Zeer Zorgwekkende Stoffen PDF
Document Details
Uploaded by UndisputedConnemara5839
Universiteit Leiden
Tags
Summary
This document details the properties and effects of hazardous substances, particularly focusing on those considered "very hazardous" (ZZS). It provides information on recognizing and handling these substances safely in a laboratory setting.
Full Transcript
Universiteit Leiden – Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen Arbo- en Milieudienst 20230413_versie 1.0_MBn...
Universiteit Leiden – Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen Arbo- en Milieudienst 20230413_versie 1.0_MBn Zeer zorgwekkende stoffen 1. Doel Dit informatieblad beschrijft de eigenschappen en effecten van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) en hoe er veilig en verantwoord met ZZS gewerkt kan worden binnen een laboratorium omgeving. 2. Achtergrond Zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) zijn stoffen die één of meerdere van de volgende eigenschappen hebben; carcinogeen, mutageen, reprotoxisch, specifieke doelorgaan toxiciteit (STOT), sensibiliserend, (zeer) toxisch, (zeer) persistent en/of bioaccumulerend (tabel 1). Ze zijn te herkennen aan specifieke H-zinnen en GHS 1- symbolen (tabel 1). Zeer zorgwekkende stoffen Eigenschap Uitleg H-zinnen GHS-symbool Voorbeeld Carcinogeen (C) Kan kanker veroorzaken of is verdacht van H350, H351 Oplosmiddelen, het veroorzaken van kanker. Formaldehyde, Acrylamide, Nanodeeltjes Mutageen (M) Kan genetische schade veroorzaken of is H340, H341 Oplosmiddelen, Acrylamide, verdacht van het veroorzaken van Formaldehyde, Nanodeeltjes genetische schade. Reprotoxisch (R) Kan de vruchtbaarheid of het ongeboren H360, H361, H362 Oplosmiddelen, Acrylamide kind schaden. Is verdacht van het beschadigen van de vruchtbaarheid of het ongeboren kind. Kan schadelijk zijn via de borstvoeding. Specifieke Afhankelijk van de stof kan het H335, H336, Oplosmiddelen, Nanodeeltjes doelorgaan verschillende effecten hebben op organen H370, H371, toxiciteit (STOT) (o.a. ogen, luchtwegen, H372, H373 hersenen/zenuwstelsel, huid, lever, nieren en hormonale- en immuunsysteem*). Bij deze stoffen kan er al een effect optreden na één enkele blootstelling (single exposure effect) of na herhaalde blootstelling (repeated exposure effect). Sensibiliserend (S) Kan een allergische reactie veroorzaken.# H314, H315, Producten van proefdieren, H317, H318, (gras)Pollen, Latex H319, H334, H335, EUH208, EUH066, EUH071 (zeer) Toxisch (T) Kan fataal zijn bij inslikken, via huidcontact, H300, H310, Cyanide, Fosgeen. via inademing of via oogcontact. H330, EUH070 (zeer) Persistent Stoffen die nauwelijks of zeer langzaam H4xx Gehalogeneerde koolwaterstof (P) worden afgebroken en daardoor lange tijd verbindingen, Nanodeeltjes in het milieu aanwezig blijven. Bioaccumulerend Stoffen die in organismen of in organen van H4xx Gehalogeneerde koolwaterstof (B) organismen ophopen. verbindingen, Nanodeeltjes Tabel 1. Overzicht van de eigenschappen, H-zinnen en GHS-symbolen van zeer zorgwekkende stoffen. * hormoon, immuun en endocrien verstoorders. # dikgedrukte H-zinnen, zijn h-zinnen die sensibiliserende eigenschappen aangeven. De overige aangegeven H-zinnen geven irriterende eigenschappen aan die mogelijk ook tot allergische reacties kunnen leiden. 1 GHS = globally harmonized system 1 Universiteit Leiden – Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen Arbo- en Milieudienst 20230413_versie 1.0_MBn Carcinogene stoffen Dit zijn stoffen die kanker kunnen veroorzaken via een genotoxische of een niet-genotoxische werkingsmechanisme. Genotoxische stoffen zijn stoffen die direct het DNA beschadigen/veranderen waardoor kanker ontstaat of afwijkingen in voortplantingscellen. Voor deze stoffen is geen veilige grenswaarde. Bij een eenmalige blootstelling aan deze genotoxische stoffen kan het effect (DNA-schade en kanker) al optreden. Blootstelling aan deze stoffen moet daarom altijd voorkomen worden! Niet genotoxische stoffen zijn stoffen die kanker kunnen veroorzaken via