Summary

Deze samenvatting beschrijft de ontwikkeling van babies en kinderen. Er wordt ingegaan op het belang van de eerste twee levensjaren. De leerstof beslaat onderwerp zoals Habituatie en Dishabituatie, objectpermanentie en verschillende thema's van ontwikkelingspsychologie.

Full Transcript

Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Hoorcollege 7 & Hoofdstuk 11 Leren over de omgeving - Het belang van de eerste 2 jaar > in deze periode vindt het meeste onderzoek plaats >> Belangstelling voo...

Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Hoorcollege 7 & Hoofdstuk 11 Leren over de omgeving - Het belang van de eerste 2 jaar > in deze periode vindt het meeste onderzoek plaats >> Belangstelling voor omgeving en voornamelijk nieuwe dingen (situaties, objecten) Evolutionair -> Goed, want meeste aandacht wordt besteed aan nieuwe dingen, waar nog veel over moet worden geleerd Vaak door middel van Habituatie = de afname van een respons op een herhaald aangeboden stimulus >Hebben baby’s al als ze vaak naar iets kijken - Methode; selective looking (Testen of objecten al bekend zijn) - Dishabituatie = als het oude patroon wordt vervangen door een nieuw patroon, verlengen baby’s hun tijd om te kijken >> als een stimulus na een tijdje niet te zijn opgetreden weer optreed, dan is de respons weer verhoogd Resultaten van onderzoek: - Alle zintuigen doen het al vanaf geboorte - Voorkeur voor ‘novelty’ (nieuwigheid) - Baby’s kijken langer naar nieuwe stimuli, dan naar bekende - Voorkeur voor het beheersen van de omgeving >Vinden vooral speeltjes leuk die ze zelf kunnen controleren >We overleven ook door onze omgeving te controleren - Oog-hand coördinatie - Volwassenen volgen >Gaze following; blik van verzorgen volgen >Social referencing; een situatie aanvoelen of interpreteren aan de hand van de reactie van de verzorger. Kijken naar de emotionele uitingen van verzorgers voor aanwijzingen (wanneer een kind gaat kruipen) Eerst stoppen baby’s alles in hun mond > oog-hand coördinatie - Examening = met de handen voorwerpen voor de ogen houden en het dan observeren door het met de handen te bewegen >mentale activiteit - Mond: voor 5/6 maanden - Oog-hand coördinatie: vanaf 5/6 maanden - Volgen volwassenen: vanaf 6 maanden - Mogelijkheid om mensen als ‘intentional agents’ te zien: vanaf 9 maanden Gedownload door: evakuin281203 | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen = individuen die ervoor zorgen dat dingen gebeuren en wiens gedrag is ontworpen om een bepaald doel te bereiken >Shared attention (kind-object-andere persoon) - Volwassenen wijzen op objecten die ze willen: vanaf 12-18 maanden Theorieën hoe baby’s ter wereld komen Kern-kennis principes = aannames hoe de fysieke wereld in elkaar zit (1) Nativisme >Baby’s komen ter wereld met kern-kennis principes - aangeboren (2) Empiricisme >Baby’s komen blanco op de wereld en ontwikkelen langzaam kern-kennis principes - aangeleerd - Nativisme meer ondersteunt door theorie - Baby’s kijken lang naar dingen die volgens hun aannames niet kloppen Experiment: ‘vaolation-of-expectancy’ (Boek en balletje) 1. Eerste fase: habituatie 2. Daarna: mogelijke/ onmogelijke gebeurtenis >ondersteunt het idee van het nativisme (aangeboren kennis) Piaget ; Baby’s van 5 maanden tonen nog geen objectpermanentie >Echter, dit kan komen door gemis van kennis over handbewegingen >Wordt bevorderd door self-locomotion - Objectpermanentie = het idee/ principe dat een object blijft bestaan, ook al zie je het object niet meer 6-9 maanden: nog kwetsbaar 10-12 maanden: baby’s kunnen servet probleem oplossen - Self-locomotion = het zelfstandig kunnen voortbewegen Doel: begrijpen hoe de volwassen geest, in het bijzonder zijn vermogen tot objectief redeneren, zich ontwikkelt vanuit de meer primitieve vermogens van het kind - Mentale ontwikkeling van een kind ontstaat uit eigen acties in de fysieke omgeving >Kind is een “small scientist” (Kleine wetenschapper) - Autonome interesse in dingen om zich heen - Exploreert, manipuleert en test de wereld - Taal