Politiek in Nederland - Basisinformatie over democratie en bestuur PDF
Document Details
Uploaded by AdroitGreen6596
2012
Tags
Summary
This document is a basic introduction to Dutch politics, democracy, and governance. It covers topics such as the Dutch electoral system, the difference between the First and Second Chambers, the formation of a government, and the responsibilities of provinces and municipalities. It is useful for understanding the structure and workings of the Dutch political system.
Full Transcript
Politiek in Nederland Basisinformatie over democratie en bestuur Nederland is een koninkrijk, een monarchie. Het land heeft ook een grondwet, een constitutie. Nederland wordt daarom een constitutionele monarchie genoemd. Nederland is ook een parlementaire democratie. Volgens kenners heeft het land é...
Politiek in Nederland Basisinformatie over democratie en bestuur Nederland is een koninkrijk, een monarchie. Het land heeft ook een grondwet, een constitutie. Nederland wordt daarom een constitutionele monarchie genoemd. Nederland is ook een parlementaire democratie. Volgens kenners heeft het land één van de meest evenredige kiesstelsels ter wereld. Deze uitgave geeft een beknopt overzicht van de belangrijkste kenmerken van het Nederlandse politieke systeem. Politiek in Nederland behandelt niet alleen de landelijke politiek, maar gaat ook in op het provinciale en gemeentelijke bestuur. Hoe werkt het Nederlandse kiesstelsel? Wat is het verschil tussen de Eerste en de Tweede Kamer? Hoe wordt een regering gevormd? Welke taken en Politiek in bevoegdheden heeft de provincie? Hoe komt het college van burgemeester en wethouders in een Nederland gemeente tot stand? Politiek in Nederland geeft antwoord op dit soort vragen. Basisinformatie over democratie en bestuur ISBN 978 90 6473 466 3 Politiek in Nederland Politiek in Nederland Basisinformatie over democratie en bestuur ProDemos – Huis voor democratie en rechtsstaat Den Haag 2012 inhoud ProDemos informeert burgers over de democratische rechtsstaat en stimuleert hen om Inleiding 8 hierin een actieve rol te spelen. Om zoveel mogelijk mensen bij de politiek te betrekken, werkt ProDemos op gemeentelijk, provinciaal en landelijk niveau. 1 Monarchie en democratie 10 Constitutionele monarchie 11 ProDemos – Huis voor democratie en rechtsstaat Parlementaire democratie 12 Hofweg 1H 2511 aa Den Haag (070) 750 46 46 2 Politieke partijen 14 [email protected] www.prodemos.nl Wat is een politieke partij? 15 Geschiedenis politieke partijen 16 © ProDemos 2012 De rol van partijen in een democratie 18 Tekstherziening: Harm Ramkema Verschillende indelingen 19 Foto’s: iStockphoto (omslag grote foto, 86); Bob Karhof (omslag, 8, 10, 36, 46, 54); Kjeld de Indelingen zijn betrekkelijk 21 Ruyter (14); Nationale Beeldbank (68, 76); ProDemos (26, 60) De organisatie van partijen 21 Vormgeving: Puntspatie [bno], Amsterdam Druk: HooibergHaasbeek, Meppel Ledentallen 22 Subsidiëring politieke partijen 23 isbn 978 90 6473 466 3 Politieke jongerenorganisaties 23 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of open- baar gemaakt door middel van druk, fotokopie, geluidsband, elektronisch of op welke wijze 3 Verkiezingen 26 dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Wat valt er te kiezen? 27 Het kiesrecht 28 Evenredige vertegenwoordiging 29 Voorwaarden 29 Het stemmen 30 De zetelverdeling 31 Voorkeurstemmen 32 Lijstverbinding 33 De verkiezingscampagne 33 Het referendum 33 Uitslagen 34 4 Het parlement 36 8 De provincie 68 De Staten-Generaal 37 Overheid op drie niveaus 69 Leden van het parlement 38 Taken van de provincie 69 Taken van het parlement 38 Financiën van de provincie 71 Bevoegdheden 39 Provinciale en Gedeputeerde Staten 71 Samenvatting 41 Commissaris van de koningin 72 Werkwijze 41 Verkiezingen 72 Commissies 42 Vergaderingen 73 De gang van een wetsontwerp 42 Meepraten 73 Waterschappen 74 5 De kabinetsformatie 46 Kiezen van Eerste Kamer 75 Na de verkiezingen 47 De onderhandelingen 47 9 De gemeente 76 Vijf stappen 49 Overheid op drie niveaus 77 Constituerend beraad 51 Taken van de gemeente 77 Problemen 51 De afhankelijke gemeente 78 Kan het anders? 52 Financiën van de gemeente 78 De gemeenteraad 79 6 De regering 54 Raadsleden 80 Wie regeert? 55 Het college van burgemeester en wethouders 80 De ministerraad 55 Wethouders 81 Taken van de regering 56 Collegevorming 82 Rollen van de minister 56 De burgemeester 82 De minister-president 58 Meepraten 83 De begroting 58 Adviesorganen 59 10 De Europese Unie 86 Van Den Haag naar Brussel 87 7 Het ambtelijk apparaat 60 De Raad van Ministers 87 Steeds meer ambtenaren 61 De Europese Commissie 88 Verschillende soorten ambtenaren 61 Het Europees Parlement 89 Niet één macht 62 Wat maakt ambtenaren invloedrijk? 63 Afkortingen 92 Wanneer hebben ambtenaren invloed? 64 Literatuur 93 De ambtelijke organisatie 65 Adressen 94 De organisatie van een ministerie 66 De Tweede Kamer der Staten-Generaal, die 150 zetels telt. Het Nederlandse politieke systeem wordt in verscheidene hand- boeken diepgaand beschreven en geanalyseerd (zie de litera- tuurlijst). Er zijn ook veel detailstudies voorhanden. In de publi- catie Politiek in Nederland. Basisinformatie over democratie en bestuur wordt het Nederlandse bestel echter op zeer beknopte en heldere wijze uiteengezet. Het boekje gaat niet alleen over de landelijke politiek, maar ook over het doen en laten van provin- cies en gemeenten. Het laatste hoofdstuk gaat kort in op Neder- land als lidstaat van de Europese Unie. Politiek in Nederland wordt afgesloten met een adressen- en een literatuurlijst. Als aanvulling op Politiek in Nederland verwijzen we graag naar het Politiek abc, een soort woordenboek met tientallen lemma’s over politiek en staatsinrichting, dat te vinden is op de website van ProDemos (www.prodemos.nl > Kenniscentrum > Publica- ties > Publicaties over politiek). Inleiding Inleiding De troon in de Ridderzaal, waar de koningin de troonrede voorleest. Constitutionele monarchie Nederland is een koninkrijk, een monarchie. En Nederland heeft een grondwet, een constitutie. Nederland wordt daarom een constitutionele monarchie genoemd. Wat houdt dat in? Een constitutionele monarchie is de aanduiding voor een land waarin het koningschap berust op een constitutie of grondwet, waardoor de macht van de koning(in) beperkt is. In een consti- tutie of grondwet zijn alle fundamentele regels over de inrich- ting van de staat en over de verhouding tussen de staat en zijn burgers vastgelegd.* In de moderne West-Europese monarchieën als België, Zweden, Denemarken, Spanje en het Verenigd Ko- ninkrijk heeft de koning of koningin als staatshoofd niet veel macht. Ook in Nederland heeft de koning(in) vooral een cere- moniële en symbolische functie. Anders dan in landen als 1 Spanje en Zweden maakt het staatshoofd in Nederland wel deel uit van de regering, maar het heeft geen enkele politieke ver- antwoordelijkheid. Artikel 42 van de Nederlandse grondwet is daar heel duidelijk over: ‘1. De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers. 2. De Koning is onschendbaar; de mi- nisters zijn verantwoordelijk.’ Dat geldt dus voor alles wat de ko- ning(in) zegt of doet. Monarchie en democratie * Formeel gesproken bestaat er een verschil tussen een grondwet en een consti- tutie. In de grondwet zijn de regels, beginselen en bevoegdheden van de belangrijkste staatsinstellingen en de fundamentele rechten en plichten van burgers vastgelegd. Er zijn echter ook regels die voortvloeien uit een gegroeide gewoonte, internationale verdragen of gewone wetten. Dit alles tezamen noe- men we een constitutie. Monarchie en democratie 11 Volgens artikel 24 van de grondwet wordt het Nederlandse het volk. De Amerikaanse president stelt naar eigen goeddunken koningschap erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van zijn regering samen. Hij heeft betrekkelijk veel macht en is op koning Willem I, prins van Oranje-Nassau. Willem I was koning geen enkele manier verantwoording verschuldigd aan het par- van 1815 tot 1840. Sinds 1980 is Beatrix het staatshoofd van het lement. Hij kan dus ook niet door het parlement worden afgezet. Koninkrijk der Nederlanden. Voor wetgeving moet hij wel veel samenwerken met het parle- ment. Koningen en koninginnen Een land als Frankrijk heeft een mengvorm van beide bovenge- Willem i 1815–1840 noemde stelsels. Frankrijk heeft niet alleen een regering die over Willem ii 1840–1849 een meerderheid in het parlement moet beschikken, maar ook Willem iii 1849–1890 een direct gekozen president (het staatshoofd). In Frankrijk Emma (regentes) 1890–1898 wordt de uitvoerende macht gedeeld door de president en de Wilhelmina 1898–1948 premier. Dat noemen we een semipresidentieel stelsel. Juliana 1948–1980 Beatrix 1980– Parlementaire democratie Nederland is een democratie. En Nederland heeft een parle- mentair stelsel. Nederland wordt daarom ook wel een parle- mentaire democratie genoemd. Wat betekent dat? Een parlementaire democratie wil zeggen dat een land een par- lement heeft met rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordi- gers. Via het parlement kan de bevolking invloed uitoefenen op het regeringsbeleid van een land, want in een parlementaire