouden na het vangen van hun aandacht. **Desire (verlangen)** benadruk unieke productiekenmerk om verlangen te creëren en te laten zien hoe het aan klantbehoeften voldoet. **Action (actie)** voeg een duidelijke oproep tot actie toe om de klant aan te moedigen het product te kopen, zich aan te melden voor een nieuwsbrief, of een website te bezoeken. **Examen ze gaat iets laten zien van een campagne en je moet het in het AIDA model zetten** **Les 3** **Communicatiemodaliteiten** **Waarneming en communicatie** Communicatie vraagt waarneming - 5 zintuigen - 6^de^ zintuig - Iedereen neemt anders waar - Waarneming gebeurt door 5 zintuigen: voelen, ruiken, proeven, zien, horen - Je kan ook nog je hart toevoegen (gevoel, intuïtie) - Op fysiek vlak nemen mensen verschillend waar. De een heeft betere ogen, de andere betere oren. Een mindere kwaliteit van het een kan worden aangevuld, gecompenseerd met een betere kwaliteit van een ander zintuig. Blinden horen bv. Beter dan zienden. **Conclusie:** We missen veel van wat er rondom ons gebeurt. We beseffen niet dat we zo veel missen - Waarneming wordt omgezet in interpretatie - Gebaseerd op wat we al weten - Gebaseerd op een referentiekader - Cultuur - Opvoeding - Ervaring -.... **Waarneming vs. Interpretatie** Bv. Die man is erg gehaast. Waar zou hij zo snel naartoe moeten? - Door training ka je beter leren waarnemen. - Dat helpt om je bewust te worden van de mate waarin. - Het is dat ook de context die vorm geeft aan je interpretatie - Dat zie je bv. Met reclameboodschappen Context geeft vorm aan de interpretatie  ![Afbeelding met tekst, Lettertype, wit, nummer Automatisch gegenereerde beschrijving](media/image4.jpeg)  Afbeelding met schets, lijn, diagram, Rechthoek Automatisch gegenereerde beschrijving Er bestaan talloze vormen van **interpretatiebedrog**, zo bedenken we er **bewust of onbewust** bij wat we nodig hebben om onze **waarneming te doen kloppen.** **Interpretatiebedrog:** We passen onze waarneming aan om het te doen kloppen. ![Afbeelding met Lettertype, tekst, Graphics, wit Automatisch gegenereerde beschrijving](media/image6.jpeg) Zonder feedback geen geslaagde communicatie **Zender ontvanger** **Actie reactie** **Continue wisselwerking** **Verschillende vormen van feedback** In een gesprek stemmen we ons gedrag en toon op elkaar af om wederzijds begrip te verzekeren. Bij telefoongesprekken is terugkoppeling ook essentieel om misverstanden te voorkomen. Bij schriftelijke communicatie, zoals e-mail of WhatsApp, moeten we extra alert zijn op hoe de boodschap wordt geïnterpreteerd, omdat non-verbale signalen ontbreken. **Soorten communicatie** Verbaal \ Non-verbaal \ Paraverbaal Mondeling \ schriftelijk Interpersoonlijk \ massacommunicatie **Waarom communiceren mensen met elkaar** - Communicatie = middel   - Biologische motieven - Interpersoonlijke motieven - Maatschappelijke motieven 1. Fysiologische of biologische motieven = alle niet sociale motieven - Communiceren of aan eten, drinken en beschutting te geraken - Communiceren om aan middelen (werk, geld, goederen, verzekering,...) te geraken 2. Interpersoonlijke motieven = elk contact = een transactie of ruil - Win-win (bv. Baby die huilt) - Gedwongen karakter of eigen keuze - (soort) aandacht via communicatie bepaalt gevoel van veiligheid-waardering-eigen waarde-zelfbeeld We communiceren omdat we behoefte hebben aan... ----------------- --------------- ---------------------- **Genegenheid** **Erkenning** **Invloed of macht** ----------------- --------------- ---------------------- 0 3. Maatschappelijke motieven = elke samenleving heeft communicatie nodig - Communicatie bevredigt hier de behoeften (genegenheid, erkenning, invloed en macht) van een land, een organisatie. - Internationale akkoorden, bedrijfscommunicatie **Les 4** **Hoe kunnen wij een boodschap overbrengen?