Mijn Activiteiten 6 PDF
Document Details
Tags
Summary
This document discusses different saving motivations, such as saving for a specific goal, a financial buffer, or for unexpected income loss. It also covers the deposit guarantee scheme. The document includes practical tips and examples to illustrate the concepts.
Full Transcript
§ 1.3 Sparen, beleggen, investeren en bescherming In deze paragraaf komen de volgende onderwerpen aan bod: spaarmotieven; en depositogarantiestelsel. Spaarmotieven 1b.6 De kandidaat kan de drie spaarmotieven (zekerheidsmotief, doelmotief en vermogensmotief) besc...
§ 1.3 Sparen, beleggen, investeren en bescherming In deze paragraaf komen de volgende onderwerpen aan bod: spaarmotieven; en depositogarantiestelsel. Spaarmotieven 1b.6 De kandidaat kan de drie spaarmotieven (zekerheidsmotief, doelmotief en vermogensmotief) beschrijven. Veel mensen vinden het prettig om een deel van hun inkomen apart te houden en daarmee op een later tijdstip iets leuks te kopen. Ook kan men een buffer aanleggen voor onvoorziene uitgaven (zoals de vervanging van een kapotte vaatwasser) of om een onverwachte inkomensdaling op te vangen. Mensen kunnen ook sparen voor een gerichte bestemming, zoals de koop van een huis. Al met al hanteren we in de financiële dienstverlening drie spaarmotieven: Spaarmotief Omschrijving Zekerheidsmotief Sparen voor een buffer. Doel, benodigde bedrag en het moment van uitgeven zijn niet bekend. Vermogensmotief Sparen om inkomstenterugval op te vangen. Doel is bekend en het moment van uitgeven is vaak bekend. Benodigde bedrag is vaak niet bekend. Doelmotief Sparen met een bepaald bestedingsmotief. Doel, benodigde bedrag en het moment van uitgeven zijn bekend. De spaartermijn is daarbij vaak afhankelijk van het spaarmotief en van de hoogte van het te sparen bedrag. Voorbeeld Sitel Pagina 1 van 4 In bovenstaande grafieken zien we het spaargeld maandelijks toenemen. Blijkbaar spaart deze persoon € 300,- per maand. In het linker plaatje is het spaardoel (de gele lijn) een nieuwe scooter van € 1.300,-. Na 4 maanden is dit doel nog niet behaald: het spaardoel is hoog en de spaartermijn te kort om het doel nu al te bereiken. In het rechterplaatje is het doel lager: een tv van € 750,-. Dit doel wordt dan ook eerder behaald, in dit voorbeeld al na 3 maanden. De tijd die iemand moet sparen om zijn doel te behalen (de spaartermijn) is dus afhankelijk van de hoogte van het doel en van de hoogte van het maandelijks gespaarde bedrag. Praktische tip Let er altijd op dat het spaardoel van de klant bereikbaar (realistisch) is. Ook de toezichthouder zal serieus bekijken of in het advies voor een product het doel van de klant is afgestemd op zijn risicobereidheid. Kijk dus heel goed naar het doel en naar de passende oplossingen. Heeft de consument een te klein bedrag gespaard om tot aanschaf van een product over te gaan, dan bestaat doorgaans de mogelijkheid om het nog niet gespaarde geld te lenen. Dit kan bijvoorbeeld via het afsluiten van een kredietovereenkomst. De consument moet het geleende geld (het krediet) dan meestal in termijnen weer terugbetalen. Depositogarantiestelsel 1b.20 De kandidaat kan noemen voor wie het depositogarantiestelsel bedoeld is. 1b.21 De kandidaat kan de dekking en de functie van het depositogarantiestelsel omschrijven. Sitel Pagina 2 van 4 Het depositogarantiestelsel (hierna: DGS) is onderdeel van Europese regelgeving; het DGS biedt bescherming van banktegoeden van houders van betaalrekeningen en spaarrekeningen. Onder deze tegoeden vallen ook deposito’s en bankspaartegoeden. Aandelen, obligaties aan toonder en (levens)verzekeringen vallen niet onder het DGS. Examentip De bescherming geldt voor maximaal € 100.000,- per rekeninghouder per vergunninghoudende bank. Heeft een klant een en/of-rekening met iemand anders? Dan heeft deze klant dus tot € 200.000,- aan bescherming onder het depositogarantiestelsel. De volgende personen met een banktegoed bij de failliete bank, kunnen gebruikmaken van de garantieregeling: privépersonen; (kleine) ondernemers; grootzakelijke depositohouders; rechtspersonen (bv en nv); stichtingen; verenigingen; bestuurders en aandeelhouders van de bank die failliet is gegaan. Overheden zoals gemeenten vallen niet binnen de reikwijdte. De Nederlandsche Bank (DNB) voert de regeling uit. Examentip Een spaartegoed van een bv valt onder het depositogarantiestelsel. Een spaartegoed van een gemeente of financiële onderneming val niet onder het depositogarantiestelsel. Alle banken dragen vooraf premies af aan het DGS-fonds. De hoogte van de premie is namelijk afhankelijk van het bedrag aan gegarandeerde deposito’s en van het risicoprofiel van de bank. De risicogewogen premies moeten banken een prikkel geven om minder risico te nemen. Sitel Pagina 3 van 4 Praktische tip De garantie telt per bankvergunning. Soms maken meerdere bankfilialen gebruik van dezelfde vergunning. In dat geval heeft spreiding van het spaargeld over die filialen geen zin. Bekijk dus goed of de bank waar de spaarrekening loopt een eigen of een gedeelde vergunning heeft. Alleen bij verschillende eigen vergunningen per filiaal kun je een vermogen van meer dan € 100.000,- over die bankfilialen verdelen. Afhankelijk van de behoefte en de risicobereidheid van de klant kan worden gekozen voor sparen, beleggen of investeren. Beleggingen en investeringen doet men doorgaans met overtollig spaargeld. Het risico is namelijk aanwezig dat de belegging of investering in waarde daalt of zelfs geheel waardeloos wordt. Bekijk dus altijd goed of je klant het geld kan missen en hoe groot de schade is als de belegging of investering verloren gaat. Belangrijk is dat een adviseur altijd een klant- en risicoprofiel opstelt. Adviseren over beleggingen en investeringen is in veel gevallen ingewikkeld; doorverwijzing van de klant naar een beleggingsadviseur is dan ook vrijwel altijd aan te bevelen. Er is een oefening beschikbaar waarmee je kan checken of je de stof beheerst. Klik hier om naar je persoonlijke digitale leeromgeving te gaan en deze oefening te doorlopen. Sitel Pagina 4 van 4