de- mocratie moet een regering het vertrouwen hebben van een meerderheid in het parlement. Een dergelijke meerderheid be- staat uit vertegenwoordigers van verschillende partijen. Een re- gering kan ook door het parlement worden afgezet als dat ver- trouwen er niet meer is. Dat is in landen als België, Duitsland en Nederland zo. Veel landen in West-Europa hebben een parle- mentair stelsel. Er zijn echter ook democratieën met heel andere stelsels. Zo heb- ben de Verenigde Staten van Amerika een presidentieel stelsel. In de vs is het staatshoofd tegelijkertijd regeringsleider. Daar wordt de belangrijkste vertegenwoordiger van de uitvoerende macht, de president, niet door het parlement gekozen, maar door 12 Politiek in Nederland Monarchie en democratie 13 Politieke partijen voeren verkiezingscampagne. Wat is een politieke partij? Een politieke partij is een groep mensen die zich heeft verenigd op basis van gemeenschappelijke politieke uitgangspunten, met als doel deel te nemen aan het bestuur. Politieke partijen probe- ren via verkiezingen zetels te veroveren in volksvertegenwoor- digende organen. In Nederland zijn dat de Tweede Kamer, de Provinciale Staten en de gemeenteraden. Daarnaast heeft Ne- derland een aantal zetels in het Europees Parlement. Op deze manier proberen politieke partijen invloed uit te oefenen op het overheidsbeleid. Een politieke partij is dus vooral een kiesver- eniging: om aan verkiezingen deel te nemen, stelt een partij een kandidatenlijst op. De meeste politieke partijen hebben een politieke visie of een ideologie. Ze hebben bepaalde ideeën en opvattingen over de in- richting van de samenleving. Hun algemene uitgangspunten hebben ze doorgaans vastgelegd in beginselprogramma’s. Bij 2 verkiezingen komen partijen met uitgewerkte verkiezings- programma’s, waarin ze zeggen welk beleid, op grond van die beginselen, er de komende vier jaar zou moeten worden ge- voerd. Een politieke partij onderscheidt zich van een pressie- of actie- groep doordat zij medeverantwoordelijkheid wil dragen voor het bestuur van het land, de provincie of de gemeente. Dat betekent Politieke partijen dat politieke partijen zich met zeer uiteenlopende politieke pro- blemen moeten bezighouden. Pressie- en actiegroepen daaren- tegen kunnen zich tot enkele eisen beperken: ze komen in de regel voor één specifieke groep of één speciaal belang op. Er zijn ook enkele politieke partijen die dat doen: een voorbeeld hier- Politieke partijen 15 van is de Partij voor de Dieren, die zich vooral richt op het wel- moeten dragen. Het aantal zetels van de PvdA in het parlement zijn van dieren en hun leefomgeving. wisselde het afgelopen decennium sterk. De oprichting van politieke partijen aan het eind van de negen- Geschiedenis politieke partijen tiende eeuw bracht ook de liberalen op soortgelijke ideeën. Tot Politieke partijen ontstonden in Nederland in de tweede helft dan toe moesten de liberalen als voorvechters van individuele van de negentiende eeuw. Hun doel was om de belangen van vrijheid niets hebben van partijvorming. Maar zij konden de te- verschillende delen van de bevolking in politiek opzicht te ver- kenen des tijds niet langer negeren en vormden ten slotte hun tegenwoordigen. In 1879 richtten leden van de Nederlands Her- eigen politieke partijen. In 1948 richtten behoudende liberalen vormde Kerk de Anti-Revolutionaire Partij (arp) op. Deze partij een nieuwe partij op, de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie verwierp de principes en de gevolgen van de Franse Revolutie (vvd). Sinds de jaren tachtig van de twintigste eeuw tot de ver- van 1789. Volgens de arp ontleende de staat zijn macht niet aan kiezingen van november 2006 vormden de liberalen de derde het volk, maar aan God. In de eerste decennia van de twintigste politieke formatie in het parlement (uitzondering: 2002). Bij de eeuw ontstonden nog een andere protestantse en een katho- verkiezingen van 2010 werd de vvd de grootste partij in de lieke partij. In de jaren zestig van die eeuw leden de drie christe- Tweede Kamer. De vvd probeert de interventie van de staat in lijke partijen grote verliezen bij verkiezingen en daarom gingen het economische en sociale leven in te perken en voert de indi- zij meer met elkaar samenwerken. In 1980 fuseerden zij tot één viduele vrijheid van alle burgers hoog in het vaandel. partij, het Christen Democratisch Appèl (cda). Sindsdien is het Zowel binnen als buiten de christendemocratische, sociaalde- cda dikwijls de grootste partij in het parlement geweest, maar mocratische en liberale bewegingen telt Nederland nog een hele de laatste jaren verliest de partij weer veel zetels. De christen- reeks andere politieke partijen. Twee kleine partijen vertegen- democraten beschouwen de Bijbel als hun bron van inspiratie. woordigen bepaalde protestantse bevolkingsgroepen: de Staat- Het cda heeft vier uitgangspunten: gerechtigheid, gedeelde ver- kundig Gereformeerde Partij (sgp), een orthodoxe partij die in antwoordelijkheid van overheid en samenleving, solidariteit en Nederland een gereformeerde staatskerk wil, en de Christen- rentmeesterschap (zorg voor natuur en cultuur). Unie, enigszins vrijzinniger, maar niettemin overtuigd van het De in 1946 opgerichte Partij van de Arbeid (PvdA) komt voort uit belang van christelijke waarden in de maatschappij. De PvdA de traditionele Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (sdap), die heeft concurrentie gekregen van de Socialistische Partij (sp), die in 1894 was ontstaan om de belangen van de arbeiders te be- zich vooral verzet tegen de manier waarop de sociaaldemocra- hartigen. Algemeen kiesrecht was een belangrijk programma- ten compromissen sluiten met andere partijen over bijvoorbeeld punt. Na de Tweede Wereldoorlog probeerden de sociaaldemo- sociaaleconomische onderwerpen. De in 1972 opgerichte sp heeft craten een doorbraak in de politiek te forceren: de PvdA zou ook haar wortels in de ideologie van het marxisme-leninisme, maar christelijke kiezers moeten aantrekken. De doorbraak mislukte na de val van het internationale communisme aan het eind van echter. Sindsdien ziet de PvdA zichzelf vooral als een partij die de jaren tachtig heeft zij deze rigoureus afgesneden. Huisvesting een geleidelijke hervorming van de maatschappij tot stand wil en gezondheidszorg zijn ook belangrijke kwesties voor de socia- brengen. Het belangrijkste motto van de sociaaldemocraten is listen. Ze vormen tegenwoordig een geduchte concurrent voor solidariteit, in dit geval met de minder bevoorrechte sociale klas- de sociaaldemocraten. De partij GroenLinks ontstond in 1990 uit sen. De PvdA vindt dat de sterkste schouders de zwaarste lasten een fusie van vier kleine partijen, bestaande uit pacifisten, radi- 16 Politiek in Nederland Politieke partijen 17 cale katholieken, progressieve evangelisten en communisten. Door het opstellen van partijprogramma’s selecteren politieke Vandaag de dag is GroenLinks vooral de partij voor het milieu en partijen allerlei wensen en eisen die in de samenleving tot van maatschappelijke hervormingen vanuit een vrijzinnig links uitdrukking worden gebracht. De ene partij heeft vooral oog perspectief. De partij Democraten 66 (D66), opgericht in 1966, voor de wensen van de ene groep, de andere partij voor die heeft zich jarenlang sterk gemaakt voor hervorming van het van een andere categorie. Burgers kunnen lid worden van een Nederlandse staatsbestel en kiesstelsel. De partij noemt zich nu politieke partij en zo invloed uitoefenen op de inhoud van sociaal en liberaal. Een belangrijk speerpunt van D66 is het on- haar programma. Het is dan aan de kiezers om hieruit een derwijs. keuze te maken. Het onbehagen dat in het eerste decennium van de eenentwin- Politieke partijen hebben ook tot taak burgers te stimuleren tigste eeuw in Nederland is ontstaan over het multiculturele om politiek actief te worden. Ze bieden mensen de mogelijk- karakter van de samenleving had ook gevolgen voor het poli- heid om in de politiek iets te doen of zelfs carrière te maken. tieke landschap. In 2002 leidden die gevoelens tot de duizeling- Partijen bieden scholing en vorming aan hun leden en ver- wekkende opkomst van de Lijst Pim Fortuyn (lpf) in het parle- zorgen trainingen aan degenen die in vertegenwoordigende ment, maar door de moord op lijsttrekker Fortuyn en intern organen zijn gekozen. geruzie ging de partij weer even snel ten onder. In 2006 zag een nieuwe politieke formatie het licht: de Partij voor de Vrijheid Verschillende indelingen (pvv), die de islam als een groot gevaar zag voor de Nederlandse Politieke partijen worden op verschillende manieren onder- samenleving. De verkiezingen van juni 2010 leverden de partij scheiden. Een bekende indeling is die tussen confessionele en een grote overwinning op. Recentelijk ageert de pvv vooral niet-confessionele partijen. Confessionele partijen baseren zich tegen de Europese Unie. Ook de Partij voor de Dieren (PvdD) bij hun programma en hun politieke stellingname op een geloof deed in 2006 haar intrede in het parlement, en wel met een pro- of ze gaan uit van de Bijbel (of de Koran). Confessionele partijen gramma voor dierenwelzijn en zorg voor de natuur. zijn het cda, de sgp en de