Burgerschap - PDF
Document Details
![WorthHeliotrope7701](https://quizgecko.com/images/avatars/avatar-13.webp)
Uploaded by WorthHeliotrope7701
ROER College Schöndeln
Tags
Summary
This document explores the concept of citizenship in the Dutch context, delving into various aspects such as inclusion and exclusion, tolerance, and social rights. It discusses different perspectives on citizenship and incorporates various arguments from philosophers and sociologists. It also touches upon the historical context of tolerance and societal diversity in the Netherlands.
Full Transcript
# Burgerschap ## 6 Burgerschap - Nederlands zouden zijn. Ook het homohuwelijk en het drugsbeleid worden vaak aangehaald als voorbeelden van Nederlandse tolerantie. - Een agent met hoofddoek of een moslima met een boerka in het openbaar vervoer kan niet op tolerantie rekenen. - Als we tolerantie...
# Burgerschap ## 6 Burgerschap - Nederlands zouden zijn. Ook het homohuwelijk en het drugsbeleid worden vaak aangehaald als voorbeelden van Nederlandse tolerantie. - Een agent met hoofddoek of een moslima met een boerka in het openbaar vervoer kan niet op tolerantie rekenen. - Als we tolerantie als Nederlandse burgerschapsdeugd beschouwen, moeten we bereid zijn om dat consequent te doen en goed uit te leggen waarom tolerantie ergens wel of niet gewenst is. - "De gedachte dat je alleen volwaardig burger kunt zijn als je je aanpast aan 'onze tolerantie' leidt dus soms tot uitsluiting. Maar omgekeerd help je nieuwkomers ook niet door te suggereren dat burgerschap en cultuur niets met elkaar te maken hebben. Dat een immigratiesamenleving eisen stelt aan nieuwkomers, ook aan hun omgangsvormen, is onvermijdelijk." - Een inburgeringsexamen kan voor immigranten een nuttige manier zijn om alvast wat over hun nieuwe land te leren. - Een migrant die bijvoorbeeld dokter wil worden, moet niet alleen medische kennis hebben. - Zo iemand moet ook de Nederlandse omgangsvormen in de spreekkamer kennen en respecteren. - "Die zijn vergeleken met veel andere landen egalitair. De dokter moet niet schrikken als de patiënt de dokter tegenspreekt." - "Enige aanpassing aan de heersende cultuur is dus onvermijdelijk om als volwaardig burger mee te kunnen doen." - Aanpassing hoeft niet van één kant te komen. - "Omgekeerd vraagt integratie van gevestigde artsen dat ze ervoor openstaan dat ingeburgerde nieuwkomers ook kritiek uitoefenen op de heersende omgangsvormen." - Misschien vinden sommige nieuwkomers de gangbare omgangsvormen wel grof en onbeleefd, en hebben ze daar ook een punt mee. - "Cultuur is nooit af, nooit volmaakt, nooit eenrichtingsverkeer. Tolerantie is leeg wanneer je haar alleen voorschrijft aan anderen." ## 6.5 Uitsluiting ### 6.5.1 Grenzen - Burgerschap trekt onvermijdelijk grenzen. - Mensen buiten de politieke gemeenschap kunnen eigenlijk geen burger zijn. - Puur praktisch niet, omdat zij er niet wonen of werken. - "Maar principieel ook niet. Alleen wie bijdraagt aan de gemeenschap of dat in het verleden heeft gedaan, mag er ook de vruchten van plukken." - Stel dat iedereen die tijdens de verkiezingen toevallig in Nederland is, stemrecht krijgt, zoals toeristen, bezoekende familieleden of mensen uit België die het grappig vinden om mee te doen. - "Het resultaat zou niet het volk weerspiegelen, maar een willekeurige groep mensen. Kortom, er moet een band bestaan tussen burgers en gemeenschap." - Daarom spreken we ook wel over een lotsgemeenschap tussen burgers; we hebben elkaar niet gekozen, maar moeten het toch met elkaar uithouden. - "Het paspoort is de makkelijkste indicator