Registratierechten en erfbelasting PDF
Document Details
Uploaded by RazorSharpRetinalite6883
PXL Hogeschool
Dimitri Van Becelaere
Tags
Summary
This document is a presentation on registration rights and estate tax. It includes sections on introduction, application, taxable basis, and rates. The document appears to be a part of a legal presentation.
Full Transcript
15/09/2022 Registratierechten en erfbelasting Dimitri Van Becelaere Advocaat | Senior Associate 1 Deel I: Registratierechten 2...
15/09/2022 Registratierechten en erfbelasting Dimitri Van Becelaere Advocaat | Senior Associate 1 Deel I: Registratierechten 2 1 15/09/2022 Inleiding 3 3 Inleiding (1) Registratie = Formaliteit waarbij een akte of geschrift wordt opgenomen in een daarvoor bestemd register Bv. koopovereenkomsten onroerende goederen, vestiging zakelijke rechten, schenkingen, huurovereenkomsten … Deze registratie geeft aanleiding tot belasting Registratierechten (= indirecte formaliteitsbelasting) De registratie van akten en verklaringen is facultatief, tenzij de wet de verplichting uitdrukkelijk oplegt De wet onderwerpt akten aan registratie omwille van de aard van de akte (bv. notariële akte), dan wel omwille van het voorwerp van de akte (bv. eigendomsoverdracht onroerende goederen) 4 2 15/09/2022 Inleiding (2) Evenredige rechten v. algemeen vast recht Evenredige rechten: procentgewijze heffing op de waarde van de transactie – bv. verkooprecht, verdeelrecht, schenkbelasting,… Algemeen vast recht: van toepassing wanneer de wet geen andere rechten voorschrijft, bedraagt steeds 50 EUR Het voorwerp van de registratierechten is de rechtshandeling, niet de akte – de werkelijke overeenkomst is van tel Voorwaardelijke rechtshandelingen Opschortende voorwaarde: in beginsel enkel vast recht, enkel evenredig recht bij vervulling voorwaarde Ontbindende voorwaarde: onmiddellijk belastbaar, zonder teruggave indien de voorwaarde zich vervult 5 Verkooprecht (Vl. Gewest) 6 6 3 15/09/2022 Toepassingsgebied en belastbare grondslag Verkooprecht = verschuldigd op overeenkomst tot overdracht onder bezwarende titel van eigendom of vruchtgebruik op onroerende goederen: Overeenkomst onder bezwarende titel; Betreffende eigendom; Van een in België gelegen onroerend goed Uitzondering: verkooprecht is niet van toepassing op de inbreng van niet voor bewoning bestemde onroerende goederen in een vennootschap (zie verder) De verkrijger van het zakelijk recht is de belastingplichtige De belastbare grondslag = prijs + lasten Prijs = de tegenprestatie van de overdracht; Lasten = alle bijkomende lasten die de koper of de overnemer worden opgelegd PAS OP: de belastbare grondslag is minstens de verkoopwaarde van de goederen 7 Tarief Basistarief: 10% 12% sinds 1 januari 2022 Verlaagde tarieven sinds 1 januari 2022: 6% 3% verlaagd tarief voor aankoop van de enige gezinswoning: Verkrijging in volle eigendom; Middels een zuivere aankoop; Van een woning bestemd om te worden gebruikt als hoofdverblijfplaats; De verkrijger op tijdstip van de akte niet voor de geheelheid volle eigenaar is van een andere woning of bouwdgrond 5% 1% bij ingrijpende energetische renovatiewerken aan de enige woning: Verkrijger verbindt zich ertoe energetische renovatiewerken uit te voeren aan de gekochte woning Verkrijger bekomt binnen de vijf jaar een energieprestatiecertificaat; Verkrijger is niet voor de geheelheid volle eigenaar van een andere woning of bouwgrond; Verlaagde tarieven van 1,50%, 4%, 6% en 7% voor verkopen in het kader van sociaal woonbeleid 8 4 15/09/2022 Verkooprecht vs. BTW Basisregel: een overdracht onder bezwarende titel wordt vrijgesteld van verkooprecht wanneer de transactie plaatsvindt met toepassing van BTW. 9 Overzicht gewestelijke tarieven Het verkooprecht is een gewestelijke materie Bevoegdheid: Gewest waar het onroerend goed gelegen is Standaard tarieven verkooprecht: Vlaanderen Wallonië Brussel Verkooprecht 10% 12% 12,5% 12,5% 10 5 15/09/2022 Verdeelrecht (Vl. Gewest) 11 11 Toepassingsgebied en belastbare