Hoofdstuk 1 Wat Is Psychologie 2021 PDF

Summary

This is a textbook chapter on the introduction of psychology. It defines psychology and explains the scientific methodology used in psychology, covering a step-by-step approach to scientific research.

Full Transcript

hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 1.1 DEFINITIE PSYCHOLOGIE Psychologie is de wetenschap die het menselijk gedrag bestudeert 1.1.1 WETENSCHAP −Objectieve kennis verzamelen: waarnemingen en ervaringen over een bepaald...

hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 1.1 DEFINITIE PSYCHOLOGIE Psychologie is de wetenschap die het menselijk gedrag bestudeert 1.1.1 WETENSCHAP −Objectieve kennis verzamelen: waarnemingen en ervaringen over een bepaald domein ordenen −Theorie (verklaren en voorspellen) → denk aan zwaartekracht −Systematisch onderzoek WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK BESTAAT UIT 5 STAPPEN Hypothese: Een hypothese is een voorlopige verklaring of voorspelling die je wilt testen. Het kan inductief zijn (gebaseerd op observaties) of deductief (afgeleid van een bestaande theorie). Een hypothese moet specifiek en toetsbaar zijn. Bijvoorbeeld: "Als mensen meer water drinken, verbetert hun concentratie." Experiment: Hier voer je een gecontroleerde test uit om de hypothese te onderzoeken. Belangrijke aspecten van een experiment: Onafhankelijke variabele: Dit is wat de onderzoeker manipuleert (bijv. de hoeveelheid water). Afhankelijke variabele: Dit is wat wordt gemeten (bijv. concentratie). Experimentele groep: Groep die wordt blootgesteld aan de onafhankelijke variabele. hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 1 Controle groep: Groep die niet wordt blootgesteld aan de onafhankelijke variabele; deze dient als vergelijkingspunt. Controle: Je zorgt ervoor dat andere factoren (storende variabelen) geen invloed hebben op de resultaten. Dit kan door de omstandigheden zo gelijk mogelijk te houden tussen de experimentele en de controle groep. Resultaat: De verzamelde gegevens worden verwerkt en geanalyseerd. Statistische methoden worden vaak gebruikt om de significantie van de resultaten te bepalen. Voorspelling: Op basis van de resultaten trek je conclusies over de hypothese. Als de hypothese wordt ondersteund, kun je voorspellingen doen voor toekomstige experimenten of situaties. Indien de hypothese niet wordt ondersteund, kan deze worden aangepast of verworpen. 1.1.2 GEDRAG 1.1.2.1 Definitie Gedrag wordt in de psychologie gedefinieerd als een zinvolle reactie op een zinvolle situatie. Dit wordt ook wel weergegeven als S-O-R, waarbij: S staat voor Stimulus (de prikkel of situatie uit de omgeving), O voor Organisme (de persoon en diens interne processen), R voor Respons (het gedrag of de reactie op de stimulus). Belangrijke kenmerken van gedrag: 1. Globaliteit: Gedrag wordt beïnvloed door de wisselwerking tussen: hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 2 Lichamelijke toestand (zoals vermoeidheid, gezondheid), Cognitieve toestand (gedachten, kennis), Emotionele toestand (gevoelens), Persoonlijke factoren (persoonlijkheid), Omgevingsfactoren (sociale en fysieke context). 2. Doelgerichtheid of intentionaliteit: Gedrag heeft vaak een doel of intentie. Mensen reageren niet willekeurig, maar handelen om een bepaalde reden. 3. Persoonlijk karakter: Gedrag verschilt per persoon, omdat iedereen uniek is in achtergrond, ervaringen en eigenschappen. 4. Multicausaliteit: Gedrag wordt door meerdere factoren tegelijk beïnvloed, zoals: Leeftijd: Bijvoorbeeld pubers hebben andere slaapgewoonten dan volwassenen. Cultuur: Normen en waarden, zoals eetgewoonten, variëren wereldwijd. Vriendengroepen: Sociale interacties beïnvloeden gedrag. Opvoeding: Regels en gewoontes vanuit de familie. Religie: Geloven beïnvloeden keuzes en gedragingen. Talenten en beperkingen: Wat iemand goed kan, bepaalt ook zijn gedrag. Welzijn en middelen: Iemand met meer middelen (zoals geld) heeft andere keuzes dan iemand met beperkte middelen. Gedragsformule: Gedrag = f(P, S) Dit betekent dat gedrag (G) wordt bepaald door een interactie tussen: hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 3 P: Persoonskenmerken (zoals persoonlijkheid, motivatie), S: Situatiekenmerken (zoals omgeving, sociale context). hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 4 Voorbeeld: Een student tijdens een examen 1. Globaliteit: Lichamelijke toestand: De student is moe omdat hij de nacht ervoor weinig heeft geslapen. Cognitieve toestand: Hij voelt zich onzeker over zijn kennis en twijfelt aan zijn voorbereiding. Emotionele toestand: Hij voelt stress en spanning omdat het examen belangrijk is voor zijn toekomst. Omgeving: De stilte in de examenruimte en de aanwezigheid van andere studenten beïnvloeden zijn concentratie. Invloed op gedrag: Door de combinatie van vermoeidheid, onzekerheid en stress, kan de student moeite hebben zich te concentreren en fouten maken. 2. Doelgerichtheid of intentionaliteit: Intentie: De student wil een goed cijfer halen om te slagen. Zijn gedrag (bijvoorbeeld het beantwoorden van vragen en het plannen van zijn tijd) is gericht op dit doel. 3. Persoonlijk karakter: Elke student reageert anders op dezelfde situatie: Een zelfverzekerde student blijft kalm en gefocust. Een perfectionistische student kan zich juist zorgen maken over elke vraag en daardoor langzamer werken. 