indirecte routes. Hierbij wordt niet direct het DNA aangetast, maar kan schade aan het DNA ontstaan via schade aan bijvoorbeeld het DNA repair systeem of door de productie van zuurstofradicalen. Neem contact op met de Arbo- en milieudienst om te achterhalen of er sprake is van een genotoxische stof. Mutagene stoffen Mutagene stoffen zijn stoffen die het erfelijke materiaal kunnen beschadigen (genetische schade). Hierbij kan de schade betrekking hebben op een enkel gen, een groep genen of een compleet chromosoom. Deze stoffen kunnen ook de geslachtscellen in organismen beschadigen. De mogelijke mutaties die ontstaan in de geslachtscellen kunnen dan doorgegeven worden aan het nageslacht. Reprotoxische stoffen Dit zijn voor de voortplanting giftige stoffen. Deze stoffen kunnen nadelige effecten hebben op de vruchtbaarheid van vrouwen én mannen en op de voortplanting. Deze effecten kunnen ontstaan door aantasting van de hormoonhuishouding (en via deze weg de voortplantingsorganen), sperma- en/of eicellen of via het drinken van de moedermelk (bij pasgeborenen). Daarnaast zijn er ook zogenaamde teratogene stoffen, die ontwikkelingsstoornissen/afwijkingen kunnen veroorzaken bij het ongeboren kind in de baarmoeder. Specifieke doelorgaan toxische (STOT) stoffen Dit zijn stoffen die inwerken op specifieke organen (bijv. de luchtwegen, zenuwen/hersenen, huid, nieren, lever etc.). Binnen deze groep stoffen wordt verschil gemaakt tussen effecten na eenmalige blootstelling en effecten na herhaalde blootstelling. Effecten na eenmalige blootstelling zijn bijvoorbeeld bedwelming en/of irritatie (van luchtwegen of huid). Herhaalde blootstelling aan deze stoffen kan zorgen voor algehele schade aan organen/orgaansystemen. Een bekend voorbeeld hiervan is de ‘schildersziekte’ ofwel Organo Psycho Syndroom (OPS). Dit is een hersenaandoening welke ontstaat door langdurige blootstelling aan oplosmiddelen. Sensibiliserende stoffen Sensibiliserende stoffen (allergenen) zijn stoffen die kunnen zorgen voor allergische reacties. De meest bekende zijn de (gras)pollen die bij vele mensen jaarlijks hooikoorts veroorzaken. Daarnaast zijn producten (o.a. huidschilvers en urine) van proefdieren een bekende bron. Twee veel voorkomende vormen van een beroepsallergie zijn beroepsastma (bijv. door producten van proefdieren) en contactdermatitis (bijv. door latex). Toxische stoffen (zeer) Toxische stoffen (of giftige stoffen) zijn stoffen die in meer of mindere mate schadelijk zijn voor organismen. In het ergste geval, kunnen deze stoffen dodelijk zijn. De tabel hieronder geeft een overzicht met ‘vuistregels’ voor de indeling van toxische stoffen op basis van de grenswaarde. Vuistregels voor indeling van toxische stoffen Toxiciteitsklasse als gas/damp (in mg/m3) als gas/damp (in ppm) Lage toxiciteit >1000 >500 Matige toxiciteit 100-1000 10-500 Hoge toxiciteit 10-100 0.1-10 Zeer hoge toxiciteit 50% waterig vloeibaar afval dat Anatomische resten en orgaandelen, dierlijke bij- injectienaalden. verontreinigd is met gevaarlijke stoffen. Let op! afval vervuild met nanomaterialen producten, cytotoxische en cytostatische Lab glaswerk wat besmet is met dienen in een afsluitbare zak in de emmer geneesmiddelen, afval dat (mogelijk) viraal, bacterieel Als deze afvalcontainertjes vol zijn, dienen GGO materiaal, dient eerst te geplaatst te worden! (dubbele containment) en/of met schimmels besmet is, beddingafval, bloed, ze in de blauwe vaten met gele deksel worden geautoclaveerd/ plasma en urine, vast GGO afval van niveau: ML-1, (ziekenhuisafval) te worden gedaan! geïnactiveerd!! ML-II, D-I, DM-I, DM-II, PL-I, PC-I, PCM-I en PCM-II. Rood: organische oplosmiddelen Tip: Gebruik de inkepingen in de deksel om Zwarte 60 liter vaten Let op! Overig niet lab glaswerk, Overig vloeibaar besmettelijk/GGO afval (bijv. de naald van de spuit te verwijderen. zoals lege gespoelde en Mengsels van >50% medium) dient te worden geautoclaveerd/ Voor grotere hoeveel- uitgedampte glazen halogeenarme organische geïnactiveerd en mag daarna door het riool. Let