grondslag Verdeelrecht = verschuldigd op overeenkomsten omtrent: 1. De gedeeltelijke of gehele verdelingen van onroerende goederen 2. Afstanden onder bezwarende titel, onder mede-eigenaars, van onverdeelde delen in onroerende goederen 3. Omzetting vruchtgebruik langstlevende echtgenoot (bij samenloop met stiefkinderen) De verkrijger van het zakelijk recht is de belastingplichtige De belastbare grondslag: De overeengekomen waarde van de goederen, maar minstens de verkoopwaarde Onderscheid naargelang de onverdeeldheid al dan niet ophoudt te bestaan Indien de onverdeeldheid ophoudt: verdeelrecht geheven op de volledige waarde van de betrokken goederen Indien de onverdeeldheid niet ophoudt, wordt de belasting geheven op het afgestane gedeelte (zie voorbeeld op volgende slide) 12 6 15/09/2022 Verschil verdeling vs. afstand 1. Verdeling: de 2. Afstand: iemand treedt uit maar onverdeeldheid houdt op de onverdeeldheid blijft bestaan te bestaan An Bob An Bob Cis An neemt 1/2de van Bob over. An staat haar 1/3de af aan Bob en De onverdeeldheid houdt op Cis. Bob en Cis blijven in – onverdeeldheid. An betaalt 2,5% op de waarde – van de ganse woning Bob en Cis betalen 2,5% op de 1/3de die zij van An overnemen An Bob Cis 13 Tarief en BTW Basistarief: 2,5% Verlaagd tarief van 1%: Bij verdeling of afstand met betrekking tot onroerende goederen Tussen ex-echtgenoten na of door uitwerking van de echtscheiding Tussen ex-wettelijke samenwonenden Mits verdeling binnen de drie jaar na de beëindiging van het wettelijk samenwonen Mits de ex-partners op de dag van de beëindiging van het wet. samenwonen ten minste reeds een jaar ononderbroken met elkaar samenwoonden Verdeelrecht vs. BTW Zelfde principe als bij het verkooprecht: geen verdeelrecht wanneer het onroerend goed wordt verdeeld met toepassing van BTW 14 7 15/09/2022 Overzicht gewestelijke tarieven Het verdeelrecht is een gewestelijke materie Bevoegdheid: Gewest waar het onroerend goed gelegen is Standaardtarieven verdeelrecht: Vlaanderen Wallonië Brussel Verdeelrecht 2,5% 1% 1% 15 Schenkbelasting (Vl. Gewest) 16 16 8 15/09/2022 Toepassingsgebied Schenkbelasting = registratierecht n.a.v. de registratie van een schenking onder levenden: In beginsel enkel op schenking middels Belgische notariële akte Onrechtstreekse schenkingen en handgiften worden niet geregistreerd Geen schenkbelasting (tenzij men nadien alsnog de schenking in een akte bevestigt en deze akte laat registreren) Vroeger geen registratieplicht voor buitenlandse schenkingen (de “kaasroute”), nu dienen ook buitenlandse notariële aktes te worden geregistreerd Let op: indien de schenking niet werd geregistreerd, en de schenker overlijdt binnen drie jaar: Kwalificatie als legaat en toepassing erfbelasting (zgn. ‘fictief legaat’) Belastbare grondslag = waarde geschonken goederen op tijdstip overlijden! Ook vermomde schenkingen kunnen onderworpen worden aan schenkbelasting (bv. verkoop onroerend goed aan te lage waarde) De begiftigde is de belastingplichtige 17 Belastbare grondslag Basisregel belastbare grondslag: Op het aandeel van elke begiftigde Op de verkoopwaarde van de geschonken goederen, zonder aftrek van kosten Er zijn verschillende afwijkende regelingen, bv: Schenking met voorbehoud vruchtgebruik (grondslag = volle waarde) Beurseffecten (grondslag = notering op eerste dag van de maand) Schenking vruchtgebruik (specifieke formules) Opduweffect bij opeenvolgende schenkingen van onroerende goederen binnen de drie jaar aan dezelfde begiftigde De waarde van de eerste schenking wordt toegevoegd aan de waarde van de tweede schenking Het progressief tarief op de tweede schenking begint daar waar de eerste schenking eindigde en zal dus hoger liggen 18 9 15/09/2022 Tarief Basistarief: Roerende goederen: vlak tarief van 3% (rechte lijn en partners) of 7% (andere personen) Onroerende goederen: Verkrijging in recht lijn en tussen partners: Schijf in EUR Toepasselijke tarief 0 – 150.000 3% 150.000 – 250.000 9% 250.000 – 450.000 18% 450.000 - … 27% Verkrijging