van dat lidmaatschap, maar niet de enige." - Als je actief kiesrecht wilt uitoefenen voor de Tweede Kamer, moet je volwassen zijn en de Nederlandse nationaliteit hebben. - Anderen zijn uitgesloten. - "Maar voor de gemeenteraad mag je al stemmen wanneer je volwassen bent en vijf jaar legaal in Nederland verblijft." - "Ook de verzorgingsstaat trekt grenzen tussen burgers en buitengeslotenen. De verzorgingsstaat geeft alle burgers een gelijke status. Als ze maar sociale premies en belastingen betalen. Van dat geld worden de sociale voorzieningen betaald." - Mensen die hier zonder paspoort verblijven en zwart werken, betalen geen belastingen en premies en kunnen geen beroep doen op de verzorgingsstaat. - Ze zijn in geval van ziekte aangewezen op noodregelingen voor medisch noodzakelijke zorg of op liefdadigheid. ### 6.5.2 Vernedering - Uitsluiting is onvermijdelijk, maar vernederende uitsluiting niet. - "Een fatsoenlijke samenleving is een samenleving waarin instituties burgers niet vernederen, betoogt de Israëlische filosoof Avishai Margalit." - Instituties kunnen op twee manieren vernederen. - Ten eerste door uitsluiting uit de menselijke gemeenschap, dus door sommige mensen als minderwaardig te behandelen, bijvoorbeeld Palestijnen, Joden, boerkadragers, ongelovigen, transgenders, vluchtelingen. - "Ten tweede kunnen instituties mensen vernederen door hen hun autonomie te ontnemen. Dus door hen het recht te ontzeggen om zelf vorm te geven aan hun leven en zelf keuzen te maken over bijvoorbeeld opleiding, werk of huwelijk." - "Ook de beste bedoelingen kunnen vernederend uitpakken. Het is met de beste bedoelingen dat we voor iedereen gelijke kansen willen creëren of mensen op basis van prestatie belonen (in plaats van op basis van bijvoorbeeld sekse, huidskleur of afkomst)." - "Zo'n systeem noemen we een meritocratie, ## 6.3 Gelijkheid ### 6.3.1 Sociale rechten - Wat heb je aan het recht om te stemmen wanneer je de stembiljetten niet kunt lezen? - Wat heb je aan toegang tot de rechter wanneer je geen bezittingen hebt? - Halverwege de negentiende eeuw waren veel mensen te arm om geloofwaardig een rol op te eisen als medebestuurder of criticus van de overheid. - Er was nog geen leerplicht en dus ook geen leerrecht. - De meeste kinderen gingen niet naar school, maar waren al snel aan het werk. - De meeste mensen konden dus niet lezen en schrijven, laat staan dat ze tijd of geld hadden om de overheid mee te controleren. - Ze werkten bijna de hele dag en kregen met een beetje geluk net genoeg betaald om niet dood te gaan. #### Sociale rechten: huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs en inkomen - Van burgerschap komt dan niet veel terecht. - De Engelse socioloog Thomas Marshall zei daarom dat burgerschap niet alleen politieke maar ook sociale rechten vereist. - Alle mensen moeten recht hebben op huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs en inkomen, ook als ze te oud of te ziek zijn om te werken. - Bijstand moet een recht zijn, geen gift van rijke mensen of liefdadigheid door de kerk, vond Marshall. - Alleen dan kunnen ook arme mensen echt burger zijn. - "Omdat ze genoeg geleerd hebben om te kunnen discussiëren, omdat ze niet uitgeput zijn door te zwaar werk, omdat ze zich niet hoeven te schamen voor kapotte kleren. Zodat niemand zich de mindere voelt en iedere burger de andere burger recht in de ogen kan kijken." #### Aan deze gedachtegang hebben we de verzorgingsstaat te danken. - "Naast de rechtsstaat is de verzorgingsstaat de andere pijler van burgerschap. Door sociale gelijkheid ontstaat het gedeelde vertrouwen