Summary

This document describes different types of bank accounts, including payment accounts and savings accounts. It also discusses the process of opening a bank account, the key characteristics of joint accounts, and procedures in the event of the death of an account holder. It also touches upon various financial concepts in banking, including the use of different payment methods.

Full Transcript

§ 1.2 Betalen en sparen In deze paragraaf komen de volgende onderwerpen aan bod: betaalrekeningen; geldvormen; betalingsvormen; spaarrekeningen; deposito’s; rente; productkeuze; banksparen (verdieping sparen); en...

§ 1.2 Betalen en sparen In deze paragraaf komen de volgende onderwerpen aan bod: betaalrekeningen; geldvormen; betalingsvormen; spaarrekeningen; deposito’s; rente; productkeuze; banksparen (verdieping sparen); en IBAN en SEPA. Vroeger was geld een ruilmiddel dat alleen kon overgaan van hand op hand. Tegenwoordig kennen we veel verschillende manieren om te betalen. We kunnen pinnen, digitaal en handmatig overboeken of ‘gewoon’ nog contant betalen. Ook verstrekken steeds meer banken apps voor mobiele telefoons waarmee kleinere bedragen contactloos kunnen worden betaald. Om niet-contante betalingen te kunnen doen is een betaalrekening nodig waarvan de betaling kan worden afgeschreven. Betaalrekeningen 1b.2 De kandidaat kan de procedure voor het openen van een betaalrekening uitleggen. Voor het openen van een betaalrekening is een standaard proces ingericht. Dat proces heeft als doel om fraude te voorkomen en misbruik van de rekening tegen te gaan. In het proces wordt een aantal stappen doorlopen en een aantal handelingen verricht: vaststelling identiteit aan de hand van een geldig legitimatiebewijs; controle aanvrager in verschillende (fraude)systemen (voorbeelden: het Bureau Krediet Registratie (BKR), Verificatie Informatie Systeem (VIS) en Externe Verwijzings Applicatie (EVA)); opname klantgegevens (naw-gegevens); toekenning rekeningnummer; opmaak overeenkomst rekening-courant en ondertekening van de Algemene Voorwaarden; opmaak handtekeningenkaart om vast te leggen wie gerechtigd is tot de rekening (toekomstige controlemogelijkheid); activering rekeningnummer en verzending bankpas; en activering bankpas en rekeningnummer. 1b.1 De kandidaat kan de belangrijkste kenmerken noemen van een betaalrekening op één of meer namen. Sitel Pagina 1 van 14 Een betaalrekening (ook wel privérekening genoemd) is noodzakelijk om betalingen te kunnen doen. Bij het openen van een betaalrekening wordt een rekening-courant overeenkomst ondertekend. Deze overeenkomst bepaalt wat de rechten en plichten zijn van de rekeninghouder(s) en de bank, wat de aansprakelijkheid is bij verlies of diefstal van de bankpas en de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de rekeninghouder(s) voor eventuele tekorten op de rekening (‘rood staan’). Vaak wordt op deze rekening het salaris bijgeboekt en worden veel automatische afschrijvingen verwerkt. De alledaagse betalingen die niet contant worden gedaan, worden verwerkt vanaf de betaalrekening. En/of-rekening Een betaalrekening kan worden geregistreerd op één of meerdere rekeninghouders. Bij meerdere rekeninghouders spreken we van een ‘en/of-rekening’ (compte joint). Naast de gebruikelijke rekening-courantovereenkomst wordt dan een aparte verklaring opgesteld. Dit is de zogenaamde ‘cj-verklaring’; daarin verklaren alle rekeninghouders dat zij individueel verantwoordelijk en aansprakelijk zijn voor alle tekorten op de rekening. Alle rekeninghouders van een en/of-rekening hebben vrije toegang tot het saldo van de rekening en kunnen betalingen doen met een eigen bankpas. In veel huishoudens hebben de partners een dergelijke en/of-rekening waarop beide salarissen worden gestort en waarvan beide partners hun uitgaven kunnen doen. Ook een onderneming kan een