OLP Pag. 1 tm 17 Onderzoeksmethoden PDF

Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...

Summary

Dit document beschrijft verschillende vormen van wetenschappelijk onderzoek, de empirische cyclus van De Groot, en methoden en technieken. Er wordt onderscheid gemaakt tussen kwantitatieve en kwalitatieve benaderingen.

Full Transcript

1. Vormen van wetenschappelijk onderzoek ======================================== 1.1 --- 1.2 Omschrijf in eigen woorden dit schema: ------------------------------------------ Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, lijn Automatisch gegenereerde beschrijving Burrell en Morgan stelden dat...

1. Vormen van wetenschappelijk onderzoek ======================================== 1.1 --- 1.2 Omschrijf in eigen woorden dit schema: ------------------------------------------ Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, lijn Automatisch gegenereerde beschrijving Burrell en Morgan stelden dat er verschillende hoeken zijn om naar een vraag te kijken.\ Er is niet altijd één juiste manier om aan onderzoek te doen, het hangt af van je perspectief. 1.3 Teken de empirische cyclus ------------------------------ ![Afbeelding met tekst, diagram, lijn, Parallel Automatisch gegenereerde beschrijving](media/image2.png) 1.4 Empirische cyclus van De Groot (5 fasen) -------------------------------------------- ! Opgelet, dit is een [abstracte methodologische cyclus]. Een theoretische of methodologische (re)constructie van het onderzoeksproces in zijn ideale vorm. Het zijn géén concrete fasen van onderzoek. Dat zou immers zijn: probleemstelling, onderzoeksopzet, gegevensverzameling, gegevensanalyse, conclusie en rapportage. **Fase 1 - Observatie** **Fase 2 - Inductie van de veronderstellingen:** De onderzoeker gaat op basis van wat hij weet en vastgesteld heeft een theorie formuleren "Het zou kunnen dat". De onderzoeker gaat: \- beschrijven: weergeven van wat er is \- (beginnend) verklaren: nagaan waardoor het is (door inductie, verklaringen afwegen) \- een [theorie] opbouwen (van bijzonder naar algemeen) **Fase 3 - Deductie van hypothesen:** Uit de theorie worden er hypothesen geformuleerd die -- als ze operationeel of openbaar gemaakt zijn -- kunnen worden getoetst aan de juistheid ervan om te zien of ze opgaan. **Fase 4 - Toetsing**: Hypothesen zijn belangrijke beoordelingscriteria voor de theorieën waaruit ze zijn afgeleid. Hypothesen worden dus getoetst. = analyse van de empirische gegevens. **Fase 5 - Evaluatie:** Heeft het onderzoek het kennisprobleem opgelost? Opm.: In fundamenteel onderzoek wordt zelden heel de cyclus doorlopen...Vaak kiest men tussen Inductie en Toetsing 2. Onderzoeksproblemen ====================== Idealiter = beschrijven, verklaren en toetsen in 1 studie.\ In realiteit = meestal ontbreekt hiervoor de nodige kennis of theorie om dit in 1 studie te krijgen. Beschrijvend onderzoek: WAT IS.... - Meestal voor nieuwe onderzoeksonderwerpen - Centrale doelstelling: Tot een beter begrip komen van de aard van de specifieke fenomenen en verschijnselen. - Soms ook classificatie beogen van verschillen op het vlak van bv. percepties/opvattingen/gedrag. Verklarend onderzoek: WAAROM IS..... - Meestal als er een voldoende verklaringsbasis ontbreekt. - Gaat ook op zoek naar verbanden. - Er is meestal wel een werkhypothese in de maak maar nog niet zo specifiek of afgebakend als bij toetsend onderzoek. Toetsend onderzoek: IS HET ZO DAT.... - Meestal om duidelijk geformuleerde (onderbouwde) en afgebakende vanuit theorie welonderbouwde hypothesen na te gaan. - Vaak staat het voorspellen van fenomenen en verschijnselen centraal. 