Sociale zekerheid en aanvullende pensioenopbouw PDF
Document Details
Uploaded by FancierChrysoprase933
Tags
Summary
This document discusses social security and additional pension schemes in Belgium. It includes details on the first, second, third, and fourth pension pillars, along with information for self-employed individuals. It also provides information on social security benefits such as illness and disability benefits, family allowances, and pension calculations. The document details income-based social contributions and related benefits.
Full Transcript
Sociale zekerheid en aanvullende pensioenopbouw 1ste, 2de, 3de en 4de pensioenpijler 1 1ste pijler 2de pijler 3de pijler 4de pijler Wettelijk Aanvullend Aanvullend Aanvullend pensioen pensioen:...
Sociale zekerheid en aanvullende pensioenopbouw 1ste, 2de, 3de en 4de pensioenpijler 1 1ste pijler 2de pijler 3de pijler 4de pijler Wettelijk Aanvullend Aanvullend Aanvullend pensioen pensioen: pensioen: pensioen: onderneming privé fiscaal niet-fiscaal Rust- en overlevings- VAPZ pensioen POZ Pensioensparen Vastgoed RIZIV Aandelen Gebaseerd op IPT Lange Obligaties het Groeps- termijnsparen Kasbon solidariteits- verzekering … principe VAPW Fiscale pijlers Niet-fiscale pijler 2 Zelfstandigen 3 Statuut loontrekkende Statuut zelfstandige Verdeling van de Geen verdeling van de bijdragelast bijdragelast Geen inkomensgrens Inkomensgrens Geen degressieve bijdragen Degressieve bijdragen Berekeningsgrondslag: Berekeningsgrondslag: brutoloon zonder inhouding belastbaar netto-inkomen Bijdragen dekken alle Bijdragen dekken beperkt sectoren aantal sectoren Mogelijkheid vrijstelling van betaling 4 ➔ Principe en modaliteiten Aansluiting bij sociaal verzekeringsfonds Een zelfstandige moet elk kwartaal sociale bijdragen betalen via een vervaldagbericht Kalenderjaar = vier trimesters Door te betalen ➔ recht op socialezekerheidsprestaties voor zelfstandigen o Ziekte- en invaliditeitsuitkeringen o Gezinsbijslag o Pensioen o Sociale verzekering bij faillissement (overbruggingsrecht) 5 Sociale bijdragen zelfstandigen in hoofdberoep (2024) Inkomensschijven* Sociale bijdragen € 0 tot € 16 861,46 20,50% van € 16 861,46 € 16 861,46 tot € 72 810,95 20,50% € 72 810,95 tot € 107 300,30 14,16% > € 107 300,30 0% *Beroepsinkomen = bruto beroepsinkomen min beroepskosten en eventuele beroepsverliezen (volgens fiscale wetgeving van 3 jaar geleden (dus 2021 voor 2024) Aangepast aan index consumptieprijzen: 1,18678260 6 Sociale zekerheidsprestaties Ziekte- en invaliditeitsverzekering Gezinsbijslag Werkloosheidsverzekering Jaarlijks verlof Arbeidsongevallen Beroepsziekten Pensioenen Overbruggingsrecht (‘faillissementsverzekering’) 7 Rustpensioen Overlevingspensioen Wettelijke ziekte- uitkering 8 Rustpensioen Overlevingspensioen Wettelijke ziekte- uitkering 9 ▪ Op basis van gepresteerde arbeid ▪ België: repartitiestelsel voor de eerste pijler ▪ Pensioen is een belastbaar vervangingsinkomen ▪ Rustpensioen = pensioen uitgekeerd door de overheid voor eigen gepresteerde arbeid ▪ Overlevingspensioen = pensioen uitgekeerd door de overheid voor gepresteerde arbeid van een overleden echtgenoot 10 Voorwaarden voor het verkrijgen van een rustpensioen Zelfstandigen 65 j. wanneer het pensioen daadwerkelijk en voor de eerste maal ingaat vóór 01/02/2025 66 j. wanneer het pensioen daadwerkelijk en ten vroegste voor de eerste maal Leeftijd ingaat op 01/02/2025 en ten laatste op 01/01/2030 67 j. wanneer het pensioen daadwerkelijk en ten vroegste voor de eerste maal ingaat op 01/02/2030 Globale 14 040 voltijdse dag equivalenten (VTE) of 45 jaar beroepsloopbaan Ingangsdatum De eerste van de maand volgend op de 65ste / 66ste / 67ste verjaardag Geen verplichting om op de wettelijke leeftijd met pensioen te gaan Nuttige link: Brochure Pensioen (rsvz.be) 11 Minimum- en maximumpensioen – loopbaan van 45 jaar: Gewaarborgd minimumpensioen Maximumpensioen Gezin € 2 172,49 € 2.589,19 € 1 738,54 Alleenstaande € 2 071,35 Gemiddeld uitgekeerd pensioen: Zuiver pensioen als Zuiver pensioen als werknemer Zuiver pensioen als ambtenaar zelfstandige € 891 € 1 363 € 2 978 Bron: Federale Pensioendienst - 2021 12 Welk budget is nodig tijdens het pensioen? Vaak gehoord: ‘als gepensioneerde kan ik het met veel minder stellen …’ Gemiddelde maandelijkse uitgaven +65 jaar → € 1.733 ▪ Sommige kosten vallen weg ‧ De kinderen zijn ‘afgestudeerd’ en ‘het huis uit’ ‧ De lening voor het huis is afbetaald, … ▪ Maar andere kosten komen erbij ‧ Voor de ‘jong’ gepensioneerde= meer tijd = meer uitgeven ‧ Alles moet voortaan zelf betaald worden Bron : Statbel, www.statbel.fgov.be (wagen, gsm, pc, …) ‧ Men wil kinderen en kleinkinderen verwennen ‧ Voor de oudere gepensioneerde: medische kosten, rust- en verzorgingstehuis, … 13 Hoeveel is nodig om dat verschil aan te vullen? € 1.000 / Beleggingsrendement maand1 vanaf 65 j tot… kans2 2% 3% 4% 5% … 80 jaar 75,03% 178.082 € 165.600 € 154.372 € 144.250 € … 90 jaar 41,33% 296.804 € 263.277 € 234.949 € 210.894 € … 100 jaar 8,74% 415.526 € 351.874 € 301.305 € 260.768 € … 110 jaar 0,15% 534.247 € 432.236 € 355.950 € 298.091 € ‘eeuwige rente’ 1.200.000 € 600.000 € 400.000 € Bron: Paul Van Eesbeeck – Tweedepijlerpensioenen zelfstandigen 1 Jaarlijks geïndexeerd aan 2% 2 Overlevingskans tot opgegeven leeftijd (sterftetabel ‘MR-5 = onderschatting?) 14 Rustpensioen Overlevingspensioen Wettelijke ziekte- uitkering 15 Omschrijving en doelgroep ▪ Het overlevingspensioen wordt berekend op basis van het pensioen van de overleden partner volgens het gezinspensioen. ‧ Overlevingspensioen = 80% van het gezinspensioen ▪ Enkel mogelijk voor gehuwde partners, niet voor feitelijk of wettelijk samenwonenden ▪Ten minste één jaar vóór het overlijden gehuwd zijn Uitzondering ‧ Kind uit het huwelijk geboren (kind geboren tijdens het huwelijk of kind geboren binnen de 300 dagen na het overlijden) ‧ Overlijden te wijten aan een ongeval na het huwelijk of aan een beroepsziekte ‧ Kind ten laste waarvoor één van de echtgenoten kinderbijslag ontving 16 Omschrijving en doelgroep ▪Langstlevende echtgenoot moet minimum 49,5 jaar zijn Uitzondering ‧ Overgangsuitkering 18, 36 of 48 maanden ▪Geen (vervangings)inkomsten genieten hoger dan de grenzen van toegelaten arbeid ▪ Wijzigingen ‧ 45j. > 50j. (2025) 17 Rustpensioen Overlevingspensioen Wettelijke ziekte- uitkering 18 Uitkering bij ziekte of invaliditeit 2024 (zelfstandige) Statuut Samenwonende Zelfstandige met Alleenstaande zelfstandige zonder gezinslast zelfstandige persoon ten laste Periode < 8 dagen Uitkering Geen Periode Primaire arbeidsongeschiktheid (> 8 dagen, vanaf de 1ste dag) Bruto daguitkering € 46,45 € 76,42 € 60,56 Periode Invaliditeit (na 1 jaar) Bruto daguitkering zonder € 46,45 € 76,42 € 60,56 stopzetting Bruto daguitkering met € 51,93 € 76,42 € 60,56 stopzetting 19 Voorbeeld Mijnheer Peeters is zelfstandige (verdient € 3000) en wegens zware rugproblemen volledig arbeidsongeschikt gedurende 18 maanden Hij is gehuwd, zijn echtgenote beschikt over een vast inkomen, en ze hebben geen kinderen meer ten laste Welke bruto wettelijke ziekte-uitkering kan hij genieten? Primaire arbeidsongeschiktheid: Forfaitaire uitkering = € 46,45 x 26 dagen = € 1 207,70 Invaliditeit: Forfaitaire uitkering zonder stopzetting = € 46,45 x 26 dagen = € 1 207,70 Forfaitaire uitkering met stopzetting = € 51,93 x 26 dagen = € 1 350,18 20 Uitkering bij ziekte of invaliditeit 2024 (zelfstandige) Voorbeeld 1 Persoon met gezinslast Primaire arbeidsongeschiktheid en invaliditeit Maandelijks inkomen Vervangingsinkomen Verschil € 2.500 € 1.986,92 - € 513,08 € 2.800 € 1.986,92 - € 813,08 € 3.000 € 1.986,92 - € 1.013,08 € 4.500 € 1.986,92 - € 2.513,08 21 Uitkering bij ziekte of invaliditeit 2024 (zelfstandige) Voorbeeld 2 Alleenstaande Primaire arbeidsongeschiktheid