en/of-rekening hebben. Het uittreksel van de Kamer van Koophandel (KvK) geeft dan vaak aan tot welk bedrag een rekeninghouder zelfstandig bevoegd is om betalingen te doen. Voorbeeld Marieke en Maaike hebben samen een vennootschap onder firma (vof). Het banksaldo is € 30.000,-. Uit het uittreksel van de KvK blijkt dat Maaike zelfstandig tekenbevoegd is tot een bedrag van € 45.000,-. Maaike mag dus over het hele saldo zélf een besluit nemen zonder dat zij hiervoor toestemming nodig heeft van Marieke. Overlijden rekeninghouder Een en/of-rekening kan bij overlijden van een van de rekeninghouders worden geblokkeerd als de erfgenamen van de overledene hierom verzoeken. Als dat verzoek niet wordt gedaan, zal de rekening niet worden geblokkeerd. Om na overlijden van een van de partners de tenaamstelling van de en/of-rekening te wijzigen, moet het volgende worden aangeleverd: akte van overlijden; uittreksel centraal testamentenregister; en verklaring van erfrecht. En/en-rekening Een andere optie is de ‘en/en-rekening’. De en/en-rekening is een rekening waarbij voor iedere handeling de toestemming nodig is van beide rekeninghouders. Deze rekeningvorm biedt een oplossing aan mensen die zicht willen houden op andermans (grote) uitgaven of deze uitgaven uitsluitend gezamenlijk willen doen. Over het saldo van de en/en-rekening wordt vermogensrendementsheffing geheven. Iedere rekeninghouder moet ieder jaar bij de Belastingdienst aangifte Sitel Pagina 2 van 14 doen van het bedrag dat hij op de rekening heeft gezet. Praktische tip Als rekeninghouders zijn getrouwd in algehele gemeenschap van goederen, behoren ook de ‘losse’ rekeningen tot het huwelijksvermogen. Zijn rekeninghouders niet getrouwd, dan kan het raadzaam zijn om naast een ‘en/of’-rekening ook twee ‘losse’ rekeningen te openen. Zij hebben dan naast een gezamenlijke rekening voor het huishouden ook een gescheiden rekening voor privévermogen. Geldvormen 1b.4 De kandidaat kan de producten voor toonbankbetaling beschrijven (zoals chartaal geld, contactloos betalen, pinbetaling en creditcard). Geld heeft verschillende functies en komt op verschillende manieren voor in onze maatschappij. Denk hierbij aan geld als ruilmiddel, spaarmiddel of rekenmiddel en geld als contant of digitaal betaalmiddel. Alleen al als gevolg van deze verschillende functies zijn voor geld verschillende producten beschikbaar. Daarover volgt verderop in deze lesstof meer. Om de verschillende betaalfuncties van geld te kunnen uitvoeren, bestaan drie geldvormen: chartaal geld: contant geld in de vorm van munt- en briefgeld; giraal geld: geld dat op een rekening staat; en elektronisch geld: geld dat volledig en alleen digitaal wordt uitgewisseld, zoals via cadeaukaarten. Digitale munten zijn ook elektronisch en daarmee giraal, maar worden nog niet gezien als echt geld. Een voorbeeld van de digitale munt is de Bitcoin. De rechter heeft aangegeven dat digitale munten vergeleken moeten worden met ruilmiddelen, zoals edelmetalen. De wet verplicht niemand om álle wettige betaalmiddelen (zoals contant geld, pinpas of creditcard) te accepteren. Wel geeft een winkelier (bijvoorbeeld via raamstickers) in de regel aan welke betaalmiddelen hij niet accepteert. Voor het doen van de zogeheten toonbankbetalingen (koop op locatie) wordt zowel chartaal (contant) als elektronisch geld gebruikt. Bijvoorbeeld muntgeld, briefgeld, bankpas of creditcard, met pin of contactloos. Dit zijn de toonbankproducten van geld. Bij een pin- of contactloze betaling wordt via de elektronische betaling het geld direct van de rekening van de koper afgeschreven en bijgeboekt op de rekening van de verkoper. Dit geldt ook voor betalingen met de smartphone of via een vingerafdruk. Sitel Pagina 3 van 14 Grotere bedragen kan een klant ook betalen via een creditcard. Deze kaart biedt de kaarthouder een kredietruimte