Stuvia - Onderzoeksmethoden - 10 Fases Empirisch Onderzoek PDF
Document Details
Uploaded by Deleted User
EliseC1995
Tags
Summary
Dit document geeft een samenvatting van de tien fasen van empirisch onderzoek. Het beschrijft methoden zoals deductief en inductief onderzoek, kwantitatief en kwalitatief onderzoek, en fundamenteel en toegepast onderzoek. Verder worden de belangrijkste onderzoeksvragen, hypothesen en doelen behandeld.
Full Transcript
Onderzoeksmethoden: 10 fasen van empirisch onderzoek geschreven door EliseC1995 De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen Op Stuvia vind je de beste samenvattingen, geschreven door j...
Onderzoeksmethoden: 10 fasen van empirisch onderzoek geschreven door EliseC1995 De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen Op Stuvia vind je de beste samenvattingen, geschreven door je medestudenten. Voorkom herkansingen en haal hogere cijfers met samenvattingen specifiek voor jouw studie. www.stuvia.be Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Onderzoeksmethoden – Tien fasen van empirisch onderzoek Inhoudsopgave WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK 4 FASE 1: KEUZE EN ERKENNING VAN EEN ONDERWERP 6 WAT IS EEN GOED ONDERWERP VOOR JE ONDERZOEK? 6 HOE BEPAAL JE DE MAATSCHAPPELIJKE RELEVANTIE VAN EEN ONDERWERP? 7 ZOEKEN IN NIEUWSDATABASES: 7 ZOEKEN OP WEBSITES VAN ORGANISATIES: 8 ZOEKEN VIA SOCIALE MEDIA: 8 UIT EIGEN ERVARING PUTTEN: 8 WETENSCHAPPELIJKE PAPERS (VB. IN INLEIDING OF CONCLUSIE): 9 CREATIEVE TECHNIEKEN 9 FASE 2: IDENTIFICATIE VAN DE BELANGRIJKSTE TOPICS 10 FASE 3: FORMULEREN VAN EEN PROBLEEMSTELLING 11 3.1. MAAK EERST EEN KEUZE VOOR DEDUCTIEF OF INDUCTIEF ONDERZOEK (= ONDERZOEKSCYCLYS) 11 DEDUCTIEF: 11 INDUCTIEF: 11 3.2. KIES JE VOOR KWANTITATIEF OF KWALITATIEF ONDERZOEK? 12 KWANTITATIEF: 12 KWALITATIEF: 12 3.3. KIES JE VOOR FUNDAMENTEEL OF TOEGEPAST ONDERZOEK? 13 FUNDAMENTEEL ONDERZOEK 13 TOEGEPAST ONDERZOEK (PROBLEEMOPLOSSEND) 13 3.4. EEN ONDERZOEKSVRAAG OF HYPOTHESE FORMULEREN 14 3.5. HET ONDERZOEKSDOEL BEPALEN (ZIT AL IN JE VRAAGSTELLING) 14 VERKLAREND ONDERZOEK 14 BESCHRIJVEND ONDERZOEK 14 ANDERE DOELEN 15 FASE 4: OPMAAK VAN EEN ONDERZOEKSDESIGN 16 FASE 5: GRONDIGE LITERATUURSTUDIE (= INFORMATIEVAARDIGHEDEN – MICHIEL BEELAERTS) 17 5.1. INLEIDING ‘INFORMATIEVAARDIGHEDEN’ 17 5.2. SOORTEN BRONNEN 18 PRIMAIRE BRONNEN 18 SECUNDAIRE BRONNEN 18 TERTIAIRE BRONNEN 18 1 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 5.3. INFORMATIE-VERWERVING ALS ITERATIEF (HERHALEND) PROCES 19 “REVIEW (ARTICLE)” OF “SURVEY (ARTICLE)” 19 HOEVEEL BRONNEN MOET IK VERWERKEN VOOR MIJN GRONDIGE LITERATUURSTUDIE? (FASE 5) 23 5.4. VINDPLAATSEN 23 5.5. ZOEKSTRATEGIEËN 23 ZOEKCRITERIA 23 COMBINEREN VAN ZOEKTERMEN: BOOLEAANSE OPERATOREN 24 HIËRARCHIE VAN OPERATOREN (WEB OF SCIENCE) 24 SNEEUWBALMETHODE 25 ENKELE BEGRIPPEN: 25 5.6. KRITISCHE BENADERING VAN WETENSCHAPPELIJKE BRONNEN 25 WANNEER IS EEN BRON ‘WETENSCHAPPELIJK’? IS WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK ZONDER MEER BETROUWBAAR? 25 HET WETENSCHAPPELIJK PROCES 25 WETENSCHAP IS MENSENWERK 26 EXTERNE INVLOEDEN 27 CONCLUSIE 27 POPULARISERING VAN WETENSCHAP 27 WERKCOLLEGE ARTIKEL LEZEN - ANALYSEMODEL – MICHIEL BEELAERTS 28 INLEIDING 28 FASE 6: VERFIJNEN ONDERZOEKSVRAAG EN DESIGN 29 FASE 7: TUSSENSTAND, ONDERZOEKSETHIEK EN TOEGANG 29 2 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen FASE 8 & 9: VERZAMELEN & ANALYSEREN VAN GEGEVENS (= LESSEN DAVY VERCRUYSSE) 30 HET GEBRUIK VAN SECUNDAIRE GEGEVENS 30 OVERZICHT ONDERZOEKSTECHNIEKEN 35 ONDERZOEKSFILOSOFIEËN: 35 ONDERZOEKSBENADERINGEN: 35 ONDERZOEKSTECHNIEKEN: 35 ONDERZOEKSMETHODEN: 37 TIJDSHORIZONTEN: 37 HET TREKKEN VAN STEEKPROEVEN 38 WAT ZIJN STEEKPROEVEN? 38 WAAROM NEMEN WE STEEKPROEVEN? 38 STOCHASTISCHE OF NIET-STOCHASTISCHE STEEKPROEVEN? 38 DEFINITIE STEEKPROEFKADER 39 VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT HET STEEKPROEFKADER 39 SOORTEN STOCHASTISCHE STEEKPROEVEN 39 WANNEER EEN NIET-STOCHASTISCHE STEEKPROEF (MOETEN) AFNEMEN? 41 WAARNEMINGEN, INTERVIEWS, SURVEYS 43 DE ROLLEN VAN DE ONDERZOEKER IN PARTICIPERENDE WAARNEMING – TYPOLOGIE GILL EN JOHNSON 43 REDENEN VOOR HET GEBRUIK VAN SEMI-GESTRUCTUREERDE INTERVIEWS ZIJN: 43 FACTOREN DIE DE KEUZE VAN WAARNEMER BEPALEN (= ONDERZOEKER NEEMT DEEL AAN ACTIVITEIT EN ZIJN IDENTITEIT IS BEKEND) 44 SOORTEN INTERVIEWS 45 FASE 10: RAPPORTEREN EN ACTUALISEREN 46 3 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen U Veeleer een iteratief (herhalend) dan een lineair proces Wetenschappelijk onderzoek Ä Wetenschappelijk onderzoek – definitie ‘Saunders et al.’ (2011): = Iets wat mensen ondernemen om iets op een systematische manier uit te zoeken, waardoor hun kennis toeneemt Ä Kenmerken van empirisch onderzoek: o systematisch verzamelen van gegevens o systematisch analyseren van gegevens o doel = iets nieuws ontdekken Voorbeeld doel – iets nieuws ontdekken: Stel je doet exact hetzelfde onderzoek op dezelfde manier à gebuisd! Hoe kun je dit aanpakken? o Repliceer hetzelfde onderzoek, maar met een andere techniek o Repliceer hetzelfde onderozek, maar i.p.v. de populatie VS, onderzoek je de Belgische populatie Ä Wie doet aan wetenschappelijk onderzoek? = “De wetenschappelijke gemeenschap”: o Slechts een klein deel van de beroepsbevolking is (voltijds) wetenschapper. Zij bepalen hoe je in het vakgebied aan wetenschap doet. o Hierop is er externe invloed, onder andere van overheid en politiek en van het bedrijfsleven. o Wetenschap verandert naar tijd en ruimte, bijv. § medische experimenten in Duitsland onder naziregime § ‘alternatieve geneeswijzen’ erkennen § onderzoek naar geneesmiddelen door de bedrijven indien winstgevend Ä Wetenschappelijk onderzoek en bedrijfsleven- “economisch wetenschappelijk onderzoek” o Probleem van de ‘relevantiekloof’ tussen kennisproducenten en -gebruikers. § Kennisproducenten = wetenschappers § Gebruikers = consumenten § Vgl. medische wetenschap. o Geraakt de wetenschappelijke kennis tot bij de bedrijfsleider of manager? o Kiest de onderzoeker vragen die bij de praktijk van bedrijfsleven en management aansluiten? Vb. Veel rekruteurs weten niet dat er een onderzoek bestaat over hoe goed je iemand op jouw website kunt rekruteren = relevantiekloof! Vb. Maggie DB heeft een manier uitgevonden dat de dokters dichter bij de wetenschap brengt, om hen te informeren. Stel een behandeling is verouderd. Er is iets beter volgens wetenschappelijk onderzoek. Stel een dokter heeft deze informatie niet – specialist wist niet van het onderzoek, kan een patiënt razend zijn want hij wou de beste behandeling! = relevantiekloof! 4 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Ä Verschillende paradigma’s in een wetenschap. Hoe doe je aan onderzoek? Twee belangrijke paradigma’s: = een manier om aan wetenschap te doen 1) Positivistische: = Kennisproblemen oplossen met de methoden van de natuurwetenschappen. = Deductie, theorie, model, toetsen, kwantitatief, statistiek Voorbeeld: NMBS – veel stakingen. Er bestaan theorieën, klopt die ook voor NMBS? Hoeveel keer is er gestaakt? Hoeveel werknemers? = Kwantitatief. Wat waren de kenmerken? Steekproef afleggen; een enquête à veel vragen stellen en dan statistisch verwerken + eventueel verbanden leggen Kort uitgelegd: De positivitische manier van onderzoek is werken met cijfers en dan statistisch verwerken 2) Interpretivistische: = Mensen als sociale actoren die een rol spelen. Aan deze rollen zijn betekenissen gehecht. Sociale rollen worden geïnterpreteerd = Inductie, kwalitatief, interview, observeren, coderen en categoriseren Voorbeeld: Een aantal stakers interviewen én opnemen – je krijgt redenen, een hele uitleg. Motieven? Wat drijft zo’n iemand om te staken? Hoe moet je dit interpreteren? Verwerken? à coderen & categoriseren: vb. ‘salaris’, ‘legale voordelen’; je geeft dit een code – je voegt die samen in 1 categorie namelijk ‘financiële aspecten’ Je doet 20 diepte-interviews; je kunt niet meer… Is dit representatief? 