Maatschappijleer Hoofdstuk 2: Rechtsstaat PDF
Document Details
Uploaded by ResilientOliveTree
Tags
Summary
Dit document behandelt de basisprincipes van de rechtsstaat in Nederland. Het geeft informatie over de ideeën achter de rechtsstaat, grondrechten, en de manier waarop de overheid wordt georganiseerd. De tekst behandelt ook de scheiding der machten (trias politica).
Full Transcript
Maatschappijleer Hoofdstuk 2: Rechtsstaat 2.1 Idee en oorsprong van de rechtsstaat Rechtsstaat: een staat waarin je als burger met grondrechten wordt beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur van de overheid. Deze besch...
Maatschappijleer Hoofdstuk 2: Rechtsstaat 2.1 Idee en oorsprong van de rechtsstaat Rechtsstaat: een staat waarin je als burger met grondrechten wordt beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur van de overheid. Deze bescherming bestaat niet of nauwelijks in een autoritaire staat. Nederland is bovendien een democratische rechtsstaat, dit betekent dat burgers mogen meedoen aan vrije verkiezingen. Nederland is ook een sociale rechtsstaat: er zijn allerlei wetten om de welvaart en welzijn van de burgers te bevorderen. De beginselen van de rechtsstaat: Beginsel van de grondrechten: Iedereen is in gelijkheid en vrijheid geboren; Het soevereiniteits- en democratiebeginsel: Men sluit samen een vredesakkoord (sociaal contract); Legaliteitsbeginsel: Er is een staat die de regels kan afdwingen, maar niet kan ontwijken van die regels; Beginsel van de trias politica: De macht van de staat wordt onderverdeeld in drie takken. Maatschappijleer 1 2.2 Grondwet en grondrechten Na de val van Napoleon, in 1813, werd Nederland een constitutionele monarchie, een koninkrijk met een grondwet. Wel kon men in de verkiezingen voor de Tweede Kamer, alleen kiezen uit een rij mannelijke burgers die een hogere belasting betaalden. Het censuskiesrecht. Nachtwakersstaat: een staat die zich voornamelijk inzet voor de veiligheid van haar burgers. sociale grondrechten: zorgden ervoor dat elke burger zich gelukkig voelde en fatsoenlijk kon leven. Grondrechten hebben of: Verticale werking: Kunnen door burgers worden uitgeoefend tegen de staat; Horizontale werking: Kunnen door burgers tegen elkaar worden uitgeoefend. 2.3 Legaliteitsbeginsel Dankzij de wet, weten burgers waar ze aan toe zijn, de rechtszekerheid. Het recht: Het geheel van in wetten vastgelegde regels; Rechtsorde: Het geheel van rechtsregels en manier waarop het recht is georganiseerd. Wetten laten het maatschappelijke leven geordend lopen en lossen conflicten op. 2.4 Trias politica: scheiding en evenwicht van machten Hier komt de trias politica op neer: Wetgevende macht: stelt de wetten op. In Nederland is dit de taak van het parlement en de regering; Uitvoerende macht: voert de wetten uit. Hiervoor zijn de ministers en ambtenaren verantwoordelijk; Rechterlijke macht: oordeelt in conflicten over de juiste rechterlijke toepassing. Ook mogen rechters straffen opleggen. Wanneer rechters zich laten leiden door vooroordelen, bijvoorbeeld over sociale afkomst, is er sprake van klassenjustitie. Dit mag dus niet. Maatschappijleer 2 2.5 Rechtsgebieden Rechtszaken waarin twee of meerdere burgers tegenover elkaar staan, vallen onder het privaatrecht (burgerlijke rechtszaak). Binnen het privaatrecht verstaan we ook rechtspersonen zoals bv’s en stichtingen, soms zelfs de overheid zelf. Partijen en info van burgelijke rechtszaken: Eiser: Degene die de zaak aan de rechter voorlegt; Gedaagde: De persoon die voor de rechter wordt gedaagd; Geschil: Het conflict wat aan de rechter wordt voorgelegd. Hoe de zaak verloopt: Dagvaarding: Een schriftelijke mededeling aan een persoon om voor de rechter te verschijnen; Als er onderling geen oplossing uitkomt, spreekt de rechter een vonnis uit; Dwangsom: Een geldbedrag dat moet worden betaald aan de eiser als er niet aan de afspraken gehouden wordt. 2.6 Strafrecht: opsporing en vervolging De overheid heeft allerlei bevoegdheden, maar de volgende regels zorgen ervoor dat er nog wel grenzen aan zitten: Strafbaarheidsbeginsel: Je kunt niet veroordeeld worden voor iets wat niet strafbaar is; Strafbepaling: De omschrijving in de wet van strafbare handelingen moet duidelijk zijn; Ne bis in idem-regel: Bepaalt dat je niet twee keer voor hetzelfde vergrijp kan worden vervolgd. Het Wetboek van Strafrecht maakt duidelijk onderscheid tussen misdrijven en overtredingen: Misdrijf: Erstig strafbare feiten, zoals moord, mishandeling of verkrachting; Overtreding: Minder ernstige strafbare feiten, zoals overlast vandalisme of wildplassen. Iemand is verdachte als er een redelijk vermoeden van schuld aan een misdrijf of overtreding bestaat. Als je verdachte bent, mag de politie je staande Maatschappijleer 3 houden. De politie kan een verdachte ook aanhouden. 2.7 Strafrecht: berechting In de dagvaarding staat wanneer en waarom diegen voor de rechter moet verschijnen. Dit laatste heet de tenlastelegging. Op de terechtzitting van de strafzaak hoort de rechter de getuigen en kijkt hij naar het bewijs tegen de verdachte. Ook wordt de verdachte verhoord door de rechter. Soms heeft iemand het feit wel gepleegd, maar wordt diegene toch niet schuldig verklaard. Je spreekt dan van strafuitsluitingsgronden. 2.8 De rechtsstaat in internationaal perspectief In 1948 formuleerden de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten en de Mens (UVRM). Deze verklaring word ook wel de ‘morele grondwet van de wereld’ genoemd. 2.9 Big data: kansen en bedreigingen In onze samenleving produceren we enorm veel digitale sporen: waar we zijn, met wie, wat we doen en zelfs wat onze wensen zijn. Denk maar aan je zoekopdrachten. We spreken hier ook wel over big data: de verzameling, opslag en analyse van grote hoeveelheden gegevens. Politie en justitie maken steeds vaker gebruik van computermodellen. Dit heet predictive policing, het voorspellen van criminaliteit met behulp van big data en algoritmen. Maatschappijleer 4