4. Multicausaliteit: Leeftijd: Een jongere student kan sneller afgeleid raken door prikkels in de omgeving. hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 5 Cultuur: In sommige culturen wordt er meer nadruk gelegd op het behalen van hoge cijfers, wat extra druk kan geven. Vriendengroep: Als vrienden zeggen dat het examen heel moeilijk is, kan dit de motivatie en het zelfvertrouwen beïnvloeden. Opvoeding: Als de ouders veel nadruk leggen op succes, kan de student zich meer gestrest voelen. Welzijn en middelen: Een student die zich financieel zorgen maakt, heeft misschien minder tijd gehad om te studeren. Gedragsformule toegepast: G = f(P, S) P (Persoonskenmerken): De student heeft aanleg om perfectionistisch te zijn. Hij voelt zich gemotiveerd maar ook gestrest. Hij heeft een goede kennisbasis, maar twijfelt aan zichzelf. S (Situatiekenmerken): Het examen is belangrijk, wat de druk verhoogt. De omgeving (stilte, andere studenten, tijdslimiet) is stressvol. Gedrag: Door de interactie tussen zijn persoonlijke kenmerken en de examenomgeving (S), gedraagt hij zich als volgt: Hij blijft lang nadenken over elke vraag. Hij maakt soms fouten door stress, zelfs als hij de kennis heeft. Conclusie Dit voorbeeld laat zien hoe gedrag het resultaat is van een wisselwerking tussen persoonlijke factoren (zoals karakter, emoties) en omgevingsfactoren (zoals examenregels en sociale druk). Dit verklaart waarom verschillende mensen zich anders gedragen in dezelfde situatie. hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 6 UIT: ‘ZIMBARDO’ hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 7 Gedrag is persoonlijk betekent dat iedereen uniek is in hoe hij/zij reageert op een situatie. Dit komt door de combinatie van iemands persoonlijke eigenschappen, ervaringen, en omstandigheden. Bijvoorbeeld: Twee mensen kunnen dezelfde stressvolle situatie ervaren, maar de ene blijft kalm, terwijl de andere in paniek raakt. Dit verschil komt door hun persoonlijke kenmerken zoals zelfvertrouwen, eerdere ervaringen, en copingstrategieën. Zimbardo's bijdrage aan psychologie en gedrag Philip Zimbardo is een bekende psycholoog die veel onderzoek heeft gedaan naar menselijk gedrag, vooral in extreme situaties. Zijn bekendste werk is het Stanford Prison Experiment (1971), dat onderzoekt hoe gedrag wordt beïnvloed door sociale rollen en situaties. Stanford Prison Experiment: Zimbardo creëerde een nagebootste gevangenis en verdeelde deelnemers willekeurig in "bewakers" en "gevangenen". De deelnemers pasten zich snel aan hun rollen aan: Bewakers werden autoritair en soms zelfs agressief. Gevangenen werden passief en volgzaam, sommigen kregen emotionele stress. Conclusie van Zimbardo: Gedrag wordt niet alleen bepaald door iemands persoonlijkheid, maar ook sterk door de sociale context en de rol die iemand aanneemt. Zelfs "gewone" mensen kunnen ongewoon of destructief gedrag vertonen in bepaalde omstandigheden. Persoonlijk gedrag versus situationeel gedrag hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 8 Zimbardo benadrukt dat gedrag niet alleen persoonlijk is, maar vaak ook wordt beïnvloed door de situatie. Dit staat bekend als de situationisme- theorie: Persoonlijke kenmerken (bijv. karakter, waarden) spelen een rol, maar de sociale omgeving en omstandigheden kunnen iemand drastisch anders laten handelen. Voorbeeld: Een vriendelijk persoon kan in een stressvolle situatie (zoals de gevangeniscontext) onvriendelijk en hard worden door de druk van de omgeving. Wil je meer weten over Zimbardo's experimenten of hoe deze inzichten relevant zijn in jouw studie van psychologie? 1.1.3 DOELSTELLINGEN PSYCHOLOGIE De doelstellingen van psychologie zijn fundamenteel om menselijk gedrag en mentale processen te begrijpen, verklaren en beïnvloeden. Hier zijn de vier hoofddoelen uitgelegd: 1. Beschrijven Psychologie begint met het verzamelen van feitenmateriaal en het gedetailleerd beschrijven van gedrag en mentale processen. Dit gebeurt vaak door observatie, vragenlijsten, enquêtes of experimenten. Het doel is om vast te leggen wat er gebeurt zonder direct te verklaren waarom. Voorbeeld: Een psycholoog kan observeren dat kinderen tijdens een toets nerveus gedrag vertonen, zoals het tikken met hun pen of het staren naar de klok. 2. Verklaren hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 9 De volgende stap is proberen de oorzaken van gedrag of mentale processen te begrijpen. Waarom gebeurt iets? Dit vereist inzicht in de onderliggende mechanismen, zoals biologische, cognitieve of sociale factoren. Voorbeeld: Nerveus gedrag tijdens een toets kan worden verklaard door faalangst, onvoldoende voorbereiding, of een hoge druk vanuit de omgeving. 3. Voorspellen Als gedrag en de oorzaken ervan bekend zijn, kan de psychologie proberen te voorspellen wanneer of in welke situaties bepaald gedrag zal optreden. Hoewel psychologie niet altijd waterdichte voorspellingen kan maken (zoals in natuurkunde), kan het op basis van trends en patronen wel waarschijnlijkheden inschatten. Voorbeeld: Op basis van eerdere onderzoeken kan worden voorspeld dat studenten met een hoog niveau van faalangst sneller geneigd zijn om te blokkeren tijdens een examen. 4. Beïnvloeden (Controleren) Het uiteindelijke doel van psychologie is om gedrag en mentale processen te beïnvloeden of te veranderen, vaak om het welzijn van mensen te verbeteren. Dit kan door therapieën, gedragsinterventies of trainingstechnieken. Voorbeeld: Een psycholoog kan een student met faalangst helpen door ontspanningstechnieken aan te leren, zelfvertrouwen te vergroten, of cognitieve gedragstherapie toe te passen. hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 10 Samenvatting De doelstellingen van psychologie zijn: 1. Beschrijven: Wat gebeurt er? 2. Verklaren: Waarom gebeurt het? 3. Voorspellen: Wanneer zal het gebeuren? 4. Beïnvloeden: Hoe kunnen we gedrag veranderen of verbeteren? Doel Omschrijving Vragen Karakteriseren van hoe mensen Wat gebeurt er? Wanneer Beschrijven denken, voelen en handelen gebeurt het en hoe vaak? Waarom denken, voelen en handelen mensen Verklaren Waarom gebeurt het? zoals ze doen Op voorhand stellen hoe mensen zullen voelen Voorspellen Wat zal er gebeuren? denken en zich gedragen Hoe kunnen we Beïnvloeden Beïnvloeden hoe mensen zullen Controleren denken, voelen en zich gedragen beïnvloeden wat er gebeurt? 1.2 PSYCHOLOGIE EN MENSENKENNIS Psychologie en mensenkennis lijken op het eerste gezicht op elkaar, maar er zijn belangrijke verschillen tussen de twee. Hier is een overzicht: Psychologie Definitie: Psychologie is de wetenschappelijke studie van menselijk gedrag en mentale processen. Kenmerken: 1. Objectief: Gebaseerd op feiten, experimenten en systematisch onderzoek. hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 11 2. Toetsbaar: Hypothesen worden getest via wetenschappelijke methoden, zoals experimenten, enquêtes en observaties. 