3. Onderzoeksmethoden en technieken =================================== Wetenschappelijk ONDERWIJSonderzoek = - Vertrekken vanuit een kennisprobleem op het vlak van beschrijven, verklaren of toetsen. - Systematisch aanwenden van een familie van methoden en technieken. Creswell (2003) geeft een beknopte inleiding en onderscheidt: - kwantitatieve onderzoeksmethoden - kwalitatieve onderzoeksmethoden De keuze wordt bepaald op basis van je onderzoeksvraag en zal bepalend zijn voor de procedures die je in elke stap van je onderzoek zal moeten zetten. ! Er zijn gelijkenissen en verschillen tussen de twee (in onderwijsonderzoek): +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **kwantitatieve | **kwalitatieve | | onderzoeksmethoden** | onderzoeksmethoden** | +===================================+===================================+ | - zeer specifieke vragen | - meer algemene vragen | | | | | - verzamelen van numeric data | - verzamelen van woorden/tekst | | | | | - statistiek gebruiken om data | - analyseert de tekst en zoekt | | te analyseren | naar thema's | | | | | - onbevooroordeeld, objectief | - subjectief, bevooroordeeld | +-----------------------------------+-----------------------------------+ +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | Kwantitatief | Stap in het proces | Kwalitatief onderzoek | | onderzoek | | | +=======================+=======================+=======================+ | Meer gericht op: | Onderzoeksvraag | Meer gericht op: | | | formuleren | | | Beschrijven en | | Exploreren (we weten | | verklaren | | weinig) | | | | | | | | & | | | | | | | | Begrijpen. | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | Zeer belangrijk\ | Literatuuronderzoek | Minder belangrijk | | - ter verantwoording | | | | (waarom deze studie) | | \- ter verantwoording | | | | (waarom deze studie) | | \- geeft info om het | | | | onderzoek richting te | | | | geven. | | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | Specifiek en | Onderzoeksgroep | Breed en groots | | afgebakend | bepalen | | | | | Ervaringen van | | Meetbare, | | deelnemers | | observeerbare data | | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | - Vastbepaalde | Data verzamelen | - Algemenere vorm | | instrumenten | | | | | | - Tekst of beeld | | - Numerieke data | | | | | | - Kleinere groep | | - Grote groep | | deelnemers | | deelnemers | | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | - Statistiek | Analyseren en | - Tekstanalyse | | | interpreteren data | | | - Trends zoeken | | - Zoek naar thema's | | | | | | - Variabelen zoeken | | - Grotere betekenis | | | | vinden | | - Vergelijking met | | | | vorige studies | | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | \- Volgens vaste | Rapporteren en | \- geen vaste | | structuur | onderzoek evalueren | structuur | | | | | | \- Objectief & | | \- meer subjectief en | | onbevooroordeeld | | bevooroordeeld | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ **Gelijkenissen:** - Ze volgen beide de 6 stappen in het proces. - Ze baseren zich beide op literatuur om aan te geven dat onderzoek noodzakelijk is. - Beide gebruiken interviews, observaties en documenten, al verschillen deze wel. +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | Kenmerken | Kwantitatief | Kwalitatief | +=======================+=======================+=======================+ | Wetenschapsopvatting | Post-positivisme | Constructivisme | | | (erkent beperkingen | | | | van positivisme en | Inductie | | | stelt dat volledige | | | | objectiviteit | | | | onhaalbaar is). | | | | | | | | Deductie | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | Onderzoeksdesign | Survey | Fenomenografie | | | | | | | Experiment | Casestudy | | | | | | | | Etnografie | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | Dataverzameling en | Basis = Survey | Basis = interview | | analyse | (gesloten | | | | vragenlijst) | Opbouwende | | | | verzameling-methode | | | Gestandaardiseerde | | | | verzamelings-methodes | Observateis | | | | | | | Numerieke data | Interviews | | | | | | | Statistische