tussen andere personen: Schijf in EUR Toepasselijke tarief 0 – 150.000 10% 150.000 – 250.000 20% 250.000 – 450.000 30% 450.000 - … 40% 19 Afwijkende tarieven en vrijstellingen (1) Schenking aan ‘goed doel’: 5,5% vlak tarief 0% Vanaf 1 juli 2021 zijn schenkingen aan goede doelen vrijgesteld (uitzondering: private stichting blijft 5,5%) Vrijstelling voor schenking buitenlands vastgoed Vrijstelling familiale onderneming en aandelen familiale vennootschap Zie verder m.b.t. voorwaarden Vrijstelling voor de schenking van vruchtgebruik, op voorwaarde: dat de begiftigde reeds blote eigenaar is van het betreffende goed dat die begiftigde reeds schenkbelasting betaald had op de volle waarde van het goed toen hij/zij de blote eigendom verkreeg 20 10 15/09/2022 Afwijkende tarieven en vrijstellingen (2) Vrijstelling voor doorgeefschenking/erfenissprong Enkel m.b.t. geërfde goederen verkregen uit een erfenis in rechte lijn of tussen partners … … die binnen het jaar na overlijden notarieel worden door geschonken in rechte lijn Abattement voor gehandicapte personen Enkel m.b.t. schenking van onroerend goed Bedrag dat wordt vrijgesteld hangt af van de leeftijd van de begiftigde en de tariefcategorie (hoe jonger de begiftigde, hoe hoger de vrijstelling) Kan maar één maal worden toegepast tussen dezelfde schenker en begiftigde Vrijstelling voor gronden waarvoor een natuurbeheerplan is/wordt afgesloten Vrijstelling van 75% of 100% afhankelijk van type natuurbeheerplan 21 Vrijstelling familiale vennootschap De schenking van familiale vennootschappen wordt vrijgesteld van schenkbelasting. Voorwaarden: 1. Activiteit van de vennootschap Een familiale vennootschap is een vennootschap die de uitoefening van een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, of een vrij beroep, tot voorwerp heeft en in ‘handen’ is van een familie 2. Participatievoorwaarde De schenker moet samen met zijn familie aandelen in volle eigendom hebben: Minstens 50% van de stemrechten in de vennootschap Minstens 30% van de stemrechten, op voorwaarde dat hij samen met één andere AH 70% van de stemrechten heeft, of met twee andere AH 90%. Familie = de partner van de erflater, de verwanten in rechte lijn en hun partners, zijverwanten tot en met de tweede graad en hun partners, en de kinderen van broers en zussen. 22 11 15/09/2022 Vrijstelling familiale vennootschap De schenking van familiale vennootschappen wordt vrijgesteld van schenkbelasting. Voorwaarden: 3. Geen patrimoniumvennootschap De vennootschap moet een reële economische activiteit hebben Criteria daarbij: bezoldigingen, sociale lasten, pensioenen, terreinen en gebouwen Wettelijk vermoeden dat er geen reële economische activiteit is wanneer uit eenzelfde jaarrekening cumulatief blijkt dat: het bedrag opgenomen onder de rubriek “bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen” verhoudingsgewijs niet meer bedraagt dan 1,50% van het balanstotaal, en de waarde van rubriek “terreinen en gebouwen” meer dan 50% uitmaakt van het totale actief (controle gebeurt a.d.h.v. de drie laatste jaarrekeningen) 23 Vrijstelling familiale vennootschap Voorwaarden te vervullen gedurende een periode van drie jaar na de schenking: 1. De activiteit dient ononderbroken behouden te blijven en er dient door de vennootschap elk boekjaar een jaarrekening te worden neergelegd; 2. De vennootschap mag geen vennootschap zonder reële activiteit worden; 3. Het kapitaal, of de inbrengen, mag niet dalen door uitkeringen of terugbetalingen; 4. De vennootschap dient haar maatschappelijke zetel binnen de EER te behouden 24 12 15/09/2022 Registratierecht en vennootschappen (Vl. Gewest) 25 25 Federale materie De belastbaarheid van de rechtshandelingen m.b.t. vennootschappen = in principe federale materie MAAR: bepaalde vennootschap-gerelateerde rechtshandelingen komen alsnog onder de bevoegdheid van de gewesten, die verkooprecht of verdeelrecht kunnen heffen: Inbreng door natuurlijke personen van onroerende goederen bestemd voor bewoning; Inbreng van onroerende goederen naarmate de inbreng anders wordt vergoed dan met aandelen; Uitbreng van onroerende goederen uit de vennootschap, door de vennoten. 