3. Gespecialiseerd: Bestudeert verschillende domeinen, zoals waarneming, geheugen, emotie, motivatie, en leren. 4. Theoretisch en praktisch: Combineert theoretische kennis met praktische toepassingen, zoals therapieën en interventies. Voorbeeld: Een psycholoog onderzoekt via een experiment hoe stress de prestaties van studenten beïnvloedt, meet de resultaten en trekt conclusies op basis van data. Mensenkennis Definitie: Mensenkennis is kennis die we opdoen door ervaring, intuïtie en observatie in het dagelijks leven. Kenmerken: 1. Subjectief: Gebaseerd op persoonlijke ervaringen en meningen. 2. Niet-toetsbaar: Er is geen systematische manier om mensenkennis te testen of te controleren. 3. Algemeen: Mensenkennis gebruikt vaak stereotypen of aannames die niet altijd kloppen. 4. Praktisch: Gericht op eenvoudige en dagelijkse situaties. Voorbeeld: Iemand denkt dat alle studenten die op het laatste moment leren, slecht presteren. Dit is gebaseerd op observaties, maar wordt niet objectief bewezen. Vergelijking: Psychologie vs. Mensenkennis Kenmerk Psychologie Mensenkennis Basis Wetenschappelijke methoden Intuïtie en persoonlijke ervaring Objectiviteit Objectief en feitelijk Subjectief en gebaseerd op meningen hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 12 Toetsbaarheid Toetsbaar via onderzoek Niet toetsbaar of systematisch Vereenvoudigt gedrag en gebruikt Complexiteit Analyseert gedrag diepgaand aannames Therapieën, interventies, Praktische inzichten in dagelijkse Toepassing theorieën situaties Samenvatting Psychologie is wetenschappelijk, objectief en gericht op een diepgaand begrip van menselijk gedrag. Mensenkennis is informeel, gebaseerd op ervaringen en intuïtief. Voorbeeldtoepassing: Stel dat een student moeite heeft om zich te concentreren. Een psycholoog onderzoekt dit door systematisch factoren zoals slaap, voeding, en stress te analyseren. Mensenkennis zou concluderen: "Hij moet meer discipline hebben" zonder verdere analyse. PSYCHOLOGIE MENSENKENNIS Subjectief Objectief Geen wetenschappelijk Wetenschappelijk onderzoek onderzoek maar ervaring Theorie Kennis over één onderwerp Geen theorie wel beschrijvingen Voorschrijvend , hoe omgaan met… 1.3 ONDERVERDELINGEN IN DE PSYCHOLOGIE De onderverdelingen in de psychologie kunnen worden opgesplitst in twee hoofdcategorieën: toegepaste psychologie en theoretische psychologie. Hier is een overzicht van beide, inclusief hun belangrijkste aspecten en voorbeelden: hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 13 1. Toegepaste psychologie Dit deel van de psychologie richt zich op het praktische gebruik van psychologische kennis en inzichten in specifieke situaties. Het doel is om problemen op te lossen en gedrag te verbeteren in het dagelijks leven. Voorbeelden van toegepaste psychologie: Klinische psychologie: Behandelt mentale stoornissen, zoals depressie, angst, of trauma. Toepassing: Therapie en counseling. Arbeids- en organisatiepsychologie: Richt zich op gedrag op de werkvloer. Toepassing: Bevorderen van productiviteit, werktevredenheid en leiderschap. Onderwijspsychologie: Bestudeert hoe mensen leren en zich ontwikkelen in onderwijscontexten. Toepassing: Ontwerpen van leermethoden en ondersteunen van leerlingen met leerproblemen. Gezondheidspsychologie: Onderzoekt hoe gedrag en mentale processen de gezondheid beïnvloeden. Toepassing: Promoten van gezond gedrag, zoals stoppen met roken. Forensische psychologie: Past psychologie toe in juridische contexten. Toepassing: Beoordelen van verdachten, adviseren bij rechtszaken. 2. Theoretische psychologie Dit deel van de psychologie richt zich op het bestuderen van het menselijk gedrag en mentale processen vanuit een wetenschappelijk perspectief. Het doel hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 14 is om theorieën te ontwikkelen en inzicht te krijgen in de basisprincipes van psychologie. Voorbeelden van theoretische psychologie: Cognitieve psychologie: Bestudeert mentale processen zoals waarneming, geheugen, taal, en denken. Vraag: Hoe verwerken mensen informatie? Sociale psychologie: Onderzoekt hoe mensen elkaar beïnvloeden. Vraag: Hoe beïnvloedt groepsdruk gedrag? Ontwikkelingspsychologie: Richt zich op de veranderingen in gedrag en mentale processen gedurende de levensloop. Vraag: Hoe ontwikkelen kinderen sociale vaardigheden? Biologische psychologie: Onderzoekt de rol van het zenuwstelsel, hormonen en genetica in gedrag. Vraag: Hoe beïnvloeden hersenen en hormonen emoties? Persoonlijkheidspsychologie: Bestudeert individuele verschillen in persoonlijkheid. Vraag: Waarom reageert persoon A anders dan persoon B in dezelfde situatie? Abnormale psychologie: Onderzoekt afwijkend gedrag en mentale stoornissen. Vraag: Wat veroorzaakt schizofrenie? Vergelijking: Toegepaste vs. Theoretische psychologie hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 15 Kenmerk Toegepaste psychologie Theoretische psychologie Focus Praktische toepassingen Fundamentele inzichten Doel Probleemoplossing Theorieontwikkeling Therapie, onderwijs, gezondheid, Voorbeelden Waarneming, persoonlijkheid, leren werkcontext Experimenten, observatie, Methoden Interventies, trainingen theoretische analyses ERIKSON 0-1 Baby vertrouwen wantrouwen 1-3 Peuter autonomie schaamte, twijfel 3-6 Kleuter initiatief schuld 6-12 Lagere school vlijt minderwaardigheid 12-18 Adolescent identiteit identiteitsverwarring 18-60 Volwassene intimiteit isolement 60+ Bejaarde generativiteit stagnatie Erik Erikson (1902–1994) was een invloedrijke ontwikkelingspsycholoog die bekend staat om zijn psychosociale ontwikkelingsmodel. Hij geloofde dat de menselijke ontwikkeling een levenslang proces is en dat iedereen gedurende zijn leven acht opeenvolgende stadia doorloopt. Elk stadium draait om een psychosociale crisis die opgelost moet worden om gezond te ontwikkelen. De Acht Stadia van Psychosociale Ontwikkeling 1. Vertrouwen vs. Wantrouwen (0-1 jaar) Kernvraag: Kan ik de wereld vertrouwen? Uitdaging: Baby’s moeten leren vertrouwen op verzorgers om basisveiligheid te ontwikkelen. Positief resultaat: Vertrouwen en veiligheid. Negatief resultaat: Wantrouwen en onzekerheid. hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 16 2. Autonomie vs. Schaamte/Twijfel (1-3 jaar) Kernvraag: Kan ik zelfstandig dingen doen? Uitdaging: Kinderen leren controle over hun lichaam en keuzes (bijv. zindelijk worden). Positief resultaat: Zelfvertrouwen en onafhankelijkheid. Negatief resultaat: Twijfel aan eigen capaciteiten en schaamte. 