Document Details

TroubleFreeCarnelian8406

Uploaded by TroubleFreeCarnelian8406

Capabel Onderwijs

Tags

sociale zekerheid psychische stoornissen migratie begrippen

Summary

Deze tekst, 'Blok 2 betekenissen', biedt een uitgebreide uitleg van begrippen die worden gebruikt in de context van migratie, beperkingen, stoornissen, en sociale zekerheid. De tekst behandelt begrippen zoals migrant, asielzoeker, verschillende soorten stoornissen. De tekst is bedoeld voor professionals.

Full Transcript

Hoofdstuk 1 Mensen met een migratieachtergrond: =============================================== Migrantengroepen zijn groepen mensen die naar een ander land gaan om verschillende redenen, zoals werk, veiligheid of studie. Een vluchteling verlaat zijn land noodgedwongen. Bijvoorbeeld door oorlog, n...

Hoofdstuk 1 Mensen met een migratieachtergrond: =============================================== Migrantengroepen zijn groepen mensen die naar een ander land gaan om verschillende redenen, zoals werk, veiligheid of studie. Een vluchteling verlaat zijn land noodgedwongen. Bijvoorbeeld door oorlog, natuurgeweld of vervolging. Asielzoekers zijn mensen die om bescherming vragen in een ander land, maar waarbij nog niet bepaald is of dit verzoek wordt toegewezen. Zodra de persoon de asielprocedure succesvol heeft doorlopen spreek je van een asielmigrant en wordt de persoon officieel opgenomen in het bevolkingsregister. Een alleenstaande minderjarige vreemdeling (amv) is een vluchteling die bij aankomst in Nederland jonger is dan 18 jaar. Een verblijfsvergunning is een officiële toestemming om in een ander land te wonen of te verblijven. De AVIM registreert de persoonlijke gegevens, zoals naam, geboortedatum en nationaliteit. Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA): Vluchteling onderdak De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) plant vervolgens deze asielprocedure in. De IND is de overheidsdienst die tijdens deze procedure beoordeelt of iemand in Nederland mag blijven wonen en Nederlander mag worden. Kinderpardon is een regeling voor kinderen die al heel lang in Nederland wonen zonder verblijfsvergunning en willen blijven. Tijdens het inburgeren gaat de nieuwe Nederlander actief aan de slag om de Nederlandse taal te leren beheersen en daarnaast verdiept hij zich in de Nederlandse cultuur. Naturalisatie. Dit betekent Nederlanderschap, hij wordt Nederlander. Hij kan gezinshereniging aanvragen. Integratie is een breed begrip dat je het best kunt begrijpen als je kijkt naar de verschillende gevolgen van migratie. Inclusie gaat een stapje verder dan integratie: bij integratie mogen mensen meedoen als ze zich kunnen aanpassen. Bij sociale segregatie bestaat het sociale netwerk van migranten vooral uit mensen uit hun eigen cultuur. Bij culturele assimilatie laten migranten hun oude cultuur helemaal los en nemen ze de nieuwe cultuur over. Marginalisatie betekent dat migranten geen binding hebben met de oude cultuur en ook niet met de nieuwe cultuur. Ze vallen dan buiten beide culturen. Cultuursensitiviteit is het waarnemen van culturele verschillen zonder waardeoordeel. Hoofdstuk 2 Mensen met een verstandelijke beperking, ASS of neurocognitieve stoornis: ===================================================================================== Wanneer iemand wordt geboren met een verstandelijke beperking, is hij minder goed in staat om logisch te redeneren en kan hij in mindere mate voor zichzelf zorgen en zelfstandig beslissingen nemen. Adaptieve vermogens: de vermogens die een persoon nodig heeft om zelfstandig zijn leven in te kunnen richten. Conceptuele vaardigheden gaan over het denken, zoals het bedenken van oplossingen voor een probleem, het geheugen