ChristenUnie. Niet-confessionele par- tijen, bijvoorbeeld de vvd, de PvdA, de sp en GroenLinks, baseren De rol van partijen in een democratie hun programma op niet-religieuze overtuigingen. Zoals uit bovenstaande schets al enigszins duidelijk is geworden, Het is populair om politieke partijen in te delen in linkse, rechtse vervullen politieke partijen verschillende functies in onze par- en middenpartijen. Deze indeling is omstreden en niet altijd lementaire democratie: scherp te maken. Het gaat erom in hoeverre partijen in de maat- Ze stellen kandidatenlijsten op voor de verkiezingen van ver- schappij een grotere gelijkheid van inkomen, kennis en macht tegenwoordigende organen. Hierdoor bieden ze burgers de nastreven en hiervoor ook de staat, het overheidsbeleid, willen mogelijkheid om een keuze te maken tussen partijen en kan- gebruiken. Hierbij is dus vooral sociaaleconomisch beleid in het didaten. De kiezers kunnen zo invloed uitoefenen op het over- geding: werkgelegenheid, belastingen, inkomens, uitkeringen. heidsbeleid. Bovendien selecteren partijen kandidaten voor Maar het gaat ook om onderwijs- en scholingsbeleid en inspraak benoemingen in openbare ambten, zoals ministers, burge- van werknemers in bedrijven en instellingen. Als partijen voor meesters, commissarissen van de koningin en leden van staatsingrijpen zijn om die grotere gelijkheid te realiseren, dan adviesorganen. noemt men ze ‘links’. Voor zover partijen bestaande ongelijk- 18 Politiek in Nederland Politieke partijen 19 heden in inkomen en macht redelijk of onvermijdelijk vinden, sieven staan meer open voor invloeden van buiten dan conser- noemt men ze wel ‘rechts’. Partijen die een positie tussen links vatieven. en rechts innemen worden middenpartijen genoemd. Zo bezien zijn de sp, GroenLinks en de PvdA linkse partijen. De vvd en de Indelingen zijn betrekkelijk sgp kunnen we ‘rechts’ noemen. Het cda is een typische mid- Bij deze indelingen moeten we ook bedenken dat vooral de grote denpartij. De pvv zet zich weliswaar af tegen links, maar heeft politieke partijen door hun omvang verschillende meningen in wel een aantal sociaaleconomische standpunten die je links zou zich bergen. Bovendien willen politieke partijen op bepaalde ge- kunnen noemen. Andere partijen bewegen zich ter linker- of ter bieden nog wel eens van mening veranderen. Ook komt het voor rechterzijde van het politieke midden. dat ze zich in de praktijk niet altijd kunnen houden aan de op- Soms gebruikt men in plaats van de begrippen ‘links’ en ‘rechts’ vatting die ze uitdragen. Ze moeten dikwijls water bij de wijn ook wel ‘progressief’ en ‘conservatief’. Progressief betekent ver- doen, compromissen sluiten. Soms moet een partij een stuk van anderingsgezind, conservatief is behoudend. Maar deze begrip- haar programma in de ijskast zetten, om in een regering, een ge- pen zijn steeds moeilijker te hanteren. Een centrumrechts kabi- meente- of provinciebestuur mee te kunnen doen. Bereidheid net bijvoorbeeld kan grote veranderingen doorvoeren in het tot het sluiten van compromissen is een wezenskenmerk van de stelsel van sociale zekerheid of in de gezondheidszorg, terwijl de parlementaire democratie. linkse oppositie dat stelsel juist wil behouden en niet wil veran- deren. De organisatie van partijen Er is echter ook een andere manier om progressief en conserva- Politieke partijen zijn verenigingen en als zodanig hebben ze tief te onderscheiden. Het verschil zit ‘m dan in de mate waarin leden, een congres en een bestuur. De partijorganisaties bestaan partijen het overheidsbeleid willen gebruiken om de persoon- uit plaatselijke afdelingen, die hun lokale besturen kiezen en de lijke vrijheid van mensen aan banden te leggen. Het gaat dan programma’s en de kandidatenlijsten voor de gemeenteraads- vooral om morele kwesties als homoseksualiteit, abortus, eu- verkiezingen opstellen. De plaatselijke afdelingen zijn verenigd thanasie en zondagsrust. Bij ‘progressief’ denkt men dan aan de in grotere regionale eenheden, ook weer met hun eigen bestu- partijen die uitgaan van een zo groot mogelijke persoonlijke vrij- ren en regionale taken en verplichtingen. De benamingen van heid. De staat moet zich niet bemoeien met de manier waarop deze regionale eenheden verschillen: kamerkringen bij het cda, mensen willen leven, niet betuttelen. Zo bezien zijn D66, de vvd, gewesten bij de PvdA en kamercentrales bij de vvd. GroenLinks en de PvdA progressieve partijen. Bij ‘conservatief’ Bijna alle partijen hebben een congres of een algemene leden- denkt men aan partijen die uitgaan van een in zedelijk opzicht vergadering als hoogste orgaan. Doorgaans komt dit orgaan één sterk sturende staat. De overheid heeft in hun opvatting als of twee keer per jaar bijeen. Daar worden besluiten genomen plicht (christelijke) waarden te handhaven. De confessionele par- over de politieke lijn van de partij en over belangrijke politieke tijen cda, sgp en ChristenUnie zijn in dit opzicht conservatief. kwesties. De wijze waarop de leden zijn vertegenwoordigd ver- Naast ethische zijn sociaal-culturele kwesties de laatste jaren be- schilt van partij tot partij: soms bestaat een congres uit lokale of langrijker geworden. Zo wil de pvv dat de staat optreedt tegen regionale vertegenwoordigers, in andere gevallen kunnen alle een aantal ideeën en verschijningsvormen van de islam, omdat aanwezige leden stemmen op basis van het principe one man in haar ogen de Nederlandse identiteit wordt bedreigd. Progres- one vote, en in een derde categorie bestaat een combinatie van 20 Politiek in Nederland Politieke partijen 21 vertegenwoordigers uit afdelingen en individuele leden. Daar- Dit betekent dat 2,5 procent van de ongeveer 12,5 miljoen kies- naast zijn er verschillen in de manier waarop besluiten worden gerechtigden in Nederland lid is van een in de Tweede Kamer genomen. Ten slotte onderscheiden partijen zich ook van elkaar vertegenwoordigde politieke partij. 1 als het gaat om de interne politieke cultuur om bijvoorbeeld de rijen al dan niet te sluiten rondom partijleiders of partijbeslui- Subsidiëring politieke partijen ten. Politieke partijen zijn van essentieel belang voor het functione- Enige tijd vóór de verkiezingen zijn er meestal speciale congres- ren van een democratie. Maar omdat hun inkomstenbronnen sen om het verkiezingsprogramma en de kandidatenlijst vast te beperkt zijn, krijgen de Nederlandse politieke partijen subsidie stellen. De laatste jaren hebben verschillende partijen de leden van de overheid. Zij moeten echter aan enkele voorwaarden vol- de mogelijkheid gegeven om hun partijleider of partijvoorzitter doen.2 Zo moet een partij vertegenwoordigd zijn in de Eerste of te kiezen (in Nederland zijn dit gewoonlijk twee verschillende Tweede Kamer. Bovendien moet een partij over ten minste dui- functies). Ten slotte heeft elke partij een secretariaat met pro- zend leden beschikken. Als aan deze voorwaarden is voldaan, fessionele krachten die voor organisatie, administratie, voor- krijgt elke partij een basisbedrag van ruim € 190.000 per jaar. lichting en promotie zorgen. Het subsidiebedrag is verder afhankelijk van het aantal zetels in Er is één uitzondering op bovengenoemde regel: de pvv. Deze het parlement en het aantal partijleden. Per Kamerzetel krijgen partij heeft geen leden en bestaat alleen uit volksvertegenwoor- partijen ongeveer € 54.600 en per lid zo’n € 6,60. De subsidie digers die namens de partij optreden. kan onder meer worden gebruikt voor vorming en scholing, in- formatievoorziening, het werven van leden en activiteiten in Ledentallen het kader van verkiezingscampagnes. Daarnaast krijgen partijen Begin 2012 hadden alle in de Tweede Kamer vertegenwoordigde nog extra subsidie indien ze beschikken over een politiek-we- politieke partijen samen 311.660 leden. Daar komen nog zo’n tenschappelijk instituut en een politieke jongerenorganisatie. 1500 leden van andere partijen bij. De pvv krijgt geen subsidie omdat deze partij geen leden heeft. Partij Leden Politieke jongerenorganisaties cda 61.294 Bijna alle politieke partijen hebben aan hen verwante jongeren- ChristenUnie 24.701 organisaties. Voor de in de Tweede Kamer vertegenwoordigde D66 21.985 partijen zijn dat: Christen Democratisch Jongeren Appèl (cdja – GroenLinks 26.505 cda), Perspectief (ChristenUnie), Jonge Democraten (jd – D66), PvdA 54.279 Dwars (GroenLinks), Jonge Socialisten (js – PvdA), Pink! (PvdD), PvdD 12.250 sgp-jongeren (sgpj), Rood (sp) en Jongerenorganisatie Vrijheid sgp 28.048 sp 44.186 vvd 38.412 1 Bron: Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (dnpp) te Groningen. 2 De hier genoemde regelingen en bedragen gelden voor 2012. 22 Politiek in Nederland Politieke partijen 23 en Democratie (jovd – vvd). Deze politieke jongerenorganisaties (pjo’s) hebben hun eigen leden; het lidmaatschap staat in prin- cipe open voor jongeren van 14 tot en met 27 jaar. Tezamen heb- ben ze ongeveer 15.000 leden. De politieke jongerenorganisaties houden zich vooral bezig met educatieve activiteiten en probe- ren de belangen van jongeren bij hun moederpartij te beharti- gen. Soms nemen zij zeer kritische standpunten in als het gaat om actuele of fundamentele kwesties. Desalniettemin kunnen de jongerenorganisaties worden beschouwd als kweekvijver voor menig toekomstige politieke carrière. 