als bijeffect van denken, verbale denkvorm - Neigen het meest naar ervaringen die kunnen worden opgenomen (accommodatie nodig) Gedownload door: evakuin281203 | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Reageren op objecten -> Kinderen ontwikkelen schemes = een mentale representatie van een lichamelijke beweging of wat een persoon kan doen met een object >Groei van deze schemes kent twee complementaire processen: (1) Assimilatie = nieuwe ervaringen in bestaande ‘schemes’ proberen te passen (2) Accommodatie = het aanpassen/ uitbreiden van bestaande ‘schemes’ (Kennis uitbreiden door ervaring) - Kinderen experimenteren met operations = een omkeerbare actie (Lichtknopje aan/uit) >> kinderen ontwikkelen operationele schemes = mentale representaties over de omkeerbaarheid van acties In hoeverre je de omkeerbaarheid van acties snapt is de indicator voor een bepaald stadium waarin je bent van mentale ontwikkeling (= conservation of substance) = gedefinieerd als het vermogen om in gedachte te houden wat hetzelfde blijft en wat er in een object veranderd, nadat het in uiterlijk is veranderd >omgeving doet er niet toe Ontwikkelingsstadia (Van cognitieve ontwikkeling) 1.) Sensorimotor stadium (tot +/- 2 jaar) - Informatie over de wereld door motorische acties, feedback op de zintuigen - Nog geen objectpermanentie - Gedachten en fysieke actie zijn hetzelfde - Sensorimotor schemes; vormen een basis voor het handelen op objecten die aanwezig zijn, maar niet om na te denken over objecten die afwezig zijn 2.) Pre-operationele stadium (2-7 jaar) - Gebaseerd op verschijning, niet op principes - Voorstelling maken, maar nog niet in staat te denken over de omkering van acties - Symbolische betekenis voorwerpen (die afwezig zijn) 3.) Concreet-operationeel stadium (7-11 jaar) - Logisch nadenken over concrete zaken en omkeerbare gevolgen van acties >die vormen de basis voor het begrijpen van fysieke principes en oorzaak en gevolg - Groeperen op meerdere kenmerken tegelijk >Decentration - Conservatie van aantal, massa en gewicht (Conservatietest -> buisjes met water) 4.) Formeel-operationeel stadium (vanaf 12 jaar) - Abstract kunnen denken, in principes - Hypothesen systematisch kunnen testen - Theoretisch denken - Principes toepassen Gedownload door: evakuin281203 | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen - Centering = aandacht gericht op de meest opvallende aspect van hun percuptuele velden, stadium 2 - Decentratie = kunnen zichzelf scheiden van specifieke aspecten van perceptuele veld en aandacht besteden aan het hele perceptuele veld, stadium 3 >> De overgang tussen de stadia verloopt geleidelijk KRITIEK: Piaget - Het leeftijdsverschil wordt overschat >Kinderen kunnen op eerdere leeftijd al veel meer, volwassenen kunnen vaak veel minder 1. Onderschat het mentale vermogen van baby’s 2. Overschat het mentale vermogen van volwassenen en ouderen - Vaagheid over de stadia (Lastig te onderzoeken in welke fase je zit) - Onderbelicht de rol van sociale ervaring >Alsof de omgeving er niet toe doet Andere benaderingen (1) Vygotsky - kinderen ontwikkelen zich in een sociaal-culturele omgeving waarin ze voortdurend in wisselwerking staan met andere mensen en met producten uit hun culturele geschiedenis - Een kind is een afhankelijk individu >Kind is een “social animal” - Ouder-kind-interactie staat centraal - Leert ‘tools of intellectual adaption’ - Kind loopt eigenlijk constant stage (meelopen) OVEREENKOMST PIAGET; beide zien de actieve interactie van het kind met de omgeving als belangrijkste ontwikkelkracht VERSCHIL; Piaget > interactie met de fysieke wereld, omgeving Vygotsky > interactie met de sociale wereld, omgeving - Wordt ook door cultuur beïnvloed - Cognitieve ontwikkeling; grotendeels een kwestie van het internaliseren van symbolen, kennis, ideeën en redeneringswijzen die in de loop van de geschiedenis zijn geevolueerd en die de cultuur vormen waarin het kind wordt geboren - Ontwikkeling vindt eerst plaats op sociaal niveau en daarna op individueel niveau “Zone of