Psychologie: Obsessieve-Compulsieve Stoornis

EarnestCreativity2128 avatar
EarnestCreativity2128
·
·
Download

Start Quiz

Study Flashcards

26 Questions

Wat is een stoornis in de hoeveelheid van het denken, waarbij de patiënt voortdurend een al dan niet reëel probleem moet overpeinzen?

Rumineren

Wat is een stoornis in de inhoud van het denken, gekenmerkt door het niet kunnen loslaten van een gedachte?

Preoccupatie

Wat zijn onbewust verlopende psychische processen die de patiënt beschermen tegen te heftige onlustgevoelens?

Afweermechanismen

Wat is een drangmatige of impulsieve zelfbeschadiging met als doel bepaalde gevoelens op te wekken of te doen verdwijnen?

Automutilatie

Wat is een kortdurende handeling die geheel onverwachts, plotseling en snel wordt uitgevoerd, zonder eerst de eventuele schadelijke gevolgen te overwegen?

Impulsief gedrag

Welke stoornis is gekenmerkt door het hebben van obsessieve gedachten?

Obsessieve-compulsieve stoornis

Wat is een stoornis in motivatie en gedrag, gekenmerkt door een gebrek aan nieuwsgierigheid en affectieve motivatie om tot handelen te komen?

Apathie

Welke stoornis wordt gekenmerkt door vertraagd tempo van het denken, zich uitend in vertraagde antwoorden op vragen en een trage, moeizame spraak met veel onderbrekingen?

Bradyfrenie

Wat is een stoornis in het gedrag, gekenmerkt door het ontbreken van fysieke energie, leidend tot inactiviteit en passiviteit?

Anergia

Welke stoornis wordt gekenmerkt door zich herhalende handelingen (dwanghandelingen) of psychische activiteiten die tegen de wil van de patiënt in worden uitgevoerd en die niet-eigen (egodystoon) zijn?

Compulsie

Wat is een stoornis in het denken, gekenmerkt door het uitspreken van snel opeenvolgende invallen en gedachten, met een vermindering of verlies van doelgerichtheid?

Gedachtevlucht

Welke stoornis wordt gekenmerkt door een verminderd vermogen te generaliseren, te classificeren, te combineren en in symbolen en metaforen te denken?

Stoornis abstractievermogen

Wat is een stoornis in het denken, gekenmerkt door het volledig ontbreken van logische of begrijpbare samenhang in wat de patiënt zegt?

Incoherentie

Welke stoornis wordt gekenmerkt door een vrees voor openbare ruimten, afgesloten ruimten, menigten, reizen in trein, bus of auto of andere situaties vanwaaruit ontsnappen moeilijk of beschamend kan zijn?

Agorafobie

Wat is een stoornis in het metacognitieve vermogen, waardoor een individu het gedrag van zichzelf en anderen kan interpreteren als voortkomend uit gedachten, gevoelens en motieven?

Mentaliserend vermogen

Welke stoornis wordt gekenmerkt door het ontbreken van een behaaglijk gevoel bij het verrichten van activiteiten?

Anhedonia

Wat is het doel van dwanghandelingen volgens de tekst?

Om onacceptabele gedachten en wensen af te weren

Hoe kan een patiënt met dranggedachten zich soms voelen?

Zich schuldig

Wat is het kenmerk van obsessies?

Zich herhalende gedachten die niet-eigen zijn

Wanneer treedt een vicieuze cirkel op bij dwangstoornissen?

Wanneer de patiënt een gevoel van onbehagen ervaart

Wat is het verschil tussen dranggedachten en obsessies?

Dranggedachten zijn ik-eigen, obsessies zijn niet-eigen

Waarom worden dwanghandelingen soms uitgevoerd?

Om onacceptabele gedachten en wensen af te waren

Hoe kan een patiënt met een dwangstoornis zich voelen na het uitvoeren van een dwanghandeling?

Zich schuldig

Wat is het kenmerk van dranghandelingen?

Egosyntone handelingen waarnaar een innerlijk verlangen aanwezig is

Waarom kunnen patiënten met een dwangstoornis soms geen controle meer uitoefenen over hun dwanghandelingen?

Omdat ze niet kunnen

Wat is het gevolg van het niet kunnen uitvoeren van een dwanghandeling?

Een gevoel van spanning

Study Notes

Psychiatrische symptomen

  • Compulsie: verricht om onacceptabele gedachten en wensen af te wijzen; wanneer de compulsie niet vaak kan worden uitgevoerd, leidt dit tot duidelijke angstgevoelens.

Dranggedachten

  • Dranggedachten: stoornis in de inhoud van het denken, gekenmerkt door zich herhalende gedachten die de patiënt beleeft als egosyntoon (ik-eigen).
  • Symptomen: spanning, onlust, prikkelbaarheid, en een innerlijk verlangen om de dranggedachten om te zetten in handelingen.