26 13 15/09/2022 Inbreng onroerende goederen Basisregel: enkel vast recht (50 EUR) verschuldigd Geldt voor de inbreng van zowel grond als gebouwen, voor volle eigendom en vruchtgebruik; Eerste uitzondering: inbreng door een natuurlijke persoon van een in België gelegen onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk voor bewoning wordt gebruikt, of daartoe is bestemd; Verkooprecht: bij inbreng eigendomsrecht of vruchtgebruik Verdeelrecht: in geval de vennootschap reeds mede-eigenaar is van het in te brengen goed 27 Inbreng onroerende goederen Tweede uitzondering: de “gemengde” inbreng Elke inbreng van een onroerend goed (al dan niet bestemd voor bewoning), die niet volledig door aandelen wordt vergoed, zal onderworpen worden aan verkooprecht of verdeelrecht Dit enkel ten belope van het gedeelte van de inbreng dat niet in aandelen werd vergoed. 28 14 15/09/2022 Uitbreng onroerende goederen Basisregel: Verkrijging door vennoten van in België gelegen onroerende goederen geeft steeds aanleiding tot heffing van verkooprecht, onafhankelijk van de juridische kwalificatie van de uitbreng Er zijn uitzonderingen op deze basisregel. Deze zijn afhankelijk van het type vennootschap: personenvennootschappen of kapitaalvennootschappen (zie verder) 29 Uitbreng onroerende goederen - Personenvennootschappen Personenvennootschappen = BV, VOF, CommV en CV De verkrijging wordt niet aan verkooprecht onderworpen in twee gevallen: Verkrijging door de vennoot die het onroerend goed inbracht De historische vennoot, i.e.: Verkrijging van een onroerend goed dat door de vennootschap werd verkregen met toepassing van Verkooprecht; en De verkrijgende vennoot maakte reeds deel uit van de vennootschap toen het betrokken goed werd verkregen 30 15 15/09/2022 Uitbreng onroerende goederen – Personenvennootschappen Wachtregeling In geval van een zuivere en eenvoudige uitbreng aan alle vennoten bij de vereffening van de vennootschap geldt een wachtregeling Uitbreng moet gebeuren t.a.v. alle vennoten samen, bij de sluiting van de vereffening Het verkooprecht is pas verschuldigd bij de latere verdeling van de onroerende goederen Dit is louter een uitstel: bij de verdeling dient de basisregel te worden toegepast (i.e. verkooprecht, tenzij verkrijging door historische vennoot of de vennoot die het onroerend goed had ingebracht) 31 Uitbreng onroerende goederen - Kapitaalvennootschappen Kapitaalvennootschappen = NV, Europese vennootschap en Europese coöperatieve vennootschap Basisregel: altijd verkooprecht bij uitbreng onroerend goed Enige uitzondering: inbreng door de vennootschap van een onroerend goed in een andere vennootschap 32 16 15/09/2022 Deel II: Erfbelasting 33 Inleiding 34 34 17 15/09/2022 Inleiding (1) Erfbelasting wordt gevestigd op de goederen die overgaan ingevolge overlijden, hetzij: Volgens de ‘gewone’ erfregels (‘wettelijke devolutie’) Via testament Via contractuele erfstelling ‘Erfbelasting’ is de verzamelterm voor het ‘successierecht’ en het ‘recht van overgang’ Successierecht: Bij overlijden Belgisch rijksinwoner Wordt gevestigd op alle goederen die overgaan (dus op het wereldwijde netto-vermogen) Recht van overgang: Bij overlijden niet-rijksinwoner met Belgisch onroerend goed Wordt gevestigd op het Belgisch onroerend goed 35 Inleiding (2) Erfbelasting = Gewestelijke bevoegdheid Welk gewest is bevoegd? Successierecht: gewest waar de erflater zijn fiscale woonplaats had Indien erflater in meerdere gewesten heeft gewoond de voorgaande 5 jaar (e.g. verhuis van Wallonië naar Vlaanderen), dan is het gewest bevoegd waar hij het langst gewoond heeft in die voorbije vijf jaar. Recht van overgang: gewest waar het onroerend goed is gelegen Indien meerdere onroerende goederen in meerdere gewesten: bevoegdheid gewest waar het onroerend goed met het hoogste KI is gelegen. 