5 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen FASE 1: Keuze en erkenning van een onderwerp Wat is een goed onderwerp voor je onderzoek? Ä Een goed onderwerp? o Interesseert het onderwerp je? o Houd je voldoende rekening met de wensen van de opdrachtgever (bijv. promotor)? o Ben je vaardig genoeg (bijv. talenkennis, ICT-kennis) o Is het praktisch haalbaar (tijd, vlotte toegang tot informatie die je nodig hebt, financiën)? o Is het maatschappelijk relevant? (en wetenschappelijk relevant!) Voorbeeld – maatschappelijk relevant: = Er moeten mensen rondlopen die uw onderwerp interessant vinden! o Consumentengedrag – interesseert veel mensen o Onderzoek voor 1 bep. bedrijf – interessant voor dat ene bedrijf maar ook misschien voor andere bedrijven met een gelijkaardig probleem 6 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Hoe bepaal je de maatschappelijke relevantie van een onderwerp? Ä Wat is nu interessant? = Het heeft weinig waarde om iets te bestuderen waarin niemand geïnteresseerd is à Een onderwerp moet maatschappelijk relevant zijn. o Toegepast wetenschappelijk onderzoek? = Vaak een probleem van een bedrijf of van een andere organisatie oplossen § In eerste instantie heeft dan alleen die organisatie belang bij je onderzoek. § Maar andere organisaties die een gelijkaardig probleem hebben, hebben er wellicht ook baat bij om de resultaten van het onderzoek te kennen. o Onderzoek in het belang van de hele samenleving? § Burgers zijn consumenten of beroepsactief en dus geïnteresseerd in onderzoek naar bijvoorbeeld reclame, rekrutering en selectie van personeel, familiebedrijven, etc. Zoeken in nieuwsdatabases: (vb. Artikel geluk – kunnen er nog thema’s onderzocht worden?) = Een krantenartikel kan inspiratie opleveren voor het vinden van goede onderwerpen. Ä Voor economisch onderzoek zal je de beste ideeën vinden wanneer je kwaliteitsbronnen raadpleegt (vb. De Standaard, De Morgen, De Tijd of weekblad Knack) o Deze besteden immers veel aandacht aan economische berichtgeving en ze hebben ook gespecialiseerde journalisten die de economische actualiteit volgen. o In het digitale archief à ev. zoeken naar bijdragen die eerder in het blad verschenen. Ä Scan de tekst op volgende criteria om inspiratie op te doen: o Welke aspecten van het onderwerp behandelt de krant? Is er een aspect dat je interessant vindt? o Noemt de journalist in het artikel zelf thema’s die onderzocht zouden kunnen worden § Wat weten we nog niet? § Waarover bestaat er discussie? o Word een onderzoek vermeld? – noteer de naam van onderzoeker, wetenschappelijk tijdschrift… o Onderstreep kernwoorden à kunnen ‘zoektermen’ worden wanneer je op zoek gaat naar wetenschappelijke artikelen in referentiedatabanken (vb. Web of Science) o Opiniestukken en interviews zijn ook interessant – de mening van de geïnterviewde of opiniemaker levert soms goede onderwerpen o Recensies van wetenschappelijke werken in tijdschriften ook interessant bij zoektocht naar een onderwerp 7 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Zoeken op websites van organisaties: (vb. Unizo – “zeer actueel”, “problemen”…) Ä Tal van bedrijven, verenigingen, sectororganisaties, belangengroeperingen en overheden communiceren met hun leden en de publieke opinie langs hun website. à Wanneer je een breed en algemeen onderwerp in je hoofd hebt, kan je gericht gaan zoeken naar dergelijke websites. Ä Beoordeel wel de kwaliteit van deze websites! – aan de hand van de C.R.A.P-test: o Currency: § Is de informatie recent genoeg? § Wanneer was de laatste update? o Reliability: § Is de aangeboden informatie betrouwbaar? § Komt de informatie uit eigen hand of werd deze overgenomen van een andere bron? § Staat er een bronvermelding bij? Kun je afleiden waar de informatie vandaan komt? § Is de informatie objectief (of eenzijdig)? o Authority: § Wie zit er achter de website? Heeft deze persoon of organisatie een goede naam? § Bezit deze persoon/organisatie veel expertise over het onderwerp? o Purpose/Point-of-view § Wat is het doel van de informatieleverancier? § Is het doel: informeren of overtuigen? § Is het doel: eigen belangen verdedigen, ev. ten koste van de kwaliteit van de geleverde informatie? Zoeken via sociale media: Ä Facebook, Twitter en andere sociale media leveren elke dag massa’s nieuwe informatie, opinies, etc. o Deze worden door geen enkele kwaliteitsfilter geduwd. o Je kunt door het volgen van deze media wel snel te weten komen wat er leeft in een samenleving. Uit eigen ervaring putten: Ä Een onderwerp voor je onderzoek kan ook uit je eigen ervaring opborrelen. Ä Bv. Je hoort van een vriendin dat deze ernstig ziek is en toch amper een beroep kan doen op terugbetaling van haar medische kosten door het ziekenfonds. o Die financiële last maakt haar ongelukkig. o Deze getuigenis laat je nadenken over het verband tussen een goede sociale zekerheid en het geluksgevoel van mensen. 8 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Wetenschappelijke papers (vb. in inleiding of conclusie): (vb. the resource curse) Ä Ook wanneer je een review of wetenschappelijke papers leest (zie 3.) kun je nog informatie verzamelen over het maatschappelijke belang van een onderwerp. o In inleiding = auteur – waarom koos ik voor dit onderwerp? o In conclusie = hoe kun je de resultaten van dit onderzoek valoriseren (toepassen, economisch ten nutte maken) door er bijvoorbeeld je beleid op te baseren? Creatieve technieken Ä Aan de hand van creatieve technieken kun je verder naar thema’s voor onderzoek zoeken – vertrek van belangrijke woorden of kernbegrippen die je al gevonden hebt: 1) Brainstormen: = Schrijf begrippen op vertrekkend van een basiswoord. Zoek dan verbanden tussen deze begrippen. Deze techniek werkt goed in groepjes/groepen. Stap 1: ideeën genereren (vertrekkend vanuit een basiswoord, wees niet te kritisch) Stap 2: ideeën selecteren (selecteer de beste ideeën) Stap 3: Ideeën uitwerken (in kleinere groepjes, leg verbanden) Vb. Nieuwsartikel geluk à woord: “geluk meten” Vb. Verbanden leggen: geluk – huisdier – sociaal contact – dierenwelzijn à kan de overheid het geluk van de bevolking verhogen door een huisdiervriendelijk beleid te voeren? 2) Relevantieboom opstellen: = Vertrek vanuit een basiswoord en ‘vertak’ dan naar andere begrippen. = Deze techniek is geordender naar de vorige. Je kunt hieruit zelfs al een eerste voorlopige structuur voor je studie afleiden. Voorbeeld: Determinanten (van geluk): o Welvaart § Behoeften § Middelen o Een sociaal vangnet § Gezondheid § Pensioen § Kindergeld 9 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen FASE 2: Identificatie van de belangrijkste topics Ä Dit is het bepalen van de wetenschappelijke relevantie van je onderzoek. o Is het onderwerp ook wetenschappelijk relevant? o Werd het onderzoek nog niet onderzocht? Ä Hoe? - Lees een review = kritisch literatuuroverzicht o Geeft op gestructurerde wijze een stand van zaken o Is kritisch (witte vlekken, discussie, fouten) o Geeft pistes voor verder onderzoek Vb. De review – “Natural Resource Curse” – door dit te lezen, vind je misschien een onderzoek dat nog niet werd gedaan? Het geeft je pistes voor verder onderzoek. 