onthouden, een plan maken en uitvoeren, maar ook vaardigheden als rekenen, lezen en schrijven vallen hieronder. Sociale vaardigheden heb je nodig in de omgang met anderen. Bij praktische vaardigheden gaat het om het uitvoeren van allerlei taken om praktisch te kunnen functioneren in het dagelijks leven. Bij een autismespectrumstoornis (ASS) heeft een persoon problemen op het gebied van sociale interactie, communicatie, flexibiliteit in denken en handelen en het filteren en samenvoegen van informatie. Een autismespectrumstoornis wordt ook wel een pervasieve ontwikkelingsstoornis genoemd. Novo-mutatie: de stoornis ontstaat in het DNA van een kind, zonder dat de genen van de ouders hierbij betrokken zijn. Een neurocognitieve stoornis (NCS) wordt gekenmerkt door tekortkomingen in de cognitieve functies, zoals geheugen, taal, oriëntatie, aandacht, probleemoplossend vermogen, plannen maken, redeneren. Ziekte van Alzheimer: Achteruitgang geheugen In het geval van vasculaire dementie is er vooral een achteruitgang te zien in de complexe aandacht, zoals de verwerkingssnelheid, en de executieve functies. Aboulie. Dit houdt in dat de betrokkene zijn wilskracht verliest. Hij weet wat hij moet doen, maar is niet in staat om dit ook uit te voeren. De ziekte is het gevolg van vaatschade. In het geval van frontotemporale dementie is het voorste gedeelte van de hersenen aangetast, doordat hersencellen in de frontaalkwab (het gedragsgebied) en de temporaalkwab (het taalgebied) afsterven Bij Lewy body dementie zijn er schommelingen in de cognitieve achteruitgang; vooral variaties in het bewustzijn en de aandacht vallen daarbij op. Hoofdstuk 3 Mensen met een lichamelijke of zintuiglijke beperking: ================================================================== Lichamelijke beperking, wordt bedoeld dat zijn bewegingsmogelijkheden, door een probleem aan de lichaamsdelen, zijn verstoord. In de eerste plaats doordat lichaamsdelen niet volgroeid of beschadigd zijn, dit worden fysieke afwijkingen genoemd. In de tweede plaats doordat bepaalde lichamelijke functies zijn verstoord, dit noem je functionele afwijkingen. Bij een dwarslaesie zijn de zenuwbanen in het ruggenmerg onderbroken. Bij spieratrofie worden de spieren steeds dunner en verliezen ze kracht. Bij spasticiteit trekken spieren wisselend of permanent samen. Bij Amyotrofische Laterale Sclerose (ALS) is er iets mis met de zenuwbanen die de verbinding vormen tussen hersenen en spieren. Multiple sclerose (MS) is een ziekte aan het centraal zenuwstelsel. Bij osteoporose wordt er, door veroudering, meer bot afgebroken dan aangemaakt. Bij artrose in een gewricht verandert het kraakbeen. Reumatoïde artritis is een chronische ontsteking van gewrichten (vooral in handen en polsen). De ICD-11 (International Classification of Diseases and Related Health Problems) is een lijst met ziekten en lichamelijke aandoeningen voor het classificeren van de beperkingen. Ook de ICF (International Classification of Functioning, Disability and Health) wordt gebruikt. Dit is een soort woordenboek dat helpt om het functioneren van mensen en hun problemen tijdens dat functioneren te beschrijven. Een persoon wordt doofblind genoemd wanneer hij slecht of niet hoort én niet of slecht ziet. Onder een auditieve beperking vallen slechthorendheid en doofheid. Onder een auditieve beperking vallen slechthorendheid en doofheid. Met een visuele beperking worden slechtziendheid en blindheid bedoeld. Ernstig meervoudige beperking (EMB): een zintuiglijke beperking en een ernstig verstandelijke beperking. Prikkelverwerkingsstoornis; de zintuigen werken niet goed samen en prikkels uit de omgeving worden onvoldoende geregistreerd of juist overgeregistreerd. Hoofdstuk 