36 18 15/09/2022 Actief van de nalatenschap 37 37 Principe Belasting op alle goederen die (1) behoren tot het vermogen van de erflater, en (2) overgaan op diens erfopvolgers (door de wet, testament of contractuele erfstelling) Niet: rechten die uitdoven door overlijden zoals vruchtgebruik of lijfrente (behoort niet meer tot het vermogen) Niet: bedongen terugkeer (schenking), overgang t.g.v. aanwas-overeenkomst (≠ overgang door wet, testament of contractuele erfstelling) Niet: inbreng of inkorting van schenkingen die bij leven zijn gedaan (behoort niet meer tot het vermogen) Rekening houden met huwelijksstelsel en –contract! e.g. ‘Wettelijk’ stelsel (gemeenschap van aanwinsten): Helft van de huwgemeenschap valt in principe in de nalatenschap Contractuele afwijkingen mogelijk: verblijvingsbeding, keuzebeding Let op: sommige goederen worden ‘fictief’ beschouwd als deel van de nalatenschap ook al behoren zij daar strikt genomen niet toe (zie verder) e.g. Langstlevende echtgenoot verkrijgt de ganse huwgemeenschap t.g.v. een verblijvingsbeding : de verkrijging van meer dan de helft van de huwgemeenschap zal toch belast worden! 38 19 15/09/2022 Gelijkgestelde verrichtingen (fictieve legaten) Schulderkenning in testament Oneigenlijke schulden, bedoeld als bevoordeling Schenking onder opschortende voorwaarde van overlijden Ongelijke verdeling van de huwgemeenschap Schenking binnen de drie jaar vóór overlijden Beding ten behoeve van een derde (zie verder) Rechten die uitdoven bij overlijden (zie verder) Gesplitste aankoop Verdeling met toebedeling VG (of ander levenslang recht) in ruil voor volle eigendom Verkoop / afstand met voorbehoud van VG (of ander levenslang recht) Legaat met last ten voordele van een derde (zie verder) 39 Waardering Goederen dienen aangegeven te worden volgens hun verkoopwaarde op het tijdstip van overlijden Verkoopwaarde bepalen is niet altijd evident bij gebrek aan specifieke richtlijn: Aandelen van niet-beursgenoteerde vennootschappen (schatting revisor?) Kunst (verzekerde waarde?) Specifieke richtlijn voor: Beurseffecten (zie verder) Onroerend goed (zie verder) 40 20 15/09/2022 Waardering beurseffecten Slotkoers van de effecten op één van de volgende data: Datum van overlijden Datum van 1 maand na het overlijden Datum van 2 maanden na het overlijden (Tijdelijke optie voor overlijdens tussen 13 sept/okt/nov 2019 en 30 september 2020 (wegens COVID-19): datum van 3 maanden na het overlijden) Gekozen optie geldt voor alle effecten (niet mogelijk om verschillende data te nemen al naar gelang het effect) Voorbeeld bij overlijden op 1 mei 2021, opties voor waardering: Slotkoers 3 mei 2021 (1 mei is een zaterdag, beurs gesloten) Slotkoers 1 juni 2021 Slotkoers 1 juli 2021 41 Waardering onroerend goed 1. Zelf waarderen (niet bindend t.a.v. Vlabel) Indien te laag geschat: risico bijkomende erfbelasting + belastingverhoging Indien te hoog geschat: geen mogelijkheid tot ontheffing 2. Erkende schatter (bindend t.a.v. Vlabel) Geen bijkomende erfbelasting / belastingverhoging bij latere verkoop aan hogere prijs Mogelijkheid tot ontheffing bij verkoop aan lagere prijs binnen 2 jaar 3. Aanvraag bindende schatting (bindend t.a.v. Vlabel) Geen bijkomende erfbelasting / belastingverhoging bij latere verkoop aan hogere prijs Mogelijkheid tot ontheffing bij verkoop aan lagere prijs binnen 2 jaar 42 21 15/09/2022 Passief Belasting op het netto-actief van de nalatenschap Aftrek toegelaten van: Bestaande schulden op tijdstip overlijden Begrafeniskosten Keuze voor forfait of voor werkelijk passief Forfait m.b.t. bestaande schulden, keuze tussen: Forfait eigen schulden = 1.500 EUR (te indexeren) Forfait schulden huwgemeenschap = 3.000 EUR (te indexeren) Forfait begrafeniskosten = 6.000 EUR (te indexeren) Mogelijk om bijvoorbeeld het forfait van de bestaande schulden te combineren met het forfait van de begrafeniskosten (en omgekeerd) Het forfait is altijd combineerbaar met specifieke schulden m.b.t. onroerend goed 43 Algemene tarieven 44 44 22 15/09/2022 Rechte lijn en partners Tarief in rechte lijn