dat een samenleving nodig heeft. Doordat instituties alle burgers gelijk behandelen, hebben die allemaal reden om zich aan de wet te houden en eraan bij te dragen dat wetten ook in stand blijven of verbeterd worden. De zekerheid die de verzorgingsstaat biedt, maakt mensen solidair en ondernemend." - Niet iedereen is blij met de verzorgingsstaat. - "Sommige mensen zeggen dat de prijs van gelijkheid in eigen land is dat we weinig verwelkomend zijn voor immigranten. De econoom Heleen Mees zegt: omdat er in de Verenigde Staten niet zoveel sociale voorzieningen zijn, is het voor nieuwkomers veel makkelijker om mee te doen aan de samenleving. Anderen zeggen dat mensen lui worden door de verzorgingsstaat, omdat ze liever hun hand ophouden dan werken." ### 6.3.2 Pluraliteit - Burgers denken heel verschillend over wat een goed leven is en hoe de overheid dat mogelijk kan maken. - Filosofen noemen het vreedzaam naast elkaar bestaan van verschillende meningen pluraliteit. - Een filosoof die pluraliteit belangrijk vond, was de Duits-Amerikaanse Hannah Arendt. - Ze meende dat mensen gelijk zijn doordat we elkaar kunnen begrijpen, ondanks het feit dat we totaal verschillende ideeën, dromen en plannen hebben. - Tessa wil niet alleen gratis wifi en gratis openbaar vervoer, ze heeft ook een sterke overtuiging over hoe de regering zou moeten werken. - Mohammed snapt haar wensen wel, maar denkt er volkomen anders over. - Wanneer Tessa en Mohammed zoeken naar een manier om het toch met elkaar uit te houden, geven ze vorm aan pluraliteit. - Zij botsten en zoeken een uitweg, zonder elkaar het leven onmogelijk te maken. - Leraar Droogstoppel denkt dat je dit pas kunt wanneer je volwassen bent. - Adinda is het niet met haar eens. - Je kunt dit omgaan met meningsverschillen zien als een vak om te leren. - Burgerschap is dan een ambacht. - "Burgerschap is het ambachtelijk onderhoud van de democratie, dankzij de rechtsstaat, die zorgt dat we geweldloos met meningsverschillen kunnen omgaan, en dankzij de verzorgingsstaat, die ons in een gelijke positie brengt." - Impliciet speelt de natiestaat daar een grote rol in, want de rechtsstaat en de verzorgingsstaat bestaan vooral binnen bepaalde landsgrenzen. - "Wereldburgerschap (of mensenrechten) waren volgens Hannah Arendt niet veel waard, omdat er geen staat is die ze afdwingt. Arendt had het met eigen ogen gezien: toen de joden in nazi-Duitsland hun burgerrechten waren ontnomen, was er vrijwel niemand die zich om hen bekommerde. Ze noemde burgerschap ook wel het 'recht om rechten te hebben'. Na de Tweede Wereldoorlog moesten internationale instituties en verdragen burgerrechten ook op internationale schaal realiseren. Denk aan de Verenigde Naties en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Maar er is geen internationale rechtsstaat of verzorgingsstaat waaraan we dezelfde burgerrechten kunnen ontlenen als we in ons eigen land hebben." - Sommige mensen vinden dat er voor burgerschap ook een nationale identiteit nodig is. - "Alleen als mensen zich als Nederlanders met elkaar verbonden voelen, zullen ze elkaars rechten erkennen. De Nederlandse historicus Paul Scheffer heeft er vaak voor gepleit dat we meer aandacht besteden aan nationale identiteit. Te veel diversiteit is een probleem in wijken waar mensen toch al niet veel te besteden hebben, zegt hij. Met bijvoorbeeld een museum voor de nationale geschiedenis zouden we daarom duidelijk moeten maken wat belangrijk is voor Nederland." ### 6.3.3 Vrijheid van meningsvorming - Hoe gaan we op een geweldloze manier om met meningsverschillen? - Cruciaal is