4 Mensen met een stemmingsstoornis, angststoornis of trauma: ====================================================================== Het vakgebied dat zich bezighoudt met psychische stoornissen heet psychopathologie. De DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, 5e editie) is een diagnostisch en statistisch handboek van psychische stoornissen. Bij een stemmingsstoornis is de stemming verstoord. Bij een depressieve stemmingsstoornis heeft een persoon last van hevige neerslachtigheid. Bij een bipolaire stemmingsstoornis zijn er ook perioden van neerslachtigheid, maar deze worden afgewisseld met manische perioden. Bij een manie is juist sprake van een verhoogde activiteit en energie. Bij een angststoornis ervaart de betrokkene een overmatige, overdreven angst. Een persoon met een specifieke fobie is overdreven bang voor een specifiek object of een specifieke situatie ============================================================================================================. Een persoon met een paniekstoornis heeft last van paniekaanvallen. Een paniekaanval is een plotselinge golf van intense angst of intens onbehagen. Agorafobie houdt in dat iemand angstig is op openbare plekken en/of plekken waar veel mensen samenkomen. Een persoon met een overmatige angst en bezorgdheid ten aanzien van allerlei gebeurtenissen en activiteiten heeft een gegeneraliseerde angststoornis. Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen hebben met elkaar gemeen dat er sprake is van een obsessie. Verzamelstoornis: Iemand die spullen verzameld. Als een gebeurtenis psychische symptomen bij een persoon uitlokt, is er sprake van een psychotrauma of stressorgerelateerde stoornis. Als het een persoon niet lukt om zich aan te passen aan negatieve veranderingen, gebeurtenissen of stressoren in het leven, heeft hij een aanpassingsstoornis. Met een trauma wordt bedoeld dat de persoon met een feitelijke dood of dreigende dood, ernstige verwondingen of (seksueel) geweld is geconfronteerd. 05 Huiselijk en seksueel geweld: Lichamelijke mishandeling betreft alle vormen van lichamelijk geweld en varieert van zeer licht tot zwaar geweld. Lichamelijke verwaarlozing betekent dat ouders voor langere tijd onvoldoende aandacht besteden aan de lichamelijke basisbehoeften van het kind. Psychische mishandeling en verwaarlozing Wanneer er sprake is van psychische mishandeling dan wordt er schade aangebracht in de emotionele en/of persoonlijkheidsontwikkeling. Psychische mishandeling kan, net als lichamelijke mishandeling, ontstaan vanuit opvoedonmacht. Ouderenmishandeling is het handelen of juist het nalaten van handelen, dat ervoor zorgt dat er sprake is van lichamelijke en/of psychische en emotionele en/of materiële schade bij ouderen. Eergerelateerd geweld staat voor alle vormen van dwang, psychisch en lichamelijk geweld waarmee wordt voorkomen dat een persoon iets doet waarmee de familienaam wordt bezoedeld. Common couple violence wordt veroorzaakt door verschillende stressfactoren en uit zich alleen onder bepaalde omstandigheden of situaties. Bij intimate terrorism is er sprake van een ernstige vorm van partnergeweld. Bij violent resistance verzet een (ex-)partner zich tegen het geweld van de andere (ex-)partner. Het begrip seksueel geweld omvat alle vormen van seksuele mishandeling, seks tegen je wil of seks onder dwang. Grooming is een proces waarbij een pleger het vertrouwen wint van het slachtoffer met als doel het slachtoffer seksueel te misbruiken. Freeze of fawn reactie staat voor de reactie die iemand geeft wanneer hij slachtoffer wordt van seksueel geweld; bevriezen of meewerken. Genitale respons, de reactie van de genitaliën tijdens seksueel geweld, is een