3. Initiatief vs. Schuldgevoel (3-6 jaar) Kernvraag: Mag ik dingen proberen en mijn eigen weg volgen? Uitdaging: Kinderen ontwikkelen initiatief door activiteiten en spel. Positief resultaat: Zelfstartend gedrag en doelgerichtheid. Negatief resultaat: Schuldgevoel over eigen acties. 4. Vlijt vs. Minderwaardigheid (6-12 jaar) Kernvraag: Ben ik goed in wat ik doe? Uitdaging: Kinderen leren vaardigheden en werken samen met anderen. Positief resultaat: Gevoel van competentie en succes. Negatief resultaat: Gevoelens van minderwaardigheid en falen. 5. Identiteit vs. Rolverwarring (12-18 jaar) Kernvraag: Wie ben ik? Wat wil ik zijn? Uitdaging: Adolescenten zoeken naar hun eigen identiteit en experimenteren met rollen. Positief resultaat: Sterk gevoel van eigen identiteit. Negatief resultaat: Verwarring over wie ze zijn en hun plaats in de wereld. 6. Intimiteit vs. Isolement (18-40 jaar) Kernvraag: Kan ik een betekenisvolle relatie aangaan? Uitdaging: Volwassenen zoeken diepe relaties en emotionele verbindingen. hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 17 Positief resultaat: Intimiteit en liefde. Negatief resultaat: Isolement en eenzaamheid. 7. Generativiteit vs. Stagnatie (40-65 jaar) Kernvraag: Draag ik iets bij aan de volgende generatie? Uitdaging: Middelbare volwassenen willen zinvolle bijdragen leveren aan werk, gezin en samenleving. Positief resultaat: Zorgzaamheid en productiviteit. Negatief resultaat: Gevoel van stagnatie en onbelangrijkheid. 8. Integriteit vs. Wanhoop (65+ jaar) Kernvraag: Was mijn leven waardevol? Uitdaging: Ouderen reflecteren op hun leven en accepteren het verleden. Positief resultaat: Gevoel van integriteit en tevredenheid. Negatief resultaat: Wanhoop en spijt. Belangrijke Concepten Psychosociale crisis: Elke fase heeft een uitdaging die balans vraagt tussen positieve en negatieve uitkomsten. Ego-identiteit: Het bewustzijn van jezelf en je rol in de wereld. Dit wordt gedurende het leven gevormd en versterkt. Levenslang proces: Ontwikkeling stopt niet na de kindertijd, maar gaat door tot in de ouderdom. Relevantie voor psychologie Erikson's theorie benadrukt het belang van sociale interacties en culturele context in ontwikkeling. Zijn model wordt toegepast in klinische psychologie, onderwijs en counseling om te begrijpen hoe mensen omgaan met uitdagingen in verschillende levensfases. hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 18 Wil je meer weten over een specifiek stadium of hoe je deze theorie kunt toepassen? 1.4 ONDERZOEKSMETHODEN IN DE PSYCHOLOGIE Het experiment is een belangrijke onderzoeksmethode in de psychologie, omdat het onderzoekers in staat stelt om oorzaak-gevolgrelaties te bestuderen. Hier is een overzicht van de stappen en begrippen: A) Hypothese Een hypothese is een toetsbare voorspelling over de relatie tussen twee variabelen. Het kan worden gevormd op basis van: Inductie: Vanuit observaties of specifieke gevallen naar een algemene stelling. Voorbeeld: Na observatie van stress bij studenten concludeer je dat stress de prestaties negatief beïnvloedt. Deductie: Vanuit een algemene theorie een specifieke voorspelling afleiden. Voorbeeld: Op basis van een stressmodel voorspel je dat verhoogde cortisolniveaus prestaties verminderen. B) Operationalisatie Operationalisatie betekent het vertalen van abstracte begrippen in meetbare termen: Onafhankelijke variabele: Dit is de variabele die wordt gemanipuleerd door de onderzoeker. Het is de oorzaak waarvan je het effect wilt meten. Voorbeeld: De hoeveelheid slaap (4 uur vs. 8 uur). Afhankelijke variabele: Dit is de variabele die wordt gemeten om te zien of de onafhankelijke variabele een effect heeft gehad. Voorbeeld: Prestaties op een geheugentest. C) Experiment uitvoeren Het experiment omvat het verzamelen van gegevens via een gecontroleerde opzet: hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 19 Experimentele groep: Deze groep wordt blootgesteld aan de onafhankelijke variabele. Voorbeeld: De groep die 4 uur slaap krijgt. Controle groep: Deze groep krijgt geen blootstelling aan de onafhankelijke variabele (of een neutrale versie daarvan). Voorbeeld: De groep die 8 uur slaap krijgt. Het verschil in gedrag tussen de twee groepen kan worden toegeschreven aan de onafhankelijke variabele. D) Gegevens verwerken De verzamelde data worden geanalyseerd, vaak met behulp van statistische methoden. Dit helpt om patronen te ontdekken en te bepalen of de resultaten significant zijn. E) Gegevens interpreteren De resultaten worden geïnterpreteerd om te bepalen of de hypothese wordt ondersteund. Vragen die hierbij spelen: Is er een causaal verband? Zijn er alternatieve verklaringen? Zijn er onverwachte uitkomsten? F) Gegevens rapporteren De bevindingen worden vastgelegd in een verslag of publicatie, zodat anderen het experiment kunnen repliceren of verder kunnen onderzoeken. Een goed rapport bevat: 1. De hypothese. 2. Methode (inclusief operationalisatie en proefopzet). 3. Resultaten. hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 20 4. Discussie (inclusief beperkingen en implicaties). Voorbeeld: Effect van cafeïne op concentratie 1. Hypothese: Cafeïne verhoogt de concentratie. 2. Operationalisatie: Onafhankelijke variabele: Hoeveelheid cafeïne (0 mg vs. 200 mg). Afhankelijke variabele: Scores op een concentratietest. 3. Experiment uitvoeren: Experimentele groep: Krijgt 200 mg cafeïne. Controle groep: Krijgt geen cafeïne (placebo). 