24 Politiek in Nederland In Nederland vinden verkiezingen gewoonlijk op een woensdag plaats. Wat valt er te kiezen? Nederland heeft als politiek stelsel een parlementaire democra- tie. Een belangrijk kenmerk hiervan is dat kiesgerechtigden hun volksvertegenwoordigers in vrijheid mogen kiezen. Bovendien mag niemand meekijken – stemmen is geheim. In Nederland vinden verkiezingen plaats voor de Tweede Kamer, de Provinciale Staten, de gemeenteraden en de Nederlandse de- legatie in het Europees Parlement. De verkiezingen voor de Tweede Kamer worden doorgaans om de vier jaar gehouden. Zij vinden alleen eerder plaats als een regering door de Tweede Kamer tot aftreden wordt gedwongen of uit zichzelf aftreedt. We spreken dan van vervroegde verkiezingen. Daarnaast stem- men burgers om de vier jaar voor de Provinciale Staten in hun provincie en de gemeenteraad in hun woonplaats. In deze twee gevallen zijn vervroegde verkiezingen niet mogelijk. Als het be- stuur van een provincie of gemeente om wat voor reden dan ook 3 vervroegd aftreedt, moet er een nieuw bestuur worden gevormd op basis van de bestaande zetelverdeling in de Provinciale Sta- ten of de gemeenteraad. De verkiezingen voor het Europees Par- lement vinden om de vijf jaar plaats, evenals in alle andere lid- staten van de Europese Unie (eu). De Eerste Kamer (ook wel Senaat genoemd) wordt niet recht- streeks door de burgers gekozen, maar door de leden van de Pro- Verkiezingen vinciale Staten, en wel binnen drie maanden na de provinciale verkiezingen. Dit noemen we getrapte of indirecte verkiezingen. Verkiezingen 27 Regering: Europees Parlement Evenredige vertegenwoordiging Koningin Nederlandse leden In Nederland vinden de verkiezingen plaats op basis van een Minister-president stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Er bestaan geen Ministers kiesdistricten – in feite is het hele land één groot kiesdistrict. Alle stemmen worden bij elkaar opgeteld. Sommige politicolo- WETTEN gen zijn daarom van mening dat Nederland een van de meest evenredige kiesstelsels ter wereld heeft. Om administratieve en Eerste Kamer Tweede partijpolitieke redenen is het land wel opgedeeld in negentien (Senaat) Kamer kieskringen, die een provincie of een deel van een provincie be- slaan. Elke kieskring heeft een hoofdstembureau. Daarnaast is er voor elke verkiezing een centraal stembureau. Voor de verkie- zingen van de Tweede Kamer treedt de Kiesraad in Den Haag als Provinciale Staten Gemeenteraden zodanig op. Daar leveren de partijen die aan de verkiezingen meedoen een lijst met kandidaten in. Voorwaarden Electoraat Partijen die aan de Tweede Kamerverkiezingen willen meedoen, moeten zich vóór een bepaalde datum laten registreren bij de Kiesraad in Den Haag. Bestaande partijen hoeven dat niet steeds opnieuw te doen – hun registratie blijft gewoon staan. Volgens Het kiesrecht de Kieswet moeten partijen zich officieel als vereniging bij de no- Iedere Nederlander van achttien jaar en ouder mag stemmen bij taris laten inschrijven. verkiezingen voor het Europees Parlement, de Tweede Kamer, de Naast bestaande partijen kunnen natuurlijk ook nieuwe partijen Provinciale Staten en de gemeenteraad. Burgers uit andere lid- aan de verkiezingen meedoen. Partijen die nog niet in de Kamer staten van de eu mogen direct na vestiging in Nederland mee- vertegenwoordigd zijn, moeten een waarborgsom van € 11.250,- doen aan de gemeenteraadsverkiezingen en de verkiezingen betalen (voor provinciale en lokale verkiezingen gelden andere voor het Europees Parlement. Andere buitenlanders die ten min- bedragen). Voor kleine partijen kan dat een te hoog bedrag zijn. ste vijf jaar legaal in Nederland wonen mogen ook hun stem uit- Deze regeling moet voorkomen dat iedereen zich zomaar kandi- brengen bij gemeenteraadsverkiezingen. Naast stemmen (actief daat gaat stellen. Een nieuwe partij krijgt het bedrag terug als ze kiesrecht) kan iedere Nederlander die achttien jaar of ouder is ten minste driekwart van het aantal stemmen haalt dat nodig is zich kandidaat stellen en gekozen worden (passief kiesrecht). Bij om een zetel te krijgen; dat is ongeveer een half procent van het de gemeenteraadsverkiezingen mogen ook stemgerechtigde bui- totaal aantal stemmen. Naast deze waarborg zijn nieuwe par- tenlanders zich verkiesbaar stellen. Hoe verkiezingen in hun tijen ook verplicht om per kieskring een lijst in te leveren van werk gaan, is geregeld in de Kieswet. dertig handtekeningen van personen die deze lijst ondersteu- nen. Voor nationale verkiezingen zijn dus 570 (19 x 30) handte- 28 Politiek in Nederland Verkiezingen 29 keningen nodig om in alle negentien kieskringen mee te doen. gestemd. Op het stembureau ziet een drie leden tellende com- Dat hoeft overigens niet: partijen kunnen besluiten om in een missie erop toe dat alles volgens de regels verloopt. De commis- beperkt aantal kieskringen kandidatenlijsten in te dienen. sie neemt de stempas in en geeft de kiezer een stembiljet. De kie- zer brengt vervolgens zijn stem uit in een stemhokje, zodat Het stemmen niemand kan zien wie hij kiest. Dat stembiljet deponeert hij ten In Nederland bestaat geen opkomstplicht. Je hoeft dus niet per slotte in een stembus. Na sluiting van het stembureau telt de se naar het stembureau te komen. Voor de verkiezingen krijgt ie- commissie de aantallen uitgebrachte stemmen. Iedereen kan dereen die mag stemmen een stempas thuisgestuurd. Kiezers daarbij aanwezig zijn. kunnen zelf bepalen in welk stembureau in hun gemeente ze hun stem uitbrengen. Er bestaat wel een legitimatieplicht. De zetelverdeling Na een periode waarin veelvuldig gebruik werd gemaakt van Als bekend is hoeveel geldige stemmen er in totaal zijn uitge- stemmachines (die niet veilig bleken te zijn), wordt sinds 2009 bracht, wordt de kiesdeler bepaald. Dat is het aantal stemmen weer gestemd met stembiljet en rood potlood. Op het stembiljet dat recht geeft op één zetel. In de Tweede Kamer zijn er 150 ze- staan de namen van de deelnemende partijen en daaronder de tels te verdelen. Als bijvoorbeeld negen miljoen kiezers op de namen van de kandidaten van die partijen. De kiezer brengt zijn juiste wijze hebben gestemd, is de kiesdeler negen miljoen ge- stem uit door een vakje rood te maken voor zijn kandidaat naar deeld door 150, en dat is 60.000. Hoe hoger de opkomst, hoe keuze. Dat hoeft niet de eerste naam op de kandidatenlijst te meer mensen een geldige stem uitbrengen, hoe hoger de kies- zijn. Als wordt gestemd op iemand die lager op de lijst staat, dan deler: dus hoe meer stemmen een partij moet halen om een is dat een voorkeurstem. Veel mensen brengen een voorkeur- zetel te krijgen. Een partij die 380.000 stemmen heeft gekregen, stem uit, bijvoorbeeld omdat de kandidaat in een bepaalde regio krijgt in ieder geval zes zetels. Er blijven zo altijd stemmen en bekend is. Of omdat hij opvalt door een uitgesproken standpunt restzetels over. Van deze partij blijven 20.000 stemmen over. over bepaalde onderwerpen. Vaak ook worden voorkeurstem- Deze zogeheten reststemmen worden via twee methoden ver- men uitgebracht op vrouwen of migranten. deeld. Blanco stemmen kan ook. In dat geval telt de stem wel mee voor Bij verkiezingen in gemeenten die minder dan negentien zetels het bepalen van de opkomst. Sommige kiezers stemmen blanco in de raad hebben, wordt de methode van de grootste over- uit protest of omdat ze niet weten op welke kandidaat van schotten gebruikt. De partij met de meeste reststemmen (het welke partij ze moeten stemmen. grootste overschot) krijgt de eerste restzetel, de partij met het op In Nederland vinden verkiezingen gewoonlijk op een woensdag één na grootste overschot krijgt de volgende restzetel enzovoort. plaats. De stembureaus zijn meestal open van half acht ’s mor- Net zo lang tot alle restzetels zijn verdeeld. gens tot negen uur ’s avonds. Ze zijn gevestigd in openbare ge- Bij verkiezingen in grotere gemeenten, voor de Tweede Kamer bouwen in de buurt, zoals scholen, buurtcentra of sporthallen. en voor de Provinciale Staten wordt de methode van de grootste Voor niemand hoeft de afstand een probleem te zijn om van zijn gemiddelden gebruikt voor de verdeling van de restzetels. Dat stemrecht gebruik te maken. Toch kan het voorkomen dat ie- gaat als volgt. Stel de kiesdeler (alle geldig uitgebrachte stem- mand niet naar het stembureau kan gaan, bijvoorbeeld omdat men gedeeld door het aantal zetels, dus 150 voor de Tweede hij ziek is of op vakantie. In dat geval kan bij volmacht worden Kamer) is 60.000. Partij A heeft 380.000 geldige stemmen ge- 30 Politiek in Nederland Verkiezingen 31 kregen. Ze krijgt dan in ieder geval zes zetels (380.000: 60.000 = Lijstverbinding meer dan 6). Als partij A nu zeven zetels zou bezetten, dan zou Soms gaan partijen die in politieke opvattingen dicht bij elkaar het gemiddelde aantal stemmen per zetel 54.286 (380.000: 7) staan, een lijstverbinding aan. In dat geval worden de reststem- zijn. Als dit gemiddelde hoger is dan het gemiddelde van de an- men van die partijen bij elkaar geteld, zodat net als bij grotere dere partijen met een overschot aan stemmen, dan gaat de eer- partijen de kans op een restzetel