** Afbeelding met cirkel, schermopname, tekst, maan Automatisch gegenereerde beschrijving **Examen communicatie overbrengen** 1. Intrapersoonlijke communicatie Intra = binnen/in - Communicatie met jezelf - Innerlijke dialoog (denken) belangrijk voor communicatie met anderen 2. Interpersoonlijke communicatie Inter = tussen - Een beperkt aantal mensen in elkaars nabijheid - Beperking van tijd - Hier en nu vs. Geheugen - Beperking van ruimte - Anders gemedieerd - Beperking van omgang - Natuurlijk en psychologische - Beperking van afstand - Natuurlijk en psychologische Medium kiezen Eigenschappen van een medium - Technisch of fysiek middel - Omzetten van een boodschap in signalen - Verzenden en ontvangen via een kanaal - Tijd en ruimte overbruggen - Voor zender en ontvanger ![Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, nummer Automatisch gegenereerde beschrijving](media/image9.png) 3. Massacommunicatie Massacommunicatie is het proces waarbij: - Een boodschap via een medium aan een **groot, verspreid publiek** wordt overgebracht - Vaak **zonder directe interactie** tussen zender en ontvanger - Voorbeelden zijn televisie, radio, kranten en internet - Niemand uitsluiten - Voor iedereen toegankelijk - Niet hetzelfde als massamedia - Afstand en ruimte (tussen zender en ontvanger) **Interpersoonlijk vs. Massacommunicatie** - Grens tussen interpersoonlijke communicatie en massacommunicatie vervaagt door komst van nieuwe media en platformen - Massacommunicatie als éénrichtingsverkeer: niet meer altijd zo - Bv. Gemedieerde interpersoonlijke communicatie (gesprek) op 'X' kan door iedereen gevolgd worden **Van transmissiemodel naar transformatiemode**Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, Graphics Automatisch gegenereerde beschrijving **Transmissiemodel** Medium tussenschakel om boodschappen te verzenden - Van toepassing op technologische processen Bij menselijke communicatieprocessen - Externaliseren (extern/naar buiten brengen) -- medium- interpreteren Nadeel - Het nadeel is dat het transmissiemodel mogelijkheid voor vervormingen toelaat: - Realiteitsreductie: info beperkt, zodat boodschap begrijpelijk is (bv. Actua) - Realiteitsversterking: info wordt uitvergroot om meer impact te hebben (bv. Goede eigenschappen in reclame) De media doen **meer dan versturen** alleen, ze **veranderen (transformeren)** boodschappen, ze scheppen dus betekenis **Transformatiemodel** ![Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, Graphics Automatisch gegenereerde beschrijving](media/image10.png) **The medium is the message:** het communicatiemiddel heeft meer invloed op hoe mensen de boodschap begrijpen dan de boodschap zelf Marshall McLuhan: Canadese filosoof & wetenschapper (mediatheorie & mediastudies) **Communicatiesectoren** Massamedia Dit zijn grote media zoals tv, radio, kranten en tijdschriften, die informatie aan een groot publiek geven. Digitale en nieuwe media Media op internet, zoals websites, apps, sociale media en video's die digitaal worden gedeeld. Marketing en reclame Dit gaat over het promoten van producten of diensten, zodat mensen ze willen kopen. Interne en organisatorische communicatie De manier waarop mensen binnen een bedrijf of organisatie met elkaar communiceren. Bv. Nieuwsbrieven, nieuwsborden Onderwijs en training Communicatie gericht op leren en het delen van kennis, zoals in scholen of bij trainingen. Bv workshops Overheidscommunicatie Informatie die de overheid deelt met het publiek, bijvoorbeeld over nieuwe wetten of publieke diensten. Gezondheidscommunicatie Het geven van informatie over gezondheid en zorg aan mensen, bijvoorbeeld door artsen of ziekenhuizen. Bv communicatie over het handen wassen , over het dragen van een mond masker Eventcommunicatie Het organiseren en communiceren van evenementen, zoals festivals, conferenties of sportwedstrijden. Fase 1 voor het evenementen, planning: wie kom/ wie wat gaat doen enzo... fase 2 tijdens het event : influencer die live gaan en alle dingen die tijdens het event gebruiken; fase 3 na het event aftermovie, foto's die na die getoond worden **Les 5** **Psychologische aspecten van de boodschap** **De boodschap begrijpen: 3 niveaus** - Boodschap is meer dan info overbrengen - Belangrijk om als ontvanger bewust te zijn van die lagen en hun effecten **De 4 kanten van een boodschap** Referentiele aspect - De zakelijke/feitelijke inhoud van een boodschap Expressieve aspect De manier waarop de zender zich uitdrukt Expressieve (vormelijke) aspect - In welke vorm wordt de boodschap verpakt? (lay-out, intonatie,...) "goed gedaan." "goed gedaan!" - De vorm van een boodschap heeft een impact op hoe je de inhoud verwerkt. - Wat vertelt de vorm nog? - Waarden, normen, leefregels,... die de zender belangrijk vindt - Het beeld dat de zender wil uitstralen naar de ontvanger - Soms gebeurt dit ook onbewust Relationele aspect - Uit de boodschap valt vaak af te leiden hoe de relatie is tussen zender en ontvanger - Verbaal ("jij vs. U",...) non-verbaal (opgetrokken wenkbrauwen,...) paraverbaal (belerend toontje,...) - Niet wat je zegt, maar hoe je het zegt is doorslaggevend - Zal impact hebben of de ontvanger de boodschap zal willen aannemen - 2 dimensies volgens psycholoog Friedemann Schulz von Thun - Word je als ontvanger naar waarde geschat of eerder als \'dom\' behandeld? - Word je als ontvanger gestuurd in je keuze of word je vrij gelaten? Appellerende aspect - Wat wil de zender precies bereiken met de boodschap - Doel van de boodschap = iemand ervan bewust maken **Examen je krijgt een oefening zoals dit (bekijk oefening bundel)** (Bv. **Referentiele =Het feit is dat de rijstrook is gesloten dat zie je door het kruis boven de rijstrook** **Expressieve =Hoe wordt het gezegd als je de rijstrook niet verlaat ben je een loser negatieve en opvallende toon** **Relationele = de relatie tussen de ontvangen en zender dwingende vanuit het perspectief van de overheid die wil dat de regels worden nageleefd** **Appellerend = het doel is dat de bestuurders niet op de gesloten rijstroken gaan rijden (koppige overtreders) )** Referentiele aspect = de zakelijke/ feitelijke inhoud van een boodschap Expressieve aspect = de manier waarop de zender zich uitdrukt (lay-out, intonatie enzo..) Relationele aspect = de relatie tussen de zender en ontvangen Appellerende aspect = het doel van de boodschap - Altijd hetzelfde antwoord of dezelfde interpretatie - Communicatieproblemen ontstaan omdat niet iedereen zich altijd bewust is van deze 4 kanten - **MAAR** ook omdat niet iedereen dezelfde betekenis geeft aan een boodschap **De tekens en betekenissen** Woorden en beelden kunnen veel meer betekenen dan je vermoedt - Een teken is een element ( woord,; beeld, kleur,...) dat betekenis draagt - Semiotiek bestudeert hoe de betekenis van een teken tot stand komt **Denotatie** of het **secundaire betekenisniveau** - De letterlijke, neutrale betekenis van een woord - School = 'instelling waar onderwijs op een bepaald niveau gegeven wordt' **Connotatie** of het **secundaire betekenisniveau** Betekenisniveau onderverdeeld in 2 ladingen 1. **Evaluatieve lading:** wordt een woord als **goed, slecht of neutraal** geïnterpreteerd? ( feminisme, activisme) 2. **Referentiële** lading: afhankelijk van de persoon, het tijdstip, de context kan de betekenis variëren. (bv. Paniekvoetbal) Belangrijke om je bewust te zijn van de betekenis(sen) om tot geslaagde communicatie te komen Wat mag je zeker niet vergeten? - Een boodschap heeft meerdere lagen, meerdere betekenissen en soms ook meerdere doelen - Wees je hier dus van bewust bij je eigen communicatie en bij alle mediaboodschappen die je voorgeschoteld krijgt. **Les 6** **Massamedia en het medialandschap** Even situeren: massacommunicatie Communicatiemodaliteiten - Hoeveel mensen nemen deel aan de communicatie? - Welke kenmerken vertoont de communicatie? Klassieke indeling - Intrapersoonlijke communicatie (binnen de persoon) - Interpersoonlijke communicatie ( tussen beperkt aantal personen in elkaars nabijheid) - Massacommunicatie Openbaar: niemand wordt uitgesloten van het ontvangen van een boodschap - Het is altijd mogelijk om een specifieke doelgroep te bereiken, maar de zender heeft niet de intentie om iemand uit te sluiten Indirect: je weet als zender niet wie de ontvanger is Massacommunicatie **≠** massamedia Massamedia zijn **communicatiemiddelen** die het voor een **zender** mogelijk maken een **boodschap** uit te zenden naar een **omvangrijke publiek** ( de massa). Start van massamedia ligt bij de boekdrukkunst. De uitvinding van de boekdrukkunst in de 15^de^ eeuw maakte massale verspreiding van info mogelijk. Massa heeft dikwijls negatieve connotatie - Massahysterie - Massaproductie - Massaal -..... **Medialandschap in historische perspectief: krant** - 19^de^ eeuw was bloeiperiode voor de krant - 1830: grondwet België persvrijheid - Dagbladzegel ( belasting krant niet voor iedereen) - Enkel Franstalige kranten Dagbladzegel afgeschaft in 1848: gevolg? - Meeste kranten ontstaan in de tweede helft 19^de^ eeuw - Toename in aantal titels (90-tal) Krant wordt nu echt een massamedium - Goedkoper - Leerplicht (1914) - Betere druktechnieken Verzuilde pers = verzuiling is de verdeling van een samenleving in groepen op levensbeschouwelijke of sociaal-economische basis - Liberaal: Het laatste nieuws - Socialistische: vooruit, volksgazet (later De morgen) - Katholiek: de standaard, het nieuwsblad de Gentenaar **En nu?