natuurlijke reactie van het lichaam en zegt niets over consent. De meldcode helpt professionals bij het signaleren en handelen bij (vermoedens van) kindermishandeling, eergerelateerd geweld en seksueel misbruik aan de hand van een vijf-stappenplan. Veilig Thuis is een advies- en meldpunt waar vragen gesteld kunnen worden en uiteindelijk melding gedaan kan worden van een situatie. De kindcheck is ook altijd een onderdeel van deze stap. Het is aan de orde in situaties waarbij volwassenen of adolescenten in een situatie verkeren die minderjarige kinderen (ernstige) schade kunnen betrokkenen. 06 Gedragsproblematiek en criminaliteit: Bij een oppositioneel-opstandige stoornis (ODD) heeft de betrokkene vaak een boze of prikkelbare stemming, is brutaal, hatelijk, wraakzuchtig, uitdagend en is vaak boos en ontevreden. Bij een normoverschrijdend-gedragsstoornis (CD) worden de grondrechten van anderen geschonden of houdt de betrokkene zich niet aan maatschappelijke normen of regels. Sociale bekrachtiging houdt in dat je het kind met woorden en/of aandacht prijst om het gedrag dat het laat zien. Bij materiële bekrachtiging geef je het kind, naast een sociale bekrachtiger, ook een zichtbare bekrachtiger, bijvoorbeeld een sticker binnen een beloningssysteem. Selffulfilling prophecy: Dit houdt in dat de voorspelling of in dit geval het etiket \'crimineel\', ook leidt tot het uitkomen ervan. 07 Laaggeletterdheid: ===================== Ongeletterdheid komt vooral voor in landen waar het onderwijs niet goed georganiseerd is of waar kinderen niet de gelegenheid hebben om naar school te gaan. Dyslexie is een leerstoornis waarbij de kern van het probleem ligt bij het vlot lezen en spellen van woorden. 08 Slachtoffers van mensenhandel: ================================= Mensenhandel is het ronselen, vervoeren en huisvesten van een persoon, met het doel om die persoon uit te buiten. Arbeidsuitbuiting omvat een combinatie van ernstige en vaak onmenselijke omstandigheden op de werkvloer, waarbij dwang, geweld, chantage, fraude of misleiding vaak voorkomen. Bij seksuele uitbuiting wordt een persoon gedwongen tot het verrichten van seksuele handelingen in ruil voor compensatie. Slachtoffers van criminele uitbuiting worden gedwongen tot het plegen van crimineel gedrag of tot bedelarij. Een loverboy heeft als doel het slachtoffer afhankelijk van hem te maken. 09 Samenwerken in een team: =========================== Discipline is een ander woord voor beroep of vak. Multidisciplinaire teams bestaan uit verschillende beroepsgroepen. Bij Interdisciplinaire samenwerking ga je nog een stapje verder. Hierbij hebben alle disciplines (dus alle vakgebieden) elkaar nodig om een bepaald 'probleem' op te lossen. Een sociaal wijkteam is een door een gemeente samengesteld team, met professionals van verschillende disciplines die met elkaar samenwerken. Integraal samenwerken betekent in samenhang en afstemming domeinoverstijgend samenwerken aan effectieve en efficiënte hulp en ondersteuning bij ondersteuningsvragen van inwoners in de wijk, dichtbij en ter preventie van (escalatie van) problematiek (Integraal werken in de wijk, 2023). 10 Ketensamenwerking: ===================== Een passende definitie van ketensamenwerking in het publieke domein is de volgende: 'Een samenwerkingsverband tussen diverse gespecialiseerde partijen die zowel zelfstandig als afhankelijk van elkaar functioneren omdat ze opeenvolgende handelingen uitvoeren, gericht op het behalen van een gezamenlijk resultaat' (Van den Berg & Maas, 2013). Transmurale initiatieven: professionals van de ene organisatie gingen een aantal uren werken bij een of meer andere organisaties. Bijvoorbeeld een neuroloog van een ziekenhuis ging ook werken in een verpleeghuis. Permanente ketens zijn structurele samenwerkingsverbanden zonder einddatum. Een voorbeeld van een permanente keten is een sociaal wijkteam. Een projectketen is een tijdelijk samenwerkingsverband tussen verschillende professionals en instanties. 