10 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen FASE 3: Formuleren van een probleemstelling = onderzoeksvraag met deelvragen 3.1. Maak eerst een keuze voor deductief of inductief onderzoek (= onderzoekscyclys) Deductief: = Meest gekozen manier = Er is een theorie aanwezig à model (een selectie uit de theorie) à hypothese à toetsing à theorie aanvaarden/verwerpen/aanpassen. = Meestal kwantitatief – positivistische manier van onderzoek Voorbeeld: Ons onderzoek voor onderzoeksvoorstel: “De vloek der natuurlijke rijkdommen. Een vergelijkende studie: Noorwegen en Congo.” Werd beïnvloed door een voorgaande vergelijkende studie tussen Noorwegen en Venezuela. Daar bleek dat Noorwegen een uitzondering was op de vloek. Verder uit andere bronnen bleek Congo een sterk voorbeeld van het fenomeen. Dus ons model – Natuurlijke rijkdommen zijn voor Noorwegen een zegen en voor Congo een vloek – is gebaseerd op een theorie en is bijgevolg een deductief onderzoek. Voorbeeld: Inductief: = Er is weinig kennis of theorie beschikbaar = Er is een empirie (= waarneming als bron van kennis) of een observatie à generaliseren: axioma1 à theorie = Vaak/bijna altijd kwalitatief – uitgebreid interviewen en dan conclusies trekken – interpretivistische manier van onderzoek Voorbeeld: We merken op dat er veel stakingen zijn bij de NMBS (= observatie). We interviewen een aantal stakers en kijken hierbij dus ook naar de gevoelens, ervaringe, motieven. Tijdens deze diepte- interviews ontdekken we dus redenen – wat hen drijft om te staken. Resultaat: ‘financiële aspecten’ liggen aan basis van de stakingen = theorie Voorbeeld: Enkele personeelsleden ervaren bedreigingen van geweld (= observatie). We leggen diepte-interviews af en hebben ook aandacht voor gevoelens en ervaringen. Hieruit kan men een ‘theorie’ afleiden: vb. uit de interviews bleek dat mensen met weinig dienstjaren meer stress ervaren dan… 1 Axioma = niet bewezen stelling die als waarheid wordt aangenomen 11 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 3.2. Kies je voor kwantitatief of kwalitatief onderzoek? Kwantitatief: Ä Gebaseerd op betekenissen die van getallen zijn afgeleid Ä Verzamelen resulteert in numerieke en gestandaardiseerde gegevens o Informatie verzamelen a.d.h.v. een representatieve steekproef van de populatie o Informatie verzamelen a.d.h.v. enquêtes Ä Analyse gebeurt d.m.v. diagrammen en statistische methoden Vb. Aantal stakingen… Kwalitatief: Ä Gebaseerd op betekenissen die door woorden worden uitgedrukt (Waarom? Hoe? Doorvragen…) Ä Verzamelen resulteert in niet-gestandaardiseerde gegevens, die in categorieën worden ingedeeld Ä Analyse wordt uitgevoerd door middel van conceptualisatie Vb. Motieven stakingen? 12 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 3.3. Kies je voor fundamenteel of toegepast onderzoek? Fundamenteel onderzoek Ä Doel: o Kennis verruimen o Resulteert in universele principes (toetsen/ontwikkelen van theorieën) o Bevindingen van betekenis en waarde voor de samenleving in het algemeen (= gericht op resultaten die van belang zijn voor de maatschappij algemeen) Ä Context: o Ondernomen door mensen aan universiteiten (= academische gemeenschap) o Keuze van onderwerp en doelstellingen bepaald door onderzoeker o Flexible tijdschema’s (niet echt beperkt in tijd) Ä Voorbeeld: o “We onderzoeken de relatie tussen de ecologische voetafdruk en het subjectief welzijn op individueel niveau” – doel: kennis verruimen o “We onderzoeken waarom natuurlijke rijkdommen voor Noorwegen een zegen zijn en voor Congo een vloek” – doel: kennis verruimen Toegepast onderzoek (probleemoplossend) Ä Doel: o Het inzicht verbeteren (van een bepaald bedrijfs- of management probleem) o Resulteert in een oplossing van het probleem o Kennis gelimiteerd tot het probleem o Bevindingen van praktische relevantie en waarde voor manager(s) in organisatie(s) Ä Context: o Ondernomen door mensen uit verschillende omgevingen, waaronder organisaties en universiteiten o Doelstellingen onderhandeld met opdrachtgever o Strakke tijdschema’s (beperkt in tijd) Ä Voorbeeld: o Hoe kun je het aantal vrouwelijke sollicitanten voor topfuncties in ons bedrijf verhogen? – inzicht verbeteren van het probleem: weinig vrouwelijke sollicianten voor topfuncties? § Vb. Vrouwen denken: “Ze nemen toch enkel mannen aan.” § Vb. Functiebeschrijving schrikt vrouwen af? 13 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 3.4. Een onderzoeksvraag of hypothese formuleren Ä Een goede onderzoeksvraag is: o Eenduidig (= elk begrip goed definiëren) o Goed afgebakend (= afgebakend in tijd, populatie… Hou het beheersbaar, hoe beperkter, hoe beter – maar ook niet te beperkt) o Doelgericht (= iets verklaren? Iets beschrijven?) o Gekoppeld aan een theorie en/of methodologie o Intern logisch en consistent (= de deelvragen geven een antwoord op de hoofdvraag – link het aan elkaar) Ä Voorbeeld: o Onderzoek: “Allochtonen onder ondernemers…” – is niet eenduidig! Wat wat versta je onder allochtonen? Wat versta je onder ondernemers? Zijn ondernemers ook nachtwinkeleigenaars of bedoelt u handelaar? o Vb. Onderzoek met tijdsperiode: 1980-2017 = te veel! Is niet goed afgebakend o Vb. Onderzoek met populatie: ‘hele wereld’ = te veel! Is niet goed afgebakend 3.5. Het onderzoeksdoel bepalen (zit al in je vraagstelling) Verklarend onderzoek Vb. ‘waarom’, ‘onder welke voorwaarden’… Vb. Hoofdvraag: waarom zijn natuurlijke rijkdommen voor Noorwegen een zegen en voor Congo een vloek. Vb. Waarom kiest de consument voor merk A en niet B? Wat is het imago van die merken? = We zoeken naar verklaringen waarom een bepaald fenomeen zich voor doet? Ä Doel verklarend onderzoek: o Hypothese testen o Theorie uitbreiden o Theorie ondersteunen of weerleggen (klopt de theorie?) o Een specifieke situatie linken aan de theorie Beschrijvend onderzoek Vb. ‘Welke… gebruiken’ = Een fenomeen in kaart brengen; vb. beschrijven van een nieuwe soort, iets in beeld brengen, een stadia verduidelijken … Ä Doel beschrijvend onderzoek: o Gedetailleerd, zeer nauwkeurig beeld o Nieuwe gegevens zoeken o Een typologie creëren o Verduidelijken van de stadia of het proces o Documenteer een causaal proces o Rapport over achtergrond of context 14 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Andere doelen Ä Verkennend (onderzoek): = Het onderzoekprobleem beter begrijpen; onderzoeker doet vaak aan terreinverkenning – welke factoren spelen een belangrijke rol? Hoe liggen de relaties? Wat zijn de achterliggende motieven? – vaak dus om achtergrondinformatie te verkrijgen. o Bekend met basisfeiten o Een algemeen beeld creëren o Een vraag formuleren voor toekomstig onderzoek o Nieuwe ideeën genereren voor onderzoek o Haalbaarheid van toekomstig onderzoek o Meting ontwikkeling Ä Toetsend (onderzoek): = Onderzoeken of een hypothese klopt Ä Diagnostisch (onderzoek): = De problemen of knelpunten zoeken Ä Ontwerpen: = Een oplossing voorstellen of aanbevelingen doen (prescripitief) Ä Evaluatief: = Zijn de doelstellingen gerealiseerd? 15 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen FASE 4: Opmaak van een onderzoeksdesign = Dit is als het ware je onderzoeksplan (voorstel, ontwerp) dat je ter goedkeuring voorlegt en wilt uitvoeren. Voorbeeld in Documenten op Minerva. Ä Onderdelen o Een voorlopige titel (geen vraagvorm) o Maatschappelijke relevantie o Wetenschappelijke relevantie/ literatuuroverzicht o Probleemstelling o Populatie/onderzoekseenheden – Eventueel: steekproefmethode (select of aselect) o Tijdsdimensie: korte- of langetermijnonderzoek (lange termijn zoekt naar evoluties) o Techniek van dataverzameling en toegang tot informatie (fysiek en cognitief) o Onderzoeksethische kwesties (bijv. vertrouwelijkheid en anonimiteit; geïnformeerde toestemming; onvolledig rapporteren) o Zoektermen en zoekcriteria voor de grondige literatuurstudie o Literatuurlijst o Tijdschema en vereiste middelen 16 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen FASE 5: Grondige literatuurstudie (= informatievaardigheden – Michiel Beelaerts) 5.1. Inleiding ‘informatievaardigheden’ Ä Informatievaardigheden = informatieverwerving + informatieverwerking o Hoe verzamel ik op een efficiënte manier bruikbare informatie over mijn onderwerp? Ä Literatuurstudie: waarom? o Inzicht krijgen in je onderwerp o Vermijden van bestaand onderzoek over te doen o Je eigen onderzoek in een “body of knowledge” plaatsen o Bestaande theorieën zoeken om te testen o Verantwoording van je onderwerp o Vinden van ideeën over wat je nog kunt onderzoeken en hoe je dat kunt doen (wetenschappelijke relevantie) 17 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 5.2. Soorten bronnen Primaire bronnen Ä Onbewerkte gegevens die een onderzoeker kan verzamelen. o Het heeft direct betrekking op wat je onderzoekt o Hier is nog geen (wetenschappelijk) onderzoek van gebeurt o Bv. vergaderverslagen van vakbonden, jaarrekeningen van bedrijven, wetteksten… o Instellingen en organisaties Opmerking: Is niet hetzelfde als primaire gegevens! (= gegevens die je zelf verzamelt) Secundaire bronnen Ä Zijn bronnen waarin primaire bronnen zijn verwerkt – ze bieden nog steeds nieuwe informatie, nieuwe kennis o Bijvoorbeeld: § Wetenschappelijke tijdschriften of vaktijdschriften waarin wetenschappelijke artikels gepubliceerd worden § Wetenschappelijke boeken o Kwaliteitswaarborg: peer review Opmerking: Is