groter wordt. Door een lijstver- ste restzetel naar partij A. De tweede restzetel gaat naar de par- binding kunnen kleine partijen samen restzetels binnenhalen tij met het op één na grootste gemiddelde enzovoort, totdat alle die ze elk afzonderlijk nooit zouden krijgen. Bij de verkiezingen restzetels zijn verdeeld. van 2010 bestonden twee lijstverbindingen van twee partijen. Deze methode bevoordeelt de grote partijen enigszins. Een voor- beeld. Stel dat partij B bij diezelfde verkiezingen 2.355.000 gel- De verkiezingscampagne dige stemmen heeft behaald. Ze krijgt dan 39 zetels (2.355.000: Vóór de verkiezingen stellen de politieke partijen een verkie- 60.000 = meer dan 39) en ze heeft nog 15.000 reststemmen, min- zingsprogramma op. Daarin geven ze hun visie op wat ze zelf be- der dan partij A. Maar volgens de methode van het grootste ge- langrijke politieke kwesties vinden. Ze laten bijvoorbeeld zien middelde gaat de restzetel toch naar de grootste partij, partij B. hoe ze denken over de bestrijding van de economische crisis, de Want als partij B 40 zetels zou hebben is het gemiddelde voor verbetering van de gezondheidszorg of de aanpak van de wo- die partij 2.355.000: 40 = 58.875 stemmen per zetel. ningmarkt. Om te zorgen dat zoveel mogelijk kiezers op de hoogte zijn van de ideeën van een partij, wordt in de weken voor Het grootste gemiddelde; kiesdeler: 60.000 de verkiezingen campagne gevoerd. Affiches tooien dan het Partij A B straatbeeld. Actieve partijleden gaan van deur tot deur met fol- Aantal stemmen 380.000 2.355.000 ders en voeren persoonlijke gesprekjes om de mensen op te roe- Zetels 6 39 pen te gaan stemmen, het liefst op hun partij. Partijen maken Reststemmen 20.000 15.000 ook veel gebruik van het internet om hun standpunten voor het Zetels plus 1 7 40 voetlicht te brengen. Hoogste gemiddelde 54.286 58.875 Zetels 6 40 Het referendum Volgens de grondwet is een bindend referendum in Nederland Voorkeurstemmen niet mogelijk. Het nationale referendum over het Verdrag tot Bij de toewijzing van de zetels aan de kandidaten wordt als volgt vaststelling van een grondwet voor Europa van 1 juni 2005 was te werk gegaan. Voor elke partij zijn eerst gekozen verklaard de niet bindend en was slechts mogelijk nadat het parlement een kandidaten waarop een aantal voorkeurstemmen is uitgebracht speciale Referendumwet had aangenomen. Het staat provincies dat boven 25 procent van de kiesdeler ligt. Bij de Tweede Kamer- en gemeenten vrij om een referendumverordening aan te verkiezingen van 2010 kwam dat overeen met 15.693 stemmen. nemen, maar ook dan is het resultaat niet bindend. Natuurlijk Daarna worden de zetels toegewezen aan de kandidaten in de hebben politieke partijen in vertegenwoordigende en uitvoe- volgorde waarop ze op de lijst zijn vermeld. rende organen wel de mogelijkheid om de uitslag van het refe- rendum te accepteren. 32 Politiek in Nederland Verkiezingen 33 Uitslagen Uitslagen van de laatst gehouden verkiezingen voor de Tweede Kamer (tk) in 2010, de Provinciale Staten (ps) in 2011 en het Eu- ropees Parlement (ep) in 2009 (in procenten). tk 10 ps 11 ep 0 Opkomst 75,40 55,97 36,75 cda 13,61 14,12 20,05 PvdA 19,63 17,32 12,05 vvd 20,49 19,57 11,39 pvv 15,45 12,44 16,97 sp 9,82 10,16 7,10 GroenLinks 6,67 6,30 8,87 D66 6,95 8,37 11,32 ChristenUnie 3,24 3,31 sgp 1,74 2,18 ChristenUnie/sgp (gez.) 0,49 6,82 PvdD 1,30 1,88 3,46 Overige 1,10 3,86 1,97 Totaal 100,0 100,0 100,0 34 Politiek in Nederland De Eerste Kamer der Staten-Generaal, die 75 zetels telt. De Staten-Generaal De volksvertegenwoordiging in een democratie noemt men een ‘parlement’. In Nederland heet het parlement de Staten-Gene- raal, die uit twee kamers bestaat: de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. Anders dan de naam misschien doet vermoeden is de Tweede Kamer de belangrijkste van de twee. De Tweede Kamer telt 150 leden, die rechtstreeks door de Neder- landse bevolking worden gekozen. Deze verkiezingen vinden om de vier jaar plaats, tenzij het kabinet valt en er vervroegde verkiezingen worden uitgeschreven. De Eerste Kamer wordt ge- kozen door de leden van de Provinciale Staten, binnen drie maanden na de provinciale verkiezingen. We noemen dit ‘ge- trapte’ verkiezingen. Ook deze verkiezingen vinden om de vier jaar plaats. Er zijn 75 Eerste Kamerleden, ook wel senatoren ge- noemd (Eerste Kamer = Senaat). Hoewel Amsterdam de hoofd- stad van Nederland is, zetelen regering en parlement in Den 4 Haag. De Eerste en Tweede Kamer zijn gevestigd in het gebou- wencomplex rondom het Binnenhof in deze stad. Na het zomerreces (vakantieperiode) leest het staatshoofd de troonrede voor, waarin de plannen van de regering voor het ko- mende jaar worden bekendgemaakt. Dat gebeurt in aanwezig- heid van zowel de Eerste als de Tweede Kamer. Deze dag, die valt op de derde dinsdag van september, wordt Prinsjesdag genoemd. Het parlement De plechtigheid vindt plaats in de middeleeuwse Ridderzaal aan het Binnenhof en dus niet in een van de vergaderzalen van het parlement. Het parlement 37 Leden van het parlement Bevoegdheden De Tweede Kamer komt drie maal per week bijeen, op dinsdag, Om hun medewetgevende en controlerende taken goed uit te woensdag en donderdag. De leden van de Tweede Kamer heb- kunnen voeren, hebben de Eerste en Tweede Kamer een aantal ben aan hun Kamerlidmaatschap een volledige baan. Zij ont- bevoegdheden oftewel rechten. Daarbij heeft de Tweede Kamer vangen daarvoor een salaris van € 102.000 bruto (cijfer 2012) per meer rechten dan de Eerste Kamer. jaar. Omdat een groot aantal Kamerleden buiten Den Haag woont, maken ze veel reis- en verblijfkosten, die ook door de Budgetrecht overheid worden vergoed. Beide Kamers hebben het recht om de rijksbegroting goed te Het werk van Kamerleden is zwaar. Ze kunnen niet alles in hun keuren of die goedkeuring juist te weigeren: het budgetrecht. eentje doen. Daarom heeft elke fractie een fractiebureau met Dat is een belangrijk middel om invloed uit te oefenen, want fractiemedewerkers. Daarnaast hebben Kamerleden van grotere zonder een goedgekeurde begroting kan een minister geen be- partijen een persoonlijk assistent, die brieven en stukken selec- leid voeren. Elk jaar moet de regering op Prinsjesdag bekend teert en bepaalde taken uitvoert. maken aan welke zaken zij het komende jaar geld wil uitgeven De leden van de Eerste Kamer hebben gewoonlijk naast het Ka- en hoe zij aan dat geld denkt te komen. Dat doet ze in de rijksbe- merlidmaatschap een andere baan. De Eerste Kamer komt één groting en de toelichting daarop, de miljoenennota. Deze begro- maal per week bijeen, meestal op dinsdag. Voor hun werk in de ting wordt na Prinsjesdag in het parlement behandeld als een Eerste Kamer krijgen de leden een vergoeding van ruim € 27.800 wetsontwerp. Van oktober tot soms ver in het volgende voorjaar bruto per jaar en daarnaast een onkostenvergoeding. worden in beide Kamers de begrotingen per departement be- handeld en eventueel gewijzigd. Taken van het parlement Het parlement heeft drie belangrijke taken: Recht van amendement en initiatief Samen met de regering wetten maken. Hieronder gaan we De Tweede Kamer keurt de wetsontwerpen die door de regering uitvoerig in op de gang van zaken bij wetgeving. worden ingediend. Ze heeft het recht om die wetsvoorstellen te De regering controleren bij de uitvoering van wetten en bij wijzigen: dat noemen we het recht van amendement. Aangeno- alle andere activiteiten. men amendementen gaan deel uitmaken van het wetsvoorstel. De kiezers vertegenwoordigen: parlementsleden moeten con- Daarnaast kunnen leden van de Tweede Kamer zelf wetsvoor- tact met de kiezers houden. stellen indienen. Dat is het recht van initiatief. De Eerste Kamer heeft deze beide rechten niet. Die behandelt Het parlement kan die taken uitoefenen omdat ministers vol- wetsvoorstellen nog eens, nadat ze in de Tweede Kamer zijn aan- gens de grondwet verantwoording verschuldigd zijn aan het par- genomen. Maar de Eerste Kamer mag ze eigenlijk alleen in hun lement. Ministers kunnen alleen aanblijven als ze het vertrou- geheel aannemen of verwerpen; er kan niets meer aan veran- wen genieten van de meerderheid van de leden van de Tweede derd worden. Er staat hier ‘eigenlijk’, omdat een meerderheid in en Eerste Kamer. Als een meerderheid in een van de Kamers het de Eerste Kamer heel soms tegen een minister of staatssecreta- vertrouwen in een minister of in het hele kabinet opzegt, dan ris zegt: ‘We verwerpen uw voorstel, tenzij u er dit en dat nog moet die minister of het hele kabinet opstappen. aan wijzigt’. Als een minister overstag gaat, dient hij het voorstel 38 Politiek in Nederland Het parlement 39 met de gewenste wijziging opnieuw bij de Eerste Kamer in. Die Kamer. Ze kan wel conclusies trekken en aanbevelingen doen, wijziging noemt men dan geen amendement, maar een novelle. maar ze mag geen straf opleggen. De laatste jaren zijn er ver- Ook de Tweede Kamer moet met zo’n wijziging akkoord gaan. schillende parlementaire enquêtes gehouden: naar de onder- zoeksmethoden die politie en justitie gebruiken, naar de Bijl- Recht om moties in te dienen merramp en naar de fraudes met de bouwsubsidies. Minder Beide Kamers hebben het recht om tijdens een zitting