Aardrijkskunde Thema 0 Methodes en Technieken Samenvatting PDF

**Aardrijkskunde: thema 0,methodes en technieken** 1. **Atlas en schaal** [Atlas:] Plek opzoeken ( weet je niet liggen) **register,** achteraan atlas juiste p. , kaartvak Overzicht groter gebied ( weet je wel liggen) **bladwijzer**, binnenkant kaft voor of achteraan Kaart over een bepaald them...

**Aardrijkskunde: thema 0,methodes en technieken** 1. **Atlas en schaal** [Atlas:] Plek opzoeken ( weet je niet liggen) **register,** achteraan atlas juiste p. , kaartvak Overzicht groter gebied ( weet je wel liggen) **bladwijzer**, binnenkant kaft voor of achteraan Kaart over een bepaald thema zoeken **algemene inhoud**, vooraan atlas Betekenis symbolen kaart **legende**, bij de kaart of in de algemene inhoud [Schaal:] **lijnschaal** = lijnstuk verdeeld in centimeters boven cm streepjes staat de werkelijke afstand aangegeven **breukschaal** = getal met... teller = 1 noemer =\> geeft aan hoeveel keer een afstand verkleind is [Gebruik schaal:] **basis** 2. **Situeren op verschillende schaalniveaus** [het wereldgradennet : ] **Evenaar** verdeel de wereld in een **zuidelijk en noordelijk halfrond** Evenwijdig met de evenaar **breedtecirkels** over de twee halfronden verspreid **Nulmeridiaan** opdeling **oostelijk en westelijk halfrond** **Lengtelijnen** lijnen die zoals de nulmeridiaan van noordpool tot de zuidpool lopen Alle lengtelijnen en breedtecirkels = **wereldgradennet** [Geografische coördinaten :] Elke plaats op aarde kun je lokaliseren met **2 coördinaten** in het wereldgradennet **Breedte(ligging)** ligt het punt ten noorden of zuiden van de evenaar? bv: 20° N of 50°S **Lengte(ligging)** ligt het punt ten oosten of westen van de nulmeridiaan? Bv: 10°E of 60°W Breedteligging = 1^ste^ coördinaat Lenteligging = 2^de^ coördinaat [De Referentiekaart:] **Referentiekaart :** - een kaart met belangrijke punten, lijnen en vlakken. - Bruikbaar om personen en plaatsen te situeren - Verschillende schaalniveaus: bv, je eigen leefomgeving, België, Europa ,wereld - Punten, lijnen en vlakken kunnen veranderen als je op een ander schaalniveau werkt [Absoluut en relatief situeren:] **Situeren**: duidelijk maken waar je bent of waar iets zich bevindt 2 manieren: **Absoluut situeren of lokaliseren** doe je door middel van de coordinaten in het wereldgradennet. Dat kan met behulp van een kaart of gps **Relatief situeren** doe je altijd met woorden. Daarbij maak je gebruik van de windrichtingen en referentiepunten of referentielijnen.  3. **Landschapsvormende lagen** - **Natuurlijke plantengroei** (= de planten die op een spontane manier op een plaats zijn gekomen, zonder ingrijpen van de mens) - **Reliëf** (= de afwisseling van hoogtes en laagtes in het landschap) - **Water** (= het water aan het aardoppervlak of in de ondergrond) - **Klimaat** (=de gemiddelde temperatuur-en neerslagkenmerken v.d. lucht) - **Bodem** (= het bovenste losse gedeelte v.d. aarde waarin de plantengroei het gesteente beïnvloed) - **Ondergrond** (= het gesteente dat zich onder de bodem bevindt) [Menselijke landschapsvormende lagen:] De mens gebruikt het land voor zijn activiteiten en bepaalt zo mee het landschap. De verzamelnaam voor al de activiteiten die de mens in een landschap kan uitoefenen , is **landgebruik.** verschillende soorten landgebruik: - **Bebouwing voor winkels, diensten en kantoren** (= gebouwen kunnen verschillende functies hebben. Behalve woningen kunnen het ook kantoren, winkels en diensten zijn.) - **Recreatie en toerisme** (= een landschap kan ook gebruikt worden voor ontspanning of toerisme) bv: natuurpark, pretparken... - **Bebouwing om te wonen** (= In het landschap vind je verschillende soorten van bebouwing om te wonen.) - **Infrastructuur**(= Onder meer elektriciteitskabels, windmolens en transportwegen behoren tot de infrastructuur) - **Industrie** (= industrie is de verzamelnaam voor alle activiteiten waarbij grondstoffen worden omgezet in afgeleide producten en afgewerkte producten met behulp van machines.) bv: fabrieken - **Ontginning** (= uit de grond haalt de mens grondstoffen. Denk maar aan mijnbouw of groeves.) - **Landbouw** (=landbouw omvat alle activiteiten waarbij land gebruikt wordt om planten, gewassen, bloemen of fruit te telen en vee te kweken.) bv: akkers, serres [Relaties in het landschap:] Landschapsvormende lagen beïnvloeden elkaar. De relaties tussen de landschapsvormende lagen bepalen het landschap. **Verticale relatie:** als verschillende landschapsvormende lagen een invloed uitoefenen op landschapselementen die zich op dezelfde plaats in het landschap bevinden. **Horizontale relatie:** als er in het landschap verbanden zijn tussen landschapselementen die zich niet op dezelfde plaats bevinden. 4. **Klimaattype bepalen** [Een klimatogram lezen:] Door de temperatuur -- en neerslaggegevens van een plaats samen te voegen in een grafiek, krijg je een beeld van het klimaat op een bepaalde plats **= een klimatogram** [Indeling van klimaten op basis van neerslag en temperatuur:] [Klimaatzones op kaart op basis van temperatuur en neerslag] Afbeelding met tekst, kaart Automatisch gegenereerde beschrijving [Relatie tussen klimaat en natuurlijke plantengroei] Op verschillende plaatsen andere natuurlijke plantengroei door het klimaat. Verticale relatie tussen de landschapsvormende lagen klimaat en natuurlijke plantengroei. 5. [ **onderzoeken leren**] [stappenplan van een onderzoek:] 1. Onderzoeksvraag 2. Hypothese 3. Uitvoeren 4. Besluit 5. Reflecteren [Gis:] Digitale kaarten **GIS (= geografische informatiesystemen**) om alle info die op de kaart moet komen zo duidelijk mogelijk voor te stellen [GIS- programma's:] Gis-viewer info op kaarten selecteren en weergeven Gebruik een **GIS-programma** als je nieuwe kaarten wilt maken en eigen info toevoegen of aanpassen