11 Sociale zekerheid: ===================== Sociale zekerheid is een systeem dat ervoor zorgt dat mensen die tijdelijk of permanent geen loon ontvangen, toch een minimuminkomen krijgen. Sociale verzekeringen: Dit zijn regelingen waarvoor mensen premie betalen, zoals werkloosheidsuitkeringen, ziektekostenverzekeringen, arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en pensioenen. Sociale voorzieningen: Dit zijn regelingen voor mensen die niet genoeg hebben aan de sociale verzekeringen. De Algemene Ouderdomswet (AOW) biedt een basispensioen aan iedereen die de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. De Algemene nabestaandenwet (Anw) geeft een uitkering aan nabestaanden in het geval van het overlijden van de partner. De Algemene Kinderbijslagwet (AKW) geeft financiële ondersteuning aan ouders bij de kosten van de opvoeding en verzorging van hun kinderen tot 18 jaar oud. De Zorgverzekeringswet (Zvw) heeft als doel om ervoor te zorgen dat iedereen die in Nederland woont of werkt toegang heeft tot betaalbare zorg van goede kwaliteit. De Wet langdurige zorg (Wlz) regelt langdurige zorg voor mensen die permanent intensieve zorg nodig hebben. De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) geeft een uitkering aan werknemers die door ziekte of handicap niet meer kunnen werken en voor 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden. De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) biedt een uitkering aan werknemers die gedeeltelijk of volledig arbeidsongeschikt zijn geworden na 1 januari 2004. De Participatiewet (PW) is een regeling die bedoeld is om mensen te ondersteunen die (tijdelijk) niet in staat zijn om zelf in hun levensonderhoud te voorzien. De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) geeft financiële ondersteuning aan jongeren die door een ziekte of handicap niet of moeilijk kunnen werken. De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) biedt een uitkering aan oudere zelfstandigen die hun bedrijf hebben moeten beëindigen vanwege bijvoorbeeld ziekte, ouderdom of andere omstandigheden. De Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW) geeft een uitkering aan mensen zonder werk die de AOW-leeftijd naderen en geen recht hebben op andere uitkeringen of voorzieningen. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) regelt verschillende vormen van ondersteuning, zoals huishoudelijke hulp, begeleiding, dagbesteding en aanpassingen in huis voor mensen met een beperking, chronische ziekte of ouderen die hulp nodig hebben om zelfstandig te kunnen blijven wonen. 13 Juridische kennis: ===================== Bezwaarschrift: is een formeel document dat je indient bij een overheidsinstantie of organisatie om te protesteren tegen een besluit dat je niet eerlijk vindt. Controleer altijd de indieningstermijn waarbinnen een bezwaarschrift of klacht moet worden ingediend. Een verzoekschrift is een formeel document waarmee je een specifieke actie of beslissing van een instantie aanvraagt, zoals financiële hulp of een wijziging in een regeling. 