proximal development” = het rijk van activiteiten die een kind doet in samenwerking met meer bekwame anderen, maar nog niet alleen kan doen Gedownload door: evakuin281203 | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen (Leren lopen, staan) >Ontwikkeling van kinderen meest bevorderd door gedrag hierbinnen >> Taal als basis voor het ‘hogere denken’ - Zone van “proximal development” wordt bevorderd onder andere door dialogen = zone voor dichtbijgelegen ontwikkeling (Wat net iets moeilijker is dan wat ze al kennen) - Geldt ook voor het leren van andere zaken dan taal (2) Information processing perspective - Connectie met H9 >> het werkgeheugen is een ‘processor’ - Hersendelen van kinderen groeien en ontwikkelen in een verschillend tempo - Mentale ontwikkelingen zijn operationele veranderingen in basiscomponenten van hun mentale machinerie Cognitieve ontwikkeling kinderen: - Uit gedragingen blijkt dat baby’s impliciet geheugen hebben, bijv. motorisch geheugen - Uit de eerste woordjes blijkt dat oudere baby’s semantisch geheugen hebben - Tot je 15e neemt de snelheid van het werkgeheugen toe VERSCHILLEN PIAGET; information processing theory heeft het niet over strikte stadia, maar meer over welke componenten op welk moment ontwikkelen >> information processing is een veel gedefinieerder systeem, preciezer en gericht op componenten >> Piaget en Vygotsky zijn meer holistic - Holistic = alle delen in een keer bij elkaar genomen (een geheel) - Infantile amnesia = onvermogen om gebeurtenissen voor de leeftijd 3-4 jaar te onthouden, geen goed ontwikkeld verklaarbaar geheugen - Executieve functies = mentale processen betrokken bij de regulering van denken en gedrag Kinderen hebben moeite met het onderdrukken van spraak en het weerstaan van emoties >> Marshmallowtest (Mischel) - Kinderen vooral bereid te wachten, met hogere SAT-scores en schoolcijfers, betere concentratie en beter in omgaan met stress - Volwassenen vooral bereid om te wachten, met een hoger gevoel van eigenwaarde en betere body mass indexen Zelazo >kleur/vorm kaartjes Gedownload door: evakuin281203 | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen - snellere verwerkingssnelheid -> snellere mentale beweging - mogelijk van ene naar andere item -> verbeterd vermogen om verschillende items tegelijkertijd in het werkgeheugen te onthouden Het begrijpen van andermans mind 1. Onjuiste overtuigingen - Bijv. de sally en anne test >> sally heeft een bal en doet deze in de doos, sally gaat weg, anne komt en haalt de bal uit de mand en doet deze in de doos, sally komt terug, zal zij in de doos of in de kast gaan zoeken voor de bal - 3-jarigen beantwoorden dit testje fout - 4-jarigen beantwoorden dit testje goed, ze kunnen zich verplaatsen in andermans mind - Uitzondering: autistische kinderen 2. Net-alsof-spelletjes Worden al door 2/3 jarigen gespeeld - Legt de basis voor het inlevingsvermogen - Legt de basis voor het hypothetische denken >> Hebben kinderen twee manieren van denken? Fictie en werkelijkheid Piaget ; uitdrukking en oefening van het vermogen om objecten te symboliseren als ze afwezig zijn Leslie ; begrip van valse overtuigingen komt voort uit eerder begrip van voorwendsel en hersenmechanismen die fantasiespel mogelijk maken zijn ontstaan in de evolutie; vormt de basis voor begrijpen van niet-letterlijke mentale toestanden Theorie of mind ; concept van mentale activiteit; vermogen om iemands gedachten, gevoelens en gedragingen te begrijpen >Impliceert het hebben van een causaal verklarend raamwerk om het gedrag van anderen te voorspellen en verklaren Beter inlevingsvermogen -> sneller hypothetisch denken Autisme = een stoornis gekenmerkt door ernstige tekortkomingen in sociale interactie en taalverwerking, een neiging tot repetitieve handelingen en beperkte focus van interesse >Kenmerken baby’s: - Niet langdurig oogcontact maken - Niet synchroniseren van emotionele uitingen met die van een ander persoon - Niet volgen van de blik van een ander - Leren taal laat - Mindblindness = onvermogen om gedachten te kunnen