** - Ontzuiling vanaf jaren 70 - Krant evolueert van politiek naar commercieel instrument - Reclame en marketing om inkomsten te genereren **Dalende populariteit** - Concurrentie van radio ('30), televisie ('50), internet ('90) - Niet langer politiek instrument (heel wat titels verdwijnen) - Hoge productiekost (papier & drukpersen) **Aanpak** - Focus op online ( minder kosten) - Bijlagen en specials (extra lezers en extra reclame-inkomsten) - Combo van papieren krant en digitaal/online **Functies van de krant vandaag: [algemeen]** - Informatieve functie: actualiteit en maatschappelijke thema's - Sociale functie: mensen praten over wat in de krant staat - Opiniërende functie: mensen vormen een mening - Amusementsfunctie - Servicefunctie: info over wegenwerken, overlijdens,... Functies van de krant vandaag: tegenover overheid - Expressiefunctie: iedereen kan mening geven (interviews en opiniepagina's) - Kritiekfunctie - Agendasetting: politieke agenda mee bepalen = waakhond van de democratie **Oefenbundel** Tot welke mediagroep behoren de Vlaamse kranten vandaag ? **Mediahuis** - Het Nieuwsblad/ de Gentenaar - De Standaard - Het belang van Limburg - De gazet van Antwerpen **"Papieren kranten hebben hun relevantie verloren in het digitale tijdperk"** **Medialandschap in historische perspectief: Radio** - 1914: eerste radio-uitzending op Belgische bodem vanuit laken - Na WOI ontstaan enkel private radiozenders - 1920: Radio 't kerkske/radio Antwerpen -- eerste Vlaamse radiozender (voorheen enkel frans) - 1930: oprichting **NIR** (Nationaal Instituut voor Radio-omroep - WOII: zender Brussel werd propaganda-instrument van Duitse bezetter - Na WOII: enorme populariteit van de radio - Vanaf 1953: concurrentie tv & ontstaan autoradio en transistor - Vanaf '60/'70: popmuziek op radio (radiodj's) **Oefenbundel** **Breng het radiolandschap in kaart** Publiekrechtelijk = openbare radio = Radio georganiseerd en gefinancierd door de overheid. Extra financiering uit radioreclame Bv. Radio 1, MNM, studio Brussel, Klara **Voor-en nadelen van radio?** **voordelen van radio** - Overdag één van de meest gebruikte media - Zowel nationaal, regionaal als lokaal in te zetten - Doelgroep is goed bereikbaar ( voor elke voorkeur is er een zender) - Radioluisteraars zijn geen 'zappers' - Radio is 'wallpaper', houdt gezelschap doorheen de dag - ATAWAD (Any Time, AnyWhere, Any Device ) Radio heeft heel veel lokale en digitale radiostations Radiostreaming (online) en DAB+ winnen elke dag aan belang Het **CIM** (centrum voor informatie over de media) meet het bereik van de verschillende radiostations **Medialandschap in historisch perspectief: [TV]** - 1926: experimentele televisie in Europa - 1930: oprichting NIR (zie ook radio - 1953: eerste tv-uitzending NIR - 1958: grote publiek maakt kennis met tv + afschaffing tv-loze maandag en zomerstop - 1960: omroepwet ter oprichting van BRT (voorloper VRT) en RTB - 1969: verkoop toestellen gaat de hoogte in - 1971: introductie kleurentelevisie - Jaren '70: kabeltelevisie = vervanging antennes **Oefenbundel** **Breng het televisielandschap in kaart** **Voor -en nadelen** **Voordelen van TV** - Iedereen is te bereiken - Beeld en geluid - Moeilijk te missen medium - Grote autoriteit ( nog steeds) - Veel reclamemogelijkheden - Onderscheid tussen publieke en commerciële zenders - Tot 1987: televisie was van de overheid (BRT)- kabeldecreet bracht daar verandering in - Ontstaan van regionale televisie - 1989: start VTM - Eind jaren '90/begin'00: ontstaan van andere nationale commerciële zenders Trends in het televisielandschap/ digitale televisie - Digitale televisie - Lineair kijken vs uitgesteld kijken - Extra uitdagingen voor advertentie-inkomsten - Second screen (extra mogelijkheden) - Kijken op smartphone/ tablet/pc Televisieomroepdiensten die via het net rechtstreeks worden aangeboden (zoals via YouTube) **Video On Demand (VOD)** via internet - Content kan gratis of betalend zijn - Netflix, VTM Go, Streamz Voorlopig is dit alles nog aanvulling op traditionele tv-aanbod/ vooral jongeren kijken niet meer lineair **Medialandschap in historisch perspectief: [online]** - Kijken = tv kijken netflix, disney+, streamz, vrtmax - Lezen = kranten en tijdschriften lezen via apps - luisteren = radio en muziek luisteren spotify, - Onafhankelijk van tijdstip en locatie - Interactief - Geen puur nationaal of Vlaams gegeven: moeilijk af te baken en te controleren - Online