op! In deze containertjes mag geen heden vast chemisch chemicaliënflessen, dienen te oplosmiddelen. glasafval of pipetpuntjes etc. afval die in de originele worden weggegooid in de verpakking zitten. Volle scherpe afvalvaatjes moeten ook in deze blauwe glasafvalcontainer bij de vaten! (zie ook kopje ‘scherp afval’) expeditie. Dit kan via facilitair. Blauw: organische halogeenrijk Let op! Deze bak is niet bedoeld voor: radioactieve stoffen, laboratorium chemicaliën Mengsels van halogeen (Cl, Br, F, I) en/of overig afval. bevattende organische Wat mag hierin: oplosmiddelen. Chemicaliën in goed afgesloten breukvrije originele verpakkingen met CASnr: blikken, Afval containers/vaten worden door facilitair afgevoerd mits: Vragen, onduidelijkheden of potten, flessen e.d. met een inhoud tot 2.5 - De buitenkant van de vaten/containers schoon zijn. opmerkingen m.b.t. lab afval? liter. - De vaten/containers goed en correct zijn dichtgemaakt/gesloten. Voeg altijd een inhoudslijst toe! - Er geen materialen uitsteken. Neem contact op met de Groen: Olie en vet - De vaten/containers niet beschadigd zijn. beheerders gevaarlijke stoffen - De vaten/containers niet over- of te vol zitten (er moet een paar cm speling zijn). van de Dienst Facilitaire Zaken: Wil Anton Alle afval van smeeroliën en vetten Let op! Voor beide type vaten geldt, dat - De labels op de vaten/containers niet beschreven of beschadigd zijn. van werkplaatsen en lab instabiele, explosieve, reactieve en Contact informatie: apparatuur als pompen etc.. radioactieve stoffen niet in deze vaten Als aan 1 of meerdere van bovenstaande voorwaarden niet wordt voldaan Wil: [email protected] (tel.nr.: 4460) mogen!! worden de containers/vaten NIET afgevoerd! Anton: [email protected] (tel.nr.: 5756) Het is aan de medewerkers/verantwoordelijken van het lab om dit te regelen!! Waste disposal guide – Lab waste Health, safety and environment_facility_v1_EN_20230919 Contact: [email protected] Liquid chemical waste Solid chemical waste Biological and GMO waste Sharp waste Glass Yellow sharp White cardboard White bucket(s) Blue waste bins with a yellow lid waste containers boxes Blank: aqueous solutions pH < 5 For small amounts of For biological waste, waste with a red lid For laboratory Mixtures of inorganic acids with Solid chemical waste of genetically modified For sharp waste. glassware. the exception of nitric acid and produced during work. Organisms and contaminated chromic acid. waste (hospital waste). What is allowed: What is allowed: Black: aqueous solutions pH > 5 Polluted packaging, filter paper, lab gloves, Laboratory glassware only, (paper) tissues, pipette tips etc. What is allowed: such as broken beakers, What is allowed: Sharp waste such as small blades and Erlenmeyer flasks and Pasteur >50% aqueous liquid waste Attention! Waste containing nano materials Anatomical residues and parts of organs, animal by- injection needles. pipettes. polluted with hazardous Substances. needs to be placed in the white bucket in a products, cytotoxic and cytostatic drugs, waste that is sealable bag! (double containment) (potentially) contaminated with virusses, bateria If these waste containers are full, they need Lab glassware that is and/or fungi, bedding waste, blood, plasma, urine, to be put into the blue waste bins with the contaminated with GMO solid GMO waste of level: ML-I, ML-II, D-I, DM-I, DM-II, yellow lid (hospital waste)! materials, first need to be PL-I, PC-I, PCM-I and PCM-II. autoclaved/inactivated!! Red: organic solvents Black 60 liter barrels Tip: Use the special adjustment in the lid, to Other liquid contaminated/GMO waste (i.e. culture remove the needle from the syringe. Mixtures of >50% organic solvents For larger amounts of media) should be inactivated/autoclaved and can Attention! Other non lab with low halogen content. solid chemical waste then be flushed through the sewer. glassware, such as empty, rinsed Attention! Glass waste or pipette tips in original packaging. and evaporated glass chemical etc., may not be put in