onze vrijheid van meningsuiting. - Sommigen vinden die zelfs typisch Nederlands; lekker eerlijk, recht voor z'n raap zeggen wat je denkt. - "Maar in een democratie is dat slechts het begin. Vrijheid van meningsuiting is weinig waard als niemand luistert. Vrijheid van meningsvorming en meningsherziening zijn cruciale onderdelen van burgerschap. Iedere burger heeft het recht zijn mening naar voren te brengen. Maar daarna komt het erop aan om je open te stellen voor de meningen van anderen, de verschillende meningen te wegen en op nieuwe argumenten in te gaan. In de Tweede Kamer zie je dit geregeld: de regering heeft een mening gegeven door bijvoorbeeld een brief naar het parlement te sturen, en de parlementariërs gaan over die brief met de regering en elkaar in debat. Allen zijn gedwongen om naar elkaar te luisteren en op elkaars vragen in te gaan. Wat dan kan volgen is meningsvorming, inclusief eventueel meningsherziening." - Waar confrontatie met andere meningen en weging van elkaars argumenten ontbreekt, leven mensen in een filterbubbel. - Discussies op internet neigen daar nogal eens toe. Als je niet oppast, kom je op sociale media alleen mensen tegen die precies zo denken als jij. - "Maar was het vroeger anders? In de tijd van de verzuiling, zo tussen 1900 en 1970, spraken katholieken bijna niet met protestanten, en socialisten bijna niet met liberalen. Als je ouders katholiek waren, kon het zijn dat jij niet bij mensen thuis mocht komen die protestant waren. Alle 'zuilen' hadden eigen scholen, eigen voetbalclubs en eigen televisieprogramma's. Binnen die zuilen waren mensen het behoorlijk met elkaar eens. Mensen van een andere zuil kenden ze amper. Ook toen kon er flink ruzie zijn, bijvoorbeeld tussen katholieken en protestanten, tot aan vechtpartijen toe. Dus ook in de tijd van je grootouders leefden mensen wel in filterbubbels." ### 6.3.4 In de bubbel - "Meningsherziening is makkelijker gezegd dan gedaan. Denk aan de verwijzingen in de Nederlandse cultuur naar het koloniale verleden. Veel steden en dorpen hebben straatnamen vernoemd naar VOC-kapiteins als Jan Pieterszoon Coen of Witte de With. Op de Gouden Koets waar koning Willem-Alexander op Prinsjesdag in rijdt, staan zelfs geschilderde verwijzingen naar de slavenhandel. Sommige mensen met een Surinaamse, Antilliaanse of Indonesische achtergrond voelen zich daardoor vernederd. Ze roeren zich als burger. De Stalinlaan in Amsterdam werd in 1956 de Vrijheidslaan, nadat was gebleken dat de leider van de Sovjet-Unie Josef Stalin een massamoordenaar was. Waarom kunnen de straten die verwijzen naar onze onderdrukking geen andere naam krijgen?" - "Veel andere mensen voelen zich juist daar-door weer bedreigd. Ze hebben op school of van hun ouders geleerd dat de Gouden Eeuw iets is om trots op te zijn. Dat deze eeuw een periode was waarin Nederland het machtigste land op aarde was! ledereen in de wereld kent immers Rembrandt van Rijn en Johannes Vermeer, New York is door Hollanders gesticht. Waarom zouden we ons daarvoor nu moeten schamen?" - "Hier speelt veel emotie. Maar dat is niet erg. Burgerschap verlangt van je dat je probeert je in te leven in het standpunt van anderen, niet dat je je mening inslikt. Als voor- en tegenstanders van de aanpassing van straatnamen praten, kan de uitkomst zijn dat de oude straatnamen blijven, maar dat er ook nieuwe straten naar Surinaamse of Antilliaans helden vernoemd worden. Mensen hebben dan de moed gehad om zich door anderen te laten overtuigen." ## 6.4 Rechten en plichten ### 6.4.1 Republikeinen - Burgerschap gaat over verschillen dragelijk