lezen Gedownload door: evakuin281203 | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Taalontwikkeling Vereist: 1. Biologische mechanismen die kinderen er vatbaar voor maken 2. Omgeving die geschikte mogelijkheden biedt Wat is taal? - Communicatiemiddel >symbolen en grammatica verschillen per cultuur Kinderen hebben aangeboren taalmechanismen Taal; Bestaat universeel uit morfemen - Morfeem = kleinst mogelijk betekenisvolle taaleenheid (willekeurig en discreet) Is hiërarchisch opgebouwd, inclusief fonemen - Foneem = geluid, klinker of medeklinker Wordt vooral impliciet geleerd - Zintax = hoe een zin in elkaar zit - Grammatica = regels van een taal, die toegestane manieren specificeren om eenheden op een niveau te rangschikken om het volgende niveau in de hiërarchie te produceren - Pasgeborenen kunnen al onderscheid maken in fonemen, huilen - Rond 2 maanden baby’s beginnen te koeren - Rond 8 maanden beginnen baby’s te brabbelen, zoals de geluiden die ze om zich heen horen - Rond 10-12 maanden produceren baby’s de eerste echte woordjes >Impliciet aangeleerd door gaze following - Rond 18-24 maanden ontstaan de eerste zinnen Chomsky “Hypothese van de universele grammatica” - Aangeboren taalvermogen dat alle mensen delen en dat overeenkomsten tussen menselijke talen verklaart (nativisme) - Overeenkomst in menselijke talen - Alle grammaticaregels gebasseerd op fundamentele principes - De sociale wereld biedt het “language-acquisition support system” >Sociale wereld helpt taal te ontwikkelen >> Language acquisition device Je komt ter wereld met mentale mechanismen in je brein waardoor je heel snel al zintaxen kunt verwerven - Dit moet wel voor je 10e gestimuleerd worden door input uit de omgeving - Motherise = manier waarop mensen naar baby’s die nog niet kunnen praten praten Gedownload door: evakuin281203 | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Hoorcollege 8 & Hoofdstuk 12 Sociale ontwikkeling = veranderende aard van onze sociale relaties met anderen door ons hele leven heen (Verloop van onze relaties met anderen) - Kijk naar culturen, gender, leeftijd >Rol van evolutie ; Door evolutie hebben we breinmechanismen waardoor we met anderen contact kunnen maken en dat vergroot de reproductie en overlevingskans Ontwikkelingen in leeftijd (1) Baby; afhankelijk van verzorgers (2) Vroege jeugd; interactie met verzorgers (3) Late jeugd; invloed van peers (4) Adolescentie; ontwikkeling van onafhankelijkheid (5) Volwassenheid; levensvervulling (6) Ouderdom; nadering van de dood Drie theorieën/ perspectieven 1.) BIOLOGISCHE THEORIEËN Erikson : psychosociale theorie > theorie die verder gaat dan de jeugd, gaat ook over volwassenheid en ouderdom - Geïnspireerd door Freud >> Freud; sociale ontwikkeling komt neer op een soort van andere manier van kanaliseren zoeken voor seksuele en agressieve drives - Als wij groeien stelt het leven ons voor ontwikkeling uitdagingen(crisis) DOEL; zo goed mogelijk door die uitdagingen heen komen, dan ben je een ‘mentaal gezond persoon’ - Succesvol doorkomen, door interactie met anderen waardoor je een gevoel van vertrouwen ontwikkelt - Als je het niet succesvol doorkomt groei je wel door, maar blijf je problemen houden uit eerdere fases 8 psychosociale levensstadia (uitdagingen) (1) Vertrouwen vs. Wantrouwen (0-1 jaar) vertrouwen in anderen voor zorg en hulp (2) Autonomie vs. Schaamte/twijfel (1-3 jaar) geaccepteerd door omgeving, jezelf kunnen zijn (3) Initiatief vs. Schuld (3-5 jaar) word je aangemoedigd in wat je doet of word je aangesproken Gedownload door: evakuin281203 | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen (4) Bekwaamheid vs. Minderwaardigheid (5-12 jaar) complimenten van leraren maken ons ijverig, te veel feedback zorgt voor minderwaardig gevoel en verlies motivatie (5) Identiteit vs. Rolverwachting (adolescentie) vormen van identiteit kan worden gestimuleerd door ouders (6) Intimiteit vs. Isolement (jonge volwassenheid) kan je je aan iemand binden (7) Generativiteit vs. Stagnatie (volwassenheid) heb je de volgende