niet hetzelfde als secundaire gegevens! (= reeds beschikbare gegevens, gegevens die al verzameld werden door anderen en die opnieuw gebruikt kunnen worden voor een ander onderzoek) Tertiaire bronnen Ä Tertiaire bronnen kunnen bestaan uit: o Handboeken – waarin een overzicht van de stand van de kennis over een bepaald onderwerp te vinden is – oriëntatie in een onderwerp o Een databank met secundaire bronnen zoals wetenschappelijke databanken § Vb. wetenschappelijke referentiedatabank – Web of Science § Deze bibliografische databanken of referentiedatabanken geeft je een titelbeschrijving van elke bijdrage, een abstract en andere randinformatie § Vaak vind je in deze databank ook de volledige tekst (full tekst) van de bijdrage of informatie waar je de volledige tekst kunt vinden Opmerking: Is niet hetzelfde als tertiaire gegevens (= meta-analyse: de auteur verwerkt wetenschappelijke onderzoeksresultaten tot een nieuw wetenschappelijk resultaat) 18 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 5.3. Informatie-verwerving als iteratief (herhalend) proces Ä In de tienfasenaanpak – verwerf je meerdere keren informatie; namelijke in de volgende aangeduide fasen: “Review (article)” of “Survey (article)” Ä Dit betekent in het Nederlands ‘een overzichtsartikel = een overzicht en bespreking van wetenschappelijke boeken en papers over een bepaald onderwerp. o Wetenschappelijke publicatie die de huidige kennis over een onderwerp probeert samen te vatten à bijzonder handig in eerste fasen o Peer reviewed (= nagelezen door specialisten) o Gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften Ä Wat als een review niet beschikbaar is voor mijn onderwerp? o Lees ruimer dan je onderwerp o Lees de literatuurstudie van recent verschenen papers over je onderwerp Ä Wat zijn de kenmerken van een goed overzichtsartikel? o Geeft een stand van zaken (state of the art) o Is gestructureerd (bv. per deelthema) o Is kritisch § Het is meer dan een opsomming van eerder onderzoek, er is aandacht voor gelijkenissen en verschillen, voor tekortkomingen… § bv. discussiepunten, ongepaste onderzoeksmethoden o Geeft pistes/suggesties voor verder onderzoek 19 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Opdracht review lezen – enkele belangrijke vragen: Ä Wat is een abstract? = Een samenvatting van de review (artikel); geeft een overzicht van de inhoud van het artikel, zo vind je er het volgende in terug: o Thema’s o Onderzoeksvragen o Methodes o Conclusies o Concepten uit het vakgebied en zoektermen = Aan de hand hiervan kun je beoordelen of deze paper inhoudelijk interessant is voor jouw onderzoek o Bepalen of de tekst relevant is voor eigen onderzoek? o Moet ik nog verder lezen of is dit niet wat ik zocht? Ä Keywords? – deel van ‘article info’: = Door de auteur gekozen woorden of woordgroepen die het onderzoek typeren; ook databank kan standaard sleutelwoorden aan een artikel linken Voorbeeld: Keywords bij de review ‘Evolution of the natural resource curse thesis…”: o Natural resource curse o Natural resource abundance o Natural resource dependence o Economic growth o Literature survey Ä In een review wordt vaak verwezen naar de maatschappelijke relevantie van het thema (m.a.w. sluit het aan bij wat in de samenleving leeft?) Voorbeeld: toepassing resource curse = Wie heeft iets aan dit onderzoek in de bredere samenleving? Bedrijven, de overheid, vzw’s, NGO’s, de betrokken burger, algemeen belang… In deze review komt dit impliciet aan bod, want vrij evident (vb. eerste zinnen van de inleiding) à economische ontwikkeling realiseren in ontwikkelingslanden Ä In een review wordt vaak verwezen naar de wetenschappelijke relevantie van het thema (draagt het bij aan de wetenschappelijke kennis?) Voorbeeld: toepassing resource curse p.123: “Our paper extends these previous surveys by including more recent studies not found elsewhere, and focusing on the evolution of economists’ thinking about the resource curse, including recent critiques of its very existence.” 20 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Ä Belang van definities: = In wetenschappelijke literatuur is het essentieel om stil te staan bij de definitie van belangrijke begrippen Voorbeeld: toepassing resource curse – aan welke begrippen werd aandacht geschonken? ü Wat wordt bedoeld met “natural resources”? o “natural assets … that occur in nature and can be used for economic gain” (p.124) o Non-renewable resources o Resource wealth versus other types of wealth ü “Resource abundance” versus “resource dependence” (p. 127) o abundance ~ natural resource capital per capita o dependence ~ ratio of natural resource exports over GDP Ä Inhoud per onderdeel: = Een overzicht van de inhoud per onderdeel – van zo ongeveer alle reviews, artikels… – is te vinden op het einde van de inleiding Voorbeeld: toepassing resource curse Het overzicht is te vinden op het einde van de inleiding met de vermeldingen: “section 2… section 3…” Ä Enkele belangrijke opmerkingen: o In een review vind je vaak auteurs die in het verleden belangrijke bijdragen hebben geleverd aan de wetenschappelijke literatuur rond het specifieke thema (kun je in de literatuurlijst terugvinden, of doorheen de tekst door bronvermeldingen) o Een review omvat onderzoek die de onderzochte theorie weerleggen of ondersteunen o Een review omvat de eigen interpretatie van de auteurs van de review (Wat is hun mening? Wat denken zij?) Ä In een review kun je suggesties vinden voor verder onderzoek o Vb. eventueel onder andere omstandigheden? o Werden enkele tijdsperioden nog niet onderzocht? o Andere landen? o Nood aan andere onderzoekstechnieken? Vb. kwalitatieve methoden i.p.v. kwantitatieve methoden? Want als verschillende onderzoeksmethoden tot dezelfde conclusie zouden leiden, maakt dit de conclusie sterker! Ä In een review vind je achteraan een literatuurlijst – de volgende gegevens kun je erin terugvinden: o Auteur(s) o Jaartal o Titel o Tijdschrift incl. volume, editie en paginanummers o Afhankelijk van het type bron: uitgeverij, datum,… 21 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Ä Referenties kunnen aardig op elkaar lijken – maar verschillen toch van elkaar – hier enkele voorbeelden van ‘soorten referenties’: Voorbeeld: Brunnschweiler C.N. & Bulte E.H. (2008). The resource curse revisited and revised: a tale of paradoxes and red herrings. Journal of Environmental Economics and Management 55 (3), pp. 248-264 = Dit is een publicatie uit een wetenschappelijk tijdschrift. Aan de referentie hierboven kan je echter niet zien of het om een artikel of een review (of nog iets anders) gaat. Voorbeeld: Lederman D. & Maloney W.F. (2007). Natural resources: neither curse nor destiny. World Bank- free PDF = Hier gaat het om een boek, maar de referentie is erg onduidelijk. Als je googelt naar “lederman maloney resource curse” vind je het boek snel terug en dan merk je dat in de referentie heel wat informatie ontbreekt: bv. Lederman en Maloney blijken de redacteuren te zijn, niet de auteurs, bv. de uitgeverij Stanford University Press wordt nergens vermeld,… Voorbeeld: De Gregorio J. & Labbé F. (2011). Copper, the real exchange rate and macroeconomic fluctuations in Chile. (Chapter 12). In: Areski R., Gylfason T. & Sy A. (Eds.). Beyond the curse: policies to harness the power of natural resources. International Monetary Fund, Washington D.C., 203-233 = Hier gaat het om een hoofdstuk uit een boek. Dat zie je aan het feit dat twee keer namen van onderzoekers voorkomen: eerst de auteurs van het hoofdstuk (De Gregorio en Labbé) en dan de namen van de redacteuren van het boek (Areski, Gylfason en Sy) Voorbeeld: Gelb A. (1988). Oil windfalls: blessing or curse? Oxford and New York: Oxford University Press = Hier gaat het om een boek van één auteur. Na de titel zie je plaats van uitgave en de naam van de uitgeverij Voorbeeld: Sala-i-Martin X. & Subramanian A. (2003). Addressing the natural resource curse: an illustration from Nigeria. National Bureau of Economic Research, Working Paper 9804 = Deze referentie verwijst naar een zogenaamde ‘Working paper’. Dat zijn een soort voorpublicaties van een onderzoeksproject. Let op! Deze bronnen zijn nog niet door het proces van peer review gegaan, dus voorzichtigheid is geboden! 