Dranghandelingen

  • Dranghandelingen: stoornis in motivatie en gedrag, gekenmerkt door egosyntone handelingen (niet wezensvreemd voor de patiënt), waarnaar een innerlijk verlangen aanwezig is.
  • Symptomen: spanning, opwinding, prikkelbaarheid, en gevoelens van plezier, opluchting of ontspanning na het uitvoeren van de dranghandeling.

Obsessies

  • Obsessies: stoornis in de inhoud van het denken of de voorstelling, gekenmerkt door zich herhalende gedachten (dwanggedachten) of voorstellingen die zich tegen de wil van de patiënt opdringen.
  • Symptomen: beangstigend, driftmatige inhoud, seksuele, agressieve, ‘vieze’ of sociaal onwenselijke gedachten en impulsen.

Decorumverlies

  • Decorumverlies: stoornis in het oordeelsvermogen, waarbij de patiënt zich niet meer houdt aan de sociale gedragsregels.
  • Symptomen: het gebruik van ruwe taal, het verwaarlozen van de uiterlijke verzorging, en indecente handelingen.

Depersonalisatie

  • Depersonalisatie: stoornis in de zelfwaarneming, gekenmerkt door een subjectief ervaren gevoel van vervreemding, verandering of onwerkelijkheid in de relatie van de patiënt ten opzichte van zichzelf of het eigen lichaam.

Derealisatie

  • Derealisatie: stoornis in de waarneming, gekenmerkt door een subjectief ervaren gevoel van vervreemding, verandering of onwerkelijkheid in de relatie van de patiënt ten opzichte van de omgeving.

Dissociatieve amnesia

  • Dissociatieve amnesia: geheugenstoornis, gekenmerkt door het onvermogen om zich belangrijke persoonlijke ervaringen te herinneren.

Rumineren

  • Rumineren: stoornis in de hoeveelheid van het denken, waarbij de patiënt voortdurend een al dan niet reëel probleem moet overpeinzen, wikken en wegen.

Preoccupatie

  • Preoccupatie: stoornis in de inhoud van het denken, gekenmerkt door het niet kunnen loslaten van een gedachte, een overtuiging, een belangstelling of een krachtig verlangen.

Afweermechanismen

  • Afweermechanismen: onbewust verlopende psychische processen die de patiënt beschermen tegen te heftige onlustgevoelens.

Automutilatie

  • Automutilatie: drangmatige of impulsieve zelfbeschadiging met als doel bepaalde gevoelens op te wekken of te doen verdwijnen.

Impulsief gedrag

  • Impulsief gedrag: kortdurende handeling die geheel onverwachts, plotseling en snel wordt uitgevoerd, zonder eerst de eventuele schadelijke gevolgen te overwegen.

Gedachtevlucht

  • Gedachtevlucht: stoornis in het tempo van het denken, zich uitend in het uitspreken van snel opeenvolgende invallen en gedachten.

Incoherentie

  • Incoherentie: stoornis in de samenhang van het denken, gekenmerkt door het volledig ontbreken van logische of begrijpbare samenhang in wat de patiënt zegt.

Lichaamsbeeld

  • Lichaamsbeeld: de waarneming van het eigen lichaam, de denkbeelden over het eigen lichaam, en de emotionele ervaring van het eigen lichaam.

Mentaliserend vermogen

  • Mentaliserend vermogen: het metacognitieve vermogen waardoor een individu het gedrag van zichzelf en anderen kan interpreteren als voortkomend uit gedachten, gevoelens, en motieven.

Metacognitieve functies

  • Metacognitieve functies: het vermogen tot het waarnemen, aanvoelen, en interpreteren van de gedachten, gevoelens, motieven, en het gedrag van zichzelf en anderen.

Stoornis abstractievermogen

  • Stoornis abstractievermogen: verminderd vermogen te generaliseren, te classificeren, te combineren, en in symbolen en metaforen te denken.

Agorafobie

  • Agorafobie: vrees voor openbare ruimten, afgesloten ruimten, menigten, reizen in trein, bus of auto, of andere situaties vanwaaruit ontsnappen moeilijk of beschamend kan zijn.

Anergie

  • Anergie: stoornis in het gedrag, gekenmerkt door het ontbreken van fysieke energie, leidend tot inactiviteit en passiviteit.

Apathie

  • Apathie: stoornis in motivatie en gedrag, gekenmerkt door een gebrek aan nieuwsgierigheid en affectieve motivatie om tot handelen te komen.

Bradyfrenie

  • Bradyfrenie: vertraagd tempo van het denken, zich uitend in vertraagde antwoorden op vragen en een trage, moeizame spraak met veel onderbrekingen.

Ontdek de psychiatrische symptomen en kenmerken van obsessieve-compulsieve stoornis, waaronder compulsies, dranggedachten en angstgevoelens.

Make Your Own Quizzes and Flashcards

Convert your notes into interactive study material.

Get started for free
Use Quizgecko on...
Browser
Browser