generatie goed opgevoed (8) Integriteit vs. Wanhoop (ouderdom) hoe hebben we het gedaan in het leven Ideeën van Freud en Erikson heel moeilijk empirisch te valideren KANTTEKENINGEN; Eriksons theorie cultuurspecifiek Bowbly ; hechtingstheorie >Focus op de behoefte van kind aan zorg en de psychologische consequenties van de manier waarop de zorg wordt geboden Evolutie; emotionele band tussen baby en verzorger wordt bevorderd door instinctieve neigingen van beiden - Baby wordt geboren met de neiging om te leren wie de verzorger is - Ouders (moeders) krijgen na de geboorte het gevoel om voor de baby te zorgen - Baby’s zijn afhankelijk, maar niet passief afhankelijk (Leren snel wie de verzorger is, en reageren actief op diegene) - Vanaf 6 tot 8 maanden ontstaat separatieangst - Separatieangst = spanning bij scheiding moeder/ aanwezigheid van een vreemde/ in een vreemde situatie - Kinderen verkennen een nieuwe omgeving eerder met de moeder in de buurt In alle culturen Ook bij dieren ->Onderzoek Ainsworth ; “strange-situation test” - Kind en moeder spelen samen in een kamer - Vreemde komt binnen, praat met moeder en interacteert met kind - Moeder gaat weg, vreemde blijft bij het kind - Reunion met moeder 4 hechtingsstijlen 1. Veilig gehecht - Moeder reageert consistent naar de behoeften van het kind - Kinderen ontdekken de ruimte actief met moeder in de buurt - Kind protesteert tegen het vertrek van de moeder - Reunion biedt troost, rent of kruipt naar moeder bij terugkomst 2. Onzeker-verwerend gehecht - Angstig, ook met moeder, ontdekken weinig - Distressed als moeder weggaat - Kinderen blijven huilen, ook al blijft de moeder troosten Gedownload door: evakuin281203 | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen - Blijven in de buurt van de moeder, vermijden contact - Verzorger reageert overbezorgd 3. Onzeker-vermijdend gehecht - Kind reageert nauwelijks als verzorger weggaat - Weinig respons als de ouder terugkomt en vermijden contact - Vermijden de vreemde - Ouder reageert weinig op een overstuur kind 4. On-georiënteerd/ on-gecategoriseerd - Geen strategie in de situatie - Veranderende reactie Training kan veilige hechting herstellen Harlow ; hechtingstheorie >hechting bij aapjes - haalt aapjes weg bij hun moeder en laat ze kiezen uit twee nepmoeders; 1. met een ijzeren draadje 2. met een warm vachtje >> beide hebben voeding (melk) Bevindingen: - Aapjes kiezen meestal 2 en behandelen deze als de echte moeder - Rol van contact-comfort - Kinderen van 8 maanden tot 3 jaar vertonen hetzelfde gedrag als aapjes - Hechting heeft biologische ondergrond, vanuit natuurlijke selectie - Goede hechting leidt tot betere relaties later - Dit patroon ook terug te zien in volwassen relaties >> contact en aanraking cruciaal 6-8 maanden = de leeftijd waarop kinderen beginnen met kruipen - Ze kunnen zichzelf meer in gevaar brengen - Kinderen die separatieangst voelen > grotere angst op overleving 2.) CULTURELE THEORIEËN >> Kijken naar cross culturele verschillen die de flexibiliteit van de menselijke aard illustreren (aanpassen aan sociale gebruiken en economische condities van een cultuur) Vygotsky ; sociaalculturele perspectief >> door spelen leren kinderen de regels - Sociale ecologie = het gehele netwerk van interacties en afhankelijkheid van mensen met hun gehele omgeving Gedownload door: evakuin281203 | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Bronfenbrenner >Sociaal-ecologische theorie Model van totale netwerk van interacties tussen mensen, instituten, culturele constructen, enz. - Chronosysteem > veranderingen over de tijd - Macrosysteem > sociale en culturele waarden - Exosysteem > indirect en environment - Mesosysteem > connecties - Microsysteem > immediate environment >kijken naar al deze lagen om ontwikkeling van een kind te verklaren Voorbeeld omgeving Hofman >Schuld en discipline - Schuld; begint tussen 2/3 jaar, peuterpuberteit, het kind leert om nee te zeggen en probeert zo veel mogelijk uit, ouder is nog wel de baas Vormen van schuld 1. Angst (niet constructief) 