22 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Hoeveel bronnen moet ik verwerken voor mijn grondige literatuurstudie? (fase 5) Ä Uitgangspunt: alle kwaliteitsvolle relevante bronnen o Kwaliteit > kwantiteit o “Volledigheid” o Citatie-index = een database waarin miljoenen citaties (= referenties) van wetenschappelijke publicaties zijn opgeslagen. Aan de hand van deze informatie kan bepaald worden welke artikelen het meest worden geciteerd. Enkele citatie-indices zijn; Scopus (van Elsevier), Web of Science (van Thomson Reuters) en Google Scholar (van Google) 5.4. Vindplaatsen Ä Enkele vindplaatsen van kwaliteitsvolle bronnen zijn: o Bibliotheek § Catalogus § Lib.ugent.be o Databanken § Web of Science § Econlit § RePEc § Google Scholar (=wetenschappelijke informatie terug te vinden op google.) o Nieuwe media § ResearchGate o ‘Open Access’ = auteurs bieden hun wetenschappelijk werk gratis aan om in te gaan tegen de te dure abbonementen op wetenschappelijke tijdschriften. 5.5. Zoekstrategieën Zoekcriteria Ä Bij het zoeken naar bronnen is het belangrijk dat je je zoekopdracht afbakent – afbakenen van je zoekopdracht: o Vb. vakgebied o Vb. in tijd en ruimte o Vb. soort bron Ä Zoek volgens kernwoorden/keyword en bereid uit: o Synoniemen o Enkelvoud/meervoud o Spellingsvarianten (advocaat-advokaat) o … Ä Aanhalingstekens: exacte formulering opzoeken 23 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Combineren van zoektermen: Booleaanse operatoren Ä AND o Doorsnede (teksten met enkel X of Y) o Vb. Tax AND reform Ä OR o Unie (teksten met X of met Y) o Vb. Tax OR reform Ä NOT o Verschil (met twee verzamelingen) o Vb. Tax NOT reform Ä NEAR = Naburigheidsoperator (X N5 Y: max 5 woorden tussen X en Y) o N: volgorde niet belangrijk à bv. Tax N5 reform o W: volgorde wel belangrijk à bv. Tax W5 reform Hiërarchie van operatoren (Web of Science) Ä NEAR/x > NOT > AND > OR = Eerst wordt de NEAR geanalyseerd en vervolgens NOT gevolgd door AND gevolgd door OR Voorbeeld: Copper OR lead AND algae Let op: ‘()’ verandert de volgorde: (Copper OR lead) AND algae 24 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Sneeuwbalmethode = Een handige manier om relevante bronnen te vinden is de sneeuwbalmethode. = Je controleert alle literatuurreferenties van belangrijke artikelen en je gaat zo maar door… Hiermee tracht men alle relevante literatuur op een bepaald gebied op te sporen, vb. voor het maken van een review. Kort uitgelegd: één bruikbare bron wordt gebruikt om er nog andere te vinden Enkele begrippen: Wildcard = vervangt één of meerdere letters Truncatie = het laatste deel van een woord vervangen Cited Reference = wie heeft er naar dit artikel verwezen Create citation aler = altijd als het artikel wordt geciteerd krijg je hiervan een melding Federatieve zoekmachines = zoeken in een aantal databanken tegelijk 5.6. Kritische benadering van wetenschappelijke bronnen Wanneer is een bron ‘wetenschappelijk’? Is wetenschappelijk onderzoek zonder meer betrouwbaar? Ä Feitelijke beoordeling o Sommige zoekmachines zoals Scopus of Web of Science gebruiken enkel artikelen uit hoogwaardige, peer reviewed tijdschriften o Sommige uitgevers geven alleen wetenschappelijke boeken uit o Peer reviewed artikels o … Ä Inhoudelijke beoordeling o Citaties? – wordt het stuk vaak geciteerd (rekening houdend met hoe lang het al beschikbaar is) en vooral: wat wordt er dan gezegd? o Auteur? – goede naam? Geassocieerd bij een (goede) universiteit? o Datering van de tekst? o Aanwezigheid van de methodiek? Hoe heeft men het onderzoek aangepakt? Waar komen de gegevens vandaan? o Literatuurlijst? o Niveau van taalgebruik? Het wetenschappelijk proces Ä Rol van peer review (= kwaliteitscontrole) = Sommige tijdschriften maar ook sommige boekhouduitgevers vragen deskundigen een (blind) oordeel voor publicatie – laten het dus nalezen door specialisten Ä Repliceerbaarheid = Bestaand onderzoek repliceren in een andere regio of voor een andere periode Ä Wetenschappelijke consensus = wetenschappelijke overeenstemming, algemene gelijkheid van opvatting 25 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Wetenschap is mensenwerk Ä Er zijn natuurlijk ook een aantal twijfelachtige onderzoekspraktijken – namelijk de grijze zone van dubieuze praktijken (zie afbeelding) Publish or perish = Is een uitdrukking die wordt gebruikt om de druk in de academische wereld te beschrijven om academisch werk snel en continu te publiceren om je carrière te ondersteunen of te bevorderen. = De druk van het frequent onderzoeken en publiceren Perverse incentives = Een zinvol paper gaan opdelen in verschillende papers vb. “Salami slicing” = Het publiceren van kleine ‘slices’ (deeltjes) van het onderzoek in verschillende papers = Dus eigenlijk het opbreken of segmenteren van data van één enkele studie en het creëren van verschillende manuscripten voor publicatie (kan resulteren tot een vervorming van de literatuur aangezien de nietsvermoedende lezers geloven dat de gegevens die in elke ‘slice’ gepresenteerd worden, afgeleid zijn van een ander onderwerp) P-hacking = Het jagen op een vraag die een significant resultaat oplevert en leidt vaak tot foute conclusies = Wetenschappers proberen diverse analyses uit op zoek naar significante resultaten. Soms worden zelfs bepaalde assumpties versoepeld om een p- waarde onder 0.05 te doen dalen. = P-hacking leidt soms ook tot het publiceren van bevindingen die gewoonweg niet waar zijn (p-waarde = de overschrijdingskans, in de praktijk zijn de grenzen van 5% tot 1%. Is de p-waarde kleiner, dan spreek men van een significante, resp. sterk significante uitkomst) Valse consensus vb. = Betreft een hoax uit 1996, bedacht door Alan Sokal, hoogleraar in de De Sokal-affaire natuurkunde aan New York University. Sokal stuurde een nepartikel, doorspekt met onzinnige redeneringen en pseudowetenschappelijk jargon, naar het Amerikaanse academische tijdschrift Social Text. 26 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Externe invloeden Ä Politieke belangen bv. eugenetica (nazisme), lysenkoisme (communisme) Ä Economische belangen bv. “Merchants of Doubt” Ä Financiering van onderzoek als machtsmiddel Conclusie Ä Wetenschap is de beste manier om tot betrouwbare kennis te komen Ä Het behoort tot de essentie van wetenschap dat bronnen altijd kritisch moeten worden benaderd Ä Wetenschappelijk onderzoek gaat niet (altijd) over het bieden van definitieve, absolute waarheden, maar over een geleidelijke zoektocht, met vallen en opstaan, naar steeds betere inzichten Ä Enkele oplossingen? o Peer review vóór het uitvoeren van het onderzoek o Retraction Watch = Een blog dat de terugtrekking van wetenschappelijke papers rapporteert o Repositories for unpublished negative results = Opslagplaatsen voor niet-gepubliceerde negatieve resultaten o Peer Reviewers’ Openness Initiative = “Open science” o Gedragscodes voor wetenschappelijke integriteit Popularisering van wetenschap Ä ‘Vertaling’ van onderzoeksresultaten naar het brede publiek uiteraard niet aan peer review onderworpen Ä Belang van onderwijs en een wetenschappelijk ‘geletterde’ bevolking 27 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Werkcollege artikel lezen - Analysemodel – Michiel Beelaerts Inleiding Ä Analyseren van een wetenschappelijk artikel aan de hand van een analysemodel o Doel van het analysemodel: § Structuur en overzicht aanbrengen in je bronnenmateriaal (zeker bij grote onderzoeksprojecten) § Systematisch analyseren van bronnenmateriaal o Analysemodel weerspiegelt een ‘geraamte’ dat je in veel wetenschappelijke artikels kan terugvinden Ä Een moeilijke tekst lezen? Een wetenschappelijke tekst? Onthoud: o Het hoofddoel is niet elk detail van de tekst ten volle begrijpen o Het hoofddoel is in eerste instantie nuttige informatie uit een moeilijke tekst halen Ä Analysemodel is een individueel instrument: o Alternatieve antwoorden of interpretaties zijn mogelijk – het is niet enkel ‘juist of fout’ Ä Zie extra blad met voorbeelden! 