TeH4 Lesweek 5 Beeldaspect LICHT, RUIMTE en LIJN PDF

Joke Smit College Amsterdam Lesweek 5 Havo 4 Tekenen Beeldende kunst analyseren Beeldaspecten Licht, Ruimte + Lijn 2024-25 Periode A Docenten: Nathalie Chailloux & Sandor Klijn Oefenvraag (H. 2.1, tweedimensionele kunst,...

Joke Smit College Amsterdam Lesweek 5 Havo 4 Tekenen Beeldende kunst analyseren Beeldaspecten Licht, Ruimte + Lijn 2024-25 Periode A Docenten: Nathalie Chailloux & Sandor Klijn Oefenvraag (H. 2.1, tweedimensionele kunst, vraag 6.d) Zowel Banksy als Lampas maken kunst in de openbare ruimte. Noem twee voordelen van het maken van kunst in de openbare ruimte ten opzichte van kunst die wordt gepresenteerd in een museum of galerie. Pokras Lampas, muurschildering in Londen Banksy, Londen (2024) Mogelijke antwoorden (vraag 6.d) - je bereikt meer mensen omdat het op straat is te zien. - je hoeft geen rekening te houden met schaal, een kunstwerk is niet snel te groot voor de openbare ruimte, maar voor een museum of galerie wel. - je kunt iets ter plekke maken voor een specifieke locatie. A mural shows a man being flipped during a martial arts match with a young boy. Ed Ram/Getty Images. Oekraïne,  Oefenvraag (H. 3.1, kunst analyseren: voorstelling) (vraag 5.c) Vergelijk en beschrijf voor beide geportretteerde mannen 2 aspecten van de voorstelling die ervoor zorgen dat Kehinde Wiley, Officer of the Géricault, Jager van de ze macht Hussars (2007) garde (1812) uitstralen.  Mogelijke antwoorden (H. 3.1, vraag 5.c) Wiley - Kijkt toeschouwer recht aan - Onverschrokken gezichtsuitdrukking - (straat)kleding met stoere uitdrukking Géricault - Weet het geschrokken paard in bedwang te houden - Draagt (Napoleontisch) uniform - Hij kijkt achterom terwijl paard naar voren gaat Oefenvraag: H.3.4 (vormgeving, vorm, vormsoorten) vraag 2.a Bekijk Food for Thought van Maha Malluh (2024). Noem 2 vormsoorten die je in dit werk terug kunt vinden en beschrijf waar je ze ziet in het werk. Antwoord, 2 van de volgende: - Geometrische vormen: de cirkelvorm van de pannen (of de cilindervorm als je het ruimtelijk bekijkt) - Gesloten vormen/massieve vormen: door de onderkant van de pannen te laten zien, is de vorm gesloten - Restvorm: de ruimte tussen de pannen Kunstbeschouwing Beeldaspect LICHT KUNSTBESCHOUWING Beeldaspect LICHT Beeldaspect LICHT: eigenschaduw en slagschaduw Beeldaspect LICHT Beeldaspect LICHT - Lichtrichting 1. Meelicht 2. Zijlicht 3. Tegenlicht 4. Strijklicht Textuur Plasticiteit Silhouet Beeldaspect LICHT Glimlicht of hooglicht (hogen) Beeldaspect LICHT Clair-obscur Sterke licht/donker contrasten (zorgt voor dramatiek) Beeldaspect LICHT Welke deelaspecten van licht herken je in dit schilderij? Beeldaspect LICHT Welke deelaspecten van licht herken je in dit schilderij? 1. Eigen schaduw 2. Slagschaduw 3. Meelicht 4. Zijlicht 5. Tegenlicht 6. Strijklicht 7. Glimlicht / hooglicht 8. Clair-obscur Effecten van licht op een schilderij Sfeer door licht H.3 Beeldende kunst analyseren Tekenen H4 Paragraaf 3.6 Ruimte en Lijn Lesweek 5 Met beeldaspect ruimte wordt bedoeld hoe een kunstenaar diepte verbeeldt in het platte vlak. Hiervoor zijn verschillende technieken toepasbaar om ruimtesuggestie (of ruimtewerking) toe te passen. Werkelijke ruimte: driedimensionaal (3D) Ruimtesuggestie tweedimensionaal (2D) Beeldhouwkunst & sculptuur Het platte vlak H.3 Beeldende kunst analyseren Tekenen H4 Paragraaf 3.6 Ruimte en Lijn Lesweek 5 LIJNPERSPECTIEF Ruimtesuggestie tweedimensionaal (2D) Meetkundige methode om diepte te verbeelden in het platte vlak. Alle lijnen lopen naar een verdwijnpunt op de horizon. Werk je met één verdwijnpunt heet dat: Centraalpespectief De horizon-hoogte is gelijk aan de