en invaliditeit Maandelijks inkomen Vervangingsinkomen Verschil € 2.500 € 1.574,56 - € 926,44 € 2.800 € 1.574,56 - € 1.225,44 € 3.000 € 1.574,56 - € 1.425,44 € 4.500 € 1.574,56 - € 2.925,44 22 Uitkering bij ziekte of invaliditeit 2024 (zelfstandige) Voorbeeld 3 Samenwonende – Invaliditeit met stopzetting Maandelijks inkomen Vervangingsinkomen Verschil € 2.500 € 1.350,18 - € 1,149,82 € 2.800 € 1.350,18 - € 1.449,82 € 3.000 € 1.350,18 - € 1.649,82 € 4.500 € 1.350,18 - € 3.149,82 23 Uitkering bij ziekte of invaliditeit 2024 (zelfstandige) Voorbeeld 4 Samenwonende – Invaliditeit zonder stopzetting Maandelijks inkomen Vervangingsinkomen Verschil € 2.500 € 1.207,70 - € 1.292,30 € 2.800 € 1.207,70 - € 1.592,30 € 3.000 € 1.207,70 - € 1.792,30 € 4.500 € 1.207,70 - € 3.292,30 24 1ste pijler 2de pijler 3de pijler 4de pijler Wettelijk Aanvullend Aanvullend Aanvullend pensioen pensioen: pensioen: pensioen: onderneming privé fiscaal niet-fiscaal Rust- en overlevings- VAPZ pensioen IPT Pensioensparen Vastgoed POZ Aandelen Gebaseerd op Groeps- Lange Obligaties het verzekering termijnsparen Kasbon solidariteits- VAPW … principe RIZIV Fiscale pijlers Niet-fiscale pijler 25 Fiscaal kader voor zelfstandigen (AJ 2025) Via de Als natuurlijk persoon onderneming Langetermijn- Pensioen- V.A.P.Z. P.O.Z. I.P.T. (Groep) Type Vrij Aanvullend Pensioen voor PensioenOvereenkomst voor Individuele pensioentoezegging (of sparen sparen Zelfstandige Zelfstandigen Groepsverzekering) Pijler 3e pijler 3e pijler 2e pijler 2e pijler 2e pijler 6% van NBI + Max. : € 1 020 1 à 8,17 % van NBI Aftrekbasis € 183,60 Grens: 80 %-regel Grens: 80 %-regel of € 1 310 max. : 3 965,77 Max. : € 2 450 Voordeel aan Voordeel in personen- Vennootschapsbelasting (of Voordeel aan Voordeel aan vast Aftrekvoet vast tarief 30 % belasting + sociale personenbelasting aan 30% vast tarief 30 % tarief 30 % of 25 % bijdragen voor persoonlijke bijdragen) Premietaks 2% 0% 0% 4,4% 4,4% Fiscaal voordeel Fiscaal voordeel = Afhankelijk van het € 3 045,39/jaar + POZ inkomen 26 Fiscaal kader voor zelfstandigen (AJ 2025) Via de Als natuurlijk persoon onderneming Langetermijn- Pensioen- V.A.P.Z. P.O.Z. I.P.T. (Groep) Type Vrij Aanvullend Pensioen voor PensioenOvereenkomst voor Individuele pensioentoezegging (of sparen sparen Zelfstandige Zelfstandigen Groepsverzekering) Fiscale lasten Belasting: fictieve Belasting evolueert van 20% Belasting: 10% Belasting: 8% op de rente 10% tot 10% afhankelijk van de WD vrijgesteld WD vrijgesteld uitkering WD vrijgesteld situatie Sociale lasten Solidariteitsbijdrage.: 0 -2% Solidariteitsbijdrage: 0 - 2% Solidariteitsbijdrage: 0 - 2% N.v.t. N.v.t. op uitkering Riziv-bijdrage: 3,55% Riziv-bijdrage: 3,55% Riziv-bijdrage: 3,55% Niet mogelijk vóór Niet mogelijk vóór Niet mogelijk vóór wettelijk Afkoop Ja, maar 33% Ja, maar 33% wettelijk pensien wettelijk pensioen pensioen Vastgoed- Neen Neen Voorschot mogelijk Voorschot mogelijk Voorschot mogelijk financiering Fiscaal voordeel Fiscaal voordeel = Afhankelijk van € 3 045,39/jaar + POZ het inkomen 27 I II III IV Wettelijk pensioen - Groepsverzekering - Pensioensparen - Fiscaal vrij sparen - VAPW - Levensverzekering - Vastgoed - (S)VAPZ -... - IPT - RIZIV - POZ -... 28 Tweede pijler VAPZ = Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen 29 Wie komt in aanmerking? ‣ Zelfstandigen met bijdragen hoofdberoep ‧ Zelfstandigen in hoofdberoep ‧ Zelfstandigen in bijberoep, zelfstandige helpers die sociale bijdragen van hoofdberoeper betalen → inkomen > € 16.861,46 (2024) ‧ Meewerkende echtgenoot/wettelijk samenwonende partner met ‘maxi-statuut’ (verplicht sinds 1.7.2005 voor meewerkende echtgenoot geboren na 1.1.1956) 30 Aard contract Verzekeraar → levensverzekering ‘VAPZ-pensioenkas’ (IBP of ‘instelling voor bedrijfspensionering’) → geen levensverzekering 31 Betaald door de zelfstandige (verzekeringsproduct) kapitaal + WD Individueel contract Verzekeraar Verzekeringsnemer Begunstigde premies 32 Structuur V.A.P.Z. (verzekeringsproduct) ‣ Verzekeringsnemer: zelfstandige ‣ Verzekerde: zelfstandige ‣ Begunstigde overlijden: vrij te bepalen ‣ Begunstigde leven: zelfstandige 33 Gewone pensioenovereenkomst ‣ Einddatum = pensionering ‧ Moment dat men wettelijk pensioen opneemt ‣ Geen afkoop mogelijk vóór pensioenleeftijd, tenzij ‧ Voorschotten, inpandgeving of toewijzing van de afkoopwaarde aan de wedersamenstelling van een hypothecair krediet voor onroerende goederen in de Europees Economische Ruimte (= mogelijkheid van vastgoedfinanciering) 34 Gewoon VAPZ 100% van de premie naar aanvullend pensioen Aanvullende waarborgen mogelijk, maar niet aftrekbaar in VAPZ (eventueel als beroepskost) Sociaal VAPZ 90% van de premie naar aanvullend pensioen 10% van de premie: solidariteitswaarborgen 35 Solidariteitsstelsel ‣ Moet gekoppeld zijn aan het gewone contract ‣ Uitkeringen moeten opgenomen zijn in een solidariteitsreglement ‣ Solidariteitsbijdragen = minstens 10 % van de premies voor het rustpensioen / overlevingspensioen 36 Solidariteitsstelsel ‣ Keuze uit een aantal uitkeringen ‧ Vrijstelling van premie in geval van ongeschiktheid/faillissement ‧ Vervangingsinkomen in geval van overlijden/invaliditeit ‧ Forfaitaire vergoeding in geval van ernstige ziekte/verlies van onafhankelijkheid ‧… ‣ Aftrekbare grens vermeerderd met 15 % (8,17 % x 1,15 = 9,40 %) 37 Rendementswaarborg ‣ 0% op het deel van de gestorte premies (kosten inbegrepen) vanaf 01/01/2004, na aftrek van de waarborg bij overlijden ‣ Voor rekening van de verzekeraar/pensioenkas 38 Mogelijke overdracht van een instelling naar een andere ‣ Niet voor VAPZ-reserves van premies van vóór 01/01/2004 (art. 52, 7° WIB geldt slechts voor contracten na 1/1/2004) ‣ Niet voor VAPZ-reserves van door het RIZIV gestorte premies 39 Premie VAPZ 40 Sociale bijdragen zelfstandigen in hoofdberoep (2024) Inkomensschijven Sociale bijdragen € 0 tot € 16.861,46 20,50% van € 16.861,46 € 16.861,46 tot 72.810,95 20,50% € 72.810,95 tot 107.300,30 14,16% > € 107.300,30 0% ‣ Beroepsinkomen ‧ Bruto beroepsinkomen min beroepskosten en eventuele beroepsverliezen (volgens fiscale wetgeving) ‧ van 3 jaar geleden (dus 2021 voor 2024) ‧ aangepast aan index consumptieprijzen: 1,18678260 41 Maximaal aftrekbare premie (2024) Gewone VAPZ: 8,17% van het beroepsinkomen Absoluut maximum: € 3 965,77 Sociale VAPZ : 9,40% van het beroepsinkomen Absoluut maximum: € 4 562,82 42 Voorbeeld Bruto-inkomen (jaar 2021) = € 30 000 Beroepskosten (jaar 2021) = € 7 500 Berekeningsbasis € 30 000 – € 7 500 = € 22 500 € 22 500 x 1,18678260 = € 26 702,61 Maximumbijdrage 2024 = € 26 702,61 x 8,17 % = € 2 181,60 43 Fiscaliteit 1. Fiscaal (en sociaal) voordeel 2. Taksen 3. Inhoudingen bij uitkering 4. Personenbelasting 44 1. Fiscaal (en sociaal) voordeel van de premie ‣ Aftrekbaar als aanvullende sociale bijdragen wanneer zelfstandige op 31/12 zijn sociale bijdragen betaald heeft ‧ Fiscaal voordeel aan de marginale aanslagvoet ‧ Vermindering van de grondslag van de sociale bijdragen (na 3 jaar) ‧ Aftrekvoorwaarden – Premies betaald op 31.12 – Sociale bijdragen betaald op 31.12 (attest sociale kas) 45 Betaling van de bijdragen ten laatste op 31/12 ‣ Geen terugwerkende kracht mogelijk ‣ Vrije splitsing ‧ Jaarlijks, zesmaandelijks, driemaandelijks of maandelijks ‣ Betalingsattest van de verzekeraar/pensioenkas 46 De fiscale administratie berekent het maximum op basis van ‣ Het attest van de sociale kas (betaling en grondslag van de sociale bijdragen) ‣ Het attest van de pensioeninstelling (totaal jaarlijks bedrag van de gestorte bijdragen) 47 2. Taksen ‣ Verzekeringsproduct ‧ Geen taks van 4,4% verschuldigd op de hoofdwaarborg ‧ 9,25% op de premies van de aanvullende waarborgen ‧ 9,25% winstdelingstaks 48 3. Fiscaal regime van de storting voor het pensioen ‣ Sociale