Geschiedenis Stampen PDF

Summary

Dit PDF-document behandelt de geschiedenis, met nadruk op de kenmerken van de homo sapiens, de gevolgen van de agrarische revolutie, het ontstaan van steden en het schrift. Verschillende culturen en beschavingen worden behandeld, met aandacht voor de rol van farao's en het Romeinse rijk. Het documenteerd belangrijke gebeurtenissen en theorieën uit de geschiedenis.

Full Transcript

Paragraaf 1.1 Kenmerken homo sapiens - Jagen en verzamelen - 20 tot 30 personen - Grotten, hutten of tenten van dierenhuiden - Geen grote sociale verschillen - Ongeschreven bronnen Waarom overstap naar boerenbestaan - Klimaatverandering → voedseltekort - Snelle bevolkingsgroei...

Paragraaf 1.1 Kenmerken homo sapiens - Jagen en verzamelen - 20 tot 30 personen - Grotten, hutten of tenten van dierenhuiden - Geen grote sociale verschillen - Ongeschreven bronnen Waarom overstap naar boerenbestaan - Klimaatverandering → voedseltekort - Snelle bevolkingsgroei - Vruchtbaar gebied in midden-oosten Gevolgen agrarische revolutie - Demografisch → snelle bevolkingsgroei door nieuw voedselproductie - Sociaal → Grotere groepen en kleine sociale verschillen - Economisch → Otwikkeling veeteelt - Technologisch → Uitvinding allerlei technieken Nadelen - Eenzijdig dieet - Meer kans hongersnood zodra oogsten mislukten - Meer kans infectieziekten - Sociale ongelijkheid Paragraaf 1.2 Ontstaan steden - Door overstromingen tigris en eufraat - Door rijke oogsten ontstonden nieuwe beroepen - Ook ontstond een hiërarchie Ontwikkeling van schrift - Rond 3300 v.c. - Eerst kleine voorwerpen - Daarna pictogrammen en tekens voor lettergrepen/klanken op kleitabletten - Toen spijkerschrift (verlaten prehistorie) Schrift belangrijk voor - Bestuurlijke macht: Koning preciezer op hoogte, wetten beter vastleggen - Economie: alles werd vastgelegd, mensen minder bang voor besluiten - Wetenschap: kennis vastgelegd - Cultuur: niet meer alles uit het hoofd leren Paragraaf 1.3 Farao verantwoordelijk voor - Verdediging van grenzen - Hoogste rechterlijke macht - Centraal bestuur - Interne veiligheid - Handhaven van maat door: - Priesterschap en economie onder toezicht ambtenaren - Alle land in handen farao - Belangrijke ondernemingen, internationale handerlsexpedities van farao Rol van ambtenaren - Land opmeten / verdelen onder boeren - Onderhoudt irrigatiesystemen - Ophalen van belasting Kenmerken oude egypte - Farao was god - Polytheïstisch - Leven na dood → god osiris - Piramides waren uiting van religie - Religie doordrong alle aspecten van het leven Kenmerken Mesopotamië - Religie doordrong alle aspecten van het leven - Polytheïstisch - Leven na dood onbelangrijk - Koningen geen god Paragraaf 2.1 Democratie - Volksvergadering - Directe democratie - Burgerrecht - Polis Verschillende bestuursvormen - Monarchie - Aristocratie - Tirannie - Democratie - Oligarchie Beschermen van democratie - Volksvergadering - Stadsbestuur - Dagelijks bestuur - Rechtspraak door volksjury - Elk jaar 10 nieuwe legergeneraals - Ostracisme Socrates - Wat is goed gedrag en hoe kan een mens dat leren - Als je niet goed op de hoogte bent van de feiten, dan ben je niet geschikt om beleid te maken Plato - Bestuur moeten onpartijdige wijze mensen zijn die alle belangen goed afwegen - Beslissing om burgers naar de zin maken - Burgers lieten zich misleiden - Burgers wispelturig en meerderheid had niet altijd gelijk Aristoteles - Monarchieen, aristocratieen en domcratieen mengen want ze kunnen ook gevaarlijk zijn - Keniis belangrijk Verschil Plato: Speculatief denken (aannames) Aristoteles: Kennis belangrijk Paragraaf 2.2 Bijzonder aan alexander de grote - Hij wist een gigantisch rijk te veroveren - Hij had een gigantisch leger - Hij wist zijn strijders te voeden en motiveren op lange veroveringstochten - Hij wist zijn macht te handhaven Verklaringen voor het succe van alexander de grote - Combinatie persoonlijke eigenschappen en militair inzich - Doorzettingsvermogen - Grenzeloos geloof in eigen kunnen - Groot strateeg - Wispelturig - Inspeling op de gewoonten in een land - Streven naar een gemengde elite Griekstalige heersers - Na de dood van alexander kwam er een heerschappij van diadochen → verspreiding van de griekse cultuur Politieke veranderingen - Grieks werd burgertaal - Griekse bestuursorganenen (volksvergaderingen) geïntroduceerd in perziche rijke - Griekse democratie werd oligarchie Culturele veranderingen - Grieks uiterlijk - Rechthoekig stratenplan - Griekse centra - Verbreding van de griekse beeldende kunst - Hellenisme alleen voor de bovenste laag, de onderste laag behield eigen taal en cultuur Paragraaf 2.3 Verovering van een wereldrijk - Het lukt doordat - De ene