analyse | Documenten, | | | | | | | | Audiovisuele | | | | materialen | | | | | | | | Tekstanalyse | | | | | | | |... | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ 3.3 Onderzoekstechnieken ------------------------ Bijlage E: beschrijft mogelijke kwantitatieve onderzoeksmethoden Bijlage F: beschrijft kwalitatieve onderzoeksmethoden Cfr. OLP p. 7 moeten we notie hebben van de volgende methoden: +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Kwantitatief | Kwalitatief | +===================================+===================================+ | \- Survey (gesloten vragenlijst) | \- Interview | | | | | \- Checklist | \- Observatie | | | | | \- (gestandaardiseerde) tests | \- Open vragen | | | | | \- secundaire data | \- Logboeken | | | | | | \- Teksten | | | | | | \- Audio-visuele data | | | | | | \- Foto's, tekeningen, beelden | +-----------------------------------+-----------------------------------+ 3.4 sterktes en zwaktes van verschillende onderzoekstechnieken -------------------------------------------------------------- ![Afbeelding met tekst, Lettertype, schermopname, nummer Automatisch gegenereerde beschrijving](media/image4.png) 3.5 Keuze onderzoeksmethode als gevolg van perspectief probleem stelling ------------------------------------------------------------------------ Perspectief: "kennislacune" +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Kwantitatief | Kwalitatief | +===================================+===================================+ | - Toetsen van theorieën | - Probleem in detail bestuderen | | | | | - Vinden van patronen | - Diversiteit of verschillen | | | blootleggen | | - Voorspellen van fenomenen op | | | basis van invloedsfactoren | | | | | | Bv.: door survey | - Mogelijk nieuwe | | | inzichten/theorieën. | +-----------------------------------+-----------------------------------+ Perspectief "omvang en rijkheid van informatie" die nodig is om specifiek probleem/fenomeen te begrijpen. +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Kwantitatief | Kwalitatief | +===================================+===================================+ | - Véél cases (info per case wel | - Weinig cases maar wel héél | | beperkt) | veel informatie van die cases | | | | | | Bv.: interview | +-----------------------------------+-----------------------------------+ +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **Probleem** | **Kwantitatief** | **Kwalitatief** | +=======================+=======================+=======================+ | Soort kennis | Algemene patronen | Interpreteren | | | | | | dat ontbreekt | Theorieën toetsen | Theorieën ontwikkelen | | (lacune) | | | | | Voorspellen fenomenen | Diversiteit verkennen | | | op basis van | | | | invloedsfactoren | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | Omvang en rijkdom van | Véél cases | Weinig cases | | informatie, nodig om | | | | specifiek | Weinig info per case | Veel info per case | | probleem/fenomeen te | | | | **begrijpen** | Vb. Survey | Vb. interview | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ 4. Vier onderzoeksdesigns ========================= De algemene aanpak = Kwantitatief of Kwalitatief. Je kan hier verder in gaan (of het anders bekijken). In onderwijsonderzoek zijn er een aantal onderzoeksdesigns gangbaar.