bijdragen ‧ 3,55% RIZIV-bijdrage op bruto kapitaal (inclusief winstdeling) ‧ Solidariteitsbijdrage op bruto kapitaal (inclusief winstdeling) Kapitaal Uitkering bij leven Uitkering bij overlijden € 0 – € 2 478,94 0% 0% € 2 478,94 - € 24 789,35 1% 1% € 24 789,35 - € 74 358,05 2% 1% ≥ € 74 358,05 2% 2% 49 4. Fiscaal regime van de storting voor het pensioen ‣ Personenbelasting: stelsel van fictieve rente ‧ 1 % tot 5 % van kapitaal wordt progressief belast gedurende 10 of 13 j. indien uitkering: – Op normale einddatum contract (pensionering) – In één van de 5 jaar vóór die normale einddatum – Bij overlijden ‧ Winstdeling bij verzekeringsproduct vrijgesteld (maar reeds belast aan de bron aan 9,25%) ‧ Fictieve rente berekend op slechts 80 % van het pensioenkapitaal indien uitkering vanaf en beroepsactiviteit tot wettelijke pensioenleeftijd (Generatiepact) 50 Leeftijd op datum van uitkering Conversiepercentage Duur van de belasting 40 jaar en minder 1% 13 jaar 41 tot 45 jaar 1,5 % 13 jaar 46 tot 50 jaar 2% 13 jaar 51 tot 55 jaar 2,5 % 13 jaar 56 tot 58 jaar 3% 13 jaar 59 tot 60 jaar 3,5 % 13 jaar 61 tot 62 jaar 4% 13 jaar 63 tot 64 jaar 4,5 % 13 jaar 65 jaar en meer 5 % (of 4 % *) 10 jaar * Als leeftijd op einddatum = 65 jaar en stopzetting van de professionele activiteiten 51 Voorbeeld: Kapitaal verzekerd op 65 jaar van € 100 000 Belastbare rente (10 jaar): 5% op 80%* kapitaal = € 4.000 = 4%* op 100% kapitaal = € 4.000 * Als leeftijd op einddatum = 65 jaar en stopzetting van de professionele activiteiten 52 Fiscaal regime van de uitkering bij overlijden ‣ Idem fiscaal regime van de pensioenuitkering ‧ Successierechten/erfbelasting (progressieve tarieven) – Op netto-overlijdenskapitaal (incl. winstdeling) » Netto = na aftrek van sociale bijdragen en personenbelasting » Iedere begunstigde is successierechten/erfbelasting verschuldigd op zijn deel – In principe op helft netto-overlijdenskapitaal (incl. winstdeling) indien uitgekeerd aan overlevende echtgenoot met gemeenschap van goederen 53 Bedrijfsleiders Codes 1 405-50 / 2 405-20 54 Zelfstandigen zonder vennootschap Codes 1 632-17 / 2 632-84 55 ▪ Sinds 2018 kunnen ook de zelfstandigen met winsten hetzelfde kostenforfait als werknemers genieten (Wet van 26/3/18 en Circulaire 2019/C/5 van 8 februari 2019) ▪ Kostenforfait = 30% van het inkomen – max. € 5 750 (AJ 2025) In aanmerking te nemen ‘inkomen’: brutowinst na aftrek van de aankoopprijs van de verkochte handelsgoederen (= materiële goederen aangekocht om zonder of na lichte bewerking te worden verkocht) en van de grondstoffen (= aangekochte goederen om te verwerken in (half)fabricaten) en na aftrek van de sociale bijdragen (incl. vapz-bijdragen) Code 1600-49/2600-19: brutowinst na aftrek van de aankoopprijs van de verkochte handelsgoederen en van de grondstoffen + 2 codes 1632-17/2632-84 voor de sociale bijdragen 56 Vrije beroepen Code: 1 656-90 / 2 656-60 57 Meewerkende echtgeno(o)t(e) Codes: 1 451-04 / 2 451-71 58 RIZIV 59 RIZIV-contracten ‣ Doelgroep ‧ Voor de artsen, tandartsen, apothekers en kinesitherapeuten die volledig of gedeeltelijk tot de tariefovereenkomst met het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering toetreden ‣ Principe ‧ In ruil voor de conventie krijgen de medici een jaarlijkse vastgelegde RIZIV-tussenkomst ‧ RIZIV stort rechtstreeks aan een contract dat aan de voorwaarden voldoet ‧ Toelagen – Geneesheren: € 5 881,81 (100%), € 2 774,59 (50%) – Tandartsen: € 3 736,19 – Apothekers: € 3 582,59 (100%), € 2 686,91 (75%), € 1 791,30 (50%) – Kinesisten: € 3 629,78 (100%), € 2 053,20 (50%) 60 RIZIV-contracten ‣ Uitbreiding ‧ Zelfstandig verpleegkundige: € 629,35 ‧ Logopedist: € 1 510,44 of € 3 115,26 (afhankelijk van prestaties) ‧ Vroedvrouw: € 629,35 (afhankelijk van prestaties) ‣ Aanwending van de RIZIV tussenkomst ‧ Als aanvullend pensioen ‧ Als polis ‘gewaarborgd inkomen’ ‧… ‣ De betrokkene kan naast de RIZIV-overeenkomst ook een (gewoon of sociaal) VAPZ-contract afsluiten ‣ Fiscaliteit ‧ Geen fiscaliteit bij de stortingen ‧ Eindtaxatie aan fictieve rente 61 RIZIV-contracten ‣ ProGezondheid ‧ Portaal vervangt MyRiziv ‧ Via dit portaal kunnen individuele zorgverleners verschillende gegevens en documenten raadplegen en uitwisselen met het RIZIV 62 IPT = Individuele PensioenToezegging 63 Fiscaal kader voor zelfstandigen (AJ 2025) Via de Als natuurlijk persoon onderneming Langetermijn- Pensioen- V.A.P.Z. P.O.Z. I.P.T. (Groep) Type Vrij Aanvullend Pensioen voor PensioenOvereenkomst voor Individuele pensioentoezegging (of sparen sparen Zelfstandige Zelfstandigen Groepsverzekering) Pijler 3e pijler 3e pijler 2e pijler 2e pijler 2e pijler 6% van NBI + Max. : € 1 020 1 à 8,17 % van NBI Aftrekbasis € 183,60 Grens: 80 %-regel Grens: 80 %-regel of € 1 310 max. : 3 965,77 Max. : € 2 450 Voordeel aan Voordeel in personen- Vennootschapsbelasting (of Voordeel aan Voordeel aan vast Aftrekvoet vast tarief 30 % belasting + sociale personenbelasting aan 30% vast tarief 30 % tarief 30 % of 25 % bijdragen voor persoonlijke bijdragen) Premietaks 2% 0% 0% 4,4% 4,4% Fiscaal voordeel Fiscaal voordeel = Afhankelijk van het € 3 045,39/jaar + POZ inkomen 64 Fiscaal kader voor zelfstandigen (AJ 2025) Via de Als natuurlijk persoon onderneming Langetermijn- Pensioen- V.A.P.Z. P.O.Z. I.P.T. (Groep) Type Vrij Aanvullend Pensioen voor PensioenOvereenkomst voor Individuele pensioentoezegging (of sparen sparen Zelfstandige Zelfstandigen Groepsverzekering) Fiscale lasten Belasting: fictieve Belasting evolueert van 20% Belasting: 10% Belasting: 8% op de rente 10% tot 10% afhankelijk van de WD vrijgesteld WD vrijgesteld uitkering WD vrijgesteld situatie Sociale lasten Solidariteitsbijdrage.: 0 -2% Solidariteitsbijdrage: 0 - 2% Solidariteitsbijdrage: 0 - 2% N.v.t. N.v.t. op uitkering Riziv-bijdrage: 3,55% Riziv-bijdrage: 3,55% Riziv-bijdrage: 3,55% Niet mogelijk vóór Niet mogelijk vóór Niet mogelijk vóór wettelijk Afkoop Ja, maar 33% Ja, maar 33% wettelijk pensien wettelijk pensioen pensioen Vastgoed- Neen Neen Voorschot mogelijk Voorschot mogelijk Voorschot mogelijk financiering Fiscaal voordeel Fiscaal voordeel = Afhankelijk van € 3 045,39/jaar + POZ het inkomen 65 Kapitaal + WD PENSIOEN - OVEREENKOMST Vennootschap Verzekerings- Cliënt Werknemer of maatschappij zelfstandige = Werkgever bedrijfsleider Toelagen (+ Bijdragen) (Bijdragen) Verzekeringsnemer Verzekerde en begunstigde Structuur I.P.T. 66 Tot wie richt de I.P.T. zich? ‣ Zelfstandigen die werken onder vennootschapsvorm en werknemers Maximale aftrekbare premie ‣ De maximumpremie die de onderneming kan storten in het kader van een I.P.T.-contract wordt vastgelegd in functie van de 80% - regel 67 Wet van 28/04/2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen (WAP) ‣ “Wet Vandenbroucke” ‣ Twee delen ‧ Sociaal luik: sociaalrechterlijke bescherming verbonden aan de opbouw van aanvullende pensioenen (enkel van toepassing op werknemers, en dus niet op zelfstandigen) ‧ Fiscaal luik: fiscale bepalingen omtrent de pensioen- en overlijdensvoorzieningen voor werknemers en zelfstandige bedrijfsleiders ‣ Doel: democratisering van de aanvullende pensioenen 68 Algemene kenmerken I.P.T. ‣ Ontstaan 1.1.2004 in het kader van de WAP ‣ Extern karakter ‧ Individuele levensverzekering gesloten in rechtstreeks voordeel van bedrijfsleider (of nabestaanden) ‧ Verzekeraar keert pensioen rechtstreeks uit aan bedrijfsleider (of nabestaanden) ‣ Onvoorwaardelijk karakter ‧ Definitief verworven rechten, ook bij faillissement, ontslag… ‧ Rechten bij bedrijfsleider 69 IPT Vennootschap Levensverzekering Verzekeraar Tak 21 – Tak 23 Bedrijfsleider 45 Structuur Verzekeringsnemer: vennootschap (NV, BV…) Verzekerde: bedrijfsleider Begunstigde bij leven: bedrijfsleider Begunstigde bij overlijden: vrij te bepalen door de bedrijfsleider