en tussen partners vanaf 0,01 tot en met 50.000 3% vanaf 50.000,01 tot en met 250.000 9% vanaf 250.000,01 27 % Roerend en onroerend goed wordt afzonderlijk belast Erfgenamen in rechte lijn en partners worden elk afzonderlijk belast 45 Rechte lijn en partners Wie valt onder de categorie ‘rechte lijn’? Afstammelingen: kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen, … Schoonkinderen worden niet gelijkgesteld, zij vallen onder de categorie ‘anderen’ Ascendenten: ouders, grootouders, overgrootouders, … Stiefkinderen Kinderen van de partner van de erflater (ook al is die partner zelf reeds vooroverleden) Stiefkleinkinderen vallen niet onder de categorie ‘rechte lijn’ Zorgkinderen / zorgouders Adoptiekinderen in geval van volle adoptie ‘Gewone’ adoptie wordt niet gelijkgesteld met de categorie ‘rechte lijn’. In sommige gevallen kunnen dergelijke personen toch nog gelijkgesteld worden (e.g. in geval er een zorgrelatie was tussen de erflater en het kind, in geval het kind een kind is van de partner van de erflater) 46 23 15/09/2022 Rechte lijn en partners Wie valt onder de categorie ‘partners’? Echtgenoten Het huwelijk mag niet ontbonden zijn op tijdstip van overlijden Uitzondering: als de ex-echtgenoten gemeenschappelijke kinderen hebben, kunnen zij wel nog van elkaar erven aan de tarieven die gelden tussen partners Wettelijk samenwonende partners Statuut geldt vanaf de verklaring van wettelijk samenwonen Beperkt tot een 1-op-1 relatie (meerdere wet. samenwonenden kunnen eventueel wel gelijkgesteld worden met ‘partners’ als zij voldoen aan de voorwaarden van feitelijk samenwonen – zie volgende punt) Feitelijk samenwonende partners Op tijdstip van overlijden moet men: minstens één jaar ononderbroken samenwonen met de erflater… … en samen een gemeenschappelijke huishouding voeren Is niet beperkt tot slechts 1 persoon, er kunnen meerdere erfopvolgers tegelijk onder dit statuut vallen: Broers/zussen die samenwonen (eventueel nog onder het ouderlijke dak) Kloosterordes 47 Broers en zussen Tarief tussen broers en zussen vanaf 0,01 tot en met 35.000 25 % vanaf 35.000,01 tot en met 75.000 30 % vanaf 75.000,01 55 % Geen opsplitsing tussen roerend en onroerend goed (alle goederen worden in principe samen belast) Broers en zussen worden elk afzonderlijk belast 48 24 15/09/2022 Andere personen Tarief tussen andere personen vanaf 0,01 tot en met 35.000 25 % vanaf 35.000,01 tot en met 75.000 45 % vanaf 75.000,01 55 % Geen opsplitsing tussen roerend en onroerend goed (alle goederen worden in principe samen belast) Deze categorie van erfopvolgers worden samen belast Voorbeeld: twee neven erven 100.000 EUR van hun oom, neef A verkrijgt 60.000 EUR, neef B verkrijgt 40.000 EUR De hoger vermelde tarieven worden toegepast op de globale verkrijging van 100.000 EUR: 35.000 EUR x 25% 40.000 EUR x 45% 25.000 EUR x 55% Totale erfbelasting = 40.500 EUR, pro rata verschuldigd:. Neef A is verschuldigd: 40.500 EUR x = 24.300 EUR.. Neef B is verschuldigd: 40.500 EUR x. = 16.200 EUR 49 Verlaagde tarieven, vrijstellingen en verminderingen 50 50 25 15/09/2022 Verlaagde tarieven & vrijstellingen voor specifieke goederen Familiale ondernemingen en aandelen fam. Vennootschappen Verlaagd vlak tarief van 3% of 7% Erven van eigen kind Vrijstelling voor goederen die ouders erven nadat zij deze eerder zelf aan het kind hadden geschonken Geschonken goederen moeten nog in natura aanwezig zijn Kind mag zelf geen afstammelingen hebben Gronden waarvoor een natuurbeheerplan is/wordt afgesloten Vrijstelling van 50%, 75% of 100% afhankelijk van type natuurbeheerplan Aandelen erkende vennootschappen die serviceflats ontwikkelen of financieren Vrijstelling onder strikte voorwaarden 51 Verlaagde tarieven & vrijstellingen voor specifieke personen Partners (m.u.v. bloedverwanten in rechte lijn) Vrijstelling voor de eerste schijf van 50.000 EUR aan roerende goederen Vrijstelling gezinswoning (feitelijk samenwonende partners moeten minstens 3 jaar hebben samengewoond) “Goede doelen” Vrijstelling