28 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen FASE 6: Verfijnen onderzoeksvraag en design Ä Voorbeeld van ‘iteratieve’ aanpak (= bepaalde fasen komen terug) o Bv. probleem van toegang tot informatie oplossen o Bv. Nieuwe deelvragen of-hypothese toevoegen – stel je hebt papers gelezen en beseft dat jouw probleemstelling niet zo goed is à aanpassen o Bv. Triangulatie kiezen: een tweede onderzoekstechniek selecteren Fase 7: Tussenstand, onderzoeksethiek en toegang Ä Onderzoeksethische aspecten: o Komen kwesties in verband met onderzoeksethiek in één van de onderzoeksfasen aan bod? o Voorbeelden hiervan zijn: § Privacy § Vertrouwelijkheid § Anonimiteit § Geen schade veroorzaken of onverantwoorde druk § Geïnformeerde toestemming § … Ä Toegang: Informed consent = Je geeft al de nodige informatie en je krijgt de volledige toelating van de deelnemers. Fysieke toegang = Letterlijke toegang tot het bedrijf. Cognitieve toegang = Toegang tot de gegevens die je nodig hebt van de medewerkers om hun situatie te kunnen begrijpen en je te richten op de onderzoeksvragen en – doelstellingen Ä Hoe kun je deze toegang bevorderen? o Geef het belang aan voor je onderzoek o Laat zien dat je deskundig bent o Refereer naar promotor, andere mensen in het bedrijf etc. o Geef een voordeel voor de toegangsverlener o Wijs op de beperkte ‘overlast’ voor de toegangsverlener 29 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen FASE 8 & 9: Verzamelen & Analyseren van gegevens (= lessen Davy Vercruysse) = Data verzamelen via verschillende onderzoekstechnieken Het gebruik van secundaire gegevens Primaire gegevens Secundaire gegevens Interviews Literatuur Enquêtes Wetenschappelijke artikels Waarnemingen Boeken Voorgaande thesissen = Gegevens die je zelf verzamelt = Reeds beschikbare gegevens, gegevens die al verzameld werden door anderen en die opnieuw gebruikt kunnen worden voor een ander onderzoek Ä Slechts weinigen denken aan het hergebruiken van bestaande gegevens: o Ruwe gegevens (loonlijsten) o Gepubliceerde samenvattingen (aandelenkoersen) o Overheid (statistieken) o Onderzoeksorganisaties o Beroepsorganisaties 30 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Soorten secundaire gegevens en hun gebruik 1) Documentaire secundaire gegevens: = Gegevens die beschibkaar zijn in het bedrijf zelf, voor bv. historisch bedrijfsonderzoek. Toegang tot dergelijke bronnen is afhankelijk van poortwachters binnen een bedrijf o Schriftelijke documenten § Nota’s, correspondentie § Notulen (= schriftelijk verslag van een vergadering) § Rapporten voor aandeelhouders § Boeken § Tijdschriften, kranten o Niet-schriftelijke documenten § Banden- en vidoeopnamen § Foto’s § Televisieprogramma’s § Dvd’s, cd’s § Databases § Soms koppeling van papieren bestanden aan telefonische klachten o Archiefonderzoek = is onderzoek dat vrij uitsluitend op documentaire gegevens in gebaseerd. 2) Secundaire enquêtegegevens = Gegevens met behulp van vragenlijsten samengesteld voor eerdere, specifieke doelstelling. Hebben betrekking op: bedrijven, personen, huishoudens. Meestal beschikbaar in gegevenstabellen of downloadbare matrices. o Tellingen § Uitgevoerd door overheid (verplicht!) § Hoge kwaliteit § Ruwe gegevens: http://www.euromonitor.com/ en http://statbel.fgov.be/ § Bv. Volkstellingen o Doorlopende en regelmatige enquêtes § Enquêtes die worden verzameld gedurende het hele jaar § Zowel door overheid als door niet-gouvernementele organisaties § Grote bedrijven (mening medewerker) § Onderzoeksbureaus § Nadeel: omwille van commerciële aard zeer duur & toegang is moeilijk omdat ze vaak gevoelige informatie bevatten § Vb. Verkoopstatistieken o Ad hoc enquêtes § Eenmalig, voor een specifiek doel § Uitgevoerd door: bedrijven, onderzoekers, overheden § Waarschijnlijk moeilijker toepasbaar voor eigen onderzoek § Vb. bij introductie nieuw product, bij creËren van een reclameboodschap 31 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 3) Secundaire gegevens uit meervoudige bronnen = Nieuwe gegevensverzameling geheel of gedeeltelijk gebaseerd op documentaire en/of secundaire enquêtegegevens Voorbeelden: o Trends Top 30 000 o Historische noteringen van beurskoersen… Mogelijke gecompileerde gegevens: Cross-sectioneel onderzoek = Iedere individu in een groep wordt eenmaal en op hetzelfde (= transveraal, tijdstip geobserveerd – vb. tijdens februari 2006 doorsnedeonderzoek) Tijdreeksen voor = Het observeren van verschillende individuen in een groep longitudinaal onderzoek gedurende verschillende tijdsperioden (= idem cross-sectioneel maar wordt op een aantal achtereenvolgende tijdstippen herhaald) Panelstudies = Dezelfde groep mensen observeren – gedurende 2 of meerdere tijdsperioden Vb. Een onderzoek naar attitudeveranderingen met behulp van dezelfde groep mensen en het vergelijken van de meningen van elk individu op verschillende tijdstippen. Cohortstudies = Mensen die eenzelfde ervaring hebben meegemaakt observeren – gedurende 2 of meerdere tijdsperioden vb. Gehuwden vb. Mensen met dezelfde hobby vb. Bedrijfsleiders Case-study = Het intens observeren van een kleine groep over de tijd vb. periode van 2002 tot 2005 Geografische gebaseerde Vb. http://www.statistiekvlaanderen.be/statistiek-wonen gegevensverzamelignen Vb. http://www.statistiekvlaanderen.be/sites/default/files/docs/L IIM-Kortemark.pdf - de lokale inbrugerings-en integratiemonitor in Kortemark Secundaire gegevens opsporen 1) FASE 1: Zijn dit soort gegevens beschikbaar? = Nagaan in boeken en tijdschriften welke bronnen/referenties vermeld worden – bijvoorbeeld: o Dagbladen o Niet-gepubliceerde of bedrijfsbronnen o Tertiaire literatuur (catalogi) o Informele discussies 2) FASE 2: Het vinden van deze gegevens: o Gidsen met informatie over secundaire bronnen vb. FOD, Eurostat… o Informatieportalen vb. Business zone, europa.eu.int… o Internetsites vb. Hemscott.net, hoovers.com 32 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Voor-en nadelen van secundaire gegevens Voordelen secundiare gegevens Nadelen secundaire gegevens Minder middelen nodig (tijd, geld) Gegevens zijn niet toepasbaar op eigen onderzoek Betere kwaliteit Moeilijke of dure toegang Onopvallend (gegevens zijn al verzameld!) Soms ondermaatste kwaliteit Logitudinaal onderzoek raadplegen bij Opletten voor selectieve gegevenstrekking tijdsgebrek Internatioanel vergelijkingen mogelijk Onvoorziene resultaten (longkanker & roken) Generaliseerbaarheid van eigen gegevens 33 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Beoordelen van de gegevens Ä Vooraleer je een secundaire bron gebruikt, moet je deze eerst beoordelen! o Helpt deze bron jou de onderzoeksvraag te beantwoorden? o Voordelen > nadelen? o Krijg je toegang tot de gegevens? Ä Is de bron geschikt of niet: 3 fasen! 1) FASE 1: Globale geschiktheid o Validiteit: = Gebruikte bron moet overeenkomen met wat jij nodig hebt = Geldigheid van het gevoerde onderzoek § Interne validiteit: de mogelijkheid van je onderzoeksinstrument om antwoord te geven op je onderzoeksvraag. § Externe validiteit: zijn de resultaten alleen geldig voor jouw specifieke onderzoekssituatie of zijn ze te veralgemenen? (generaliseerbaarheid) o Bereik: = Gaat het om dezelfde populatie? § Ongewenste gegevens zijn uitgeschakeld § Voldoende gewenste gegevens zijn beschikbaar 2) FASE 2: Precieze geschiktheid o Betrouwbaarheid: = reputatie van de auteur o Systematische vertekening: = BIAS = wanneer steekproefonderzoek niet helemaal correct uitgevoerd wordt (niet- statistische fouten) § Opzettelijk ókruiscontroleverficatie2 § Verandering van manier van verzamelen van gegevens 3) FASE 3: Kosten versus baten = Brengt deze bron meer baten dan kosten? Denk aan: o Financiële middelen o Tijd (gegevens digitaal beschikbaar of niet-langdurige onderhandelingen) 2 Kruiscontroleverificatie = Om te verifiëren door te vergelijken met parallelle of aanvullende gegevens. Extra controle… 34 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Overzicht onderzoekstechnieken Onderzoeksfilosofieën: Ä Positivisme Ä Realisme Ä Interpretivisme Onderzoeksbenaderingen: Ä Deductief Ä Inductief Ä Combinatie… Onderzoekstechnieken: Experiment = Gebruik maken van experimenten om oorzaak-gevolgrelatie te ontleden (vb. causaal onderzoek) – vb. proefopstelling om nieuwe verpakking uit te testen. Ä Basis – twee groepen: experimentele groep en controlegroep Ä Tijdens een experiment manipuleer je als onderzoeker een bepaalde variabele (zoals een omstandigheid of verschijnsel), waarna je het effect van die manipulatie gaat bekijken. Deze onderzoeksoort wordt gebruikt om causaliteit vast te stellen. Hierbij onderzoek je of de gemanipuleerde variabele een verschil in de afhankelijke variabele teweegbrengt. Ä Een experiment kan zowel in de vorm van een veldonderzoek of een laboratoriumonderzoek voorkomen. Vb. Stel dat je wilt weten wat het effect is van energydrank op sportprestaties. Je laat respondenten twee keer naar het lab komen en ze bepaalde oefeningen uitvoeren. De ene keer drinken zij geen energydrank en de tweede keer drinken zij van tevoren een bepaalde hoeveelheid energydrank. De energydrank is in dit geval je manipulatie. Je kunt het effect van de energydrank meten door de resultaten van de twee situaties te vergelijken. 