op de rekening. Hierdoor wordt een aankoop al wel direct betaald aan de verkoper, maar de kaarthouder moet op een later moment het geld terugbetalen aan de uitgever van de creditcard. Voorbeeld Een kaarthouder heeft een creditcard met een bestedingsruimte van € 5.000,-. De kaarthouder ziet een mooie tv van € 4.000,- maar heeft dat bedrag niet op zijn betaalrekening staan. Hij heeft het geld wel op zijn spaarrekening staan, maar wil de tv zonder verplaatsing van spaargeld direct kopen. Hij kan dan direct betalen met de creditcardbetaling en op een later moment de gebruikte bestedingsruimte weer aanvullen vanaf zijn spaarrekening. Praktische tip De verschillende geldvormen zijn als volgt samen te vatten: Betaalt iemand contant, dan spreken we van een chartale betaling. Betaalt iemand via internetbankieren, dan spreken we van een girale betaling. Betaalt iemand met een pinpas of creditcard, dan spreken we van een elektronische betaling. Een alternatief voor contant geld, betaalpas of creditcard is de omgekeerde variant van de creditcard, namelijk de debitcard. De debitcard is een bankpas waarop de pashouder een bedrag als tegoed plaatst. Hij kan zelf de hoogte hiervan bepalen en hij kan (bij)storten wanneer hij zelf wil. Vervolgens kan de kaarthouder ermee betalen of contant geld opnemen. De debitcard kent geen nadelen zoals rood staan, vragen over het inkomen of een BKR-toetsing. De cardhouder is namelijk zelf de baas over het saldo dat hij vanaf zijn eigen rekening overboekt naar de debitcard. Zo kan hij dus nooit meer uitgeven dan het saldo op de kaart toelaat. Hiermee ontloopt de cardhouder ook de (hoge) rentevergoedingen en maandelijkse aflossing, die bij een creditcard wél gelden. Girale betalingen 1b.5 De kandidaat kan de producten voor girale betaling beschrijven (gewone overboeking, internetbetaling, incasso, acceptgiro en periodieke overboeking). Sitel Pagina 4 van 14 Om girale betalingen te kunnen doen, is beschikking over een betaalrekening noodzakelijk. Giraal geld is immers geld dat op een rekening staat. Wordt een girale betaling gedaan, dan spreken we over ‘betalen op afstand’: de betaling wordt gedaan op een andere plek dan waar de koop plaatsvindt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan kleding die via een webshop wordt gekocht; het betalen van die kleding gebeurt dan ‘op afstand’, want de koper is niet daadwerkelijk in de winkel. We kennen diverse manieren om girale betalingen te doen; de belangrijkste mogelijkheden zijn: Schriftelijk via een optisch leesbare overschrijving (OLO): dit is een betalingsopdrachtformulier waarop de gegevens van de rekeninghouder al zijn ingevuld. Schriftelijk via een optisch leesbare acceptgiro (OLA): dit is een betalingsopdrachtformulier waarop de gegevens van de ontvanger, het bedrag van de betaling en het betalingskenmerk al zijn ingevuld. Internetbetaling: hiervoor zijn een (per bank verschillend) apparaatje, een gebruikersnaam of een wachtwoord nodig. Na de invoer van een pincode wordt via de website van de bank een betaling verricht. Mobiele betaling: vergelijkbaar met een internetbetaling, maar dan via de smartphone. iDeal- of PayPal-betaling: vergelijkbaar met internetbankieren, maar dan via de website van de webwinkel. iDeal is feitelijk een moderne variant op de OLA, want de gegevens zijn al ingevuld. PayPal is gekoppeld aan de bankrekening of creditcard. Betaling vindt plaats via het PayPal-account, vervolgens wordt het geld afgeschreven van de bankrekening of van het creditcardtegoed gehaald. Betaling via incasso: de rekeninghouder geeft hierbij een ander de mogelijkheid om een geldbedrag van de rekening te incasseren, eenmalig of meerdere malen. Deze machtiging geeft de ontvanger natuurlijk veel zekerheid. iDIN iDIN is een dienst van banken op het gebied van online inloggen en identificeren. iDIN is beschikbaar