Duur overeenkomst: tot pensioenleeftijd 71 Individuele pensioentoezegging ‣ Beperktere voorwaarden bij een IPT voor zelfstandigen in vergelijking met een IPT voor loontrekkenden ‧ Reden: sociaal luik van de WAP geldt niet voor zelfstandigen 72 Individuele pensioentoezegging ‣ Voorwaarden loontrekkenden ‧ Occasioneel en niet-stelselmatig ‧ Aanvullend op een pensioenplan dat bestaat voor alle werknemers van de betrokken werkgever ‧ Kan niet toegestaan worden in de 36 maanden die het (brug)pensioen voorafgaan ‧ Externe financiering verplicht ‧ Jaarlijkse meldingsplicht in hoofde van de werkgever aan FSMA (met bewijs dat er een collectief pensioenplan aanwezig is) 73 Individuele pensioentoezegging ‣ Voorwaarden loontrekkenden ‧ De gestorte premie voor de financiering van de individuele pensioenovereenkomst zal slechts aftrekbaar zijn ten bedrage van maximum 2 970 EUR (AJ 2025) – Het gedeelte dat dit bedrag overschrijdt is niet aftrekbaar in hoofde van de werkgever – De werknemer daarentegen wordt op einddatum belast op de totaliteit, het gedeelte dat gefinancierd zou zijn door niet-aftrekbare premies inbegrepen 74 Strenge voorwaarden voor de werknemers gelden niet voor de zelfstandigen ‣ I.P.T is steeds toegelaten ‣ Geen beperking tot € 2 970 (AJ 2025) ‣ Mag ook in de laatste 3 jaar vóór pensionering ‣ Enige beperking: 80%-regel toegepast op de maandelijkse bezoldigingen ‣ Bijgevolg: indien geen maandelijkse bezoldigingen is er geen aanvullend pensioen mogelijk 75 ‣Vanaf 01/01/2013 zijn de toelagen niet langer aftrekbaar door de onderneming indien de inlichtingen i.v.m. IPT niet meegedeeld zijn aan de gegevensbank SIGeDIS 76 Gegevensbank – opbouw aanvullende pensioenen tweede pijler ‣ Oprichting nationale gegevensbank met informatie over de verschillende aanvullende pensioencontracten van de bevolking ‣ Databank met betrekking tot de aanvullende pensioenen opgericht ingevolge art. 305 en 306 van de Programmawet van 27/12/2006 ‣ DB2P = databank tweede pijler ‣ Databank wordt beheerd door vzw SIGeDIS 77 78 SIGeDIS 79 80 Voordeel van een IPT ten opzichte van een groepsverzekering ‣ Mogelijkheid om dezelfde voordelen te leveren als een groepsverzekering ‣ Voorwaarden van collectiviteit en eenvormigheid vervallen ‧ Uitkeren van een voordeel voor één bepaalde bedrijfsleider, en niet voor “alle huidige en toekomstige” ‧ Pensioenpakket op maat: zowel op gebied van waarborgen als op gebied van financiering 81 Fiscaal regime van de premies Premietaks: 4,4% op overlijden en pensioen Premietaks aanvullende waarborg arbeidsongeschiktheid: 9,25% Premies zijn vrijgesteld als loonbestanddeel bij bedrijfsleider indien regelmatig en maandelijkse bezoldiging Premies aftrekbaar voor vennootschap binnen ‘80%-grens’ 82 Fiscaal voordeel van de premie ‣ De premie is een aftrekbare beroepskost voor de vennootschap ‣ Voordeel = vennootschapsbelasting 25% of 20% (verlaagd tarief) 83 = 80%-grens Nog verzekerbaar Laatste loon kapitaal Andere tweede pijlerkapitalen Wettelijk Pensioen 84 Fiscaal regime van de pensioenuitkering ‣ Op einddatum, bij pensionering of bij overlijden ‧ Werkgeversgedeelte (toelage) – Aan 20% indien uitgekeerd vanaf 60 jaar – Aan 18% indien uitgekeerd vanaf 61 jaar – Aan 16,5% indien uitgekeerd vanaf 62 jaar – Aan 10% bij opneming van het kapitaal, ten vroegste bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd of (vanaf 1/1/19) een volledige loopbaan EN op voorwaarde dat de verkrijger tot die leeftijd effectief actief is gebleven + gemeentebelasting ‧ Werknemersgedeelte (bijdrage) ‧ 10% + gemeentebelasting 85 86 Parafiscaal Fiscaal Winst- Onbelast voor de deelname begunstigde 3,55% Riziv-inhouding 0-2% solidariteitsbijdrage 20% / 18% /16.5% op 60 jaar Gevormde 10% bij spaartegoed pensionering (indien effectief actief gebleven) 87 Voorbeeld Kapitaal Winstdeling Bruto 90 000,00 10 000,00 RIZIV bijdrage (3,55 %) (3 195,00) (355,00) Solidariteitsbijdrage (2 %) (1 800,00) (200,00) Belastbaar 85 005,00 9 445,00 Belastingen (10,70 %)(*) (9 905,54) - Netto 75 909,47 9 445,00 Globaal netto 85 354,47 (*) 10% (indien eindleeftijd 65 jaar) x (1 + 0,07) = 10,70% 0,07 = gemeentetaks 88 Afkoop van een IPT voor zelfstandigen/werknemers ‣ Niet mogelijk vóór pensioenleeftijd ‣ Voorschotten voor onroerend doel zijn mogelijk (wordt belast op einddatum) ‧ Voorschotten, inpandgave of toewijzing van de afkoopwaarde aan de wedersamenstelling van een hypothecair krediet voor onroerende goederen in de Europees Economische Ruimte (= mogelijkheid van vastgoedfinanciering) 89 Fiscaal regime van de uitkering bij overlijden ‣ Idem fiscaal regime van de pensioenuitkering ‧ Successierechten/erfbelasting (progressieve tarieven) – Op netto-overlijdenskapitaal (incl. winstdeling) » Netto = na aftrek van sociale bijdragen en personenbelasting » Iedere begunstigde is successierechten/erfbelasting verschuldigd op zijn deel – In principe op helft netto-overlijdenskapitaal (incl. winstdeling) indien uitgekeerd aan overlevende echtgenoot met gemeenschap van goederen 90 I.P.T. Premies vennootschap Storting Vennootschaps- Andere Personen- Andere belasting inhoudingen belasting inhoudingen Pensioen Aftrekbaar 4,4% taks 20% tot 10% RIZIV: (leven/ (leven: 80%- 3,55 % overlijden) regel) Solidariteit: 0 %-2 % Successie - rechten/ erfbelasting 91 Cumul is toegestaan (maar integratie VAPZ in 80%-regel) ‣ Voordelen VAPZ ‧ Fiscaal voordeel aan marginale aanslagvoet ‧ Voordeel sociale bijdragen ‧ Geen premietaks (4,4%) ‧ Eindbelasting volgens stelsel van fictieve rente en niet 20%/10% ‣ Voordelen IPT ‧ Hogere aftrekgrens (80%-regel) ‧ Mogelijkheid tot financiering backservice ‧ Tak 23 mogelijk 92 POZ = PensioenOvereenkomst voor Zelfstandigen 93 Aanvullende pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ) Nieuw aanvullend pensioen voor zelfstandigen zonder vennootschap: de POZ (Wet van 18/2/18) ▪ DOEL: zelfstandigenstatuut aantrekkelijker maken + ‘ veralgemening 2e pijler’ Wettelijk pensioen zelfstandige (1e pijler) + VAPZ (max. € 3 965,77/€ 4 562,82 – AJ 2025) = wettelijk pensioen WN Combinatie/cumulatie met VAPZ ▪ Vanaf 30 juni 2018 94 Nieuw: aanvullende pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ) ▪ Wie? Zelfstandigen actief als natuurlijk persoon, meewerkende echtgenoten (met maxistatuut) en helpers » +/- 432.500 zelfstandigen (in hoofd- en bijberoep) zonder vennootschap » Uitgesloten: zelfstandigen met ‘bezoldigingen’ als bedrijfsleider en zelfstandigen in bijberoep waarvan de ‘verschuldigde’ bijdragen lager zijn dan de minimumbijdrage in hoofdberoep (o.a. startende zelfstandige in bijberoep) 95 Nieuw: aanvullende pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ) ▪ Fiscaal luik (art. 34 §1 2°ter, 1451 1°bis, 1452 en 3/1, 171 1° j en 2° c WIB): » Bijdragen/premies onderworpen aan premietaks van 4,4% » Bijdragen/premies genieten federale belastingvermindering aan 30%. » Uitkering (inhouding solidariteitsbijdrage en RIZIV-bijdrage) op het ogenblik van de effectieve wettelijke (vervroegde) pensionering (of bij overlijden) wordt belast aan 10% 96 Om te kunnen genieten van een belastingvermindering van 30% moet worden voldaan aan de 80%-regel Let op! De 80% regel voor de POZ verschilt van die van de IPT! Bijdragen/premies onderworpen aan aangepaste 80%-regel ‧ Rekening houdend met het gemiddelde beroepsinkomen van de drie vorige jaren ‧ Backservice is enkel mogelijk voor de financiering van maximaal 10 jaren van beroepswerkzaamheid voorafgaand aan het sluiten van de POZ-overeenkomst (enkel terug tot 01/01/2018) Huidige mogelijkheden POZ V.A.P.Z. I.P.T. P.O.Z. Type Vrij Aanvullend Pensioen voor Individuele pensioentoezegging Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen Zelfstandige Pijler 2e pijler 2e pijler 2e pijler 1 à 8,17 % van NBI Aftrekbasis Grens: 80 %-regel Grens: 80 %-regel max. : € 3.965,77 Voordeel in personen- Aftrekvoet belasting + sociale Vennootschapsbelasting 30% (idem 3de pijler) bijdragen Sociale bijdrage als Voorwaarde Vennootschap Doel: alle zelfstandigen hoofdberoeper 98 Groepsverzekering 99 Structuur groepsverzekering Kapitaal + WD Pensioenreglement Vennootschap Directie, kader, Verzekerings- Cliënt loontrekkenden maatschappij = Werkgever = Werknemer Toelagen + Bijdragen Bijdragen Verzekerings- Aangeslotenen nemer Verzekerden Begunstigden 100 Groepsverzekering: bijdragen en toelagen vormen de reserve Reserve Uitgekeerde kapitaal Einddatum € € € € € € € € € € € € € € € € € tijd Fiscaliteit premies Fiscaliteit uitkering 101 Fiscaliteit van de premie ‣ Voor de werkgever (fiscaliteit toelage) ‣ Voor de werknemer (fiscaliteit bijdrage) ‣ Te betalen taksen op de premie Fiscaliteit van de uitkering ‣ Uitkering samengesteld door toelagen ‣ Uitkering samengesteld door bijdragen ‣ In te houden taksen op de uitkering 80% - regel 102 Fiscaliteit van de premie 103 Fiscaal voordeel van de toelagen betaald door de werkgever ‣ De premies zijn een aftrekbare beroepskost voor de werkgever indien: ‧ Definitief gestort ‧ Gestort aan een verzekeringsmaatschappij binnen de E.E.R. ‧ Gestort in uitvoering van een groepsverzekeringsreglement dat op een uniforme manier van toepassing is op alle leden van een categorie werknemers ‧ 80% - regel gerespecteerd ‧ Mededeling SIGeDIS ‣ Voordeel ‧ Vermindering aan vennootschapsbelasting 104 Fiscaal voordeel van de bijdragen betaald door de werknemer ‣ De premies geven recht op een belastingvermindering voor de aangeslotene indien: ‧ Definitief gestort ‧ Gestort aan een verzekeringsmaatschappij binnen de EER ‧ Gestort in uitvoering van een groepsverzekeringsreglement dat op een uniforme manier van toepassing is op alle leden van een categorie werknemers ‧ Door periodieke en verplichte afhouding van de werkgever op het loon ‣ Voordeel ‧ Belastingvermindering aan het vast tarief van 30% 105 Te betalen taksen op de premies ‣ Toelagen ‧ Premietaks = 4,4% ‧ Premietaks aanvullende waarborgen = 4,4% ‧ RSZ-bijdrage = 8,86% (enkel voor werknemers) ‧ Verschuldigd door de werkgever ‣ Bijdragen ‧ Premietaks = 4,4% ‧ Ingehouden door de werkgever op loon werknemer 106 Fiscaliteit van de uitkering 107 Moment taxatie ‣ Bij uitkering ‧ Uitkering op einddatum ‧ Uitkering bij overlijden ‧ Vervroegde uitkering (ten vroegste vanaf pensionering) Wat wordt belast? ‣ Contractueel berekend kapitaal ‣ Winstdeling is vrijgesteld van belastingen 108 Eenmalige taxatie ‣ Werkgeversgedeelte (toelage) ‧ Aan 20% indien uitgekeerd vanaf 60 jaar ‧ Aan 18% indien uitgekeerd vanaf 61 jaar ‧ Aan 16,5% indien uitgekeerd vanaf 62 jaar ‧ Aan 10% bij opneming van het kapitaal, ten vroegste bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd of (vanaf 1/1/19) een volledige loopbaan EN op voorwaarde dat de verkrijger tot die leeftijd effectief actief is gebleven + gemeentebelasting 109 Eenmalige taxatie ‣ Werknemersgedeelte (bijdrage) ‧ Kapitaal gevormd door bijdragen t.e.m. 31/12/1992 – 16,5% + gemeentebelasting (ook indien actief tot pensioenleeftijd) ‧ Kapitaal gevormd door bijdragen vanaf 1/1/1993 – 10% + gemeentebelasting 110 Eemalige taxatie ‣ Taxatie bij overlijden ‧ Werkgeversgedeelte (toelage) – 16,5% + gemeentebelasting – 10% bij overlijden na de wettelijke pensioenleeftijd, op voorwaarde beroepsactief tot wettelijke pensioenleeftijd ‧ Werknemersgedeelte (bijdrage) – Kapitaal gevormd door bijdragen t.e.m. 1992: 16,5% + GB – Kapitaal gevormd door bijdragen vanaf 1993: 10% + GB ‧ Successierechten/erfbelasting – Geen successierechten/erfbelasting indien het gaat om een wettelijke groepsverzekering voor loontrekkenden en de begunstigde: » Overlevende echtgeno(o)t(e) » De kinderen tot 21 jaar » Let op: geen gelijkschakeling overlevende echtgeno(o)t(e) met wettelijk samenwonende partner 111 Overzichtstabel fiscaliteit van de groepsverzekering TOELAGEN (WG) BIJDRAGEN (WN) TAKSEN Voordeel: Voordeel: Op toelagen: vennootschapsbelasting Vast tarief van 30% + GB * Premietaks = 4,4% * RSZ-bijdrage = 8,86% Voorwaarden: Premie Voorwaarden: 80% - regel Op bijdragen: 80% - regel Reglementair plan * Premietaks = 4,4% Reglementair plan Ingehouden door WG 20% indien uitgekeerd vanaf 60 jaar 18% indien uitgekeerd Uitkering op vanaf 61 jaar Taks = 16,5% + GB einddatum 16,5% indien uitgekeerd (kapitaal gevormd door RIZIV-bijdrage: 3,55% vanaf 62 jaar bijdragen tot 1992) 10% indien uitgekeerd Solidariteitsbijdrage: vanaf pensionering OF 0% - 2% Taks = 16,5% + GB Taks = 10% + GB Taks op winstdeling: (kapitaal gevormd door 9,25% bijdragen vanaf 1993) Uitkering bij overlijden Successierechten/erfbelasting? Niet indien uitkering aan echtgeno(o)t(e) of kinderen tot 21 jaar 80 % - regel 114 Basisprincipe ‣ 80% - regel = maximumgrens waarbij een groepsverzekering, IPT of POZ het recht op aftrek of belastingvermindering behoudt 115 De regel (art. 59 en art. 145 WIB) ‣ De premies genieten enkel van de fiscale voordelen indien ‧ de prestaties voor pensionering die ze voortbrengen in geval van leven, ‧ uitgedrukt in een jaarlijkse rente, en wettelijk pensioen inbegrepen, ‧ met uitsluiting van de individuele levensverzekering en het pensioensparen, ‧ niet meer bedragen dan 80% van de laatste normale bruto- jaarbezoldiging, ‧ rekening houdend met een normale duur van de beroepsactiviteit (40 jaar). 116 Kenmerken ‣ 80% - regel heeft alleen betrekking op uitkeringen bij leven, en niet bij overlijden ‣ “Laatste normale bruto jaarbezoldiging” ‧ Bezoldiging, vóór inhouding van sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing ‧ Bezoldiging van het laatste jaar vóór zijn pensioen waarin hij een normale beroepsactiviteit heeft gehad ‣ In de praktijk is de “laatste normale bruto jaarbezoldiging” niet gekend op het moment van het storten van de bijdragen en de toelagen ‣ Oplossing ‧ Werken met de bruto bezoldiging van het jaar van de premiestorting 117 Welke bezoldiging? ‣ Voor de loontrekkende ‧ De beperking van de 80%-regel wordt berekend op de normale bruto jaarlijkse bezoldiging ‧ De 13de en de 14de maand, het vakantiegeld, de normale boni, de voordelen van alle aard… kunnen in een normale bruto jaarlijkse bezoldiging inbegrepen zijn ‧ De occasionele of uitzonderlijke elementen van de bezoldiging maken er geen deel van uit 118 Welke bezoldiging? ‣ Voor de zelfstandige bedrijfsleider ‧ De enige bezoldigingen die in aanmerking komen – Regelmatig en ten minste één keer per maand toegekend – Vóór het einde van de belastbare periode tijdens dewelke de bezoldigde activiteit wordt uitgeoefend – Door het bedrijf in de resultaten van deze periode berekend ‧ Het regelmatig karakter van de bezoldigingen betekent dat het gelijk moet verspreid zijn over het jaar ‧ De eindejaarspremies, het vakantiegeld, enz. kunnen ook in aanmerking worden genomen voor zover ze overeenstemmen met wat men vindt bij de loontrekkenden 119 Welke bezoldiging? ‣ Voordelen alle aard ‧ De voordelen van alle aard kunnen in de refertebezoldiging opgenomen worden als ze een regelmatig en ten minste maandelijkse karakter hebben (vb. privégebruik van een bedrijfswagen, een onroerend goed dat ter beschikking wordt gesteld door de onderneming, enz...) ‧ De kilometervergoedingen voor verplaatsingen voor het bedrijf met de eigen wagen die voor rekening zijn van de onderneming zijn geen bezoldiging 120 Berekening ‣ De vaststelling van het maximaal te verzekeren kapitaal gebeurt in twee fasen ‧ Vaststelling van de maximaal te verzekeren jaarrente ‧ Vaststelling van het maximaal te verzekeren kapitaal 121 Vaststelling van de maximaal te verzekeren jaarrente ‣ Formule Jaarrente extra-wettelijk pensioen < (80% huidige jaarbezoldiging – wettelijk pensioen) x N/T ‣ Met ‧ Wettelijk pensioen = geraamd