voor legaten aan stichtingen van openbaar nut en vzw’s (vanaf 1 juli 2021 – daarvoor 8,5%) Verlaagd vlak tarief van 8,5% voor legaten aan private stichtingen Wezen (kinderen jonger dan 21 jaar die erven van hun ouder terwijl de andere ouder reeds vooroverleden is) Vrijstelling voor de eerste schijf van 75.000 EUR aan roerende goederen Vrijstelling voor de woning waar de ouder gedomicilieerd was Gehandicapte personen Voetvrijstelling (abattement), afhankelijk van leeftijd en categorie erfgenaam “Vriendenerfenis” (voor overlijdens vanaf 1 juli 2021) Verlaagd tarief van 3% op maximaal 15.000 EUR (i.p.v. 25%) Toepassing moet door de erflater worden vermeld in zijn/haar testament 52 26 15/09/2022 Belastingsverminderingen “Bescheiden verkrijgingen” Wanneer netto-verkrijging minder is dan een bepaald bedrag (afhankelijk per categorie erfgenamen) De vermindering is afhankelijk van de categorie waarbinnen de erfgenaam valt en de grootte van diens netto- verkrijging Kinderen jonger dan 21 jaar die erven van hun ouder Belastingvermindering van 75 EUR x het aantal volle jaren die nog moeten verlopen tot het kind 21 jaar is De langstlevende partner kan de helft van deze vermindering ook genieten indien het gaat om een gemeenschappelijk kind Opeenvolgend overlijden binnen één jaar Erfbelasting bij tweede overlijden wordt gehalveerd Buitenlands onroerend goed Buitenlandse erfbelasting die verschuldigd is op het buitenlands onroerend goed, mag in mindering worden gebracht van de Vlaamse erfbelasting berekend op datzelfde onroerend goed 53 Fictieve legaten (selectie) 54 54 27 15/09/2022 Verrichtingen die gelijkgesteld worden met een overgang door overlijden Schulderkenning in testament Oneigenlijke schulden, bedoeld als bevoordeling Schenking onder opschortende voorwaarde van overlijden Ongelijke verdeling van de huwgemeenschap Schenking binnen de drie jaar vóór overlijden Beding ten behoeve van een derde Rechten die uitdoven bij overlijden: Gesplitste aankoop (VG/BE) Verdeling met toebedeling VG (of ander levenslang recht) in ruil voor volle eigendom Verkoop / afstand met voorbehoud van VG (of ander levenslang recht) Legaat met last ten voordele van een derde 55 A. Beding t.b.v. een derde (1) Principe: een persoon verkrijgt bij het overlijden van de erflater geldsommen, openbare effecten of een rente vanwege een bepaalde partij ten gevolge van een overeenkomst die de erflater had afgesloten met die partij. De verkregen voordelen zijn aan erfbelasting onderworpen. Voorbeeld: Levensverzekeringen van het type AAB (waarbij A = erflater) Uitkeringen door “niet discretionaire” trusts of stichtingen Voorwaarden: De uitbetaling moet contractueel opeisbaar zijn ( trust waarbij de trustee vrij beslist over het al dan niet doen van uitkeringen) De uitbetaling is opeisbaar (1) bij het overlijden, (2) ná het overlijden, of (3) binnen de drie jaar vóór het overlijden 56 28 15/09/2022 A. Beding t.b.v. een derde (2) Belastbaarheid Indien uitkering opeisbaar is voorafgaand aan of bij overlijden: Het uit te keren (netto-) kapitaal moet aangegeven worden in de nalatenschap Het uit te keren (netto-) kapitaal is meteen belastbaar in hoofde van de begunstigde Indien uitkering pas opeisbaar wordt op een tijdstip na overlijden: De verzekering moet meteen worden aangegeven in de nalatenschap Het uit te keren (netto-) kapitaal is pas belastbaar in hoofde van de begunstigde op tijdstip van de effectieve uitkering (begunstigde moet dan een bijvoeglijke aangifte indienen) Uitzondering: groepsverzekeringen Voor zover het kapitaal toekomt aan de langstlevende echtgenoot en/of kinderen jonger dan 21 jaar Voor zover de verzekering werd gevestigd met tussenkomst van de werkgever t.g.v. een bindend reglement van de onderneming waar de erflater werkzaam was als werknemer Let op: steeds nagaan of premies werden betaald met middelen huwgemeenschap! 