\ Elk design heef zijn kenmerken: - wat betreft aard van de probleemstelling - wat betreft aard van de onderzoeksvraag - keuze onderzoeksmethoden en technieken Fenomenografie (kwalitatief) ---------------------------- **Doel:** kwalitatieve verschillen vaststellen over hoe mensen verscheiden fenomenen ervaren of hoe ze hierover denken. [Onderzoeksmethoden en technieken]: Interview (vaakst), tekeningen, observatie, objecten Case-study (kwalitatief) ------------------------ **Doel**: meestal verdere theorievorming rond bepaald fenomeem/verschijnsel Diepgaand onderzoeken van sociale verschijnselen in een natuurlijke omgeving. - Holistisch: één enkele context wordt diepgaand bestudeerd. - Ingebedde casestudy: meerdere onderzoekscontexten of meerdere personen/groepen. - meer vergelijkend onderzoek mogelijk Meestal i.f.v. verdere theorievorming rond een bepaald fenomeen/verschijnsel. [Onderzoeksmethoden en technieken:] zeer divers! Documenten, observaties, actie-onderzoek met 'toetsend-karakter". Survey (kwantitatief) --------------------- **Doel**: generalisatie, kwantitatieve uitspraken doen over opvattingen, attitudes, trends die zich voordoen in een populatie. Beschrijven, exploreren of bevestigen van relaties tussen variabelen of cases. Beperking: meestal beperkte set aan informatie Onderzoeksmethode: vragenlijst aan meerdere respondenten gevolgd door statistische analyse Experiment (kwantitatief) ------------------------- **Doel:** Uitspraken doen over het effect van specifieke condities. - Beperkt aantal respondenten - Meestal treatmentgroep en controlegroep - Meestal om empirische evidentie te verwerven over het effect van X op Y in gecontroleerde onderzoekssituatie Z. Vaak bij evaluatie van een specifieke interventie.\ Kritiek i.f.v. onderwijssetting: in een onderwijsleeromgeving kan je te weinig controle houden op de condities zoals in een laboratoriumomgeving. +-------------+-------------+-------------+-------------+-------------+ | **Design** | **Fenomenog | **Case | **Survey** | **Experimen | | | rafie** | study** | | t** | +=============+=============+=============+=============+=============+ | **Probleems | Kennislacun | Kennislacun | Kennislacun | Kennislacun | | telling** | e | e | e | e | | | | | | | | | (specifiek) | (specifiek) | (algemeen) | (algemeen) | | | | | | | | | Informatie | Informatie | Informatie | Informatie | | | | | | | | | (diep) | (diep) | (breed) | (breed) | +-------------+-------------+-------------+-------------+-------------+ | **Vraagstel | Beschrijven | Beschrijven | Beschrijven | Toetsen | | ling** | | | | | | | | Verklaren | Verklaren | | | | | | | | | | | Toetsen | | | +-------------+-------------+-------------+-------------+-------------+ | **Methode** | Kwalitatief | Kwalitatief | Kwantitatie | Kwantitatie | | | | | f | f | +-------------+-------------+-------------+-------------+-------------+ | **Techniek* | Interviews | Interviews | Vragenlijst | Vragenlijst | | * | | | en | en | | | | Documenten | | | | | | | Scores | scores | | | | Logboeken | | | | | | | | | | | | Observaties | | | +-------------+-------------+-------------+-------------+-------------+ En ook: "mixed method"-benadering --------------------------------- = binnen 1 studie zowel kwalitatieve als kwantitatieve methoden om beroep te doen op de complementaire sterktes. Er zijn verschillende onderzoeksdesigns mogelijk om kwantitatieve en kwalitatieve benaderingen met elkaar te verbinden. Er wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen: - Concurrent onderzoeksdesign - Sequentieel onderzoeksdesign **Concurrent onderzoeksdesign:** Zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek, niet speciaal op elkaar afgestemd. Vnl. om na te gaan of er convergentie van onderzoeksresultaten (of de onderzoeksresultaten dezelfde richting opgaan) is als je het fenomeen op basis van twee verschillende methoden gaat onderzoeken. **Sequentieel onderzoeksdesign:** Verder info verzamelen op basis van de resultaten van een eerdere onderzoeksmethode. Vb. Start: kwalitatief onderzoek waarin verschijnselen met diepgang worden bestudeerd a.d.h.v. interviews bij een kleine groep respondenten.