is een pullmedium ( jij selecteert zelf, pushmedium (klassieke media: zij selecteren voor jouw) - Sociale netwerken nemen belangrijke rol over **Les 7** **Nieuws en actualiteit** Nieuwsmedialandschap - Huidige nieuwslandschap kranten, radio en televisie - Nieuwsmedialandschap = kranten (papier, online & apps), radio, televisie, sociale media, podcast, onafhankelijk nieuwssites,... Wat is nieuws? - Actueel? - Belangrijke en relevant voor veel mensen - Van belang voor het publiek ( van het medium) - Bijzonder? gebeurt dit vaker of is het een - Afwisseling tussen goed/slecht? (slecht nieuws krijgt meestal voorrang) - Afstand tot onderwerp? is het onderwerp ver of dichtbij - Over belangrijk persoon? bekende persoon - Welke materiaal beschikbaar? beeld, video, foto - Niet alles is van toepassing op elk nieuwsbericht - Hoe meer criteria ja kan afvinken, hoe nieuwswaardiger het bericht is. - Komkommertijd maanden dat de meeste mensen op vakantie gaan minder groot nieuws "nieuws" is anders voor iedereen Nieuws is als een venster op de wereld Populairste nieuwsbronnen voor jongeren - Sociale media (74%) - Nieuwswebsites (50%) - Meldingen op smartphone (35%) - Zoekmachines (30%) - De nieuwswebsites als nieuwsbron neemt toe naarmate de jongeren ouder worden - Neemt leeftijd toe, dan neemt Facebook sterk toe, maar neemt TikTok sterk af - VRTnws wordt het meeste gevolgd door jongeren, gevolgd door HLN en Het nieuwsblad - Minder dan 1 op 10 leest regelmatig de papieren krant - Meeste interessante nieuwstypen zijn criminaliteit, maatschappelijke kwesties, cultuur. Lifestyle en sport scoren ook nog vrij hoog. - Politiek scoort lager dan de rest Hoe wordt nieuws gemaakt a. Selecteren Heel groot aanbod van nieuws/nieuwtjes/ informatie - Persagentschappen/ nieuwsagentschap: levert nationaal en internationaal nieuws aan nieuwsredacties (bv. Belga, AP, Reuters,...) - Persberichten: zijn hapklare informatie van bedrijven of organisaties, afkomstig van een professionele communicatie-afdeling - Bronnen van journalisten: is de verzamelnaam voor iedereen/alles die door een journalist wordt geraadpleegd voor nieuwsgaring - Andere media - Journalist maakt de selectie: wat is het meest **nieuwswaardig**? Selecteren: **OPGEPAST!!** - Persberichten soms letterlijk overgenomen door tijdsgebrek (te subjectief/luidste stem wordt meest gehoord/...) - Bepaalde bronnen te vaak aan bod (machtige positie/ makkelijk bereikbaar/ populariteit/...) - Overnemen van andere media: geen extra bron/ copy-paste Selecteren: In 2010 werden regels van de journalistieke beroepsethiek vastgelegd in 'Code van de Raad voor de Journalistiek' - Belang van bronvermelding - Verschillende standpunten aan bod - Duidelijke verschil tussen meningen en feiten b. Produceren - Na selectie bepaalt journalist de invalshoek ( nieuwsstuk met quotes, Q&A/interview, opinie, beschouwend stuk...) - Uitwerken van nieuws - Interview afnemen - EVT. ter plaatse gaan - Beeldmateriaal verzamelen (video, foto) -... - Verwerken tot eindproduct c. Verspreiden - Krant gedrukt - Nieuwsbericht online - Nieuwsuitzending gaat live - Bericht op sociale media gepost Kwaliteit vs. Populair Kwaliteitskrant - Feitelijke titels - Formele taal, langere zinnen en meer complexe opbouw - Meer ruimte voor analyses van de actualiteit, opinie en achtergrond bij een nieuwsfeit - Minimale aandacht voor amusementsnieuws (bv's, Hollywood sterren,... ) - Rustige opmaak met kleinere titels, minder fotomateriaal Kwaliteit vs. Populair: **OPGEPAST!!** - Het is geen strikte opdeling! - Populaire kranten behandelen ook 'serieus' politiek nieuws, internationale verhalen en analyses - Kwaliteitskranten zullen ook nieuws brengen over sterren als Taylor Swift of een titel met een woordmopje kiezen **Les 8** **Klassiek/geïntegreerd en Algoritmes** Het onderscheid tussen klassieke communicatie en geïntegreerde communicatie ligt in de manier waarop organisaties hun boodschap overbrengen naar hun publiek. Klassieke vs geïntegreerde communicatie a. **Hoe worden kanalen ingezet?** Restaurant X sociale media nieuwe menu Restaurant X website nog steeds oude menu b. ![](media/image12.png)**Hoe verloopt het verkeer** c. **Wat is de boodschap?** d. **Wat is de beste keuze?