maken, maar hoe doe je dat? - Mensen die deelname aan het openbare leven belangrijk vinden, worden vaak republikeinen genoemd. - Zij menen dat samen nadenken over de toekomst in de res publica je een betere burger maakt, en de beste besluiten oplevert. - "Je hoeft daarvoor geen lid te zijn van een politieke partij, maar je moet wel hardop meedenken met andere burgers. Aristoteles is voor de republikeinen een belangrijke inspiratiebron. Ook Hannah Arendt en Jean-Jacques Rousseau kun je zien als republikeinen." - "Het is volgens republikeinen niet alleen je recht om mee te doen aan publieke discussies, maar ook je plicht. Wanneer je het niet doet, benadeel je jezelf en anderen. Je beschouwt dan de beslissingen die genomen worden niet als de jouwe, waardoor je je er misschien niets van aantrekt of je je tekort-gedaan voelt. Daar heeft de samenleving vermoedelijk ook last van, omdat je in gesprek met anderen vooral boos bent, of omdat je nog weinig reden ziet om je aan de wet te houden. Je met de democratie bemoeien is noodzakelijk om haar levend te houden. Volgens republikeinen 'maken' we dag in dag uit onze eigen vrijheid, en wel door ons actief te bemoeien met hoe het met de samenleving gaat. Burgerschap is volgens republikeinen een te leren ambacht. Leraar Droogstoppel die haar leerling Adinda verbiedt om mee te doen aan een klimaat-staking onthoudt Adinda een stap op weg naar burgerschap. De republikeinse, politieke gemeenschap is een door mensen gemaakte gemeenschap, die in principe ook mensen die heel verschillend leven en denken verenigt. Leren omgaan met die verschillen gaat niet zonder ze te uiten." ### 6. 4.2 Liberalen - "Liberalen zijn het met republikeinen oneens. Ze vinden individuele vrijheid belangrijker dan de kwaliteit van het publieke debat. Liberalen vinden het helemaal niet nodig dat iedereen zelf mee-bestuurt. Als mensen liever sporten, luieren of al hun tijd besteden aan werken en geld verdienen, vinden ze dat ook prima. Dat is vrijheid, vinden ze. Hoe houd je verschillen dan dragelijk? Door eerlijke wetgeving, zodat iedereen een gelijke kans op vrijheid heeft. De Amerikaanse filosoof John Rawls is hier een beroemd voorbeeld van. Hij zei: als verschillen in inkomen of macht beperkt zijn en iedereen bereid is dat te verdedigen, komen mensen tot hun recht en heb je dus een rechtvaardige samenleving. De belangrijkste plicht is andere burgers niet lastigvallen. Je moet je aan de wet houden." - "Wat er voor liberalen toedoet, is dat burgers in vrijheid hun eigen leven kunnen leiden. Je moet zelf keuzen kunnen maken over wat je wilt doen met je bestaan en daarvoor zelf verantwoordelijkheid dragen. Meer rechts-liberale partijen in de Nederlandse politiek, zoals de VVD en D66, leggen meestal daar de nadruk. Het mag niet uitmaken waar je geboren bent of hoe goed je kunt leren. Als iedereen de vrijheid heeft om zich te ont-plooien komt via eerlijke competitie de beste vrouw of man op de beste plaats. De verschillen tussen rijk en arm die dan ontstaan, vinden zulke liberalen goed te verdedigen: hard werken moet wel lonen." - "Rawis benadrukt echter dat alleen van eerlijke competitie sprake is als mensen dezelfde startpositie hebben. Iedereen moet daarom toegang hebben tot onderwijs, zorg en huisvesting. Niemand mag in vernederen-de omstandigheden leven, zonder een minimaal inkomen of een dak boven zijn hoofd. Pas als dat is geregeld, kan er sprake zijn van een eerlijke wedstrijd. Dit is een meer linkse opvatting van liberalisme die eerder door partijen als de PvdA en GroenLinks wordt omarmd." - "Invloedrijk is het onderscheid dat