14 Communicatie: ================ Coderen is het omzetten van gedachten in een specifieke boodschap. Zodra de ontvanger de boodschap ontvangt, begint het decoderen oftewel het ontcijferen van de boodschap. Wanneer je je stem gebruikt om te communiceren, noem je dit mondelinge communicatie. Alles wat je communiceert met geschreven woorden, is schriftelijke communicatie. Onder non-verbale communicatie valt het verzenden van een boodschap van zender naar ontvanger, zonder gebruik te maken van woorden. peri-verbaal: de tijd en ruimte waarin het gesprek plaatsvindt para-verbaal: de toon waarop iets gezegd wordt, de intonatie infra-verbaal: de (onbewuste) invloed van bijvoorbeeld kleuren en geuren supra-verbaal: bewuste signalen die je wilt uitzenden door bijvoorbeeld je kleding pre-verbaal: de lichaamstaal. Externe ruis is een verstoring van de communicatie van buitenaf. Bijvoorbeeld door omgevingsgeluid of als er veel andere personen aanwezig zijn. Interne ruis is een verstoring in de communicatie door factoren binnen het directe communicatieproces. Een verstoring in de communicatie door het niet begrijpen van de taal van de ander, noem je semantische ruis. Een verstoring in de communicatie door jouw verwachtingen en ideeën over de ander, noem je psychologische ruis. Het inhoudsniveau van communicatie gaat over de inhoudelijke boodschap, oftewel het onderwerp van het gesprek. Het betrekkingsniveau van communicatie gaat over de onderlinge relatie tussen de zender en de ontvanger. Wanneer de communicatie niet verloopt zoals bedoeld, kun je metacommunicatie toepassen. Metacommunicatie betekent communiceren over de communicatie zelf. 15 Een gesprek voeren: ====================== Het halo-effect betekent dat je je algemene indruk van een persoon baseert op slechts één positief kenmerk bij de persoon. Het horn-effect betekent dat je de neiging hebt om door één negatief punt dat je opvalt bij iemand, meer negatieve eigenschappen aan diegene te koppelen. Foutief interpreteren betekent dat je een andere betekenis geeft aan de woorden van de ander. Papegaaien is het letterlijk herhalen van wat iemand vertelt, of alleen het laatste deel herhalen. Attributie betekent dat je eigenschappen of oorzaken toerekent aan jezelf of aan de ander. De fundamentele attributiefout is de neiging om gedragingen van anderen toe te schrijven aan hun persoonlijkheid of karakter. Je onderschat situationele factoren, de (externe) factoren die buiten een persoon liggen, en je overschat dispositionele factoren, (interne) factoren die binnen een persoon liggen. Soms negeren gesprekspartners de gevoelens van de ander of ze maken ze minder belangrijk dan dat ze zijn. Dit noem je bagatelliseren. Moraliseren wil zeggen dat je tijdens een gesprek de ander vertelt wat hij volgens jou moet doen. Parafraseren betekent letterlijk: herformuleren. Het houdt in dat je een kort stukje van iemands verhaal herhaalt in je eigen woorden. Smeer NIVEA is een ezelsbruggetje dat staat voor Niet Invullen Voor Een Ander. Je kunt de gedachten van de ander niet lezen. Als iets onduidelijk voor je is, vul dan niet zomaar iets in, maar vraag aan de ander wat hij precies bedoelt. Laat OMA thuis is een ezelsbruggetje dat staat voor Oordelen, Meningen en Adviezen. Laat deze achterwege. Je bent dan beter in staat om met een open houding naar de ander te luisteren. Neem ANNA mee is een ezelsbruggetje waarbij de letters staan voor: Altijd Navragen, Nooit Aannemen. Het is belangrijk dat je tijdens een gesprek niet zomaar aanneemt dat je begrijpt wat de ander zegt of bedoelt. Vraag altijd na of het klopt. Maak je niet DIK is een ezelsbruggetje dat staat voor: Denk In Kwaliteiten. Leg tijdens een gesprek niet alle aandacht bij wat er fout is gegaan. Richt je ook op het positieve en bespreek de dingen die goed zijn gegaan. Dit is goed voor de communicatie en de sfeer van het gesprek. Wees een OEN is een ezelsbruggetje dat staat voor Open, Eerlijk en Nieuwsgierig. Zorg ervoor dat je openstaat voor de ander, dat je eerlijk bent en wees nieuwsgierig naar wat de ander te zeggen heeft. Wees een HELD is een ezelsbruggetje dat staat voor Herkennen, Erkennen, Loslaten en Doorgaan. Soms wil je de ander zó graag helpen dat je het probleem van de ander niet los kunt laten. Je blijft proberen om een oplossing te vinden voor zijn probleem. Het is belangrijk dat je het probleem van de ander herkent en erkent, maar dit niet mee naar huis neemt. Laat het los en ga door. Doe als een KOE is een ezelsbruggetje dat staat voor Kaken Op Elkaar. Soms is het goed om even helemaal niets te zeggen en goed te kijken en te luisteren wat er nu eigenlijk gebeurt tijdens een gesprek. 