** Heeft klassieke communicatie dan wel voordelen? - Heel diverse doelgroep die ja via de verschillende media moet benaderen (met andere boodschap) - Product dat zowel jonge als oudere doelgroep aanspreekt: sociale media -- boodschap 1/ advertentie in krant -- boodschap 2 - Snel inspelen op een situatie - Een promotie snel in de kijker zetten via affiche, zonder een hele campagne uit te voeren Geïntegreerde communicatie krijgt vaak de voorkeur vanwege de consistente en samenhangende boodschap, maar klassieke communicatie heeft nog steeds voordelen in situaties waar flexibiliteit, snelheid, eenvoud en gerichte boodschappen belangrijke zijn. Niet enkel in reclame en advertenties! - Maar ook bv bij - Interne communicatie (verschillende afdelingen van een bedrijf die naar personeel communiceren) - PR - Klantenservice **Hoe komt deze informatie tot bij ons?** Ontvangen van informatie Actief zoeken vs passief ontvangen **Gevaar: filterbubbels door algoritmes** Ontvangen van informatie in filterbubbel is zowel actief als passief **Algoritmes** Een algoritme is een **stukje programmeertaal** dat bestaat uit een eindige **reeks instructies**, die naar een zeker **doel** toewerken - Dat doel kan bv zijn om mensen inhoud voor te schotelen die ze interessant zullen vinden in hun tijdlijn op sociale media Een algoritme is een wiskundige formule, die altijd **ontwikkeld** wordt **door mensen** en die op elk moment kan worden aangepast - Elke algoritme is anders - Het enige dat algoritmes met elkaar gemeen hebben, is dat ze vertrekken van een zekere input (bv. Een zoekopdracht) en steeds een doel hebben (bv. De beste zoekresultaten tonen). - Welke stappen ze volgen om dat doel te bereiken, houden bedrijven liever voor zich **We worden dagelijks met algoritmes geconfronteerd** - Slimme verkeerlichten - Busroutes die worden uitgestippeld - GPS (bv waze) - Spotify - Sociale media - Online shopping - Kandidaten selecteren bij sollicitaties **Algoritmes bepalen** - Welke info je te zien krijgt op je sociale media feed - Wie aan jou wordt voorgesteld 'als vriend' op facebook - Hoe spotify-lijsten worden opgesteld - Welke producten op Amazon of Bol.com aan jou worden voorgesteld ( mensen die dit product kochten, kochten ook....) **Risico's van algoritmes?** - Minder privacy ( jouw info nodig) - Verspreiding van nepnieuws - Eenzijdige info (cfr. Filterbubbel) - Vooroordelen en discriminatie **Filterbubbel** - Een filterbubbel is een bubbel van online informatie, die gefilterd is op basis van je individuele kenmerken, voorkeuren en eerdere zoekresultaten (aan de hand van algoritmes) - In een filterbubbel word je blootgesteld aan informatie, meningen en ideeën die overeenkomen met je eigen overtuigingen en interesses **Hoe werkt een filterbubbel** ![](media/image14.png) **Welke data gebruiken de algoritmes achter deze filterbubbel?** - Zoekgeschiedenis - Likes - Shares - Clicks - Demografische informatie **Waar zijn deze filterbubbels in actie?** - Sociale media - Zoekmachines - Streamingdiensten **Kan de filterbubbel gevaarlijk zijn?** - Gekleurde informatie (subjectief) - Eenzijdige informatie - Minder kans om kritisch te zijn **De filterbubbel doorprikken** - Zorg voor veel verschillende media - Gebruik onafhankelijke nieuwsmedia - Luister naar verschillende perspectieven - Surf anomie - Zet je cookies uit - Praat met anderen om andere visies te horen!! **Les 9** **Overtuigingstechnieken** Overtuigingsstrategieën zijn technieken of methoden die gebruikt worden om anderen te overtuigen van een bepaalde standpunt, idee of actie. Deze strategieën worden vaak toegepast in communicatie, marketing, onderhandelingen, en alledaagse interacties. **Ethos (Geloofwaardigheid)**: de geloofwaardigheid van de zender Hierbij draait het om de geloofwaardigheid van de spreker of afzender. Als iemand als betrouwbaar, deskundig of eerlijk wordt gezien, is de kans groter dat mensen zijn of haar boodschap accepteren. **Pathos (Emotie)**: emoties Deze strategie speelt in op de emoties van het publiek. Door gevoelens zoals angst, vreugde, verdriet, of woede op te roepen, kan de spreker mensen overtuigen om in actie te komen of een bepaald standpunt te ondersteunen. **Logos (Logica)**: feiten, gegevens, redeneringen Hierbij wordt gebruik gemaakt van rationele argumenten en logische redeneringen. Het draait om feiten, cijfers, en logische conclusies om het publiek te overtuigen. **Overtuigingsstrategieën/ argumentatie** 1. Afleiding Deze techniek houdt in dat de aandacht van het publiek wordt afgeleid van een belangrijk onderwerp of argument naar een minder relevant onderwerp, zodat het originele punt niet wordt besproken. 