2. Empathie (wel constructief) - Discipline ; door ouders Drie manieren 1. Inductie (verbaal redeneren) 2. Machtuitoefening (bekrachtigen, straffen) 3. Terugtrekken van liefde Baumrind >Opvoedstijl-theorie - Correlatie tussen opvoedstijl en het gedrag van kinderen Opvoedstijlen kennen 2 dimensies 1. Degree of warmth dat een ouder toont naar een kind 2. Degree of control dat een ouder heeft over het gedrag van een kind 4 opvoedstijlen (1) Autoritair - Ouders geloven dat kinderen zich aan waarden en normen dienen te houden - Veel waarde gehecht aan gehoorzaamheid - Controle, maatregelen, discipline, straf - Warmth laag en control hoog Gedownload door: evakuin281203 | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen (2) Autoratief - Ouders minder begaan met gehoorzaamheid op zich - Willen de kinderen zelf leren wat goed en slecht is - Inductieve discipline - Democratie idee - Warmth hoog en control hoog (3) Permissief - Kinderen worden nauwelijks gedisciplineerd - Ouders laten veel toe, vanuit de beste bedoelingen - Warmth hoog en control laag (4) Niet betrokken - Ouders laten veel toe, niet vanuit warmte - Reageren vooral uit eigen frustratie - Warmth laag en control laag 2 leidt tot de beste mentale ontwikkeling Kinderen; vriendelijker, vrolijker, coöperatiever en minder geneigd anderen te verstoren Belang van peers - In late jeugd steeds belangrijker - Door peers leren kinderen ook regels en zelfbeheersing - Belangrijk voor ontwikkelen van genderidentiteit (4-5 jaar) >Neiging om meer te willen spelen met kinderen van hetzelfde geslacht (8-11 jaar) - Constructive play = kinderen worden goed in dingen maken met handen - Word play = kinderen worden goed met taal - Social fantasy play = kinderen worden beter in verbeelding en plannen Vygotsky >Kinderen leren door te spelen om impulsen te beheersen en om zich aan regels en rollen te houden Adolescentie; Invloed op onder andere - Ontwikkeling moraliteit - Crimninaliteit - Roekeloos gedrag >> Mythe van onschendbaarheid (15-20 jaar) = idee dat ziekte en ongeluk alleen anderen overkomen >> Jonge mannen syndroom = het idee dat mannen moeten laten zien dat ze stoer zijn >Aantrekkelijker -> grotere kans op paring en voortplanting >> sensatiezoekers = genieten van de adrenaline die gepaard gaat met gewaagd gedrag Gedownload door: evakuin281203 | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 3.) COGNITIEVE THEORIEËN Kohlberg ; “morele ontwikkelingstheorie” = De vaardigheid om te redeneren over morele issues ontwikkelt ook in bepaalde stadia - Vergelijkbaar met Piaget’s stadia Onderzocht dit door volwassenen en kinderen hypothetische morele dilemma’s voor te leggen en naar de redenering voor de keuze te vragen 1. Proconventioneel moreel niveau - Stadium 1; gehoorzaamheid en straf (hoe kan ik straf ontlopen) - Stadium 2; uitwisseling gericht op zichzelf (wat valt er voor mij uit te halen) 2. Conventioneel moreel niveau - Stadium 3; goede interpersoonlijke relaties, wat vindt de rest van je - Stadium 4; handhaven van de sociale orde 3. Postconventioneel moreel niveau - Stadium 5; sociaal contract en individuele rechten - Stadium 6; universele ethische principes (eigen abstracte principes) Volwassen relaties Romantische attachment 1.) Secure -> comfort 2.) Avoidant -> little expression of intimacy, ambivalance about commitment 3.) Anxious -> expressive worry about love or lack of it from the partner Gottman 5 componenten 1. Fondness and admiration 2. ‘we-ness’ vs. ‘me-ness’ 3. Love maps (geschiedenis van de relatie positief of negatief beschreven) 4. Purpose and meaning ipv chaos (shared goals) 5. Satifaction instead of disappointment Carstensen ; socioemotional selectivity theory = verklaart waarom ouderen tevreden zijn met het leven, ondanks verlies Ouderen reageren meer op positieve stimuli -> positivity bias 5 stages bij ziekte of dood 1. Ontkenning 2. Woede 3. Onderhandelen Gedownload door: evakuin281203 | [email protected] € 912 per jaar Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?

Use Quizgecko on...
Browser
Browser