4. Gegevens verwerken: De concentratiescores worden statistisch geanalyseerd. 5. Gegevens interpreteren: Cafeïne leidt tot een significante verbetering in concentratie. 6. Gegevens rapporteren: De resultaten worden gepubliceerd, inclusief suggesties voor vervolgonderzoek. 1.4.2 GEVALSTUDIE Gevalstudie in de Psychologie Een gevalstudie is een onderzoeksmethode waarbij men een diepgaande analyse maakt van één individu of een kleine groep. Deze methode wordt vaak gebruikt om unieke of complexe verschijnselen te onderzoeken die moeilijk te repliceren zijn in een experimentele setting. Kenmerken van een Gevalstudie 1. Gedetailleerde Analyse: hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 21 De focus ligt op een uitgebreid onderzoek van de situatie, het gedrag en de levensloop van een persoon of groep. 2. Dataverzameling: Observatie: Gedrag van de persoon in verschillende situaties. Testonderzoek: Gebruik van psychologische tests zoals IQ-tests of persoonlijkheidstests. Levensgeschiedenis: Analyse van de achtergrond, familie, en opvoeding. 3. Unieke of Bijzondere Situaties: Vaak worden mensen bestudeerd die iets bijzonders hebben meegemaakt of een zeldzaam gedrag vertonen. 4. Geen generaliseerbare resultaten: Omdat de studie zich richt op één geval, zijn de resultaten niet altijd toepasbaar op een bredere populatie. Voorbeelden 1. Anne Frank: Haar dagboek biedt inzicht in de psychologische en sociale effecten van onderduiken tijdens de Tweede Wereldoorlog. 2. Wolfskinderen: Kinderen die opgegroeid zijn zonder menselijk contact en bijvoorbeeld door dieren zijn grootgebracht. Deze studies geven inzicht in de invloed van socialisatie op taal, gedrag en emoties. Voorbeeld: "Genie," een meisje dat vanaf haar jeugd in extreme isolatie leefde, toonde hoe belangrijk vroege interactie is voor taalontwikkeling. 3. L’Enfant Sauvage: Een beroemde gevalstudie van een "wilde jongen" die in Frankrijk werd gevonden in de 18e eeuw. Hij leefde jarenlang zonder menselijk contact, en zijn gedrag gaf psychologen inzicht in de invloed van opvoeding en cultuur op menselijk gedrag. hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 22 Voordelen van een Gevalstudie Diepgang: Levert gedetailleerde informatie en een volledig beeld van een persoon of situatie. Unieke inzichten: Helpt om zeldzame verschijnselen te begrijpen die anders niet kunnen worden bestudeerd. Hypothesevorming: Kan dienen als basis voor nieuwe theorieën of onderzoek. Nadelen van een Gevalstudie 1. Beperkte generalisatie: Resultaten zijn specifiek voor het bestudeerde geval en kunnen niet zomaar worden toegepast op anderen. 2. Subjectiviteit: Interpretaties van onderzoekers kunnen gekleurd zijn, wat tot bias kan leiden. 3. Moeilijk te repliceren: Omdat elk geval uniek is, zijn gevalstudies moeilijk te herhalen. Gebruik van Gevalstudies in Psychologie Klinische psychologie: Voor inzicht in mentale stoornissen of unieke gedragspatronen. Onderwijspsychologie: Om kinderen met speciale behoeften of unieke leersituaties te bestuderen. Ontwikkelingspsychologie: Voor onderzoek naar de impact van isolatie, trauma of opvoeding op ontwikkeling. 1.4.3 DE OBSERVATIE 1.4.3 De Observatie hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 23 De observatiemethode is een belangrijke techniek in de psychologie om gedrag te bestuderen. Het draait om het systematisch en doelgericht waarnemen van gedrag in specifieke contexten. Observatie kan plaatsvinden in verschillende settings en vormen. Soorten Observatie 1. One Way Screen: Een one-way screen (of eenrichtingsspiegel) wordt gebruikt om mensen te observeren zonder dat zij zich bewust zijn van de aanwezigheid van de observator. Dit zorgt ervoor dat het gedrag natuurlijk blijft en niet beïnvloed wordt door het idee dat men bekeken wordt. 2. Natuurlijke Situatie: Observaties worden gedaan in de natuurlijke omgeving van de persoon, zoals thuis, op school, of op de werkplek. Voordeel: Het gedrag is authentiek omdat de context niet kunstmatig is. Voorbeeld: Een onderzoeker observeert hoe kinderen met elkaar spelen in een park. 3. Speelkamer: Dit is een gecontroleerde omgeving waarin kinderen of proefpersonen vrij kunnen spelen terwijl hun gedrag wordt geobserveerd. Vaak gebruikt in ontwikkelingspsychologie om interacties tussen kinderen of tussen ouders en kinderen te analyseren. Voordelen van Observatie Individueel Gedrag Analyseren: Observatie maakt het mogelijk om individuen te bestuderen en gedetailleerde notities te maken over hun acties, reacties en interacties. Interactie tussen Persoon en Situatie: hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 24 Het legt de wisselwerking bloot tussen de persoon en de omgeving. Bijvoorbeeld: Hoe een kind reageert op een nieuwe sociale situatie of speelt met leeftijdsgenoten. Beperkingen van Observatie 1. Observer Bias: Observatoren kunnen (onbewust) gedrag interpreteren op basis van hun eigen verwachtingen of aannames. 2. Tijdsintensief: Het kan veel tijd kosten om data te verzamelen en analyseren. 3. Geen Causale Conclusies: Observatie geeft inzicht in wat er gebeurt, maar niet altijd waarom. Toepassing in de Psychologie Ontwikkelingspsychologie: Observatie wordt vaak gebruikt om het gedrag van kinderen te analyseren. Sociale psychologie: Voor onderzoek naar groepsgedrag, sociale interactie of conflicten. Klinische psychologie: Om symptomen of gedragsproblemen te observeren in therapeutische settings. Wil je meer weten over een specifieke vorm van observatie of hoe deze methode gebruikt wordt in onderzoek? 1.4.4 DE VRAGENLIJST, SURVEY OF ENQUÊTE De Vragenlijst, Survey of Enquête Een vragenlijst, survey of enquête is een populaire onderzoeksmethode in de psychologie en andere wetenschappen. Het wordt gebruikt om grote hoeveelheden data te verzamelen over verschillende aspecten van gedrag, attitudes en kenmerken van mensen. hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 25 Doel van de Vragenlijst Het meten van specifieke onderwerpen, zoals: 1. Interesse: Wat vinden mensen leuk of belangrijk? Voorbeeld: Een vragenlijst over hobby's en vrije tijd. 2. Motivatie: Wat drijft mensen om iets te doen? Voorbeeld: Wat motiveert studenten om te studeren (intrinsieke of extrinsieke motivatie)? 