ooghoogte H.3 Beeldende kunst analyseren Tekenen H4 Paragraaf 3.6 Ruimte en Lijn Lesweek 5 STANDPUNT Ruimtesuggestie tweedimensionaal (2D) Plaats van waaruit iets in beeld is gebracht. , Vogelvluchtperspectief = Hoog standpunt Ooghoogte-perspectief = vanuit menselijk perspectief Kikvorsperspectief = Laag standpunt Verkorting = Lengte van een vorm of figuur naar je toe of van je af gericht H.3 Beeldende kunst analyseren Tekenen H4 Paragraaf 3.6 Ruimte en Lijn Lesweek 5 ATMORFERISCH PERSPECTIEF Ruimtesuggestie tweedimensionaal (2D) Atmosferisch perspectief = wat verder weg is wordt vager / koeler afgebeeld. Door vervaging details minder goed zichtbaar H.3 Beeldende kunst analyseren Tekenen H4 Paragraaf 3.6 Ruimte en Lijn Lesweek 5 KLEURPERSPECTIEF Ruimtesuggestie tweedimensionaal (2D) Kleurperspectief = warme kleuren hebben de neiging naar voren te treden (dichterbij) en koude kleuren naar achter (lijken hierdoor verder weg) H.3 Beeldende kunst analyseren Tekenen H4 Paragraaf 3.6 Ruimte en Lijn Lesweek 5 PLANPERSPECTIEF Ruimtesuggestie tweedimensionaal (2D) Planperspectief = ruimtesuggestie door de voorstelling in te delen in meerdere horizontale lagen. Vaak toegepast in landschapsschilderijen. Deze lagen worden plans genoemd. Vaak opgedeeld in drie plans: voorplan (voorgrond), middenplan achterplan (achtergrond). H.3 Beeldende kunst analyseren Tekenen H4 Paragraaf 3.6 Ruimte en Lijn Lesweek 5 GROOT VOOR – KLEIN ACHTER Ruimtesuggestie tweedimensionaal (2D) Groot voor – klein achter = Alles wat dichtbij is binnen het beeldvlak wordt groter afgebeeld dan dat wat verder weg is H.3 Beeldende kunst analyseren Tekenen H4 Paragraaf 3.6 Ruimte en Lijn Lesweek 5 OVERLAPPING Ruimtesuggestie tweedimensionaal (2D) Overlapping: wanneer een voorwerp of figuur gedeeltelijk voor / over een ander voorwerp of figuur geplaatst is binnen het beeldvlak H.3 Beeldende kunst analyseren Tekenen H4 Paragraaf 3.6 Ruimte en Lijn Lesweek 5 AFSNIJDING Ruimtesuggestie tweedimensionaal (2D) Afsnijding = wanneer delen van de voorstelling niet helemaal zichtbaar zijn binnen het beeldvlak. Wat door de uitsnede buiten het kader valt. H.3 Beeldende kunst analyseren Tekenen H4 Paragraaf 3.6 Ruimte en Lijn Lesweek 5 COULISSEWERKING en REPOUSSOIR Ruimtesuggestie tweedimensionaal (2D) Coulissewerking = Wanneer aan beide zijkanten van de voorstelling objecten geplaatst worden Hierdoor wordt je dieper de achterliggende ruimte in getrokken Repoussoir = Letterlijk: terugduwen; wanneer op de voorgrond een grote donkere vorm – deels zichtbaar – is, drukt dit de rest van de voorstelling naar achteren H.3 Beeldende kunst analyseren Tekenen H4 Paragraaf 3.6 Ruimte en Lijn Lesweek 5 Plasticiteit Ruimtesuggestie tweedimensionaal (2D) Plasticiteit = ruimtewerking d.m.v. toepassing licht en schaduwwerking H.3 Beeldende kunst analyseren Tekenen H4 Paragraaf 3.6 Ruimte en Lijn Lesweek 5 LIJNRICHTING Lijnrichting = De richting waarin lijnen getekend/geschilderd worden - Links-rechts - Boven-beneden - Diagonaal H.3 Beeldende kunst analyseren Tekenen H4 Paragraaf 3.6 Ruimte en Lijn Lesweek 5 CONTOUR Contour = Omtreklijn. Door contouren te gebruiken kan je figuren sterker/duidelijker benadrukken H.3 Beeldende kunst analyseren Tekenen H4 Paragraaf 3.6 Ruimte en Lijn Lesweek 5 LIJNDIKTE en LIJNSOORT Lijndikte = De dikte van de lijn heeft invloed op het karakter van de lijn. - Expressief - Vloeiend - Zacht - Hard - Kronkelend - Hoekig Lijnsoort = de manier waarop - Recht - Gebogen - Onderbroken - Doorlopend - Zigzaggend H.3 Beeldende kunst analyseren Tekenen H4 Paragraaf 3.6 Ruimte en Lijn Lesweek 5 LINEAIR Lineair = ook wel lijnvormig. Vooral uit lijnen bestaand noem je lineair. Kan ook 3D zijn