moties in zwaar dan de enquête is het parlementaire onderzoek: dan is te dienen: dat zijn uitspraken waarmee ze de regering kunnen verhoor onder ede niet mogelijk. aansporen om iets te doen of te laten. Ook kan door middel van een motie van wantrouwen het vertrouwen in een minister of Samenvatting in de regering worden opgezegd. De rechten van beide Kamers nog eens op een rij: Budgetrecht Interpellatie- en vragenrecht Recht om moties in te dienen Beide Kamers hebben het recht om een minister of staatssecre- Interpellatie- en vragenrecht taris voor een spoeddebat te laten opdraven. Dit heet het recht Enquête- en onderzoeksrecht van interpellatie. Een Tweede Kamerlid dat zo’n interpellatie wil houden, heeft daarvoor toestemming nodig van dertig Kamer- De Tweede Kamer heeft bovendien: leden. De minister of staatssecretaris mag in zo’n geval niet wei- Recht van amendement geren in de Kamer te verschijnen. Recht van initiatief Elk Kamerlid heeft daarnaast het recht om vragen aan ministers te stellen. Dat kan schriftelijk, als er niet zoveel haast is bij een Werkwijze antwoord. Het schriftelijke antwoord komt vaak een week of Hoe de Tweede Kamer werkt, is geregeld in het Reglement van drie later. Het kan ook mondeling. Elke dinsdag is er in de Orde van de Tweede Kamer. Kamerleden van één partij vormen Tweede Kamer een ‘vragenuurtje’. Kamerleden maken veel ge- samen een fractie. De leider van een fractie wordt fractieleider bruik van de mogelijkheid vragen te stellen. of fractievoorzitter genoemd. Elke fractie regelt haar eigen werk- wijze. Kamerleden van de grotere fracties zijn vaak specialisten Enquête- en onderzoeksrecht op een bepaald beleidsgebied: ze houden zich bijvoorbeeld Een vergaande bevoegdheid is het recht van enquête. Dat wil (bijna) alleen bezig met buitenlands beleid, met onderwijs of zeggen het recht om een bepaalde zaak tot op de bodem uit te met landbouwbeleid. Grote fracties kennen per beleidsterrein zoeken. De Kamer stelt dan uit haar midden een onderzoeks- aparte fractiecommissies. De specialisten van de fractie op dat commissie in: een parlementaire enquêtecommissie. Die com- terrein bereiden daar partijstandpunten en het optreden van de missie kan iedereen die ze in het belang van het onderzoek fractie voor. Kamerleden van kleine partijen kunnen zich na- wenst te verhoren oproepen: politici, ambtenaren en gewone tuurlijk veel minder specialiseren: die moeten op meerdere ter- burgers. Die zijn verplicht voor de commissie te verschijnen en reinen thuis zijn. onder ede vragen te beantwoorden. De enquêtecommissie Vaak zie je in de Tweede Kamer maar weinig Kamerleden tij- maakt een uitgebreid verslag van haar bevindingen voor de dens ‘voltallige’ (plenaire) vergaderingen. Omdat veel debatten 40 Politiek in Nederland Het parlement 41 over heel specifieke onderwerpen gaan, doen daaraan meestal Het kan soms jaren duren voor het eerste ontwerp ook echt een alleen de specialisten van de fracties mee. Gelijktijdig vinden el- wet is geworden. Een wetsontwerp moet dan ook een ingewik- ders andere vergaderingen plaats, bijvoorbeeld van commissies. kelde gang doormaken, voordat het een wet is. Hier volgen de Bij belangrijke onderwerpen is de Tweede Kamer altijd veel vol- stappen om een wet tot stand te laten komen. ler, evenals bij stemmingen, die meestal op dinsdag plaatsvin- Als een minister of staatssecretaris een wet wil invoeren, laat hij den. of zij de ambtenaren een tekst voor die wet maken: het wets- Er kan alleen worden gestemd als er voldoende Kamerleden aan- voorstel. Dat wordt in de ministerraad besproken. Na goedkeu- wezig zijn. Er moeten namelijk minimaal 76 leden zijn (de helft ring door de ministerraad gaat het voor advies naar de Raad van plus één). Dit wordt het quorum genoemd. De Kamerleden teke- State (het hoogste adviesorgaan van de regering), die vooral naar nen bij het binnengaan van de Kamer altijd de presentielijst, de juridische aspecten van het wetsvoorstel kijkt. Het advies van waaruit blijkt wie aanwezig is. de Raad is overigens niet bindend. De minister geeft een reactie Alle vergaderingen van de Kamer zijn openbaar (behalve proce- op het advies. Met een zogenoemde koninklijke boodschap gaan durevergaderingen). Ook alle stukken zijn openbaar. Het is mo- het advies van de Raad van State, het wetsvoorstel en de door de gelijk om die tegen betaling aan te schaffen of in de Kamer te minister toegevoegde memorie van toelichting naar de Tweede lezen. Van alle vergaderingen maken stenografen, die midden in Kamer. Een Kamercommissie behandelt het wetsvoorstel schrif- de Tweede Kamer zitten, notulen: de zogenaamde Handelingen. telijk, maakt een verslag met vragen en opmerkingen en zendt Deze worden in dikke banden bewaard. De meeste Kamer- het terug aan de minister. De minister geeft een schriftelijke re- stukken zijn ook via het internet te raadplegen (www.officiele- actie op het verslag, de zogeheten memorie van antwoord. De bekendmakingen.nl). commissie maakt dan een formeel eindverslag. Daarna wordt het wetsvoorstel in de Tweede Kamer behandeld. Eventuele Commissies amendementen en moties worden dan ook besproken. De mi- Het meeste parlementaire werk wordt gedaan in Kamercom- nister of staatssecretaris reageert op vragen en opmerkingen missies. Er zijn verschillende soorten, waarvan de belangrijkste van de Kamerleden. Vervolgens vindt de stemming plaats over de ‘vaste commissies’ voor de verschillende beleidsterreinen van de amendementen, het wetsontwerp en de moties (in deze volg- de ministers en staatssecretarissen zijn. Zo is er een commissie orde). Als het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is aangenomen, voor defensie, voor financiën, voor binnenlandse zaken enzo- gaat het naar de Eerste Kamer. Daar vindt weer een schriftelijke voort. Daar wordt vergaderd over wetsontwerpen en wordt met behandeling in een commissie plaats, er wordt een verslag ge- een minister of staatssecretaris overleg gevoerd over de manier maakt, daarop komt weer een memorie van antwoord van de waarop hij bepaalde zaken aanpakt. minister, waarna het formele eindverslag naar de Eerste Kamer gaat voor bespreking en stemming. Als het wetsvoorstel ook De gang van een wetsontwerp daar wordt aangenomen, gaat het naar de koningin, die het on- Een wetsontwerp is een voorstel voor een wet. Pas nadat een dertekent. Ook de betrokken minister zet zijn handtekening, het wetsontwerp door het parlement (eerst door de Tweede Kamer zogeheten contraseign. Daarna gaat het naar de minister van en dan door de Eerste Kamer) is goedgekeurd, spreken we van Veiligheid en Justitie, die de wet op een website (www.over- een wet. heid.nl) laat afkondigen. Pas dan is het wetsvoorstel een wet. 42 Politiek in Nederland Het parlement 43 De gang van een wetsontwerp Regering wil wet invoeren Openbare behandeling en stemmingen over wetsontwerp Minister en ambtenaren en amendementen maken ontwerp Doorzending naar Eerste Kamer Bespreking in ministerraad Schriftelijke behandeling Naar Raad van State en voorlopig verslag voor advies Kamercommissie Ontwerp en advies terug Memorie van antwoord van naar ministerraad de minister Eindverslag van Naar de koningin de Kamercommissie Indiening bij Tweede Kamer Openbare behandeling en met koninklijke boodschap, stemming over wetsontwerp memorie van toelichting en advies Raad van State Naar de koningin voor goedkeuring Schriftelijke behandeling en voorlopig verslag Naar de minister Kamercommissie voor contraseign Memorie van antwoord Naar de minister van Veiligheid van de minister en Justitie voor afkondiging op website Eindverslag van de Kamercommissie 44 Politiek in Nederland Het Torentje, de werkplek van de minister-president. Na de verkiezingen Zodra de verkiezingsuitslag bekend is, begint de kabinetsforma- tie. Er moet een nieuwe ploeg ministers en staatssecretarissen worden samengesteld: een kabinet dat de komende vier jaar gaat regeren. Dat is niet eenvoudig. Door de Nederlandse variant van evenredige vertegenwoordiging, zonder kiesdistricten en kiesdrempels, zijn er doorgaans veel partijen in de Tweede Kamer vertegenwoordigd. De uitslag van de verkiezingen maakt maar zelden duidelijk wat voor regering de kiezers het liefst wil- len. Geen enkele politieke partij in Nederland heeft ooit de ab- solute meerderheid gehaald, dat is de helft van het aantal zetels in de Tweede Kamer plus één. De Tweede Kamer heeft 150 zetels. De absolute meerderheid is dus minimaal 75 + 1 = 76 zetels. Een regering moet de steun van de meerderheid van de leden 5 van de Tweede Kamer hebben. Dus moeten twee of meer par- tijen altijd een coalitie sluiten. Dat wil zeggen: samenwerken in één regering. Dat is al jaren het geval, waardoor de meeste men- sen wel een beetje gewend zijn geraakt aan langdurige onder- handelingen over de samenstelling van een regering. Partijen die samen in de regering zitten noemen we coalitiepartijen of de coalitie. De kabinets- De onderhandelingen formatie In de kabinetsformatie onderhandelen de verschillende partijen met name over de volgende vragen: Welke partijen gaan met elkaar de regering vormen? De kabinetsformatie 47 Hoe kunnen de programma’s van die partijen worden samen- In de kabinetsformatie gaat het er niet alleen om