these waste Full sharp material waste bins also need to be put in bottles, need to be disposed in containers. these blue bins (see header ‘Sharp waste’). the glass waste container at the expedition. This can be done Attention! This waste bin may not be used for through the facilities Blue: organic halogen rich disposal of: radioactive substances, lab chemicals department. Mixtures of halogen (Cl, Br, F, I) and/or other waste. What is allowed: containing organic solvents. Chemicals in well sealed, breakage proof, original packaging with CAS no.: cans, jars, Waste containers/barrels are collected by facility, provided that: Questions, uncertainties or Flasks and such, with contents up to 2.5 liter. - The outside of the containers/barrels is clean. comments regarding lab waste? - The containers/barrels are well and correctly closed/sealed. Always add a packaging list of the contents! - No materials stick out. Please contact the Green: Oil and grease - The containers/barrels are not damaged. hazardous substances managers Attention! For both types of waste - The containers/barrels are not overly or to full (a few cm’s of room should be left). from the Facility Services Wil Anton All waste of lubrication oils and - The labels on the containers/barrels are not written on and are not damaged. Department: containers, instable, explosive, greases from workshops and lab reactive and radioactie substances are equipment If 1 or more conditions written above are not met, the containers/barrels will Contact information: not allowed to put in these waste containers!! NOT be collected. Wil: [email protected] (tel.no.: 4460) It is up to the employees/responsible people of the lab to arrange this!! Anton: [email protected] (tel.no.: 5756) Universiteit Leiden – Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen Arbo- en Milieudienst 20240712_versie 2.0_MBn Zuurkast 1. Doel De zuurkast is één van de belangrijkste beheersmaatregelen bij het werken met gevaarlijke stoffen. Het beschermt de gebruiker tegen schadelijke dampen en mogelijke spatten. Dit informatieblad beschrijft hoe de zuurkast werkt en hoe de zuurkast gebruikt dient te worden zodat het de gebruiker zo optimaal mogelijke bescherming biedt. 2. Hoe werkt de zuurkast Een zuurkast is een afgezogen werkplek, waarbij de I II gevaar bron (gevaarlijke stof) in de zuurkast staat en de gebruiker beschermd tegen schadelijke/giftige en/of (licht) ontvlambare/explosieve dampen van de bron. Het schuifraam biedt (deels) bescherming tegen spatten. De schadelijke dampen worden via 2 luchtstromingen van de gebruiker af weggezogen (fig. 1-I). Eén luchtstroom stroomt direct omhoog (1) na binnenkomst via de raamopening (O) en bypass (B). De tweede luchtstroom stroomt over het 1 werkblad en via de opening in de achterwand omhoog (2). Dit type zuurkasten worden ook wel O ‘pull-systemen’ genoemd (binnen FWN zijn dit de 2 S+B Ecoline zuurkasten (fig. 2A)). Daarnaast bestaan P er ook zuurkasten welke aan de onderkant een Figuur 1. I - De twee luchtstromingen (1+2) in een actieve invoer van lucht hebben (P). Deze zuurkasten standaard zuurkast (pull systeem). Push-pull systemen hebben ook een actieve lucht invoer aan de onderkant blazen en zuigen (push-pull systeem) de schadelijke (P). O = de raamopening, B = de bypass. dampen van de gebruiker af (binnen FWN zijn dit de II - Verminderde luchtdoorstroming bij een te hoog Waldner zuurkasten (fig. 2E)). Deze push-pull systemen ingesteld schuifraam. zijn effectiever en bieden nog betere bescherming dan de pull systemen. De effectiviteit van een zuurkast is sterk afhankelijk van de luchtsnelheid/-stroming in de raamopening. Hoe groter deze snelheid, hoe beter de zuurkast afzuigt en hoe minder de afzuiging verstoord wordt door externe omstandigheden (tocht van deuren, langslopende mensen, apparatuur). De hoogte van het schuifraam mag daarnaast niet te hoog worden gezet (nooit voorbij de werkstand, dit staat aangegeven op de zuurkast). Als het schuifraam te hoog staat of zelfs volledig omhoog gezet wordt (zie fig. 