3. Studierichting: Wat beïnvloedt iemands keuze voor een bepaald vakgebied? Voorbeeld: Een enquête over de redenen voor het kiezen van psychologie of techniek. 4. Persoonlijkheid: Het in kaart brengen van iemands karaktereigenschappen. Voorbeeld: Gebruik van een vragenlijst zoals de Big Five om extraversie, neuroticisme, etc. te meten. Voordelen van Vragenlijsten 1. Efficiëntie: Vragenlijsten kunnen snel worden verspreid onder een grote groep mensen, bijvoorbeeld via papier of online tools. 2. Gestandaardiseerd: Elke deelnemer krijgt dezelfde vragen, wat de vergelijking van antwoorden makkelijker maakt. 3. Breed bereik: Onderzoekers kunnen informatie verzamelen van deelnemers uit verschillende locaties en demografische groepen. 4. Anoniem: Respondenten zijn vaak eerlijker als hun antwoorden anoniem blijven. hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 26 Nadelen van Vragenlijsten 1. Zelfrapportage-bias: Mensen geven mogelijk sociaal wenselijke antwoorden in plaats van hun werkelijke mening. 2. Beperkte diepgang: Vragenlijsten geven kwantitatieve gegevens, maar bieden minder ruimte voor complexe, diepgaande antwoorden. 3. Validiteit: De kwaliteit van de vragenlijst bepaalt of deze daadwerkelijk meet wat hij moet meten (validiteit). 4. Betrouwbaarheid: Het onderzoek moet consistente resultaten opleveren bij herhaalde metingen (betrouwbaarheid). Soorten Vragen in Vragenlijsten 1. Gesloten vragen: Antwoordopties zijn vooraf bepaald. Voorbeeld: Hoe tevreden ben je met je studie? (1 = helemaal niet tevreden, 5 = zeer tevreden). 2. Open vragen: Respondenten kunnen hun antwoorden in eigen woorden formuleren. Voorbeeld: Wat motiveert je het meest om te studeren? 3. Likertschaal: Een schaal waarbij respondenten hun mate van instemming aangeven. Voorbeeld: "Ik voel me gemotiveerd om naar school te gaan" (helemaal mee oneens tot helemaal mee eens). Toepassing in Psychologie hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 27 Interesse: Onderzoek naar welke activiteiten mensen plezierig vinden. Motivatie: Meten van factoren die prestaties en gedrag stimuleren. Studierichting: Begrijpen hoe keuzes voor studies tot stand komen. Persoonlijkheid: Gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten zoals de Big Five of de MBTI om persoonlijkheidskenmerken te analyseren. Wil je meer weten over hoe je een goede vragenlijst kunt opstellen of een specifieke toepassing in jouw vakgebied? 1.4.5 TEST Testen in de Psychologie Een test is een gestructureerde methode om bepaalde aspecten van gedrag, mentale processen of eigenschappen te meten. Het doel is om objectieve en betrouwbare gegevens te verzamelen over specifieke kenmerken of vaardigheden. Wat meten psychologische tests? 1. Persoonlijkheidskenmerken: Testen die iemands karaktereigenschappen in kaart brengen, zoals: Extraversie, neuroticisme (Big Five). Introversie vs. extraversie (MBTI). Voorbeeld: De NEO-PI-R test om de Big Five persoonlijkheidstrekken te meten. 2. Vaardigheden onderzoeken: Deze tests meten praktische of cognitieve vaardigheden, zoals: Taalvaardigheid. Probleemoplossend vermogen. Sociale vaardigheden. Voorbeeld: Een wiskundetest om rekenvaardigheden te beoordelen. hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 28 3. IQ meten: IQ-tests meten intellectuele capaciteiten, waaronder: Redeneren. Probleemoplossing. Geheugen. Voorbeeld: De Wechsler Adult Intelligence Scale (WAIS), een bekende IQ-test. Belangrijke Concepten 1. Validiteit: Dit bepaalt of een test meet wat hij belooft te meten. Voorbeeld: Een persoonlijkheidstest is valide als hij daadwerkelijk persoonlijkheidskenmerken meet, en niet bijvoorbeeld stemming op dat moment. 2. Betrouwbaarheid: Een test is betrouwbaar als hij consistente resultaten oplevert bij herhaalde metingen. Voorbeeld: Als een persoon vandaag en volgende week dezelfde score behaalt op een IQ-test, is deze betrouwbaar. Voordelen van Tests 1. Gestandaardiseerd: Dezelfde procedure voor alle deelnemers, wat vergelijking mogelijk maakt. 2. Objectief: De resultaten worden vaak automatisch berekend, wat subjectiviteit minimaliseert. 3. Breed inzetbaar: hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 29 Kan worden gebruikt in onderwijs, klinische psychologie, arbeid, en onderzoek. Nadelen van Tests 1. Cultural bias: Sommige tests kunnen bevooroordeeld zijn tegenover bepaalde culturen of groepen. 2. Stress bij deelnemers: Sommige mensen presteren minder goed door testangst, wat de resultaten beïnvloedt. 3. Beperkt inzicht: Tests bieden kwantitatieve gegevens, maar minder kwalitatieve of diepgaande informatie. Toepassingen in Psychologie Persoonlijkheidskenmerken: Beoordelen van geschiktheid voor een functie of therapieplanning. Vaardigheden: Gebruikt in beroepskeuzetests en onderwijsadvies. IQ: Ingezet in klinische settings om intellectuele capaciteiten en eventuele leerproblemen te identificeren. 1.5 PSYCHOLOGIE EN ANDERE GEDRAGSWETENSCHAPPEN 1.5 Psychologie en andere gedragswetenschappen Psychologie wordt vaak beschreven als een gedragswetenschap die gebruik maakt van inzichten uit zowel de exacte wetenschappen als de humane wetenschappen. Het combineert kennis en methoden van verschillende disciplines om menselijk gedrag en mentale processen te begrijpen. Psychologie en Exacte Wetenschappen hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 30 Psychologie leunt op exacte wetenschappen voor biologische, chemische en statistische analyses van gedrag. Voorbeelden van overlap: 1. Biologie: Onderzoek naar hersenstructuren, hormonen en zenuwstelsel (neuropsychologie). 2. Scheikunde: Rol van neurotransmitters bij gedrag en emoties (bijv. serotonine bij depressie). 