2. Cardstacking Hierbij wordt alleen bewijs gepresenteerd dat het eigen standpunt ondersteunt, terwijl tegenstrijdige informatie wordt weggelaten of geminimaliseerd. 3. Aperte bewering Dit is een directe en vaak ongenuanceerde bewering die zonder bewijs of argumentatie wordt gepresenteerd, waarbij men verwacht dat het publiek deze als waar aanneemt. 4. Bandwagon- of meezuigeffect Mensen worden aangemoedigd om een bepaald gedrag of standpunt te volgen omdat anderen dat ook doen; het idee is dat men niet achter wil blijven. 5. Etikettering en stereotypering Hierbij worden negatieve labels of stereotypen gebruikt om een individu of groep te categoriseren, waardoor hun standpunt minder geloofwaardig lijkt. 6. Belachelijk maken Deze techniek gebruikt spot of sarcasme om de tegenstander of diens argumenten te kleineren, waardoor hun standpunt minder serieus wordt genomen. 7. Testimonials Beroemdheden of andere invloedrijke personen worden ingezet om een product, dienst of idee te ondersteunen, waardoor mensen eerder geneigd zijn te volgen. 8. Herhaling De techniek van de kapotte grammofoonplaat. - Blijft hangen - Herkenbaar 9. Rationalisatie Proberen om onacceptabel gedrag te verklaren met rationele argumenten. 10. Retoriek Het gebruik van welsprekendheid en krachtige taal om een emotionele reactie op te roepen en mensen te overtuigen, vaak zonder dat er veel feitelijke inhoud wordt geboden. 11. Simplificatie Complexe problemen worden op een overdreven eenvoudige manier voorgesteld, vaak met het idee dat er een gemakkelijke oplossing is. 12. Zondebokmechanisme - Een ander de schuld geven en zo eigen tekortkomingen verdoezelen. - Persoon of specifieke groep krijgt schuld van alles. - Voorbeelden: - Nazi's over de Joden - Wie kreeg er de schuld van de coronacrisis? **Overtuigingsstrategieën van cialdini** En hun toepassing binnen online marketing: 1. Wederkerigheid Het wederkerigheidsprincipe in online marketing houdt in dat wanneer een bedrijf iets waardevols aan consumenten geeft, zoals een gratis product, dienst of nuttige informatie, de consumenten zich moreel verplicht voelen om iets terug te doen 2. Commitment & consistentie Mensen willen consistent zijn in hun gedrag en keuzes. Als iemand zich eenmaal heeft vastgelegd op een bepaalde mening of actie, is hij of zij eerder geneigd om verder gedrag in lijn daarmee te vertonen 3. Sociale bewijskracht Het principe van sociale bewijskracht is als volgt: als anderen iets doen dan is men sneller geneigd om dat ook te doen. - *Waar zit het verschil met bandwagoning/FOMO?* - Hier ga je ervan uit dat het goed zal zijn omdat anderen het ook doen. - Massa = ethos & logos - Bandwagoning/FOMO = pathos 4. Sympathie Mensen worden eerder overtuigd door mensen die ze aardig vinden. Factoren zoals fysieke aantrekkelijkheid, gemeenschappelijke interesses en sympathie spelen hierbij een rol. 5. Autoriteit Mensen zijn geneigd om te luisteren naar en te volgen wat experts of autoriteitsfiguren zeggen. 6. Schaarste Mensen hechten meer waarde aan dingen die schaars of beperkt beschikbaar zijn. 7. Eenheid Mensen zijn eerder geneigd om te luisteren naar en beïnvloed te worden door mensen waarmee ze zich identificeren of waarmee ze een gevoel van gemeenschap delen. - **Hoe meer je je onderdeel van een groep voelt, hoe meer je je laat beïnvloeden door die groep.** - Heel belangrijk hierbij: **ken je doelpubliek!** **Les 10** **Interculturele communicatie** **Wat is cultuur?** ![Afbeelding met tekst, schermopname, voedsel, persoon Automatisch gegenereerde beschrijving](media/image16.png) Afbeelding met tekst, natuur Automatisch gegenereerde beschrijving Elke cultuur kent bepaalde basiswaarden Basiswaarden 1. **Wat is de natuur van de mens?** - Culturen verschillen van elkaar in hun opvatting over de medemens. - Het is een **continuüm** tussen een negatieve grondhouding en een positieve grondhouding. Cultuur met negatieve grondhouding Cultuur met positieve grondhouding ------------------------------------------------------------ ------------------------------------------------------ Wantrouwt medemens Medemens heeft alleen het goede voor met de ander Controleert medemens Mens heeft zwakke punten, maar mens is in wezen goed Enkel als je de andere goed kent, neemt het vertrouwen toe Mensen zijn vaak zeer gesloten 'Toon je zwakke kant en je kunt misbruikt worden' 2. **Wat is de relatie van mens tot mens?