1-II), wordt de luchtsnelheid in de raamopening veel lager en is de luchtflow in de zuurkast beduidend minder waardoor de zuurkast veel minder effectief is en schadelijke dampen kunnen ‘ontsnappen’ uit de zuurkast. Gevolg is dat gezondheidsschade kan ontstaan bij de gebruiker en schade kan toebrengen aan de omgeving (collega’s in de nabijheid). Hoe goed de luchtdoorspoeling in de zuurkast is, is zeer afhankelijk van het aantal materialen en apparatuur wat in de zuurkast staat. Algemene regel is: Hoe voller de kast, hoe slechter de doorspoeling (en dus het functioneren van de zuurkast) en hoe groter de kans op ‘uitbraak’ van schadelijke dampen. Daarnaast kunnen materialen ook ervoor zorgen dat de luchtdoorvoer opening, achterin de zuurkast (zie nr. 2 in fig. 1), geblokkeerd raakt waardoor de luchtstroming over het werkblad ook verstoord raakt. Aangezien de meeste dampen zwaarder zijn dan lucht en dus op het werkblad blijven hangen, is de luchtstroming over het werkblad essentieel in het verwijderen van deze schadelijke dampen. Het werkblad zal dus zo leeg mogelijk moeten blijven en de opening aan de achterkant moet te allen tijde vrij blijven, om de zuurkast goed te laten functioneren en de gebruiker optimaal te beschermen. Universiteit Leiden – Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen Arbo- en Milieudienst 20240712_versie 2.0_MBn 3. Hoe dient de zuurkast te worden gebruikt Om ervoor te zorgen dat de zuurkast zo optimaal mogelijk functioneert en goede bescherming biedt, volgen hieronder een aantal belangrijke aandachtspunten. In figuur 2 zijn voor zowel de S+B-zuurkast (2A) als de Waldner zuurkast (2E) een aantal belangrijke eigenschappen weergegeven. Voor gebruik: - Controleer of er luchtflow aanwezig is en deze goed werkt. Dit is te zien aan de flowindicatoren op de zuurkast (fig. 2B en 2F). De Waldner zuurkast heeft ook een instructie hierover op de zuurkast zitten (fig. 2I) - Controleer altijd zelf ook of er luchtflow aanwezig is (de flowindicatoren kunnen ook falen en/of verkeerde informatie geven). Doe dit door een stukje tissue in de raamopening te houden en te zien of deze beweegt. - Controleer of de zuurkast de periodieke controle heeft gehad. Dit is te zien aan de onderhoudssticker op de zuurkast (fig. 2D en 2H). - Mocht er twijfel bestaan over de werking van de zuurkast, meldt dit dan bij de technische dienst en lab verantwoordelijke. A B C D E F G H I Figuur 2. S+B Ecoline zuurkast (A) met flowindicator (B), werkstand indicator (C) en voorbeeld onderhoudssticker (D). Waldner zuurkast (E) met flow indicator (F), werkstand indicator (G), voorbeeld onderhoudssticker (H) en instructiekaart (I). Universiteit Leiden – Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen Arbo- en Milieudienst 20240712_versie 2.0_MBn Tijdens gebruik: - Houdt de zuurkast geordend en netjes. Zet niet te veel materialen en apparatuur in de zuurkast. Verwijder alle materialen die niet nodig zijn (gebruik een zuurkast niet als opslagplek!). - Zorg dat de opening onderaan de achterwand (fig. 1, nr. 2) vrij blijft (blokkeer de achterwand dus niet). - Zet benodigde (grote) materialen en apparatuur zoveel mogelijk op een verhoging (zodat de luchtstroming eronderdoor kan) en aan de zijkanten neer. - Werk zo diep mogelijk in de zuurkast (in ieder geval niet te dicht bij de voorkant). Voorkom hierbij wel dat er te ver naar voren geleund moet worden en/of het hoofd in de zuurkast moet. - Zorg dat een experimentele opstelling zodanig is neergezet dat alle onderdelen die gecontroleerd of gebruikt moeten worden goed bereikbaar zijn. - Zet het schuifraam zo laag mogelijk, in ieder geval zodanig dat het hoofd beschermd wordt tegen spatten. Zet het raam nooit hoger dan de aangegeven werkstand (fig. 2C en 2G). - Voorkom het gebruik van hitte afgevende apparatuur, föhn of centrifuges (of snel bewegende/draaiend objecten), dit verstoort de luchtflow ernstig. Zeker als er met zeer zorgwekkende stoffen wordt gewerkt. Als er toch met een centrifuge moet worden gewerkt, zorg dan het schuifraam dan