=\> gevonden concepten worden vertaald in gesloten vragenlijst =\> grote vragenlijst aan grote groep respondenten. Doelstelling tweede methode = meer generaliseerbare onderzoeksresultaten bekomen. Vb.: Start: survey =\> gevolgd door tweede ronde met interviews om meer uitdiepende info te bekomen. Vb.: Kwalitatieve data wordt gekwantificeerd =\> statistiek op loslaten om frequenties te berekenen. En ook "multi method" onderzoek... ---------------------------------- = zowat alle combinaties, [ook meerdere verschillende kwantitatieve of kwalitatieve] Notatiemethode voor alle combinaties.... HOOFDLETTERS = dominant onderzoek,\ + = concurrent onderzoeksdesign\ -\> = sequentieel onderzoeksdesign KWAN -\> kwal = sequentieel mixed method KWAL + KWAN = mixed method KWAL + KWAL = multi method 5. Onderzoeksplan ================= 5.1 Geeft antwoord op volgende vragen... ---------------------------------------- - Waartoe dient het onderzoek -\> meestal in inleidend gedeelte - Voor wie is dit onderzoek belangrijk -\> meestal in inleidend gedeelte - Wat wil men precies te weten komen -\> meestal in inleidend gedeelte - Hoe zal dit worden uitgevoerd? -\> meestal in onderzoeksopzet - Wie of wat zal bevraagd worden -\> meestal in onderzoeksopzet - In Welke context? -\> meestal in onderzoeksopzet 5.4 vraagstellingen die komen kijken bij het plannen van een onderzoek ---------------------------------------------------------------------- (notie hebben van sommige vraagstellingen die komen kijken bij het plannen van onderzoek m.b.t. de fase: - Oriëntatie (strategisch) - Kiezen van een onderzoeksdesign/methodologie (operationeel) - Bijlage G p. 140: Bekijk de vraagstellingen vanaf (1)"who want to research" t/m (22) "Who will undertake the research" te vinden in box 3.3. (=\> Box. 3.3 nalezen) 6 Kwaliteitseisen ================= 2 belangrijke criteria om na te gaan of wetenschappelijk onderzoek kwaliteitsvol is: - Zijn de onderzoeksresultaten betrouwbaar? - Zijn de onderzoeksresultaten valide? Dit kan op verschillende manieren vastgesteld worden, dit verschilt ook t.a.v. kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden. Te kennen: - Betrouwbaarheid en validiteit kunnen beschrijven. - Betrouwbaarheid en validiteit kunnen onderscheiden - Een aantal concrete maatregelen om Betrouwbaarheid en validiteit te van kwantitatief en kwalitatief onderzoek te verhogen. +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Wat is betrouwbaarheid in | Hoe consistent, stabiel en | | kwantitatief onderzoek? | voorspelbaar zijn de gebruikte | | | onderzoeksinstrumenten?\ | | | (de herhaalbaarheid van het | | | onderzoek onafh. van de | | | onderzoeker). | | | | | | - Precisie en objectiviteit | | | (onderzoek moet consistente | | | resultaten opleveren ongeacht | | | wie het uitvoert). | | | | | | - Herhaalbaarheid. | | | | | | - Statistische methoden voor | | | betrouwbaarheid gebruiken. | +===================================+===================================+ | Wat is betrouwbaarheid in | - Geloofbaarheid | | kwalitatief onderzoek? | | | | - Diepte | | | | | | - Transparantie en | | | herleidbaarheid | | | | | | - Triangulatie: combineren van | | | verschillende | | | methoden/bronnen/perspectieve | | | n | | | | | | - Afh. v.d. context, meestal | | | niet generaliseerbaar. | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Wat is validiteit? | Meet het onderzoek wat het beoogt | | | te meten? | +-----------------------------------+-----------------------------------+ Hoe betrouwbaarheid verhogen? In kwantitatief onderzoek --------------------------- -- In kwalitatief onderzoek Hoe validiteit verhogen? +-----------------------------------+-----------------------------------+ | In kwantitatief onderzoek | | +===================================+===================================+ | In kwalitatief onderzoek | \- vermijd zoveel mogelijk | | | vooroordelen | | | | | | \- structureer je interview zeer | | | goed en gebruik altijd dezelfde | | | woorden bij volgende | | | respondenten. | +-----------------------------------+-----------------------------------+

Use Quizgecko on...
Browser
Browser