35 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Enquête Ä Enkel aangewezen indien u veel gegevens wilt verzamelen bij/over grote aantallen onderzoekseenheden. Voordelen enquête Nadelen enquête De hoge externe validiteit Een zekere oppervlakkigheid Het goed kunnen plannen Gevaar voor de interne validitiet Ä Deze strategie past vooral bij empirisch-analytisch, kwantitatief (vaak deductief) onderzoek. Ä Aandachtspunt: probleem van de non-respons (externe validiteit): o te weinig respondenten o of te weinig variatie (proportionaliteit) Ä Fasen: o Vertrek van uw probleemstelling en operationalisatie. o Selecteer de vraagtypes. o Opstellen items (vragen met antwoordmogelijkheden op). o Bepaal de routing (volgorde van de vragen en filtervragen). o Lay-out. o Opstellen instructie en begeleidende tekst o Pilotstudie (met potentiële respondenten en/of deskundigen). o De enquête zelf o Analyseren en interpreteren van de resultaten Ä Soorten vragen: o Open vragen o Gesloten vragen o Lijstvragen (meer dan één antwoordmogelijkheid) o Categorievragen (één antwoord kiezen) o Rangordevragen (plaats in volgorde naar uw voorkeur of belang) o Schaal- of beoordelingsvragen (bv. helemaal akkoord tot helemaal niet akkoord) o Hoeveelheidsvragen (vb. geboortejaar) o Matrixvragen (verschillende vragen in één rooster) 36 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Andere onderzoekstechnieken Casestudy = Kleine groep van mensen een bepaalde periode volgen. (zowel KT als LT mogelijk) Action research = Als onderzoeker meewerken aan het oplossen van een probleem binnen een bedrijf. Grounded theory = ‘Gefundeerde Theorie' staat voor een aanpak waarbij de onderzoeker tijdens de interviews gaandeweg op ideeën (hypothesen) komt en die in volgende interviews ‘toetst'. Als die toetsen laten zien dat de hypothesen juist zijn, worden ze als een gefundeerde theoretische stelling beschouwd. Entnografie = onderzoek dat gedurende een lange tijd wordt uitgevoerd met participerende observatie en diepte-interviews als voornaamste manieren van data verzamelen. Archiefonderzoek = Is onderzoek dat vrij uitsluitend op documentaire gegevens in gebaseerd. (= inductieve methode) Onderzoeksmethoden: Monomethode = Het gebruiken van één enkele methode voor het verzamelen van gegevens de daarmee correspondererende analyseprocedures vb. Of te wel kies je één enkele kwantiatieve methode – vb. enquête vb. Of te wel kies je één enkele kwalitatieve methode – vb. diepte- interviews Multimethode = Het gebruiken van meer methoden voor het verzamelen en analyseren van gegevens om een antwoord te vinden op je onderzoeksvraag = Geen combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve methoden en procedures. Vb. Kwantitatief onderzoek: zowel vragenlijsten als gestructureerde waarnemingen Vb. Kwalitatief onderzoek: zowel diepte-interviews als dagboeken Gemengde methode = De algemene term voor het gebruik van zowel kwantitatieve als kwalitatieve methoden en procedures voor het verzamelen en analyseren van gegevens in een onderzoekontwerp. Tijdshorizonten: Dwarsdoornsede (cross-sectioneel) = Iedere individu in een groep wordt eenmaal en op hetzelfde tijdstip geobserveerd – vb. tijdens februari 2006 Longitudionaal = Het observeren van verschillende individuen in een groep gedurende verschillende tijdsperioden (= idem cross-sectioneel maar wordt op een aantal achtereenvolgende tijdstippen herhaald) 37 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Het trekken van steekproeven Wat zijn steekproeven? = Is een selectie uit een totale populatie – indien representatief, kun je het veralgemenen voor de gehele populatie – kan zowel select (= niet-toeval: niet representatief) of a-select (= per toeval: je mag gaan veralgemenen) Waarom nemen we steekproeven? Ä Gehele populatie onderzoek is onmogelijk Ä Beperkingen met budget Ä Beperkingen in tijd Stochastische of niet-stochastische steekproeven? Ä Stochastisch (= a-select): —> elke variabele in de steekproef moet evenveel = Nood aan een volledig steekproefkader kans hebben om geselecteerd te worden Vb. Leden voetbalclub: stochastisch want je kent het volledig steekproefkader. Je geraakt aan je cases door aselecte steekproef. Ä Niet-stochastisch (= select): = Geen volledig steekproefkader, zelf een selectie maken uit je steekproefkader uit noodzaak voor je onderzoek – je weet niet goed wie er in je populatie zit Vb. Daklozen in Antwerpen: = Niet stochastisch: Je weet niet goed wie tot deze populatie behoort. Methode die je hier gebruikt - sneeuwbalsteekproef: 1. Je maakt contact met 1 of 2 cases (daklozen) 2. Zij geven je elk 2 of 3 nieuwe namen 3. Je gaat naar de nieuwe en doet hetzelfde Je stopt wanneer je geen nieuwe cases meer vindt of de steekproef groot genoeg is. Hier is wel het gevaar van vertekening (vb. je blijft bij dezelfde “vriendenkring”) Vb. Interesse in product testen en je mailt naar alle grote warenhuizen waarvan je gegevens hebt. Niet stochastisch door geen volledig steekproefkader à zelfselecterende proef: Cases kiezen zelf of ze meedoen of niet. Lage kosten maar terug wel kans op vertekening want enkel zij die interesse hebben zullen waarschijnlijk terugsturen. 38 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Definitie steekproefkader = Een volledige lijst met alle elementen of cases in de populatie waaruit de steekproef getrokken wordt. = Sampling-frame Vb. Alle leden van de plaatselijke golfclub Vb. Alle studenten aan de uGent (Kan ik dan een steekproefkader verkrijgen? Ja, er is een lijst aan de hand van de inschrijvingen) Vb. Telefoonboek vb. stad ieper à NEEN! Niet iedereen zit daarin…Niet iedereen heeft nog een vaste telefoon… Voorwaarden met betrekking tot het steekproefkader Ä Volledig Ä Nauwkeurig Ä Up-to-date Ä Anders: o Gebruik maken van andere lijsten o Eigen steekproefkader samenstellen o Geldig en betrouwbaar Soorten stochastische steekproeven Enkelvoudig aselect = Bij een enkelvoudige aselecte (of random) steekproef heeft elk lid van de populatie evenveel kans om gekozen te worden. Bij een populatiegrootte = N is deze kans 1/N voor elk lid van de populatie. U kan het vergelijken met een loterij, waarbij iedereen uit de populatie één lot heeft. In de praktijk kent men elk populatielid een nummer toe, en laat men de computer dan ad random nummers genereren. De steekproef wordt dan gevormd door de personen die overeenstemmen met de uitgelote nummers. Systematische = Een steekproef op basis van elke “zoveelste” persoon op een lijst – om het toeval hierbij een rol te laten spelen kies je het. Bijvoorbeeld elke tiende persoon. VOORBEELD: Lijst: 1400 studenten (N) Stel: we moeten 100 studenten kiezen (n) Je berekent je “sprong/interval” = N/n = 1400/100 = 14 Je kiest je startpunt maar dat moet kleiner of gelijk zijn aan je “sprong” Tussen 1 en 14 Je kiest RANDOM een startpunt = vb. 10 = behoort willekeurig tot je steekproef Vanaf die 10 wordt iedere keer een sprong genomen (van 14) 10 à a + b = 24 à a + 2b = 38 à a + 3b = … 39 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Gestratificeerd = Het is mogelijk dat de populatie erg verscheiden is. Je kunt ze in klassen (= STRATA) opsplitsen, homogene (intern) groepen! = Ook