voor overheidsinstellingen, verzekeraars en andere organisaties. Klanten kunnen zich met iDIN bij andere organisaties online identificeren via de inlogmiddelen van hun eigen bank. Payment Services Directive (PSD) II De richtlijn Payment Services Directive (PSD II) heeft een drietal doelen: meer innovatie, meer veiligheid en meer concurrentie in het Europese betalingsverkeer. Als gevolg van de PSD II kan een rekeninghouder derde partijen (dienstverleners) uit de hele EU onder bepaalde voorwaarden elektronisch toegang verlenen tot zijn betaalrekening. Die dienstverleners kunnen – na toestemming van de rekeninghouder – betalingen vanaf die betaalrekening opstarten of rekeninginformatie ophalen. Verder mogen winkels, webshops en andere bedrijven in de hele EU sinds de invoeringsdatum bij consumenten geen extra kosten meer in rekening brengen voor betalingen met pinpas of gangbare creditkaart. Van betaalrekening naar spaarrekening 1b.8 De kandidaat kan de kenmerken van de meest gangbare spaarrekeningen kort omschrijven. Als iemand geregeld geld overhoudt op zijn betaalrekening, kan het raadzaam zijn om een spaarrekening te openen. Dat kan bij de bank waar de betaalrekening loopt, maar ook bij een andere bank of via internet; de consument heeft hierin een vrije keuze. Sitel Pagina 5 van 14 In Nederland worden honderden spaarproducten aangeboden onder allerlei verschillende namen. Al die spaarproducten zijn terug te voeren naar drie spaarvormen: Spaarvorm Omschrijving Sparen zonder voorwaarden Meest voorkomend, vrijwel altijd variabele rente. Sparen met voorwaarden Eén of meerdere verplichtingen of beperkingen. Depositosparen Wint aan populariteit, vaak vaste rente en looptijd. Bij een (internet)spaarrekening zonder voorwaarden is het mogelijk om direct geld op te nemen. Het vrij opneembare saldo heet dan ook een direct opneembaar tegoed. De rekeninghouder kan het direct opneembaar tegoed zonder beperkingen overboeken naar een zogeheten ‘tegenrekening’. Die tegenrekening is vaak de betaalrekening van de rekeninghouder. Omgekeerd kan de rekeninghouder uiteraard geld overboeken van de betaalrekening naar de spaarrekening. Examentip Wil een klant dat het geld op een spaarrekening direct opneembaar is? Dan vindt de klant liquiditeit belangrijk. Is iets liquide te maken? Dan betekent dit dat je snel geld in handen hebt. Een woning is bijvoorbeeld minder snel liquide te maken, omdat deze eerst nog moet worden verkocht. Internetspaarrekening 1b.11 De kandidaat kan noemen op welke wijze een klant geld kan boeken of onttrekken aan een spaarrekening. 1b.9 De kandidaat kan vormen van niet-direct opneembaar spaargeld noemen. De meeste mensen regelen tegenwoordig hun bankzaken via internet. Vrijwel alle banken bieden internetspaarrekeningen aan. Een internetspaarrekening lijkt op een gewone spaarrekening. Het grote verschil tussen internetspaarrekeningen en gewone spaarrekeningen is, dat men bij een internetspaarrekening alle zaken via internet regelt. Bij de gewone spaarrekening regelen de bank en de consument sommige zaken (zoals rekeningafschriften of telefonische overboekingen) offline; bij een internetspaarrekening regelen ze niets offline. Net als bij een gewone spaarrekening kan de bank ook bij een internetspaarrekening op ieder moment de spaarrente wijzigen. Voordelen internetspaarrekening: Sitel Pagina 6 van 14 De houder kan ieder moment van de dag over het geld beschikken. Overboekingen worden snel verwerkt. Doordat de bank minder kosten maakt, ligt de rente meestal iets hoger dan bij een gewone spaarrekening. Er is geen sprake van een minimum- of maximuminleg. Nadelen internetspaarrekening: Hoewel dit ook voor offline sparen geldt, is internetsparen nooit volledig veilig. Banken nemen vergaande voorzorgsmaatregelen om cybercriminaliteit tegen te gaan, maar veiligheid kan nooit worden