op (2024): ‧ Minimum wettelijk pensioen = € 20.862,51 ‧ Maximum wettelijk pensioen Werknemer : 50% van max. € 80.495,39 = € 40.247,69 Zelfstandige: o voor de jaren als zelfstandige vóór 2021: 25% van de maximum bezoldiging van € 88.169,23 = € 22.042,31 o voor de jaren als zelfstandige vanaf 2021 en voor de jaren als loontrekkende: 50% van de maximum bezoldiging van € 88.169,23 = € 44.247,69 122 Vaststelling van de maximaal te verzekeren jaarrente ‣ Wijzigingen ‧ Zelfstandige: geschat wettelijk pensioen 50% ‧ Retroactief: 2021 123 Vaststelling van de maximaal te verzekeren jaarrente ‣ Formule Jaarrente extra-wettelijk pensioen < (80% huidige jaarbezoldiging – wettelijk pensioen) x N/T ‣ Met ‧ N = totaal aantal gepresteerde en te presteren jaren tot aan de pensioenleeftijd – n1 = aantal jaren van een vroeger, elders, werkelijk uitgeoefende beroepsactiviteit Dit is beperkt tot maximaal 10 jaar – n2 = aantal gepresteerde jaren binnen de onderneming – n3 = aantal jaren te presteren tot de eindleeftijd ‧ n1 + n2 + n3 = maximaal 40 124 Vaststelling van de maximaal te verzekeren jaarrente ‣ Backservice ‧ Effectief gepresteerde aantal jaren buiten het bedrijf (maximaal 10 jaar) of binnen het bedrijf vóór de inrichting van het tweede pijlercontract kunnen in overweging worden genomen ‧ Erkenning van de backservice moet in de bijzondere voorwaarden voorzien worden gelijkmatige toepassing voor alle aangeslotenen behorend tot de betreffende categorie ‧ Financiering in periodieke premies of in eenmalige premie 125 Vaststelling van de maximaal te verzekeren jaarrente ‣ Formule Jaarrente extra-wettelijk pensioen < (80% huidige jaarbezoldiging – wettelijk pensioen) x N/T ‣ Met ‧ T = normale looptijd beroepsactiviteit – Meestal gelijk aan 40 jaar – Uitzondering: bv. beroepssporters ‧ N/T is bijgevolg maximaal gelijk aan 1 126 Vaststelling van de maximaal te verzekeren kapitaal ‣ Formule Kapitaal extra-wettelijk pensioen < Jaarrente x omzettingscoëfficiënt (1 + winstdeling) ‣ Met ‧ Omzettingscoëfficiënt – Techniek om rente om te zetten in kapitaal – Coëfficiënt is afhankelijk van de eindleeftijd en van de burgerlijke staat ‧ Rekening houden met – Indexatie van de jaarrente aan 2% – Overdracht van de uitkering naar de langstlevende partner van maximaal 80% 127 Vaststelling van het maximaal te verzekeren kapitaal ‣ Omzettingscoëfficiënt Gehuwd/wettelijk Alleenstaand samenwonend Leeftijd Geen indexering Indexering 2 % Geen indexering Indexering 2 % bij Geen overdracht Geen overdracht Overdracht 80 % Overdracht 80 % uitkering 60 jaar 12,9130 15,6389 14,8470 18,3749 61 jaar 12,6137 15,1980 14,5651 17,9277 62 jaar 12,3100 14,7559 14,2754 17,4763 63 jaar 12,0023 14,3133 13,9810 17,0209 64 jaar 11,6908 13,8705 13,6791 16,5621 65 jaar 11,3761 13,4282 13,3711 16,1004 128 Vaststelling van het maximaal te verzekeren kapitaal ‣ Formule Kapitaal extra-wettelijk pensioen < Jaarrente x omzettingscoëfficiënt (1 + winstdeling) ‣ Met winstdeling ‧ Forfaitair geschat op 20 % van het maximaal te verzekeren kapitaal ‧ Dus maximaal kapitaal = (jaarrente x coëfficiënt) / 1,20 129 Indien 80%-regel niet voldaan ‣ Indien uit een dergelijke berekening zou blijken dat de 80% regel op gegeven moment niet meer in orde is ‧ Premie beperkt tot het maximum ‣ Indien in het verleden een premie zou betaald zijn die hoger was dan de 80% regel (bijvoorbeeld omdat er geen berekening gebeurde) ‧ Excedent niet meer aftrekbaar voor de vennootschap ‧ Werknemer heeft geen recht meer op belastingvermindering op zijn bijdragen ‧ Taxatie blijft verplicht op het volledige uitkering 130 Fiscale hervorming (voorstel!) - De minister wenst een fiscaal stelsel dat volledig gebaseerd is op de bruto jaarbezoldigingen van het jaar zelf - Tot een jaarbezoldiging aan het loonplafond (vandaag ongeveer 71.000 euro per jaar) zou maximaal 12% van het loon kunnen worden gestort - Voor het loon boven het plafond zou een grens van 32% van het loon gelden - Neveneffecten 131 Bijzondere sociale bijdrage op ‘hoge’ pensioenpremies (Wijninckx-bijdrage) ‣ Programmawet 22/06/2012 ‧ Regering besliste om het tarief van de Wijninckx-bijdrage op te trekken van 1,5% naar 3% in 2018 ‧ Pensioenhervorming: 6% vanaf 2028 132 ‣ Programmawet 22/06/2012: stelsel na 01/01/2019 3% 133 pensioenlimiet CPT CPT IPT VAPW Contractu- POZ (IPT) elen (CPT) VAPZ RIZIV = nog op te bouwen werknemer = 2de pijler zelfstandige = 1ste pijler bis = 1ste pijler 134 Fiscaliteit Derde pensioenpijler 135 I II III IV Wettelijk pensioen - Groepsverzekering - Pensioensparen - Fiscaal vrij sparen - VAPW - Levensverzekering - Vastgoed - (S)VAPZ -... - IPT - RIZIV - POZ -... 136 Langetermijnsparen 137 De premies van een individuele levensverzekering komen onder bepaalde voorwaarden in aanmerking voor belastingvermindering De uitkering van een individuele levensverzekering wordt integraal belast zodra voor één premie belastingvoordeel werd bekomen (art. 1451 2° en 3° en 1454-5 WIB) 138 Wie kan een individuele levensverzekering (met fiscaal voordeel) afsluiten? Elke belastingplichtige die aan de personenbelasting onderworpen beroepsinkomsten heeft die gezamenlijk belastbaar zijn Voorwaarden belastingvermindering (art. 1451 2° en 1454 WIB): Het contract is aangegaan vóór de leeftijd van 65 jaar Er bestaat geen wettelijke minimumleeftijd 65 jaar zowel voor mannen als vrouwen Het contract is aangegaan bij een in de EER gevestigde instelling 139 De duur van het contract bedraagt minimum 10 jaar (wanneer het voorziet in voordelen bij leven) De premie moet tijdens het belastbaar tijdperk worden betaald De voordelen bij leven van het contract moeten bedongen zijn ten gunste van de verzekeringsnemer zelf vanaf de leeftijd van 65 jaar Verzekeringsnemer = verzekerde = begunstigde bij leven De voordelen bij overlijden van het contract moeten bedongen zijn ten gunste van: de echtgenoot, de wettelijk samenwonende partner of een bloedverwant t.e.m. de 2e graad 140 Bedrag van de belastingvermindering ‣ Maximumbedrag van de levensverzekeringspremies dat recht geeft op een belastingvermindering is gebaseerd op de netto beroepsinkomsten ‣ Aanslagjaar 2025 (federale korf) ‧ 15% van de inkomsten tot € 2 040 (hetzij € 306) + 6% van het saldo van de inkomsten ‧ Absoluut plafond: € 2 450 141 - De regering-De Croo schrapt de indexering van een aantal belastingverminderingen (inkomsten 2020, aanslagjaar 2021) - Pas vanaf het inkomstenjaar 2024 worden ze weer aangepast - De opbrengst ervan moet onder meer de factuur van de gezondheidscrisis helpen betalen - Langetermijnsparen: € 2 390 > € 2 350 (AJ 2022 – AJ 2024) - Pensioensparen geen aanpassing (wel bevriezing op € 990 voor AJ 2022 – AJ 2024) 142 143 144 Voorbeeld ‣ Karel Peeters heeft een netto belastbaar beroepsinkomen van € 25 000/jaar. Hij zal een verzekeringscontract kunnen aangaan dat voor AJ 2025 recht geeft op een belastingvermindering met een maximumpremie van: ‧ 15% van de inkomsten tot € 2 040 (306) + 6% van het saldo van de inkomsten: € 25 000 – 2 040 = € 22 960 ‧ 6% x € 22 960= 1 377,60 ‧ Totaal = € 306 + 1 377,60 = 1 683,60 145 Alternatieve methode ‣ € 183,60 + 6% van de inkomsten ‣ Absoluut plafond: € 2 450 (AJ 2025) Voorbeeld ‣ € 183,60 + 6% van € 25 000 = € 1 683,60 146 Absoluut plafond = € 2 450 ‣ Incl. vastgoedfiscaliteit (behalve eigen woning vanaf 2016) ‣ Per echtgenoot/wettelijke samenwonende ‣ Plafond wordt bereikt bij een netto belastbaar beroepsinkomen = € 37 773 Cumulatie mogelijk met: ‣ Pensioensparen, VAPZ, POZ, groepsverzekering, VAPW, RIZIV, IPT, hypothecaire lening 147 Sinds aanslagjaar 2013 bedraagt de ‘belastingvermindering voor het langetermijnsparen’ 30% Het betreft een verrekenbare, maar niet-terugbetaalbare vermindering Het is belangrijk dat je belastingen betaalt om belastingvermindering te genieten Niet: bv. vervangingsinkomen en vier kinderen ten laste, werken in buitenland… 148 Voorbeeld Netto belastbaar beroepsinkomen bedraagt 45 000 euro Max. langetermijnsparen: 15% van 2 040 euro = 306 euro + 6% van het saldo: 45 000 euro – 2 040 euro = 42 960 euro 6% x 42 960 euro = 2 577,60 euro Totaal: 2 883,60 maar max. = 2 450 euro! Cliënt stort 2 450 euro in een langetermijnspaarcontract Fiscaal voordeel: 30% + gemeentebelasting Stel gemeentebelasting = 6,5% 0.30*0.065=0.0195 Fiscaal voordeel: 31,95% Voordeel: 2 450 euro x 31,95% = 782,78 euro = Belastingvermindering! Werkelijke kost: 2 450 – 782,78 = 1 667,22 euro 149 Belasting op de uitkering Indien het fiscaal voordeel op de premie minstens eenmaal effectief werd toegepast, wordt de uitkering integraal belast 150 Aanslagstelsel langetermijnsparen ‣ Belastbare prestatie indien premies (of een deel ervan) fiscale voordelen hebben genoten ‣ Belastbare bedrag ‧ Het overeengekomen kapitaal (contractueel kapitaal of afkoopwaarde) ‧ Wordt berekend door alle gedane premiebetalingen te kapitaliseren tegen de overeengekomen gegarandeerde rentevoet ‣ Gevolg van deze berekening ‧ Winstdeling is steeds vrijgesteld van belastingen ‣ Tak 23: reserve (verzekeringsbeleggingsfondsen) 151 De uitkering van een individuele levensverzekering vereffend n.a.v. ▪de pensionering op normale datum (wettelijke of statutaire pensioenleeftijd) of in één van de vijf jaren die daaraan voorafgaan ▪ het overlijden worden belast tegen een aanslagvoet van 10% (art. 171 2° d WIB) Wordt het kapitaal op een ander tijdstip uitgekeerd, is de aanslagvoet van 33% / marginaal tarief van toepassing naargelang de uitkering wordt gevormd met premies gestort vanaf / vóór 1992 (art. 171 1° f WIB) 152 Deze bevrijdende taks wordt geheven op het moment dat de verzekeringsnemer de leeftijd van 60 jaar bereikt Uitzondering: Contracten gesloten vanaf 55 jaar: taks wordt gevestigd op de 10e verjaardag van het contract 153 Anticipatieve taks: voorbeeld ‣ Verzekeringsnemer Jan (= verzekerde) sluit op zijn 25e een langetermijnspaarcontract af voor 40 jaar ‣ 4 jaar vóór de einddatum koopt Jan zijn contract af ‣ Verschuldigde taks ‧ Contract met prestaties die uitgekeerd worden na 60 jaar → anticipatieve taks van toepassing ‧ Moment van taxatie: contract afgesloten vóór 55e verjaardag → taxatie op 60e verjaardag – Taxatie is bevrijdend dus geen bijkomende taxatie bij de afkoop ‧ Taxatievoet: 10% op de samengestelde reserve op 60 jaar, berekend op basis van de gegarandeerde rentevoet (winstdeling vrijgesteld) of spaartegoed in Tak 23 – Er wordt geen gemeentebelasting aangerekend 154 Leeftijd bij Leeftijd bij Taxatie aanvang uitkering TLTS op 60 Vanaf 60 jaar 10% jaar Vóór 60 jaar + Vóór 55 jaar PB 10% toegelaten tijdstip Vóór 60 jaar + 33% en/of PB ongunstig tijdstip marginaal tarief TLTS na 10 Vanaf 65 jaar 10% jaar Vanaf 60 jaar + TLTS 10% toegelaten tijdstip Vanaf 55 jaar Vanaf 60 jaar + TLTS 33% ongunstig tijdstip 33% en/of Vóór 60 jaar PB marginaal tarief 155 De fictiebepaling het Wetboek van Successierechten en VCF bepaalt dat de uitgekeerde kapitalen bij overlijden van levensverzekeringcontracten onderworpen zijn aan de successierechten/erfbelasting (beding ten behoeve van een derde) 156 Formaliteiten ‣ Verzekeringsmaatschappij levert attest af dat contract aan de voorwaarden voldoet: fiscaal attest (bij de onderschrijving) = conformiteitsattest ‣ Attest van betaling van de premies (jaarlijks fiscaal attest) 157 Aangifte Belastingaangifte: vak IX, II, B, 5 Code 1353/2353 158 159 Geen recht op belastingvermindering ‣ Premies aanvullende verzekeringen ‣ Verzekeringen ‘begrafeniskosten’ ‧ Behalve indien er een betaling van een forfaitair bedrag bij overlijden wordt voorzien Overdracht van de reserve ‣ Wordt steeds aanzien als afkoop → belast 160 Langetermijnsparen Combinatie van federale en gewestelijke voordelen hypothecair krediet – opportuniteit voor het ‘federaal’ LT-sparen ‣ Berekening federale fiscale korf (AJ 2025: 6% van het NBI + € 183,60 met een max. van € 2 450 verminderd met het basisbedrag van de woonbonus (zonder rekening te houden met de verhogingen) ‣ Maar geen koppeling met … ‧ VL (aj 2017): ‘Geïntegreerde woonbonus’ ‧ WAL (aj. 2017): ‘Chèque Habitat’ ‧ BR (aj. 2018): ‘Verhoogd abattement’ 161 Langetermijnsparen De Vlaamse woonbonus I ▪ Kapitaalaflossingen en intresten van hypothecaire leningen en premies van individuele levensverzekeringen gesloten van 2005 tot en met 2014 die in aanmerking komen voor de ‘gewestelijke woonbonus’: Basisbedrag: € 2 280 + verhogingen: € 760 en € 80 (max. € 3040 of € 3120) per belastingplichtige (art. 145/37 en 38 WIB92) Belastingvermindering tegen marginaal tarief (30-50%) Bijna geen marge voor langetermijnsparen Koppeling met de federale fiscale korf langetermijnsparen (art. 145/6 WIB92) – max. € 2 450 (aj. 2025) ten belope van het basisbedrag Marge in 2024: 2 450 euro – 2 280 euro = 170 euro 162 Langetermijnsparen De Vlaamse woonbonus II ▪ Kapitaalaflossingen en intresten van hypothecaire leningen en premies van individuele levensverzekeringen gesloten in 2015 die in aanmerking komen voor de ‘gewestelijke woonbonus’: Basisbedrag: € 1 520 + verhogingen: € 760 en € 80 (max. € 2280 of € 2360) per belastingplichtige (art. 145/37 en 38 WIB92) Tarief belastingvermindering: 40% Koppeling met de federale fiscale korf langetermijnsparen (art. 145/6 WIB92) – max. € 2 450 (aj. 2025) ten belope van het ‘beperkte’ basisbedrag Marge in 2024: 2 450 euro – 1 520 euro = 930 euro 0 euro 163 Langetermijnsparen De Vlaamse woonbonus III ▪ Kapitaalaflossingen en intresten van hypothecaire leningen en premies van individuele levensverzekeringen gesloten van 2016 tot 2019 die in aanmerking komen voor de ‘geïntegreerde woonbonus’: Basisbedrag: € 1 520 + verhogingen: € 760 en € 80 (max. € 2280 of € 2360) per belastingplichtige (art. 145/37 en 38 WIB92) Tarief belastingvermindering: 40% Geen koppeling met de federale fiscale korf langetermijnsparen (art. 145/6 WIB92) Marge in 2024: 2 450 euro – 0 euro = 2 450 euro 90 euro 164 CUMULBEPERKING: Na aftrek van het basisbedrag van de belastingvermindering voor de eigen woning - Belastingvermindering aan (woonbonus) 30% Dit hangt af van gewest tot - EUR 2.040 x 15% + 6% van gewest! het saldo van het netto belastbaar beroepsinkomen - Of EUR 183,60 + 6% van het netto belastbaar beroepsinkomen - Vlaams Gewest: Geïntegreerde - Max EUR 2.450 (AJ 2025) woonbonus kan gecombineerd worden (leningen vanaf 1 januari 2016 tot 31 december 2019) - Waals Gewest: Chèque habitat kan gecombineerd worden (leningen vanaf 1 januari 2016) - Brussels Gewest: geen woonbonus meer voor leningen vanaf 1 januari 2017 165 Langetermijnsparen Premies schuldsaldoverzekering kunnen in aanmerking voor federale belastingvermindering langetermijnsparen voor zover ze betrekking hebben op een niet-eigen woning Dus: Tweede woning, deel woning verhuurd aan de eigen vennootschap, deel woning zelf beroepsmatig gebruikt, grond, magazijn. Wanneer bekijken? Op datum van betaling van de uitgave! Dit werd afgeschaft voor leningen aangegaan vanaf 1 januari 2024 166 Pensioensparen 167 ‘Het Pensioensparen’ bestaat sinds 1986 (ingevoerd bij KB van 22 december 1986, art. 1451 5° en 1458-16 WIB) DOEL Steun voor de Belgische en (sinds 1 april 2004) Europese economie (via beleggingsregels) Op een fiscaal aantrekkelijke manier een aanvullend pensioen opbouwen 168 Doelstelling ‣ Wettelijk pensioen aanvullen voor zichzelf of voor zijn nabestaanden → Fiscaal voordeel ‣ Voordelige belastingheffing na verstrijken van termijn Ontstaan ‣ 1986 – regering Martens ‣ Opvolger van de wetgeving «Declercq/Cooreman» (werkgeversaandelen) 169 Een individuele pensioenspaarrekening geopend bij een financiële instelling De rekeninghouder staat zelf in voor het beheer Een