de Lets-Engelse filosoof Isaiah Berlin maakte tussen positieve vrijheid en negatieve vrijheid. Positieve vrijheid gaat over mees-terschap over het eigen leven, de mogelijk-heden om iets van je bestaan te maken. Ze heet positief, omdat vrijheid toegang geeft tot bijvoorbeeld onderwijs of zorg. Negatieve vrijheid gaat over de afwezigheid van dwang. Ze heet negatief omdat ze vrijheid is die niet iets mogelijk maakt maar iets tegenhoudt, namelijk een overheid die jou een bepaalde manier van leven oplegt. Berlin zei negatieve vrijheid is belangrijker. Anders is er geen ruimte voor verschil. Bovendien moeten bur-gers zelf kunnen leren van vergissingen... ...De status kan je claimen in de verzorgingsstaat, omdat je daar recht hebt op basale gelijkheid. En die status kun je claimen ten opzichte van je medeburgers: om zelf te kiezen met wie je een relatie hebt, wat je van abortus of euthanasie denkt, wat voor kleren je draagt." ### 6.4.3 Communitaristen - "De liberale opvatting over hoe je verschillen dragelijk houdt, heeft de laatste decennia kritiek uitgelokt van zogenaamde gemeenschapsdenkers. Ze heten ook wel communitaristen, naar het Engelse woord voor gemeenschap: 'community'. Beroemde communitaristische denkers zijn de Amerikaanse socioloog Amitai Etzioni en de Canadese filosoof Charles Taylor. Zij vinden het liberale idee dat je al het sociaal gedrag in een enkele theorie kunt vangen te simpel. Ze zeggen: als je mensen uitsluitend behandelt als individu, maak je zowel een empirische als een normatieve fout." - "Empirisch klopt het niet om mensen uitsluitend als individuen te zien, volgens Etzioni; je wordt namelijk altijd in een gemeen-schap geboren en door gemeenschappen gevormd. Je behoort tot een familie, buurt, dorp, kerkgemeenschap, etnische of culturele groep, land of je dat nu leuk vindt of niet. Alles wat mensen tot mensen maakt, komt voort uit bijzondere omstandigheden. Abstracte voorstellingen van rechtvaardigheid, zoals liberalen die graag maken, hebben niets met de werkelijkheid te maken. Er zijn geen mensen die eventjes afstand kunnen nemen van hun voorkeuren en liefdes. In gemeen-schappen leren we waarden aan en delen we waarden met anderen, zoals solidariteit en tolerantie. Pas daarna ben je burger." - "Voor communitaristen komt alles wat mensen tot mensen maakt voort uit bijzondere omstandigheden." - "Ook normatief is het liberalisme onverstandig volgens communitaristen: wanneer je burgers uitsluitend als individu ziet, zullen ze proberen zoveel mogelijk te profiteren van de gemeenschappen wherein zij zich bevinden. Dan vragen ze bij de overheid een scootmobiel aan terwijl ze die niet echt nodig hebben, alleen omdat het kan. Of nadat ze heel rijk zijn geworden, denken ze: ik ga in een land wonen waar ik geen belasting hoef te betalen, zodat ik mijn welvaart niet hoef te delen." - "Echt universalisme - dus niet het abstracte universalisme van liberalen - laat volgens Taylor dus ruimte voor het bestaan van meer morele universums. Het verschilt per gemeenschap welke rechten je belangrijk vindt. Voorbeelden die vaak gebruikt worden gaan over geld verdienen en zorg. Sommige culturen vinden hun eigen tradities immers belangrijker dan economische vooruitgang, of vinden dat niet de staat maar kinderen voor hun bejaarde ouders moeten zorgen. Maar ook als een cultuur handen afhakken bij dief-stal een onderdeel van mensenrechten vindt, kunnen communitaristen daar niet zomaar van zeggen dat dit niet klopt." - "Communitaristen hebben met republikei-nen gemeen dat ze de bloei van de gemeen-schap belangrijker vinden dan de vrijheid