wie met wie gevoegd tot één regeringsprogramma, het zogeheten regeer- gaat regeren, maar ook hoe er geregeerd gaat worden. Met an- akkoord? dere woorden: in welke richting moet het beleid van een nieuwe Welke partij krijgt welke ministersposten of staatssecretaria- regering gaan? Afspraken daarover worden vastgelegd in het re- ten? geerakkoord. De formatieperiode is een drukke tijd voor Kamer- Welke personen komen op de verschillende ministersposten leden, partijbesturen, maatschappelijke organisaties en belan- of staatssecretariaten? gengroepen. Ze proberen zoveel mogelijk invloed op het regeringsbeleid uit te oefenen. Er wordt wel gezegd dat het voor een politieke partij belangrij- ker is om de formatie dan om de verkiezingen te winnen. Een Coalities flinke winst bij de verkiezingen betekent namelijk niet automa- cda PvdA vvd D66 cu* lpf tisch een plaats in het komende kabinet. Een voorbeeld hiervan 1982–1989 n n is de kabinetsformatie van 2003. De PvdA boekte 19 zetels winst, 1989–1994 n n maar het cda werd de grootste partij en kon het voortouw 1994–2002 n n n nemen bij de kabinetsformatie. De onderhandelingen tussen de 2002 n n n PvdA en het cda liepen uiteindelijk stuk. Het cda ging vervol- 2003–2006 n n n gens met vvd en D66 een regering vormen. Omgekeerd bete- 2006–2007 n n kent verliezen ook niet automatisch dat een partij uit het kabi- 2007–2010 n n n net verdwijnt. In 1994 verloor de PvdA 12 zetels, maar bleef met 2010–2012 n n 37 zetels de grootste partij. In de formatie werd besloten dat de PvdA niet alleen in het kabinet zou komen, maar zelfs de pre- * ChristenUnie mier mocht leveren. In 2002 keerde ook de vvd na een forse ver- kiezingsnederlaag terug in het kabinet. Na de verkiezingen blijkt dat allerlei combinaties van partijen Vijf stappen mogelijk zijn. Welke partijen uiteindelijk gaan samenwerken, Hoewel de discussies, de duur en de precieze gang van zaken per hangt af van het politieke spel tijdens de kabinetsformatie. De kabinetsformatie sterk verschillen, is een aantal bij iedere for- partij die het makkelijkst met de andere grote partijen kan sa- matie terugkerende stappen te onderscheiden. Als er tussentijds menwerken, is in het voordeel. In Nederland was dat lange tijd iets mis gaat (‘de formatie loopt vast’) wordt vaak een stap terug alleen het cda. Het cda heeft in verschillende regeringscoalities gezet en lijkt de formatie in herhaling te vervallen. gezeten met de PvdA, de vvd en D66. Lange tijd wilden die drie partijen niet met elkaar in één regering, maar tijdens de kabi- 1. Mogelijkheden netsformatie van 1994 zetten zij juist met z’n drieën het cda aan Tot voor kort speelde de koningin een rol bij de kabinetsforma- de kant, waardoor deze partij tot 2002 buiten de regering bleef. tie. Na het inwinnen van allerhande adviezen benoemde zij de Sinds die tijd regeert het cda weer wisselend met vvd, D66 en personen die moesten gaan werken aan de vorming van een PvdA, soms aangevuld met andere partijen. nieuw kabinet. Sinds 2012 is de procedure veranderd en speelt de 48 Politiek in Nederland De kabinetsformatie 49 koningin geen rol meer. Na de verkiezingen vindt er nu een langrijke posten te krijgen. Een partij die duidelijk wil maken dat debat in de Tweede Kamer plaats. De Kamer formuleert de op- ze gezondheidszorg erg belangrijk vindt zal graag de minister dracht om een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden van Volksgezondheid leveren. Bij de verdeling van de staatsse- om een kabinet te vormen en wijst een informateur aan. Een in- cretariaten wordt vaak aan de minister van de ene coalitiepartij formateur is meestal een politicus die bij veel partijen waarde- een staatssecretaris van een andere coalitiegenoot toegevoegd. ring geniet. Als een informateur zijn informatieopdracht heeft afgerond, wijst de Tweede Kamer een formateur aan. De forma- 5. Personen teur is gewoonlijk de beoogde minister-president. De laatste fase bestaat uit het aanzoeken van personen die de ambten van minister en staatssecretaris moeten gaan bezetten. 2. Partijen In de praktijk lopen de stappen 3, 4 en 5 door elkaar. Als een par- De informateur stelt vast welke partijen de meeste kans op suc- tij zich sterk maakt om een bepaalde portefeuille in de wacht te ces hebben als zij met elkaar gaan onderhandelen en welke par- slepen, heeft ze vaak al een geschikte kandidaat op het oog. Pro- tijen afvallen. Hij voert daartoe gesprekken met de fractievoor- grammapunten en personen worden soms tegen elkaar uitge- zitters en hun adviseurs van de verschillende partijen. Meestal wisseld. zijn dat twee of drie partijen. Constituerend beraad 3. Programma Als er voor alle ministersposten kandidaten zijn gevonden, Die twee of drie partijen gaan onder leiding van de informateur houdt het kabinet een zogeheten constituerend beraad. In dit be- met elkaar onderhandelen om tot een regeringsprogramma (re- raad onderschrijven de ministers formeel het regeerakkoord. geerakkoord) te komen. Dat zijn vaak langdurige onderhande- Kort hierna wordt het nieuwe kabinet door de koningin beëdigd lingen, niet in de laatste plaats omdat ze over zo veel verschil- en wordt de traditionele foto gemaakt van de nieuwe ploeg, lende onderwerpen gaan. Veel afspraken worden in detail verzameld rond de koningin op de trappen van paleis Huis ten vastgelegd. Het na de verkiezingen van 2010 gesloten regeerak- Bosch. koord telde 46 pagina’s. Problemen 4. Posten De kabinetsformatie is een omstreden onderdeel van ons staats- Als de mogelijke coalitiepartijen het eens zijn over een regeer- bestel. Vanuit democratisch oogpunt is het een bezwaar dat voor akkoord, wordt er onderhandeld over de verdeling van de ver- de politieke kleur van de regering de formatieonderhandelingen schillende ministersposten en staatssecretariaten (staatssecre- belangrijker zijn dan de verkiezingsuitslag. Bovendien zijn deze tarissen zijn in feite een soort onderministers). Het verdelen van onderhandelingen grotendeels geheim en dus oncontroleerbaar. alle posten tussen de verschillende coalitiepartijen is een hele Een ander probleem is de lange duur van veel kabinetsformaties. strijd, omdat ze niet allemaal even belangrijk zijn. Zo worden de De formatie van 1977 heeft het record met 207 dagen. Gedurende ministersposten van Financiën, Economische Zaken, Sociale zo’n maanden voortslepende formatie blijft het oude kabinet Zaken & Werkgelegenheid en Binnenlandse Zaken als de be- wel aan, maar het is ‘demissionair’ en neemt doorgaans geen langrijkste beschouwd. Elke partij probeert zoveel mogelijk be- omstreden besluiten meer. Zo’n demissionair kabinet is natuur- 50 Politiek in Nederland De kabinetsformatie 51 lijk niet goed voor een slagvaardig beleid. Bovendien is het voor in functie gekozen – ze heeft een eigen mandaat. Een parlemen- het vertrouwen in de politiek niet goed als de formatie eindeloos tair stelsel is onverenigbaar met een rechtstreeks gekozen rege- voortduurt. De ingewikkelde partijverhoudingen brengen echter ringsleider. zo’n moeizame formatie met zich mee. Ook is voorgesteld om een gemengd kiesstelsel in te voeren, een combinatie van evenredige vertegenwoordiging met een meer- Kan het anders? derheidsstelsel in kiesdistricten, of om een kiesdrempel van bij- De kritiek op de gang van zaken bij de kabinetsformatie heeft voorbeeld 5 procent in te voeren, zodat kleinere partijen niet lan- sinds de vroege jaren zestig al geleid tot voorstellen voor staats- ger in de Tweede Kamer vertegenwoordigd zullen zijn. rechtelijke hervorming. Zo is bijvoorbeeld geopperd dat het kies- Ondanks alle voorstellen van commissies, staatsrechtgeleerden, stelsel in ons land, het stelsel van evenredige vertegenwoordi- politicologen en deskundigen van partijen zijn er tot op heden ging, wel geschikt is om de Tweede Kamer samen te stellen, geen belangrijke wijzigingen van het systeem doorgevoerd. maar volstrekt niet deugt voor het vormen van een regering. Een meerderheidsstelsel met kiesdistricten zoals dat in Groot- Brittannië bestaat zou op dat punt veel beter zijn. Daar is on- middellijk na de verkiezingen duidelijk welke partij in de meeste districten de meeste stemmen heeft gehaald. Die partij vormt dan de regering. Dat in zo’n Brits meerderheidsstelsel het parle- ment geen afspiegeling meer is van de voorkeur van de kiezers, nemen de voorstanders van een dergelijk systeem voor lief. In het Britse stelsel is het goed mogelijk dat een partij over het hele land meer dan 30 procent van de stemmen haalt, maar in het parlement minder dan 10 procent van de zetels bezet. Het gaat er immers om in hoeveel districten een partij een meerderheid kan halen. De partij wier aanhang gelijkelijk over het hele land is verspreid, kan veel stemmen trekken maar zal in weinig dis- tricten een meerderheid halen. Een tweede voorstel is om de minister-president rechtstreeks te laten kiezen. De kiezer krijgt dan twee stemmen: één om de re- gering(sleider) te kiezen en één om de Tweede Kamer te kiezen. Dat lijkt een beetje op het Amerikaanse systeem, waar de presi- dent en het parlement ook onafhankelijk van elkaar worden ge- kozen. Het voordeel van dit systeem is dat de kiezers direct in- vloed hebben op de kleur van het kabinet. Het nadeel van deze