** Vier fundamentele vragen van de mens op een rijtje: ------------------------------------------------------------------------------------ --------------------------------- Ontleent de mens zijn identiteit aan zichzelf of aan de groep waartoe hij behoort? Collectivisme vs individualisme Vindt de mens het normaal dat sommige mensen meer macht hebben dan andere? Machtsafstand/ hiërarchie Wordt het menselijk gedrag bepaald door regels of door relaties? Universalisme vs particularisme Tonen mensen hun emoties aan anderen of niet? Neutraal vs emotioneel **Collectivisme vs individualisme** Hoe mensen zichzelf definiëren en hun relatie met anderen ![](media/image18.png) **Machtsafstand/ hiërarchie** vindt de mens het normaal dat sommige mensen meer macht hebben dan andere? Culturen met **grote** machtsafstand: mensen vinden het normaal dat macht ongelijk verdeeld is Culturen met **kleine** machtsafstand: mensen vinden dat de ongelijkheid zo klein mogelijk moet zijn **Universalisme vs. particularisme** Wordt het menselijk gedrag bepaald door regels of door relaties? Particularisme Universalisme --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- --------------------------------------------------------------- Afhankelijk van de omstandigheden en de betrokken mensen beslis je of iets goed of slecht is. Alles wordt apart afgewogen Het staat vast voor de hele samenleving wat goed of slacht is **Neutraal vs. Emotioneel** Tonen mensen hun emoties aan anderen of niet? - Alle mensen hebben emoties, maar of en hoe je die emoties toont / mag tonen is cultuurafhankelijk. - Opnieuw een **continuüm** tussen neutraal en emotioneel. +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Neutraal | Emotioneel | +===================================+===================================+ | - Verstand houdt de emoties in | - Tonen van emoties is oké, ook | | bedwang. | in een professionele of | | | zakelijke context. Bv lachen | | - Het tonen van emoties (zeker | om je gesprekspartner, | | de negatieve emoties) is 'not | openlijk kwaad worden, | | done' in het openbaar | vergadering verlaten als je | | | het niet eens bent met een | | - Je hoort jezelf onder | beslissing | | controle te houden, verlies | | | van aanzien als dat niet lukt | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ 3. ![](media/image20.png)**Wat is de drijfveer van menselijk handelen?** 4. **Welke opvatting heeft de mens over de ruimte rond hem heen?** - Persoonlijke ruimte is de **mentale 'bubbel\'** van ruimte die iedereen om zich heen heeft en die niet ieder willekeurig persoon mag doorbreken. - Hoe zit dat bij jullie? - Wie mag dichter komen? - Wie moet op afstand blijven? - Hoe geef je dat aan?   Afbeelding met tekst, schets, illustratie, ontwerp Automatisch gegenereerde beschrijving **Er zijn ook onuitgesproken regels over de persoonlijke ruimte** - Persoonlijke ruimte gaat **niet enkel om afstand** tussen mensen, maar ook over **elkaar aanraken**. - **Hoe kleiner** de persoonlijke ruimte (binnen een cultuur), **hoe gepaster** het is om elkaar aan te raken.  ![Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, ontwerp Automatisch gegenereerde beschrijving](media/image22.png) **Specifieke culturen:** Strikte scheiding tussen zaken en privé In specifieke culturen lopen zaken en privé niet door elkaar, dus zakenpartners zijn niet geïnteresseerd in elkaars privéleven. **Diffuse culturen**: Twee kringen (zaken en privé) lopen door elkaar In diffuse culturen vindt men het erg belangrijk om de zakenpartner ook persoonlijk te leren kennen, om zo in te schatten of iemand betrouwbaar is (bv. eerst uitnodiging voor een etentje, pas erna de zakelijke bespreking) 5. **Welke tijdsoriëntatie heeft de mens?** **Monochronie vs. polychronie** Uit het Grieks: mono = één / poly = veel, chronos = tijd - **Monochronie**: één tijd / culturen waarin men het liefst één ding tegelijk doet - **Polychronie**: veel tijd / culturen waarin men vaak verschillende dingen tegelijk doet **Monochrone culturen:** - Eén ding tegelijk doen - \'Tijd kan je maar één keer gebruiken\' - Plannen en programma\'s zijn belangrijk - Liever niet gestoord worden - Stiptheid is belangrijk - \'Time is money\' **Polychrone culturen**: - Verschillende dingen tegelijk doen gaat prima - Tijd is hernieuwbaar - Onderbrekingen tijdens meeting of een onderonsje in vergaderingen zijn oké - Relaties met mensen zijn belangrijker dan stiptheid

Use Quizgecko on...
Browser
Browser