collectieve pensioenspaarrekening geopend bij een financiële instelling Het beheer gebeurt door financiële instelling (beheersmaatschappij) Erkenning via Ministerieel Besluit, bekend gemaakt in het BS Een pensioenspaarverzekering afgesloten bij een verzekeringsmaatschappij Klassieke en universal life Tak 21 Tak 23 (PV nr. 144 van 14 januari 2009) 170 Sinds 1 april 2004 moeten de premies/stortingen worden belegd in (art. 14511-13 WIB en art. 637 §4 KB/WIB): ▪ max. 20% in een andere munt dan de euro ▪ max. 75% in obligaties, hypothecaire leningen en gelddeposito’s (waarvan max. 40% uitgegeven door een lidstaat of een vennootschap die niet behoort tot de EER) ▪ max. 75% in aandelen (waarvan max. 20% in aandelen van vennootschappen die niet in de EER gelegen zijn) ▪ max. 10% in contanten in euro 171 ▪ Wie? een rijksinwoner of (sinds 2006) een inwoner van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte ▪ Wanneer? vanaf de leeftijd van 18 jaar en vóór de leeftijd van 65 jaar (storting moet gebeuren t.e.m. het jaar waarin men 64 jaar wordt) 172 Voorwaarden voor belastingvermindering (art. 1458-9 WIB): ▪ De premie moet definitief in EER worden betaald De rekening of verzekering moet zijn aangegaan bij een in EER gevestigde instelling ▪ De premie moet tijdens het belastbaar tijdperk worden betaald Contracten afsluiten met terugwerkende kracht is niet toegelaten ▪ De looptijd van het contract bedraagt tenminste 10 jaar 173 ▪ De voordelen bij leven bij het aangaan van het verzekeringscontract bedongen zijn ten gunste van de verzekeringsnemer zelf ▪ De voordelen bij overlijden bij het aangaan van het verzekeringscontract bedongen zijn ten gunste van: de echtgenoot, de wettelijk samenwonende partner of een bloedverwant t.e.m. de 2e graad 174 Maximum forfaitair bedrag (per aanslagperiode en per persoon) ‣ Aanslagjaar 2005 (inkomsten 2004) : € 610,00 ‣ Aanslagjaar 2006 (inkomsten 2005) : € 780,00 ‣ Aanslagjaar 2007 (inkomsten 2006) : € 800,00 ‣ Aanslagjaar 2008 (inkomsten 2007) : € 810,00 ‣ Aanslagjaar 2009 (inkomsten 2008) : € 830,00 ‣ Aanslagjaar 2010 (inkomsten 2009) : € 870,00 ‣ Aanslagjaar 2011 (inkomsten 2010) : € 870,00 ‣ Aanslagjaar 2012 (inkomsten 2011) : € 880,00 ‣ Aanslagjaar 2013 (inkomsten 2012) : € 910,00 ‣ Aanslagjaar 2014 (inkomsten 2013) : € 940,00 ‣ Aanslagjaar 2015 (inkomsten 2014) : € 940,00 ‣ Aanslagjaar 2016 (inkomsten 2015) : € 940,00 ‣ Aanslagjaar 2017 (inkomsten 2016) : € 940,00 ‣ Aanslagjaar 2018 (inkomsten 2017) : € 940,00 ‣ Aanslagjaar 2019 (inkomsten 2018) : € 960,00 ‣ Aanslagjaar 2020 (inkomsten 2019) : € 980,00 ‣ Aanslagjaar 2021 (inkomsten 2020) : € 990,00 ‣ Aanslagjaar 2022 (inkomsten 2021) : € 990,00 ‣ Aanslagjaar 2023 (inkomsten 2022) : € 990,00 ‣ Aanslagjaar 2024 (inkomsten 2023) : € 990,00 ‣ Aanslagjaar 2025 (inkomsten 2024) : € 1 020,00 175 Het bedrag dat voor vermindering in aanmerking komt, is beperkt tot € 1 020 (AJ 2025) per belastingplichtige Per belastbaar tijdperk komt slechts één storting verricht op één spaarrekening of spaarverzekering in aanmerking (art. 1458 WIB) 176 Sinds aanslagjaar 2013 bedraagt de ‘belastingvermindering voor het langetermijnsparen’ 30% Het betreft een verrekenbare, maar niet-terugbetaalbare vermindering Pensioensparen bis: € 1 310 (AJ 2025) met belastingvermindering van 25% 177 ▪Duaal pensioensparen’ bestaat vanaf AJ 2019 (Wet van 26/3/18). Ofwel het huidige stelsel: max. € 1 020 (aj. 2025) met belastingvermindering van 30%. Ofwel het duaal stelsel: > 1 020 euro en max. € 1 310 (aj. 2025) met belastingvermindering van 25% Belastingplichtige deelt ‘definitieve’ keuze/akkoord (voor het lopende belastbaar tijdperk) mee aan instelling Indien belastingplichtige niet (jaarlijks) expliciet en voorafgaandelijk zijn akkoord geeft, moet financiële instelling bedrag > 1 020 euro kosteloos terugstorten Fiscale val: wanneer u meer dan 1 020 euro stort, daalt het belastingvoordeel van 30% naar 25% Voorbeeld: stort u 1 040 euro, dan is de belastingvermindering 260 euro (25%), terwijl het 306 euro (30%) bedraagt als u 1 020 euro stort Min. 1 224 euro storten 178 Pensioensparen Voorbeeld Cliënt stort 1 020 euro in een pensioenspaarcontract Fiscaal voordeel: 30% + gemeentebelasting Stel gemeentebelasting = 6,5% Fiscaal voordeel: 31,95% Voordeel: 1 020 euro x 31,95% = 325,89 euro = Belastingvermindering! Werkelijke kost: 1 020 – 325,89 = 694,11 euro 179 Belasting op de uitkering Indien het fiscaal voordeel op de premie minstens eenmaal effectief werd toegepast, wordt de uitkering integraal belast 180 Aanslagstelsel pensioensparen ‣ Het bedrag waarop de eindbelasting van een pensioenspaarproduct berekend verschilt naargelang het gaat om een spaarrekening of om een spaarverzekering 181 Aanslagstelsel pensioenverzekeringen ‣ Belastbare prestatie indien premies (of een deel ervan) fiscale voordelen hebben genoten ‣ Belastbare bedrag ‧ Het overeengekomen kapitaal ‧ Wordt berekend door alle gedane premiebetalingen te kapitaliseren tegen de overeengekomen gegarandeerde rentevoet ‣ Gevolg van deze berekening ‧ Winstdeling is steeds vrijgesteld van belastingen ‣ Tak 23: werkelijk spaartegoed 182 Aanslagstelsel pensioenspaarrekening ‣ Belastbare prestatie indien stortingen (of een deel ervan) fiscale voordelen hebben genoten ‣ Belastbare bedrag ‧ Het theoretisch eindkapitaal ‧ Wordt berekend door alle gedane stortingen te kapitaliseren tegen een fictieve rentevoet die onafhankelijk is van de gerealiseerde rentevoet – 6,25% voor stortingen vóór 1992 – 4,75% voor stortingen na 1992 ‣ Gevolg ‧ Gerealiseerde rentevoet > fictieve rentevoet → meerwaarde is vrijgesteld ‧ Gerealiseerde rentevoet < fictieve rentevoet → toch belast op de fictieve rente 183 De uitkering van een pensioenspaarcontract vereffend n.a.v. ▪ de pensionering op normale datum (wettelijke of statutaire pensioenleeftijd) of in één van de vijf jaren die daaraan voorafgaan ▪ het overlijden wordt vanaf 2015 belast tegen een tarief van 8% (art. 171 1°bis WIB) De uitkering van een pensioenspaarcontract vereffend op een ander tijdstip, wordt belast tegen een tarief van 33% /marginaal tarief, naargelang de uitkering wordt gevormd met premies gestort vanaf/vóór 1992 (art. 171 1° g WIB) 184 Deze bevrijdende taks wordt geheven op het moment dat de verzekeringsnemer de leeftijd van 60 jaar bereikt Uitzonderingen: Contracten gesloten vanaf 55 jaar: taks wordt gevestigd op de 10e verjaardag van het contract of op de datum van de uitkering vóór de 10e verjaardag (vanaf 60 jaar) 185 Taxatie in de personenbelasting: voorbeeld ‣ Verzekeringsnemer Jan (= verzekerde) sluit op zijn 25e een pensioenspaarverzekering af voor 40 jaar ‣ 6 jaar vóór de einddatum koopt Jan zijn contract af ‣ Verschuldigde taks ‧ Contract met prestaties bij leven die uitgekeerd worden vóór 60 jaar → anticipatieve taks niet van toepassing ‧ Moment van taxatie: op het moment van de afkoop ‧ Taxatievoet: 33 % + gemeentebelasting op de samengestelde reserve op moment van de afkoop, berekend op basis van de gegarandeerde rentevoet (winstdeling vrijgesteld) 186 Leeftijd bij Leeftijd bij Taxatie aanvang uitkering TLTS op 60 Vanaf 60 jaar 8% jaar Vóór 60 jaar + Vóór 55 jaar PB 8% toegelaten tijdstip Vóór 60 jaar + 33% en/of PB ongunstig tijdstip marginaal tarief TLTS na 10 Vanaf 65 jaar 8% jaar Vanaf 60 jaar + TLTS 8% toegelaten tijdstip Vanaf 55 jaar Vanaf 60 jaar + TLTS 33% ongunstig tijdstip 33% en/of Vóór 60 jaar PB marginaal tarief 187 Belastbare overdrachten (33% en/of marginaal tarief) De overdracht van tegoeden van een rekening naar een verzekering en omgekeerd Een gedeeltelijke overdracht van tegoeden van een rekening/verzekering naar een andere rekening/verzekering Belastingvrije overdrachten De volledige overdracht van alle tegoeden van een rekening/verzekering naar een andere rekening/verzekering