3. Statistiek: Analyse van onderzoeksdata om patronen en verbanden in gedrag te identificeren. Voorbeeld: Bij onderzoek naar stress wordt gekeken naar de rol van cortisol (biologisch) en de impact op besluitvorming (psychologisch). Psychologie en Gedragswetenschappen Gedragswetenschappen richten zich op het bestuderen van gedrag van individuen en groepen. Psychologie speelt een centrale rol, samen met: 1. Sociologie: Bestudeert groepsgedrag, sociale structuren en culturele invloeden. Overlap: Hoe beïnvloedt sociale druk het gedrag van individuen? 2. Antropologie: Onderzoekt gedrag vanuit een cultureel perspectief. Overlap: Welke culturele normen beïnvloeden opvoedingsgedrag? 3. Pedagogiek: Richt zich op onderwijs en opvoeding. Overlap: Hoe leren kinderen in verschillende contexten? Voorbeeld: Sociale psychologie onderzoekt hoe groepsdynamiek (sociologie) besluitvorming beïnvloedt. hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 31 Psychologie en Humane Wetenschappen Humane wetenschappen richten zich op het begrijpen van de mens vanuit een filosofisch, historisch en literair perspectief. Psychologie deelt raakvlakken met: 1. Filosofie: Veel psychologische vragen komen voort uit filosofische vraagstukken over bewustzijn, vrije wil en ethiek. Overlap: Wat is de aard van bewustzijn (bijv. bewustzijnsstudies)? 2. Geschiedenis: Begrijpt hoe historische context gedrag beïnvloedt. Overlap: Hoe beïnvloedt oorlog trauma over generaties heen? 3. Literatuur: Psychologie en literatuur overlappen in de studie van menselijke ervaringen en emoties. Overlap: Hoe weerspiegelt literatuur psychologische processen? Voorbeeld: Psychoanalyse (Freud) is sterk beïnvloed door filosofische ideeën over het onbewuste. Samenvatting van de Relaties Vakgebied Focus Relatie met psychologie Biologische en chemische Basis voor neuropsychologie en Exacte wetenschappen processen biologische psychologie Gedrag van individuen en Sociale psychologie, Gedragswetenschappen groepen ontwikkelingspsychologie Humane Filosofische, historische Psychoanalyse, culturele wetenschappen en literaire perspectieven psychologie Conclusie Psychologie is een veelzijdige wetenschap die zowel exacte als gedrags- en humane wetenschappen integreert. Deze interdisciplinariteit maakt het mogelijk om menselijk gedrag vanuit verschillende invalshoeken te onderzoeken. hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 32 Exacte Gedrags- Humane wetenschappen wetenschappen wetenschappen 1.6 OVERZICHT VAN DE VERSCHILLENDE PSYCHOLOGISCHE STROMINGEN In jouw PowerPoint-bestand staat onder 1.6 Overzicht van de verschillende psychologische stromingen een overzicht van belangrijke psychologische benaderingen. Deze stromingen vormen de basis voor hoe menselijk gedrag wordt bestudeerd en begrepen. Hier is een samenvatting en toelichting van de stromingen die genoemd worden: 1. Psychoanalyse (Sigmund Freud) Focus: Het onbewuste, innerlijke conflicten en vroege jeugdherinneringen. Kernideeën: Gedrag wordt sterk beïnvloed door onbewuste driften en innerlijke conflicten. De psychoseksuele ontwikkeling speelt een cruciale rol in persoonlijkheidsvorming. Technieken zoals vrije associatie en droomanalyse worden gebruikt om het onbewuste te verkennen. Toepassing: Therapieën die gericht zijn op het begrijpen van onderliggende psychologische problemen (bijv. psychoanalytische therapie). 2. Behaviorisme (John Watson, B.F. Skinner) Focus: Observeerbaar gedrag en de invloed van omgevingsfactoren. Kernideeën: Gedrag wordt aangeleerd via conditionering: hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 33 Klassieke conditionering (Pavlov): Gedrag wordt gekoppeld aan een stimulus. Operante conditionering (Skinner): Gedrag wordt versterkt of verzwakt door beloningen en straffen. Het mentale proces is minder relevant; het meetbare gedrag staat centraal. Toepassing: Trainingen en interventies, zoals gedragstherapie en beloningssystemen. 3. Cognitieve psychologie (Jean Piaget, Aaron Beck) Focus: Mentale processen zoals denken, waarnemen, herinneren en probleemoplossen. Kernideeën: Gedrag wordt beïnvloed door hoe mensen informatie verwerken en interpreteren. Negatieve gedachten kunnen leiden tot psychologische problemen (bijv. depressie). Cognitieve schema's spelen een sleutelrol in gedrag en emoties. Toepassing: Cognitieve gedragstherapie (CGT), gericht op het veranderen van irrationele gedachten. 4. Humanistische psychologie (Carl Rogers, Abraham Maslow) Focus: Het unieke van de mens, persoonlijke groei en zelfactualisatie. Kernideeën: Mensen hebben een aangeboren behoefte om te groeien en zichzelf te ontwikkelen. Het individu staat centraal, met nadruk op zelfbewustzijn en verantwoordelijkheid. Bekende concepten: Maslow's piramide van behoeften en zelfactualisatie. hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 34 Toepassing: Cliëntgerichte therapie, waarbij empathie en acceptatie centraal staan. 5. Systeem- en communicatiedenken Focus: Het individu als onderdeel van een groter geheel, zoals familiesystemen. Kernideeën: Gedrag wordt beïnvloed door de dynamiek binnen een groep of systeem. Problemen worden niet alleen gezien als een eigenschap van het individu, maar ook als een gevolg van interacties binnen het systeem. Toepassing: Gezinstherapie en systemische interventies. 6. Biopsychologie (biologische basis) Focus: De invloed van hersenen, zenuwstelsel, hormonen en genen op gedrag. Kernideeën: Gedrag en mentale processen hebben een biologische basis. Neurotransmitters (zoals dopamine) en hersengebieden spelen een belangrijke rol in emoties en gedrag. Toepassing: Neurowetenschappen, behandeling van neurologische en psychische stoornissen. Indeling naar Werkelijkheid In de psychologie worden stromingen soms ingedeeld op basis van hun kijk op de werkelijkheid: Reductionisme: Focus op één aspect, zoals het biologische. hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 35 Holisme: Het totaalbeeld van de mens in context. Wil je dieper ingaan op een van deze stromingen of bespreken hoe ze in jouw opleiding worden toegepast? 