na de andere generatie nieuwe gebieden veroverden - Ze strategische bondgenootschappen maakten - Ze zich ontwikkelde tot beroepsleger - Het lukte ook door - Belasting - Landbouwgrond - Krijgsgevangenen - Rome beheerste de handel Strategieën - Goede infrastructuur en legerkampen aanleggen - Stuk grond als beloning voor soldaten - Fatsoenlijke behandeling veroverd gebied Macht - Senaat nam belangrijkste besluiten - Elk jaar 2 consuls - Minder democratisch als atheense want alleen de elite had toegang tot de senaat - Volksvergadering - Volkstribun Patronage - Gevaar want door macht konden ze de senaat passeren en macht naar zich toe trekken Paragraaf 2.4 Gaius Julius Caesar - Tussen 58 en 50 v.c. heel noord gallië veroverd - Won een burgeroorlog - Veel macht → versterkt door slimme bondgenootschappen - Dictator - Wilde alleenheerser voor het leven worden en de senaat uitschakelen → vermoord door senaat in 44 v.C. - Augustus opvolger Octavianus - Augustus - Eerste keizer - Hij trok bijna alle macht naar zich toe - Versloeg vijandern - Opperbevelhebber van leger - Hij benoemde alle belangrijke bestuurders - Positief - Pax Romana - Efficiënter bestuur want augustus nam alle beslissingen - Negatief - Keizers konden meedogenloos en wreed uitpakken - Regelmatig strijd om opvolging - Opmerkelijk: - Elite accepteerde alles Griekse invloed - Overeenkomsten - Griekse goden - Beeldende kunst - Literatuur en filosofie - Architectuur - Griekse taal - Verschillen - Gladiatorengevechten - Andere namen voor goden - Latijn als hoofdtaal Het grieks georiënteerde oosten - Culturele verscheidenheid door: - Grote omvang Romeinse Republiek - Veel volkeren met uiteenlopende culturen - Oosten - Hoog ontwikkeld - Steden, schrift, gespecialiseerde beroepen - Al eeuwen overheerst door griekstalige elites, dus de romeinse cultuur had minder betekenis Culturele uitwisseling in het westen - Westen - Germanene - Niet bekend met - Schrift - Bouwen met steen - Gals, muntgeld - Centraal verwarmde woningen - Badhuizen - Germanen in dienst bij Romeinse leger → Bewoners gingen in hoog tempo zaken van Romeinen overnemen - Eigen cultuur + Griekse-Romeins tintje → nieuwe culturen en locale cultuur verschillen Paragraaf 2.5 Jodendom - Monotheïsme - Belang van heilige boeken - Religieuze voorschriften Messias en Jesus - Een stroming verwachtte een nieuwe Messias → gezalfde - Rond 30 v.c. nieuwe beweging geleid door Jezus: - Verdraagzaamheid en vergiffenis maakte iemand een goed mens ipv religieuze voorschriften - Kritiek op beheren van tempels door priesters Ontstaan christendom - Elite vond jezus een lastpost → jezus werd tot de dood door kruisiging veroordeeld - Volgelingen proberen zoveel mogelijk mensen te bekeren - Paulus (leider van deze beweging) - De boodschap van jezus stond ook open voor niet-joden - Regelde dat voeselwetten en besnijdenis niet golden voor christenen Oorzaken voor het toestaan van het christendom - Organisatie van de christelijke kerk - Priesters, bisschoppen en paus - Concilie - → arianisme - 325 → Concilie van Nicea beslist dat god een drie-eenheid of trinitas vormt: vader, zoon en heilige geest - Martelaren - ‘Helden die voor hun geloof waren gestorven’ - ‘Overblijfselen van martelaren oefende magische kracht uit’ → verhalen over vervolgingen bevorderden saamhorigheid en kracht Paragraaf 2.6 Opdeling in west en oost romeinse rijk - Na de 2de eeuw: periode van wanorde, machtsgrepen en machtsverhoudingen - 285 n.c.: opdeling - 395 n.c.: definitief De val van het west-romeinse rijk - Traditionele visie - Hunnen jagen germanen weg → volksverhuizingen van Germanen naar West-Romeinse Rijk → Bestuurlijke en militaire chaos - Nieuwe visie: - Verhuizers waren geen volken van biologisch verwante mensen -Te veel nadruk op het gebrek aan beschaving van de nieuwkomers en het gewelddadige karakter van de veranderingen - Nadruk op interne zwaktes: - Machtswisselingen en zwakke keizers - Epidemieën - Economische neergang Oost Romeinse-Rijk - Ontstaan: - 330 → keizer constantijn verplaatste hoofdstad van Rome naar Byzantium - Constantinopel - Handels- en bestuurscentrum - Hagia Sophia - Patriarch Oosters christendom - Meerdere kerkleiders → beschuldigingen over christelijke leer → onderlinge strijd → orthodox - Oosters schisma Bloei en ondergang - 7e eeuw: Byzantijnse Rijk moest gebieden afstaan aan het islamitische rijk van Kalief Omar I - 9e eeuw: Herstel van de macht en verovering deel van Turkije - De Byzantijnen dankten hun kracht aan - De grote welvaart - Een goed functioneel leger - Uitgebreide bureaucratie - Stevige grip op organisatie van kerk - 1453: Constantinopel in handen van Turkse sultan Mehmet II

Use Quizgecko on...
Browser
Browser