onderscheid tussen proportionele en disproportionele gestratificeerde steekproeven Proportionele gestratificeerde steekproeven: = Je houdt rekening met de omvang, je kijkt naar samenstelling van je populatie en subpopulaties! (= verhoudingsgewijs) Vb. Onderzoek gem. lengte uGent student – steekproef = 200 N1 = 1000 (jongens) Ä n1: 1000/1400 * 200 = 142 N2 = 400 (meisjes) Ä n2: 400/1400 * 200 = 58 142 + 48 = 200 Disproportionele gestratificeerde steekproeven: = Je houdt rekening met omvang en spreiding (statistisch gezien beter, = beste!) Vb. De spreiding bij meisjes is groter! Dus we gaan meer meisjes ondervragen en minder jongens! n1↓ n2↑ 120 + 80 = 200 Vb. Stadsbewoners zullen bijvoorbeeld heel anders gaan antwoorden op bepaalde vragen dan mensen van het platteland – 2 soorten strata Vb. Geslacht – man/vrouw Clustersteekproef = In de praktijk komt het erop neer dat de populatie opgedeeld wordt in een aantal groepen of clusters, die onderling zo gelijk mogelijk dienen te zijn, maar intern heterogeen. Uit alle clusters worden er dan enkele geselecteerd, en vervolgens wordt iedereen uit de geselecteerde clusters ondervraagd (bemerk het verschil met de gestratificeerde steekproef). Vb. Bij onderzoek van een bepaalde regio – kan onderverdeel worden in verschillende gemeenten – waaruit er dan enkele geslecteerd worden via een aselecte steekproef Getrapt = Is opgebouwd uit een combinatie van steekproefmethodes. Deze worden in verschillende stadia afzonderlijk en na elkaar verricht. Het aantal stadia dat doorlopen wordt kan variëren. Zo wordt er o.a. gesproken van tweetraps- of drietraps-steekproeven. = Combinatie van meerdere aselecte steekproeven. Eerst worden clusters gemaakt, dan worden aselecte clusters geselecteerd. Tot slot wordt er uit verschillende clusters aselect gekozen. 40 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Wanneer een niet-stochastische steekproef (moeten) afnemen? deze kunnen vertekend zijn (doordat niet het Ä Niet-stochastische steekproef (= selecte steekproef): volledige steekproefkader gevonden is) o Je hebt geen steekproefkader o Je onderzoek eist dat je een selectie maakt o Je weet niet goed wie tot de populatie hoort Steekproeven die gebruikt kunnen worden bij niet-stochastische steekproef Ä Sneeuwbalsteekproef: = Bij problemen bij het vinden van cases (subjecten) o Voordeel: redelijk lage kosten o Nadeel: gevoelig voor vertekening Hoe? Maak contact met of 1 of 2 cases à vraag hen nog andere cases op te noemen à Ondervraag de nieuwe cases en vraag hen ook om nieuwe cases à Stop indien geen nieuwe cases meer gevonden worden of steekproef groot genoeg is Ä Gemakssteekproef: = “Je kiest op goed geluk, het moet snel gaan” o Voordeel: lage kosten o Nadeel: gevoelig voor vertekening —> afhankelijk van de mensen die je kan bevragen Hoe? Maak contact met cases die je ergens tegenkomt (lukraak), bv hier voetbalveld of de Veldstraat (voor andere cases) à Stop indien geen nieuwe cases meer gevonden worden of steekproef groot genoeg is Ä Zelfselecterende proef: = “Cases kiezen zelf als ze mee gaan doen of niet” – dient vooral als verkennend onderzoek o Voordeel: redelijk lage kosten o Nadeel: vrij gevoelig voor vertekening Hoe? Maak bekend (via mail) dat je cases nodig hebt à Verzamel de gegevens van degenen die hierop reageren 41 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Ä Quotasteekproef: = Je probeert je representativiteit wat in de hand te houden o Je bepaald op voorhand de samenstelling van de populatie: (= oordeel) § Aantal mannen § Aantal vrouwen § Aantal jongeren o De interviewer moet het vereiste aantal in iedere groep zoeken (= convenience) o Enkelvoudige quotasteekproef = Je houdt 1 variabele onder controle o Interlaced quotasteekproef o = Je houdt verschillende variabelen onder controle (Vb. Getrouwde arbeiders met een kind) = Onderverdeling maken zodat je onderzoeksresultaten evenredig zijn met aan de werkelijkheid. (je aantal cases aanpassen aan het percentage) Ä Doelgerichte steekproef: = Vaak gebruikt bij zeer kleine steekproeven; niet-representatief voor de hele populatie, cases uitkiezen die optimaal je onderzoeksvraag beantwoorden kleine steekproef, omdat je voor hen specifiek iets wil bewijzen Enkele strategieën voor doelgerichte steekproef: o Extreme cases (ongewone gevallen: Polen werkloosheid) o Heterogene cases (gehoorschade bij iedereen) o Homogene cases (groep van managers ondervragen) o Kritieke cases (dokter met directe feedback) o Typische case (longkanker => rokers) je wil causaal verband onderzoeken 42 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Waarnemingen, interviews, surveys De rollen van de onderzoeker in participerende waarneming – Typologie Gill en Johnson Redenen voor het gebruik van semi-gestructureerde interviews zijn: Ä Semigestructureerd interview: = gebruik makend van een thematische vragenlijst, maar er van afwijken wanneer dit nodig is – de redenen hiervoor zijn: o Het verkennen of verklaren van jouw onderzoek o Persoonlijk contact o Controle over de aard van degenen die gegevens zullen leveren (= wanneer je kiest wie je gaat interviewen) o Situaties met een groot aantal vragen o Situaties met complexe vragen of veel open vragen o Situaties waarin de volgorde en de logica van de vragen kan wisselen Nadeel (bias = vertekening): Er is sprake van een “interviewerbias”: persoon die geïnterviewd wordt geeft “sociaal wenselijke” antwoorden 43 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Factoren die de keuze van waarnemer bepalen (= onderzoeker neemt deel aan activiteit en zijn identiteit is bekend) Ä Doel van je onderzoek Ä Benodigde tijd Ä Je geschiktheid Ä Toegang tot het bedrijf Ä Ethische aspecten Voordelen van participerend waarnemen Nadelen van participerend waarnemen Goed als verklaring van wat er gebeurt Tijdroven Attentvol op belangrijke sociale processen Ethische dilemma’s Goed voor binnen eigen bedrijf Conflicten Emoties Observatorbias (= waarnemersbias) Alle gegevens zijn vrijwel bruikbaar Veeleisend onderzoek Waarnemersbias: = Er is sprake van een waarnemersbias wanneer er kans is op vertekening door de aanwezigheid van een waarnemer. (mensen gaan zich anders gedragen). 44 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Soorten interviews Gestructureerd (gestandaardiseerd) = Gebruik maken van een vaste vragenlijst; vragen staan in volgorde en dit wordt nauwkeurig nageleefd. Hiermee wordt ernaar gestreef dat alle geïnterviewden onder dezelfde omstandigheden en onder dezelfde manier geïnterviewd worden. Dit verhoogt de validiteit van het interview. Semi-gestructureerd (kwalitatief – niet- = Gebruik makend van een thematische gestandaardiseerd) vragenlijst, maar er van afwijken wanneer dit nodig is – stel dat respondent iets interessants zegt of als je niet helemaal begrijpt wat hij bedoelt – hiermee krijg je meer en gedetailleerde informatie Ongestructureerd (informeel – niet- = Je gebruikt als onderzoeker vaak een lijst met gestandaardiseerd) onderwerpen (= een topiclijst) i.p.v. vragen. Deze onderwerpen moeten in ieder geval besproken worden, maar de manier waarop en in welke volgorde staat volledig vrij. Een-op-een = Een diepte-interview Een-op-velen (focusgroep) = Je stel de respondenten vaak open vragen over een specifieke situatie of gebeurtenis die voor hen relevant is. Ze kunnen dan onderling deze gebeurtenis bespreken. Je stelt dus een aantal vragen die tot discussie kunnen leiden (beetje gelijkaardig als semi-gestructureerde interview) Face 2 face = Een persoonlijk interview Telefonisch = Je krijgt veel informatie bij elkaar op een snelle manier, maar is niet diepgaand. Elektronisch = Een vragenlijst via mail of het internet 45 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen FASE 10: Rapporteren en actualiseren Ä Kies een rapport dat bij de doelgroep past o Vgl. bijv. wetenschappelijk rapport en management rapport. Ä Structuur van een wetenschappelijk rapport: o Abstract o Inleiding o Literatuuroverzicht o Methode o Resultaten o Discussie o Conclusies o Bibliografie o Bijlagen of appendices 46 Gedownload door: paulinehw | [email protected] Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)