van het individu. Daarmee hebben ze beiden kritiek op de liberalen, die immers de vrijheid van het individu belangrijker vinden." - "Communitaristen verschillen wel met republikeinen van mening over wat de gemeen-schap precies is. Voor republikeinen draait alles om de politieke gemeenschap, het gesprek over alle beslissingen die je met het collectief neemt. Dat is een dunne gemeen-schap, die maar een klein deel van ieders leven uitmaakt. Voor communitaristen daar-entegen draait het om de sociale of culturele gemeenschap, die een flink deel of soms zelf het hele bestaan vult. Dat is een guizige gemeenschap, waar je niet zomaar uitstapt. Vrijwilligerswerk, zorg voor je familie of buren, of deelname aan religieuze of collec-tieve feestdagen zijn voor communitaristen belangrijker dan deelname aan publieke discussies." ## 6.2 Rechtsstaat - "Van rol wisselen betekent dus: gezag zowel kunnen betwisten als kunnen aanvaarden. Maar gezag is de afgelopen jaren nogal uitgekleed. Fouten en missers liggen door internet veel sneller op straat dan vroeger. Mensen zijn ook niet meer onder de indruk van de witte jas van de dokter of de toga van de professor. Dat is een grote democratische verworvenheid." - Maar daarmee is ons respect voor gezagsdragers ook geslonken. - "Dat zie je aan burgers die spugen en schoppen als ambulance-medewerkers of brandweer-lieden hen aanspreken. Respectverlies uit zich ook in verbale arrogantie. Zoals bij de inwoner die tegen de wethouder zegt: 'Ik verdien zes keer zoveel als jij, dus ik hoef helemaal niet naar jou te luisteren. Of bij de universitair geschoolde ouder die geen respect heeft voor docenten met 'slechts een hbo-diploma. Voor goed burgerschap moeten we gezag weer aan-kleden. Gezag is legitieme macht. Gezagsdragers hoe-ven niet beter, slimmer of hoger opgeleid te zijn dan de mensen over wie ze gezag uitoefenen - en al helemaal niet rijker of sterker. De conducteur met een mbo-diploma is de baas in de trein, ook over de hoogleraar en de judokampioen. En de scheidsrechter van dienst is misschien niet de beste beoordelaar, maar wel degene die bereid is zijn zaterdagochtend op te offeren. Erkenning van de functie die een gezagsdrager bekleedt, is als smeerolie voor de democratie. Maar wat als iemand in jouw ogen iets doms beslist? Dan kun je altijd in volle vrijheid protesteren." - "Burgerschap vervangt brute macht en geweld door rechten. In onze lange geschiedenis hebben veruit de meeste mensen weinig rechten gehad. Ze waren afhankelijk van echtgenoten, landheren of fabriekseigenaren, die met hen konden doen en laten wat ze wilden. Ze konden geen ver-haal halen bij de rechter of de politie, want er was geen wet die hen beschermde tegen misbruik of mishandeling." - "Burgerschap vervangt brute macht en geweld door rechten." - "Tegenwoordig is dat bij ons anders. Er zijn weliswaar nog steeds veel mensen die weinig recht van spreken hebben, bijvoorbeeld on-gedocumenteerden ('illegalen'). Soms wonen die letterlijk op straat. Maar soms zijn het ook mensen als de aankomende student Daniël, die zonder het te weten geen burger blijkt te zijn. Elders in de wereld hebben soms hele bevolkingsgroepen weinig rechten. De Oei-goeren in China bijvoorbeeld of de Rohingya in Birma mogen niet meebeslissen. Ze mogen niet zelf bepalen hoe ze leven. Ze hebben geen burgerschap." - "Burgerschap vervangt onvoorspelbare overheersing door rechten, die zijn vastge-legd in wetten en procedures. Daarom is de rechtsstaat de belangrijkste pijler van burger-schap. De rechtsstaat regelt dat je als burger in vrijheid je mening kunt geven en rechten