J4P1_NE_Samenvatting hoofdstuk 2 Tekstdoelen en Tekstsoorten.pdf

Tekstdoelen en Tekstsoorten Tekstdoelen 6 tekstdoelen: informeren, uiteenzetten, beschouwen, overtuigen, activeren en amuseren Tekstdoel: informeren - Je wilt de lezer of luisteraar iets nieuws vertellen of je wilt verslag doen van een gebeurtenis of onderzoek - Objectief en je hou...

Tekstdoelen en Tekstsoorten Tekstdoelen 6 tekstdoelen: informeren, uiteenzetten, beschouwen, overtuigen, activeren en amuseren Tekstdoel: informeren - Je wilt de lezer of luisteraar iets nieuws vertellen of je wilt verslag doen van een gebeurtenis of onderzoek - Objectief en je houdt je aan de feiten - Bijv. nieuwsberichten en verslagen Tekstdoel: uiteenzetten - Vorm van informeren, maar specifiek gericht op iets uitleggen - Objectief - Overzicht van verschillende mogelijkheden (bijvoorbeeld oplossingen) of een ontwikkeling in de tijd schetsen - Bijv. teksten in een schoolboek of encyclopedie en tijdschriftartikelen met achtergrondinformatie Tekstdoel: beschouwen - Beschouwende tekst belicht een probleem van verschillende kanten - Je moet zelf een mening vormen - De schrijver analyseert een probleem - Overwegend objectief - Bijv. redactionele commentaren en recensies Tekstdoel: overtuigen - Je probeert de lezer of luisteraar over te halen om het eens te zijn met jouw standpunt - Betoog waarin je iedere stap onderbouwt met argument. Ook tegenargumenten met weerleggingen - Subjectief - Bijv. de ingezonden brief en de column Tekstdoel: activeren - De lezer of luisteraar moet iets gaan doen - Subjectief - Overtuigen dat wat jij zegt waar is en de moeite waard is om voor in actie te komen - Bijv. advertenties en sollicitatiebrieven Tekstdoel: amuseren - Je wilt de lezers en luisteraars vooral vermaken - Het verhaal dat je vertelt hoeft niet echt gebeurd te zijn - Bijv. anekdotes, stripverhalen, romans en columns Tekstsoort: de uiteenzetting - Informatieve tekst - Uitleggen - Beschrijven - Verklaren - Meedelen - Objectief Stijl - Zakelijke stijl - Onpartijdig en neutraal, je geeft wel voldoende voorbeelden - Publiek moet het begrijpen en geïnteresseerd blijven - Wissel korte zinnen af met langere - Vraag je telkens af wat je publiek al weet en wat niet Opbouw - Uiteenzetting bouw je stapsgewijs op. - Een van de vaste tekststructuren  Tekstsoort: het betoog - Overtuigende tekst - Je legt je standpunt uit met argumenten - Subjectief Stijl - Persoonlijke stijl - Gebruik argumenten Opbouw - Je neemt de lezer of luisteraar stap voor stap mee in je argumentatie - Een van de vaste tekststructuren Tekstsoort: de beschouwing - Tekst waarin je interpretaties, verklaringen en meningen beschrijft - Lezer of luisteraar moet eigen mening kunnen vormen - Grotendeel objectief - Lezer of luisteraar laten nadenken Stijl - Overwegend zakelijk en beschrijvend Opbouw - Heldere logische structuur - Een van de vaste tekststructuren