oplossing is dat de regering niet meer afhankelijk is van de goed- keuring van het parlement. Ze is immers direct door de kiezers 52 Politiek in Nederland De kabinetsformatie 53 De ministerraad vergadert in de Trêveszaal, gelegen achter de erker aan de Hofvijver (onder toren Ridderzaal). Wie regeert? Volgens de grondwet bestaat de Nederlandse regering uit het staatshoofd (de koningin) en de ministers. De in 2010 gevormde regering telde twaalf ministers. De ministers dragen alle ver- antwoordelijkheid, ook voor dingen die de koningin doet en zegt. De koningin is, zoals het officieel heet, onschendbaar en heeft geen feitelijke macht. Naast ministers hebben ook de staatssecretarissen bepaalde verantwoordelijkheden. Een staats- secretaris is een soort onderminister en staat onder leiding en toezicht van de minister waaraan hij of zij is toegevoegd. Minis- ter en staatssecretaris maken afspraken over wie voor welke be- leidsterreinen verantwoordelijk is. Staatssecretarissen zijn indi- vidueel verantwoordelijk tegenover het parlement voor hun eigen beleidsterrein. Ministers en staatssecretarissen samen worden ook wel het kabinet genoemd. In Nederland kunnen mi- nisters en staatssecretarissen niet tegelijkertijd lid zijn van 6 het parlement. De ministerraad De ministerraad is het college van ministers dat de eigenlijke be- sluiten neemt namens het hele kabinet. De ministerraad heeft als vaste vergaderdag de vrijdag en als vaste vergaderplaats de Trêveszaal aan het Binnenhof in Den Haag. Staatssecretarissen De regering hebben geen zitting in de ministerraad. Ze vervangen ook niet hun minister als die afwezig is en zijn in die zin niet echt onder- minister. Ministers die (langdurig) ziek, op vakantie of om an- dere redenen afwezig zijn, worden altijd door een collega-mi- nister vervangen. Zo nu en dan wordt een staatssecretaris wel De regering 55 bij vergaderingen van de ministerraad uitgenodigd, als een on- In het in 2010 geformeerde kabinet kreeg één minister geen derwerp aan de orde is dat onder zijn of haar verantwoordelijk- eigen ministerie, namelijk de minister voor Immigratie en Asiel, heid valt. die ‘inwoont’ bij Binnenlandse Zaken. Een minister die geen Voorzitter van de ministerraad is de minister-president, ook wel eigen departement beheert, wordt een ‘minister zonder porte- premier genoemd. De werkwijze van de ministerraad is geregeld feuille’ – en tegenwoordig ook wel: programmaminister – ge- in het Reglement van Orde van de Ministerraad. Vanwege de noemd. Dergelijke ministers moeten er soms voor zorgen dat grote hoeveelheid taken en verantwoordelijkheden werkt de mi- alle regeringspartijen overeenkomstig de verkiezingsuitslag zijn nisterraad met een aantal vaste onderraden, zoals de Raad voor vertegenwoordigd. Soms ook worden zij benoemd om aan te Economie, Kennis en Innovatie, de Raad voor Veiligheid en geven dat dit een belangrijk beleidsterrein is voor de regering. Rechtsorde en de Raad voor Internationale en Europese Zaken. Behalve hoofd van zijn eigen departement is een minister lid Alle onderraden worden voorgezeten door de minister-presi- van het kabinet. Een minister is medeverantwoordelijk voor het dent. In de onderraden kunnen ook hoge ambtenaren of des- hele kabinetsbeleid, niet alleen voor zijn eigen beleidsterrein. kundigen van buiten zitting hebben. Elke minister kan worden aangesproken (door Kamerleden, door partijgenoten of door burgers) op de uitvoering van het regeer- Taken van de regering akkoord. Dat heet collegiaal bestuur. Bovendien vertegenwoor- Volgens de grondwet heeft de regering tot taak samen met digt iedere minister in het kabinet zijn eigen partij. De beide Kamers der Staten-Generaal wetten te maken. De regering regeringspartijen houden dikwijls afzonderlijk bewindslieden- sluit daarnaast internationale verdragen, stelt het buitenlandse overleg. Ook onderhouden ministers (en staatssecretarissen) ge- beleid vast, regelt de defensie en benoemt burgemeesters, com- regeld contact met de fractie van hun partij in de Tweede Kamer, missarissen van de koningin en leden van de rechterlijke macht. met hun partijbestuur en met partijafdelingen. De in de grondwet genoemde taken voert de regering onder con- trole van het parlement uit. Het parlement kan regeringsbeslui- De namen van de ministeries ten op dit gebied niet ongedaan maken, maar kan de regering Ministerie van Algemene Zaken wel laten weten dat het er niet mee eens is. Eventueel kan het Ministerie van Financiën parlement het vertrouwen in de regering opzeggen, zodat het ka- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie binet moet aftreden. Ministerie van Buitenlandse Zaken Ministerie van Veiligheid en Justitie Rollen van de minister Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministers staan aan het hoofd van een ministerie of departe- Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ment. Naast het vormgeven en uitvoeren van beleid moeten ze Ministerie van Defensie dus leiding geven aan vaak vele honderden ambtenaren. Na de Ministerie van Infrastructuur en Milieu kabinetsformatie van 2010 kwamen er elf departementen. Maar Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dit aantal kan bij elke formatie veranderen. Ook de namen en de Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport taken van ministeries kunnen wijzigingen ondergaan. 56 Politiek in Nederland De regering 57 De minister-president Adviesorganen Een bijzondere rol speelt de minister-president. Hij is niet alleen In Nederland bestaan tal van adviesorganen. Het hoogste ad- voorzitter van de ministerraad. Hij is ook in het bijzonder belast viesorgaan van de regering is de Raad van State. De Raad bestaat met de coördinatie van het regeringsbeleid. Daarnaast is hij het vooral uit voormalige parlementsleden, ex-ministers en juristen. gezicht van het kabinet. Hij presenteert het kabinetsbeleid, bij- Zij worden bijgestaan door een reeks ambtenaren. De regering is voorbeeld elke vrijdag na afloop van het kabinetsberaad op een verplicht om de Raad van State over elk wetsontwerp advies te persconferentie en in een vaste televisierubriek. Bovendien ver- vragen. De Raad kijkt vooral naar de kwaliteit van het wetsont- tegenwoordigt hij Nederland in de Europese Raad van rege- werp en gaat na of de wet niet in strijd is met andere wetten. Of- ringsleiders. De minister-president speelt dus ook in het buiten- ficieel is de koningin voorzitter van de Raad van State, maar in lands beleid een grote rol. Anders dan in landen als Duitsland en de praktijk wordt hij voorgezeten door de vicepresident. De Raad het Verenigd Koninkrijk kan de minister-president in Nederland is ook het hoogste beroepscollege in bestuurlijke geschillen, bij- de afzonderlijke ministers niet naar eigen inzicht benoemen voorbeeld tussen burgers en een provincie of tussen twee ge- en ontslaan. meenten. Over sociaaleconomische zaken krijgt de regering advies van de Nederlandse premiers sinds 145 Sociaal-Economische Raad (ser), die bestaat uit vertegenwoordi- W. Schermerhorn 1945–1946 B.W. Biesheuvel 1971–1973 gers van de vakbonden, de werkgeversorganisaties en door de re- L.J.M. Beel 1946–1948 J.M. den Uyl 1973–1977 gering benoemde deskundigen. De Algemene Rekenkamer is een W. Drees 1948–1958 A.A.M. van Agt 1977–1982 onafhankelijk lichaam dat de uitgaven van de overheid contro- L.J.M. Beel 1958–1959 R.F.M. Lubbers 1982–1994 leert op wetmatigheid en doelmatigheid. Zo onderzoekt de Re- J.E. de Quay 1959–1963 W. Kok 1994–2002 kenkamer of de uitgaven ook het gewenste effect hebben gehad. V.G.M. Marijnen 1963–1965 J.P. Balkenende 2002–2010 Burgers die van mening zijn dat zij het slachtoffer zijn geworden J.M.L.Th. Cals 1965–1966 M. Rutte 2010– van onbehoorlijk gedrag van de kant van de overheid kunnen J. Zijlstra 1966–1967 een klacht indienen bij de Ombudsman. Hij (of zij!) onderzoekt P.J.S. de Jong 1967–1971 of de klacht gerechtvaardigd is. Ook stelt de Ombudsman jaar- lijks een verslag op voor het parlement met een overzicht van De begroting alle klachten over ministeries en andere overheidsorganen. Te- Een belangrijk deel van het kabinetsbeleid ligt elk jaar in de vast- vens staan hierin aanbevelingen hoe eventuele fouten in de toe- stelling van de rijksbegroting. Daarin blijkt de invloedrijke posi- komst kunnen worden vermeden. tie van de minister van Financiën. Vanaf januari tot juli wordt er elk jaar weer onderhandeld tussen de minister van Financiën en de ministers van de departementen waar grote uitgaven wor- den gedaan. Als ze het niet eens worden, moet de ministerraad de knoop doorhakken. De rijksbegroting moet in augustus klaar zijn, want met Prinsjesdag (de derde dinsdag van september) wordt zij aan het parlement aangeboden. 58 Politiek in Nederland De regering 59 De Hoftoren, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Steeds meer ambtenaren Sinds de vorige eeuw is de staat, de overheid, zich meer en meer met de maatschappij gaan bemoeien. Onder invloed van toene- mende en dwingender eisen uit de samenleving moest de over- heid steeds meer regelen, voor meer voorzieningen zorgen, meer subsidiëren en (dus) meer belasting heffen. Denk maar wat er al- lemaal in een eeuw tot stand kwam op het gebied van onder- wijs, ge