volledig dicht staat. Bij noodzakelijk gebruik van warmtebronnen, gebruik dan een verwarmingsplaat of -mantel i.p.v. een föhn of brander. - Laat iets ruimte tussen de zuurkast en jezelf, zodat er genoeg lucht aangezogen kan worden over de volledige breedte van de zuurkast. - Maak geen heftige en/of snelle bewegingen voor of in de zuurkast. Dit verstoort de luchtflow en kan ervoor zorgen dat schadelijke dampen uit de zuurkast treden. Na gebruik: - Ruim alle materialen, apparatuur en gevaarlijke stoffen op. Gebruik de zuurkast niet als opslagplek! - Ruim (eventueel) gemorste stoffen op en reinig het werkblad en de onderste delen van de wanden en het schuifraam. - Bij de Waldner Secuflow zuurkasten, dienen ook de inblaas spleten onderaan het werkblad aan de voorkant en zijkanten schoon en open te blijven (zie figuur 3 hieronder)! Controleer dit en maak zo nodig schoon. - Zet het schuifraam helemaal naar beneden en zet de zuurkast uit als deze verder niet meer wordt gebruikt. In het algemeen: - Sluit deuren die dicht bij de zuurkast open staan. Tocht kan de luchtflow verstoren en daardoor de effectiviteit van de zuurkast verminderen. - Voorkom dat er veel mensen langs de zuurkast kunnen lopen. Dit verstoort ook de luchtflow en effectiviteit van de zuurkast. A B Figuur 3. Luchtspleten aan de voorkant en binnenkant van de Waldner Secuflow zuurkast. Spleten zitten aan de zijkant (A) en onderkant (B). Heb je nog vragen over bovenstaande informatie. Neem dan contact op met de Arbo- en milieudienst ([email protected]). Universiteit Leiden – Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen Arbo‐ en Milieudienst 20240812_versie 1.0_MBn Biologisch veiligheidskabinet De belangrijkste beheersmaatregelen voor het werken met (besmet) biologische materiaal, GGO of wanneer er sprake is van aerosolvorming, is het biologisch veiligheidskabinet (BVK). In een BVK is een neerwaartse luchtstroming aanwezig waarbij via een HEPA‐filter systeem gezuiverde lucht over het werkblad wordt geblazen en gecontamineerde lucht van buiten en binnen de BVK wordt gefilterd (zie figuur hiernaast). Op deze manier wordt zowel de gebruiker als het product beschermd tegen contaminatie en besmetting. Dit systeem werkt alleen optimaal als er ook adequaat in de BVK gewerkt wordt en de volgende regels in acht worden genomen: ‐ Zorg dat vooraf de nodige instructies zijn verkregen over goed gebruik van de BVK (via begeleider). ‐ Controleer altijd vooraf of de BVK werkt (bijv. met een stukje tissue). ‐ Houdt de BVK schoon en georganiseerd. Beperk het aantal materialen in de BVK. Hoe meer erin staat hoe meer dit de luchtflow verstoord en hoe groter de kans op contaminatie en blootstelling aan de biologische materialen. Gebruikt de BVK dus niet als opslag! ‐ Houdt de luchtroosters altijd vrij van materialen! ‐ Werk altijd in het midden van de BVK. ‐ Zet het raam zo laag mogelijk, dit beschermt ook tegen spatten en zorgt voor de meest efficiënte luchtflow. ‐ Gebruik ethanol (70%) of Isopropylalcohol (70% ‐ propanol) om het werkoppervlak te desinfecteren. Andere middelen kunnen mogelijk schadelijk zijn voor het roestvrijstaal. ‐ Het gebruik van hittebronnen (met name open vlammen – bunsen brander) is sterk af te raden aangezien dit de luchtflow ernstig kan verstoren en blootstelling en contaminatie verhoogt! ‐ Er kan alleen met kleine hoeveelheden aan chemicaliën gewerkt worden in een BVK, mits deze volledig afzuigt naar buiten (dus niet met recirculatie!). Dit omdat een BVK niet bedoeld is voor het werken met chemicaliën. De HEPA‐filters filteren schadelijke deeltjes uit de lucht, maar geen schadelijke dampen. ‐ Werk met maximaal 2 personen in een BVK en houdt daarbij de raamhoogte op maximaal 20 cm. Bij meer mensen of een hogere raamhoogte, wordt de luchtflow te veel verstoord en is er een grotere kans op blootstelling en/of contaminatie van het product. Minimaliseer hierbij wel de kans op cross‐contaminatie. Heb je nog vragen over bovenstaande informatie. Neem dan contact op met de Arbo‐ en milieudienst ([email protected]).