57 B. Rechten die uitdoven bij overlijden (1) Principe: tegengaan van structuren waarbij ‘misbruik’ wordt gemaakt van het kosteloos uitdoven van een levenslang recht Voorbeelden: Een ouder koopt het vruchtgebruik van een onroerend goed, terwijl diens kind de blote eigendom koopt. In realiteit betaalt de ouder echter de volledige koopprijs. Een ouder verkoopt een onroerend goed aan zijn kind tegen betaling van een lijfrente. Het kind betaalt in realiteit nooit de lijfrente. Een ouder verkoopt de blote eigendom van een onroerend goed aan zijn kind. Het kind betaalt de koopprijs nooit. Kinderen en hun ouder hebben een onroerend goed in onverdeeldheid; de kinderen staan hun vruchtgebruik af aan hun ouder die zelf zijn blote eigendom afstaat aan de kinderen. Er wordt geen opleg betaald, terwijl de afgestane blote eigendom veel meer waard is dan het afgestane vruchtgebruik. 58 29 15/09/2022 B. Rechten die uitdoven bij overlijden (2) Belastbaarheid Er geldt een vermoeden dat de blote eigendom destijds op een oneigenlijke wijze werd verkregen door de erfgenaam, of dat de lijfrente geveinsd is De erfgenaam moet bewijzen dat de verkrijging tegen lijfrente, of de verkrijging van de blote eigendom, geen ‘bedekte bevoordeling’ vormde Bij gesplitste aankoop: aantonen dat de blote eigendom met eigen middelen werd betaald (en niet door de erflater) Bij verkoop tegen lijfrente of verkoop blote eigendom: aantonen dat prestaties gelijkwaardig zijn én effectief werden uitgevoerd (idem bij verdeling tegen blote eigendom of lijfrente) Kan dit niet worden bewezen, dan wordt het ganse goed aan erfbelasting onderworpen! Belastbare grondslag = waarde van het goed op tijdstip van overlijden 59 C. Legaat met last t.v.v. een derde (1) Principe: een last die wordt opgelegd aan een legataris (‘bezwaarde’), in het voordeel van een ‘derde’, wordt in hoofde van die derde aan erfbelasting onderworpen Voorbeeld: A verkrijgt per testament een onroerend goed, met als last om aan B een geldsom te betalen die gelijk is aan de helft van de waarde van het onroerend goed B wordt belast op de geldsom A mag de te betalen geldsom in mindering nemen van zijn legaat Uitzondering: het “duolegaat” – Indien de bezwaarde als last de erfbelasting dient te betalen van een erfgenaam / legataris, dan wordt de betaling van deze erfbelasting op zich niet beschouwd als een belastbaar legaat 60 30 15/09/2022 C. Legaat met last t.v.v. een derde (2) Voorbeeld duolegaat: kinderloze weduwe heeft een effectenportefeuille t.b.v. 800.000 EUR die zij wil nalaten aan haar goede vriendin Optie 1: rechtstreeks legaat t.a.v. vriendin Vriendin wordt belast aan de hoogste tarieven (tot 55% op alles boven 75.000 EUR!) Totale erfbelasting = 425.500 EUR; gemiddelde belastingdruk = ca. 53% Vriendin houdt netto nog 374.500 EUR over Optie 2: algemeen legaat aan stichting van openbaar nut met last om (i) 500.000 EUR uit te betalen aan vriendin en (ii) de erfbelasting in hoofde van de vriendin te betalen Een legaat aan een stichting wordt belast aan het verlaagd en vlak tarief van 8,5%. De stichting betaalt dus 8,5% op haar netto legaat (800.000 EUR – 500.000 EUR) = 25.500 EUR Als last betaalt de stichting tevens de erfbelasting die de vriendin verschuldigd is op haar legaat van 500.000 EUR (= 260.500 EUR) Totale erfbelasting = 274.500 EUR; gemiddelde belastingdruk = ca. 34% Vriendin houdt netto 500.000 EUR over; de stichting houdt netto 14.000 EUR over Het fiscaal voordeel van duolegaten verdwijnt voor nalatenschappen die openvallen vanaf 1 juli 2021! Als compensatie worden legaten aan vzw’s, stichtingen van openbaar nut, etc. vanaf die datum vrijgesteld van erfbelasting 61 Kantoor Antwerpen Kantoor Hasselt Van Putlei 14 Kunstlaan 18/bus 6, 350 B- 2018 Antwerpen B-3500 Hasselt T. +32 3 206 21 10 T. +32 11 14 09 00 Cabinet Liège Kantoor Westerlo Place Ste Véronique 10 Nijverheidsstraat 14 B-4000 Liège B-2260 Westerlo T. +32 4 233 34 36 T. +32 14 21 01 10 Cabinet Charleroi Boulevard Mayence 17 B-6000 Charleroi T. +32 7 118 37 24 linkedin.com/company/Tuerlinckx-Tax-Lawyers/ @TuerlinckxLaw facebook.com/TuerlinckxTaxLawyers tuerlinckx.eu/nl/shares-expertise 62 31