kunt opeisen. De rechtsstaat regelt ook dat burgers geen geweld tegen elkaar mogen gebruiken. Alleen de staat mag dat. Die heeft het geweldsmonopolie. De staat delegeert dat weer aan de politie en het leger. Journalis-ten, politici en rechters controleren of politie en leger hun macht niet misbruiken. Om te zorgen dat macht beperkt blijft en mensen goed omgaan met de macht die ze hebben, regelt een rechtsstaat dat er onderlinge controle is. Geen enkele persoon of instantie heeft absolute macht. In de achttiende eeuw schreef de Franse filosoof Montesquieu het boek Over de geist van de wetten. Daarin onderscheidde hij drie mach-ten: de wetgevende macht (de regering), de controlerende macht (het parlement) en de rechtsprekende macht (de rechtspraak). Dit wordt ook wel de trias politica genoemd. Verschillende personen en instanties controleren elkaar. Daarmee wilde Montesquieu een einde maken aan het absolutisme van de Franse koning. In de Verenigde Staten kreeg dit idee van Montesquieu al in 1787 een plaats in de grondwet. In het Engels spreekt men over checks and balances." ### 6.2.3 Controleren van macht - "Als de regering besluiten dreigt te nemen tegen je zin, sta je als burger in een rechtsstaat niet machteloos. Burgerschap geeft je de mogelijkheid om deel van de elkaar controlerende machten uit te maken. Alle burgers hebben het recht om hun stem te verheffen. Sommigen vinden dat ook een plicht. Vrijheid is gehoorzaam-heid aan een wet die je zelf gemaakt hebt. Zo beschreef de Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau het in zijn boek Het maatschappelijk verdrag. Als je wetgeving helemaal aan an-deren overlaat, ben je volgens Rousseau een soort slaaf." - "Is de negentienjarige Daniël zonder pas-poort een burger van dit land of niet? Hier zie je de verschillende controlerende machten in actie. De IND, die werkt in opdracht van de regering, vindt dat Daniël hier niet hoort. Hij stond in het paspoort van zijn moeder, maar zijn moeder wilde geen Nederlander meer zijn. Dus is Daniël geen burger van dit land. Actievoerders demonstreren voor het detentiecentrum waar Daniel vastgehouden wordt. Hij is hier opgegroeid, vinden ze, en hij wist niet eens dat hij geen Nederlander was. Journalisten besteden aandacht aan deze acties. Ze doen verslag van het leven dat Daniël leidde: een gewone Amsterdamse jon-gen. Een Tweede Kamerlid stelt schriftelijke vragen aan de minister: vindt de minister dit rechtvaardig? Daniel kan ook naar de rechter stappen. De rechter kan beoordelen waarop Daniël aanspraak kan maken. De rechter is wel gebonden aan de heersende wetten." ## 6.6 Recthstaat - "Van rol wisselen betekent dus: gezag zowel kunnen betwisten als kunnen aanvaarden. Maar gezag is de afgelopen jaren nogal uitgekleed. Fouten en missers liggen door internet veel sneller op straat dan vroeger. Mensen zijn ook niet meer onder de indruk van de witte jas van de dokter of de toga van de professor. Dat is een grote democratische verworvenheid." - "Maar daarmee is ons respect voor gezagsdragers ook geslonken. Dat zie je aan burgers die spugen en schoppen als ambulance-medewerkers of brandweer-lieden hen aanspreken. Respectverlies uit zich ook in verbale arrogantie. Zoals bij de inwoner die tegen de wethouder zegt: 'Ik verdien zes keer zoveel als jij, dus ik hoef helemaal niet naar jou te luisteren. Of bij de universitair geschoolde ouder die geen respect heeft voor docenten met 'slechts een hbo-diploma. Voor goed burgerschap moeten we gezag weer aan-kleden. Gezag is legitieme macht. Gezagsdragers hoe-ven niet beter, slimmer of hoger opgeleid te