16 Specifieke gesprekken: ========================= **Gespreksstructuur**: **Er zijn vier verschillende fasen:** - - - - 17 Methodisch werken: ===================== Methodisch werken betekent dat je een vaste werkwijze aanhoudt bij je begeleiding en ondersteuning. Een methodiek is een samenhangende set methoden. En een methodologie is de leer van de te volgen methoden: de theorie en de principes achter de methode of de methodiek. Bij methodisch werken handel je: doelgericht: Je richt je -- samen met de cliënt of groep - op het bereiken van een doel. systematisch: Je werkt volgens vaste stappen. procesmatig: Alle stappen sluiten op elkaar aan. bewust: Je weet wat je doet en waarom je het doet. Bij cyclisch werken doorloop je de volgende stappen: - - - - - 18 Beginsituatie vaststellen: ============================= Je werkt toe naar een integrale vraaganalyse: je zoekt samen naar de ondersteuningsvraag door eerst alle benodigde gegevens boven water te krijgen. Objectieve gegevens zijn meetbaar en feitelijk. Denk aan jaartallen (wanneer is de cliënt van school gegaan of verbleef hij in een kliniek?). Subjectieve gegevens bevatten iemands mening, een beschrijving van de indruk die hij achterlaat, een beschrijving van een gemoedstoestand, een karakterbeschrijving van iemand door begeleiders of een typering zoals 'aardige jongen' of 'rustige meid'. Wanneer je een intervalobservatie uitvoert, observeer je op wisselende tijden. Tijdens contextuele observatie is niet de cliënt het middelpunt, maar juist zijn omgeving. Bij protocollaire observatie maak je gebruik van een observatieprotocol en/of observatieschema. In het protocol is vastgesteld hoe vaak, wat en wanneer er minimaal geobserveerd moet worden. Bij een selffulfilling prophecy heb je een vooroordeel. Bij een SWOT-Methode van een analyse, kijk je naar zwakke en sterke punten. Een ondersteuningsplan is een plan waarin je de doelen en begeleidingsafspraken beschrijft die jij en de organisatie waarvoor je werkt samen met de cliënt maken. Een activeringsplan is een plan voor cliënten die structureel passief zijn, met als doel om meer activiteit te bewerkstelligen. Een trajectplan is een plan dat bestaat uit een reeks samenhangende delen of activiteiten, gericht op een groter doel. Een woonplan is een plan waarin de doelen en bijbehorende acties op het gebied van wonen van een cliënt zijn vastgelegd. 22 Stoornis in lichaamsbeleving of regulatie: ============================================= Als een persoon afwijkend gedrag laat zien ten aanzien van zijn voedselinname, kan er sprake zijn van een voedings- of eetstoornis. Bij een vermijdende of restrictieve voedselinnamestoornis worden specifieke voedingsmiddelen vermeden of er is helemaal geen interesse in eten en voedsel. Ook mensen met boulimia nervosa zijn bang om aan te komen of dik te worden. Maar zij kampen aan de andere kant wel met een oncontroleerbare drang om te eten. Ook bij een eetbuistoornis heeft een persoon regelmatig terugkerende eetbuien. Deze worden na afloop alleen niet gecompenseerd. Je spreekt van overgewicht wanneer de BMI (bodymassindex) tussen de 25 en 30 ligt. Morbide obesitas betekent dat iemand een BMI