1.7 INDELING VAN THEORETISCHE STROMINGEN 1.7 Indeling van Theoretische Stromingen De theoretische stromingen in de psychologie worden vaak ingedeeld op basis van de factoren die ze beschouwen als bepalend voor menselijk gedrag. Deze indeling helpt om een overzicht te krijgen van de verschillende perspectieven die in de psychologie worden gebruikt om gedrag te verklaren. Indeling op Basis van Factoren 1. Biologische stromingen: Focus: De biologische basis van gedrag, zoals hersenfuncties, genen en hormonen. Kernidee: Gedrag wordt beïnvloed door lichamelijke processen en erfelijkheid. Voorbeelden: Neurowetenschappen: De rol van neurotransmitters zoals dopamine bij emoties. Erfelijkheidsstudies: Genetische aanleg voor mentale stoornissen. 2. Psychologische stromingen: Focus: Mentale processen en individuele eigenschappen. Kernidee: Gedrag wordt bepaald door interne processen zoals gedachten, emoties en motivatie. Voorbeelden: Cognitieve psychologie: Hoe informatieverwerking ons gedrag beïnvloedt. Psychoanalyse: Het belang van het onbewuste en innerlijke conflicten. hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 36 3. Sociale stromingen: Focus: De invloed van sociale context en interacties op gedrag. Kernidee: Gedrag wordt sterk beïnvloed door sociale relaties, groepsdynamiek en cultuur. Voorbeelden: Sociale psychologie: Hoe groepsdruk gedrag kan veranderen. Systeemdenken: De rol van familiesystemen in de ontwikkeling van gedrag. Van Biopsychisch naar Biopsychosociaal Vroeger werden stromingen vaak strikt ingedeeld in één categorie, zoals biopsychische stromingen, die zich richten op het biologische en psychologische aspect van gedrag. Tegenwoordig wordt vaker een biopsychosociaal model gebruikt, waarin rekening wordt gehouden met: Biologische factoren: Genetica, hersenfuncties, en lichamelijke gezondheid. Psychologische factoren: Persoonlijkheid, emotionele toestand, en gedachten. Sociale factoren: Invloed van familie, cultuur, en sociale interacties. Voorbeeld: Invloed van Alcohol Biologische benadering: Alcohol beïnvloedt de werking van neurotransmitters in de hersenen, wat agressie kan versterken. Psychologische benadering: Iemand drinkt alcohol om te ontsnappen aan stress of emoties. Sociale benadering: Groepsdruk of sociale normen kunnen een rol spelen in alcoholgebruik. Overzicht van Stromingen per Factor hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 37 Factor Stromingen Voorbeelden Biopsychologie, Onderzoek naar hersenfuncties en Biologisch Neurowetenschappen genen Psychoanalyse, Cognitieve Onderzoek naar onbewuste Psychologisch psychologie processen of gedachten Sociale psychologie, Invloed van cultuur, relaties en sociale Sociaal Systeemdenken rollen Conclusie De indeling van theoretische stromingen benadrukt dat gedrag wordt beïnvloed door een combinatie van biologische, psychologische en sociale factoren. Het biopsychosociale model wordt tegenwoordig veel gebruikt om een compleet beeld van menselijk gedrag te krijgen. VOORBEELD :INVLOED VAN ALCOHOL Instructie Instructie ‘drank bevat alcohol’ ‘ drank bevat geen alcohol’ Werkelijke 1. Pp drinkt 2. Pp drinkt inhoud: alcohol alcohol en weet dat alcohol en weet dat niet 3. Pp denkt dat hij alcohol Werkelijke 4. Pp drinkt drinkt, maar inhoud: geen alcohol geen alcohol en weet dat het is niet zo Het voorbeeld in de afbeelding beschrijft een experiment over de invloed van alcohol op gedrag, waarbij het onderscheid wordt gemaakt tussen de werkelijke inhoud van een drankje (alcohol of geen alcohol) en de instructie die aan de proefpersonen wordt gegeven (of zij denken dat het drankje alcohol bevat of niet). Hier is een analyse van de vier situaties in de tabel: Vier situaties in het experiment hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 38 1. Werkelijke inhoud: Alcohol & Instructie: 'Drank bevat alcohol' De proefpersoon drinkt alcohol en weet dat het alcohol bevat. Verwachting en realiteit komen overeen. Het gedrag wordt beïnvloed door de daadwerkelijke werking van alcohol en door de verwachting dat alcohol hun gedrag zal veranderen. Mogelijk effect: Ontspanning, verminderde remmingen, mogelijk agressie als gevolg van zowel de biologische werking als de verwachting. 2. Werkelijke inhoud: Alcohol & Instructie: 'Drank bevat geen alcohol' De proefpersoon drinkt alcohol maar denkt dat het geen alcohol bevat. Hier wordt het gedrag alleen beïnvloed door de biologische effecten van alcohol, zonder verwachtingen. Mogelijk effect: Het gedrag wordt beïnvloed door de werking van alcohol (bijv. verminderde remmingen), maar niet door de verwachting dat alcohol gedrag zal veranderen. 3. Werkelijke inhoud: Geen alcohol & Instructie: 'Drank bevat alcohol' De proefpersoon denkt dat hij alcohol drinkt, maar het drankje bevat geen alcohol. Het gedrag wordt hier volledig beïnvloed door de verwachtingseffecten en niet door de daadwerkelijke biologische werking van alcohol. Mogelijk effect: Proefpersonen kunnen zich gedragen alsof ze alcohol hebben gedronken (bijvoorbeeld meer ontspannen of agressief), alleen door de overtuiging dat ze alcohol hebben geconsumeerd. 4. Werkelijke inhoud: Geen alcohol & Instructie: 'Drank bevat geen alcohol' De proefpersoon drinkt geen alcohol en weet dat het geen alcohol bevat. Geen invloed van alcohol of verwachtingen. Het gedrag is volledig natuurlijk en niet beïnvloed door biologische effecten of verwachtingen. Mogelijk effect: Geen specifieke verandering in gedrag. Conclusie uit het Experiment hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 39 Het gedrag van de proefpersonen wordt beïnvloed door zowel de werkelijke inhoud van de drank (de biologische werking van alcohol) als door de verwachtingen die zij hebben over de effecten van alcohol. In situaties waarin geen alcohol wordt geconsumeerd, maar de proefpersonen denken dat ze alcohol drinken, kan het gedrag nog steeds veranderen door het placebo-effect. Toepassing in Psychologie Dit experiment benadrukt: 1. De kracht van verwachtingen en hoe deze gedrag kunnen beïnvloeden, zelfs in afwezigheid van een biologisch effect. 2. De noodzaak om biologische, psychologische en sociale factoren in acht te nemen bij het bestuderen van gedrag (biopsychosociaal model). hoofdstuk 1 wat is psychologie 2021 40

Use Quizgecko on...
Browser
Browser