van 40 of hoger heeft. Wanneer een persoon problemen ervaart rondom het slapen en waken, kan er sprake zijn van een slaap-waakstoornis, vaak afgekort tot slaapstoornis. Bij een insomniastoornis heeft een persoon structureel moeite met inslapen en doorslapen; hij komt 's avonds moeilijk in slaap en tijdens het slapen wordt hij veel wakker. Een persoon met een hypersomnolentiestoornis voelt zich vaak slaperig, ondanks een slaapperiode van minstens zeven uur. Extra slaaptijd zorgt er bovendien niet voor dat de slaperigheid overgaat Mensen met narcolepsie hebben een onbedwingbare slaapdruk, ze vallen ineens in slaap en hebben hier geen controle over. Bij een circadianeritme-slaap-waakstoornis is er een verstoring van het 24 uursslaap-waakritme. Bij stoornissen in de relatie tussen lichaam en geest is de beleving ten aanzien van het eigen lichaam verstoord. Een persoon met een somatisch-symptoomstoornis (ook wel SOLK genoemd; Somatisch Onverklaarde Lichamelijke Klachten) heeft onverklaarbare lichamelijke klachten, of zijn klachten staan niet in verhouding tot een onderliggende aandoening of ziekte. Bij een ziekteangststoornis (ook wel hypochondrie genoemd) maakt een persoon zich voortdurend zorgen over zijn gezondheid, ook al zijn er geen lichamelijke klachten aanwezig (of deze zijn er wel, maar heel vaag of onschuldig). Een persoon met een functioneel-neurologisch-symptoomstoornis heeft te maken met onverklaarbare lichamelijke uitvalsverschijnselen. Wanneer een persoon geregeld zichzelf of de wereld om hem heen als anders beleeft, is er sprake van een dissociatieve stoornis. Zo'n stoornis wordt vaak veroorzaakt door traumatische ervaringen. Bij depersonalisatie heeft de betrokkene het gevoel van onwerkelijkheid, vervreemding of onbekendheid ten opzichte van zichzelf. Bij derealisatie ervaart de betrokkene een gevoel van onwerkelijkheid, vervreemding of onbekendheid ten opzichte van zijn omgeving. Bij dissociatief geheugenverlies heeft een persoon tijdelijk last van gaten in zijn herinneringen. Dissociatieve fugue is een vorm van dissociatief geheugenverlies. Bij een dissociatieve identiteitsstoornis (DIS) is er sprake van een splitsing in de persoonlijkheid. Een parafilie is op zichzelf geen probleem of stoornis, maar dat wordt het wel als de parafilie problemen in de maatschappij tot gevolg heeft, of als de betrokkene eronder lijdt. Dan is er sprake van een parafiele stoornis. Een persoon die seksueel opgewonden raakt als hij handelingen uitvoert waarbij een ander lijdt, noem je een seksueel sadist. Hiervoor is dus ook iemand nodig die seksueel opgewonden raakt van het ondergaan van deze handelingen waarbij hij lijdt. Zo iemand wordt een seksueel masochist genoemd. Een persoon die seksueel opgewonden raakt van het stiekem begluren van naakte of vrijende mensen is een voyeur. Als een persoon seksueel opgewonden raakt van voorwerpen, specifieke stoffen of materialen die eigenlijk niet bedoeld zijn voor seksueel gebruik, wordt hij een fetisjist genoemd. Bij transvestie raakt de persoon seksueel opgewonden van het zich kleden als iemand van het andere geslacht. Een persoon is een exhibitionist als hij zijn geslachtsdelen aan nietsvermoedende vreemden laat zien (meestal vrouwen of kinderen). Een frotteurist is iemand die seksueel opgewonden raakt van het aanraken of strelen van niet-instemmende personen, zoals stiekem de billen van de vrouw voor hem in de wachtrij aanraken. En een persoon is een pedofiel als hij seksueel opgewonden raakt van jonge kinderen. Een pedofiel moet je niet verwarren met een pedoseksueel. Een pedoseksueel handelt wel naar zijn seksuele fantasieën en verlangens en valt daadwerkelijk kinderen lastig.

Use Quizgecko on...
Browser
Browser