gegarandeerd. Bij sommige banken is de rekeninghouder verplicht om bij een internetspaarrekening ook een betaalrekening te openen. Aan die betaalrekening zijn vaak kosten verbonden. In vergelijking met andere spaarvormen (zoals bijvoorbeeld een spaardeposito) is de rente op internetspaarrekeningen vaak juist lager. De rente kan tussentijds wijzigen. Nadeel hiervan is dat onzekerheid ontstaat over berekeningen van vermogen in de toekomst. Als de rente daalt, betekent dat een tegenvaller voor het verwachte rendement. Het tegenovergestelde van direct opneembaar spaartegoed, is het niet-direct opneembaar tegoed. Hierbij geeft de bank doorgaans een hogere rentevergoeding, onder de voorwaarde dat het geld gedurende een bepaalde periode vast staat. Sparen met voorwaarden kent dus beperkingen of verplichtingen, zoals bijvoorbeeld: de verplichting om maandelijks een vast bedrag te moeten sparen; de verplichting om bij opening van de rekening een bepaald minimumbedrag te moeten storten of op de rekening te moeten aanhouden; de verplichting om ook een betaalrekening (met bijkomende kosten) te openen bij de desbetreffende bank; kosten bij het opnemen van spaargeld; of een beperkte beschikbaarheid van de spaarvorm voor bepaalde doelgroepen (zoals bijvoorbeeld jeugdspaarrekeningen). Vormen van niet-direct opeisbare tegoeden zijn: een spaarrekening met een klimrente (hoe langer het geld vast staat, hoe hoger de rentevergoeding); een depositorekening (het geld wordt voor een vaste, langere periode in deposito gegeven); spaarrekeningen met een beleggingselement (de geldwaarde zit dan vast in bijvoorbeeld aandelen); en een vreemde-valutadeposito (het geld moet dan eerst worden omgewisseld naar euro’s voordat het kan worden opgenomen). 1b.14 De kandidaat kan het verband aangeven tussen de spaarvorm en de hoogte van de rentevergoeding (incl. internetspaarrekening). Hoe langer de bank kan beschikken over het spaargeld, hoe meer ze ermee kan doen om winstgevende activiteiten te ontwikkelen. Hierbij speelt zekerheid dus een rol. Als een consument zijn spaargeld voor meerdere jaren wil uitlenen aan een bank, ontvangt hij een hogere rentevergoeding dan degene die zijn geld gedurende slechts een jaar wil uitlenen. Sitel Pagina 7 van 14 De laagste rentevergoeding zien we op betaalrekeningen. Daarop staan vaak kleine bedragen die ook nog eens dagelijks wijzigen. Daardoor heeft de bank geen zekerheid over de hoogte van het te gebruiken bedrag; als gevolg daarvan is de rentevergoeding laag ten opzichte van de vergoeding op andere rekeningen. Een (internet)spaarrekening zonder voorwaarden is de eerste oplopende rentestap. Daarna volgt een (internet)spaarrekening met voorwaarden. Aansluitend geldt: hoe langer het geld vast staat, hoe hoger de rentevergoeding zal zijn. Deze variant zien we ook bij de klimrente. Voor ieder jaar dat het geld langer op de rekening staat wordt de rentevergoeding enigszins verhoogd. De rente ‘klimt’ als het ware. Vaak geldt als voorwaarde dat bijvoorbeeld een minimumsaldo moet worden aangehouden; een andere mogelijke bepaling is, dat een boetebedrag in rekening wordt gebracht als het hele saldo ineens wordt opgenomen. Praktische tip Rente is niet zaligmakend. Ook de voorwaarden van spaarrekeningen zijn van groot belang. Soms wordt zelfs een boete berekend bij vervroegde opname. Lees de voorwaarden dus altijd goed door en bespreek deze met je klant. Productkeuze spaarproducten 1b.15 De kandidaat kan de drie aspecten noemen ( liquiditeit, rendement en risico), die de voorkeur van een klant voor een bepaald spaarproduct bepalen. Zoals we eerder hebben gelezen, doorlopen consumenten een aantal levensfasen. In die diverse fasen hebben ze ook verschillende behoeften en wensen. Om een goed spaarproduct te kunnen kiezen, moet dan ook rekening worden gehouden met drie kenmerken van een spaarproduct: Kenmerken Toelichting Liquiditeit Hoe snel en gemakkelijk is het vastgezette geld weer beschikbaar? Rendement Hoe hoog is de te behalen vergoeding op het vastgezette geld? Risico Hoe hoog is de kans dat het verwachte rendement niet gehaald wordt? Als deze drie factoren steeds in beeld zijn, is het normaliter mogelijk om tot de juiste productkeuze te komen. Sitel Pagina 8 van 14 Voorbeelden Een klant die verwacht op korte termijn al zijn spaargeld nodig te hebben voor de aanschaf van een auto, adviseer je geen langetermijnproduct waarop het geld 10 jaar vast staat. Een klant die zekerheid wil over de (rente)vergoeding, adviseer je geen spaarrekening met een beleggingselement. Sitel Pagina 9 van 14 Praktische tip Bedenk goed in welke levensfase een klant zit. Denk logisch na welke risico’s en behoeften doorgaans bij deze fase horen. Vraag specifiek aan de klant welke behoeften hij heeft en wat hij zelf als risico ziet. Stem hierop samen de keuze voor een product af. Hoe hoger het rendement, hoe hoger het risico meestal is. Dit betekent alleen niet dat bij een laag rendement het risico ook altijd laag is. Examentip Bij de keuze voor het openen van een spaarrekening zijn de volgende factoren belangrijk: liquiditeit; rendement; en risico. Een rendement is het percentage dat een klant krijgt over de spaarrekening. Liquiditeit bepaalt of het geld direct opneembaar is of niet. Het risico is daarnaast belangrijk. Denk aan het risico of het spaargeld onder het depositogarantiestelsel valt of het risico van een spaarrekening bij een buitenlandse aanbieder of het risico hoe solvabel een bank is. De solvabiliteit zegt iets over hoelang een bank aan zijn betalingsverplichting kan blijven voldoen. Banksparen 1b.12 De kandidaat kan in hoofdlijnen omschrijven in welke gevallen banksparen fiscaal gefaciliteerd kan worden. 1b.13 De kandidaat kan in hoofdlijnen omschrijven wat de fiscale consequenties zijn van banksparen. Een klant kan de wens hebben om te sparen voor een bepaald doel, waarbij hij gebruik wil maken van belastingvoordelen. Denk hierbij aan sparen voor een pensioen of aflossing van een hypothecaire lening. Het is mogelijk om via bankspaarproducten op een fiscaal vriendelijke manier kapitaal op te bouwen (te sparen). Bij deze producten moet de consument voldoen aan fiscale eisen om te kunnen profiteren van het fiscale voordeel. Om het belastingvoordeel van de bankspaarproducten goed te begrijpen is het belangrijk om de basis van de inkomstenbelasting te kennen. In Nederland betaal je inkomstenbelasting in 3 verschillende boxen: Sitel Pagina 10 van 14 box 1 - belasting over inkomen uit werk en de eigen woning; box 2 - belasting over inkomen uit minimaal 5% van de aandelen van een onderneming; en box 3 - belasting over inkomen uit sparen en beleggen. Voor box 3 kan je een vrijstelling hebben. Dit betekent dat je over een bepaald bedrag geen belasting hoeft te betalen. We gaan later in de opleiding dieper in op de boxen en vrijstellingen. Deze bankspaarproducten zullen we nu kort beschrijven. Banksparen voor hypotheek Het bekendste bankspaarproduct is waarschijnlijk de ‘bankspaarrekening eigen woning’. Deze kon worden afgesloten als een spaarrekening eigen woning (SEW) met een gegarandeerde spaarrente of als een beleggingsrecht eigen woning (BEW). Deze BEW had dezelfde fiscale voordelen, maar kende geen gegarandeerde waardeopbouw, doordat sprake was van beleggingen. Examentip Sinds 1 januari 2013 is het niet meer mogelijk om een SEW of BEW af te sluiten. Bestaande klanten mogen het product wel aanhouden; bestaande producten worden blijvend fiscaal gefaciliteerd, maar klanten mogen de looptijd van de bankspaarrekening niet meer verlengen; ook mogen ze de hoogte van het spaarkapitaal niet meer verhogen. De belangrijkste eisen die de Belastingdienst stelt aan de SEW/BEW zijn de volgende: jaarlijkse inleg op de SEW/BEW; maximale bandbreedte tussen laagste en hoogste spaarinleg is 1:10; belastingvrijstelling bij uitkering; en aflossing van de hypotheekschuld over de eigen woning als verplichte bestemming van de spaarwaarde. Examentip Tijdens de looptijd wordt geen belasting geheven over de SEW/BEW. De waarde ervan valt hiermee in box 1. Bij het overlijden van de rekeninghouder valt het bankspaarsaldo in de nalatenschap. Mogelijk is dan erfbelasting verschuldigd. De erfgenamen kunnen de SEW/BEW ook voortzetten. Sitel Pagina 11 van 14 Examentip Realiseer je dat je over een SEW of BEW alleen mag adviseren als je het Wft-diploma Hypothecair Krediet hebt behaald. Verwijs dus indien nodig tijdig door naar een adviseur die bevoegd is tot het geven van hypotheekadvies. Banksparen voor pensioen Als iemand een aantoonbaar pensioentekort heeft, mag hij bepaalde voorzieningen voor het pensioen verrekenen met de inkomstenbelasting in box 1 (belasting over het inkomen uit werk en woning). Om het pensioentekort aan te vullen kan hij ook een bankspaarrekening afsluiten. De inleg op de bankspaarrekening is dan onder voorwaarden aftrekbaar van het inkomen in box 1. We spreken dan over een bancaire lijfrente. In de opbouwfase is de inleg fiscaal aftrekbaar en het spaarsaldo onbelast. In de uitkeringsfase betaalt een gepensioneerde belasting over de uitkering (zoals over inkomen). De uitkering vindt plaats in de vorm van een lijfrente. Deze lijfrente loopt maximaal door tot het bankspaarsaldo is opgebruikt. Neemt de rekeninghouder tussentijds geld op van de rekening, dan voldoet hij niet aan de fiscale spelregels. In dat geval moet de rekeninghouder het eerder ontvangen fiscale voordeel terugbetalen. Examentip Bij het overtreden van de belastingregels wordt standaard een boete van 20% gerekend over het opgebouwde saldo (revisierente). Bij overlijden in de opbouwfase moeten erfgenamen een nabestaandenlijfrente aankopen. Het kapitaal valt in de nalatenschap en mogelijk is dan erfbelasting verschuldigd. Bij overlijden in de uitkeringsfase lopen de uitbetalingen door via de erfgenamen. Ook deze uitbetalingen vallen in de nalatenschap, ook in dat geval is dus mogelijk erfbelasting verschuldigd. Sitel Pagina 12 van 14 Examentip Realiseer je dat je alleen mag adviseren over lijfrentes als je het Wft-diploma Vermogen hebt behaald. Verwijs dus indien nodig tijdig door naar een adviseur die bevoegd is tot het geven van advies over lijfrentes. Uitvaartverzekering De waarde van de uitvaartverzekering valt tijdens de looptijd in box 3. Dit betekent dat de verzekerde ieder jaar een percentage van de waarde moet afdragen aan de Belastingdienst. Naast de standaard belastingvrijstellingen in box 3 bestaat voor uitvaartverzekeringen een éxtra vrijstelling in box 3. Komt de waarde van de uitvaartverzekering boven dit bedrag uit, dan vervalt de hele vrijstelling. IBAN IBAN staat voor ‘international bank account number’. Dit rekeningnummer is in ieder land op soortgelijke wijze opgebouwd. Het nummer bestaat uit het voormalige rekeningnummer, voorafgegaan door de landcode (NL voor Nederland), een controlegetal (2 cijfers), een code van de bank (in Nederland 4 letters) en één of meerdere nullen. IBAN wordt gebruikt voor grensoverschrijdende en voor alle binnenlandse betalingen. In Nederland bestaat het IBAN uit 18 tekens, in andere landen varieert dit van 15 tot maximaal 34 tekens. Voorbeeld IBAN: NL 40 RABO 0 123456789 SEPA Europa heeft een gezamenlijke betaalmarkt: SEPA, Single Euro Payments Area. SEPA omvat alle landen binnen de EU, aangevuld met Noorwegen, IJsland en Liechtenstein (die lid zijn van de Europese Economische Ruimte), Groot-Brittannië, Zwitserland en Monaco. Om alle eurobetalingen in dit gebied op dezelfde manier te laten plaatsvinden, zijn standaarden voor het rekeningnummer en voor betaalmiddelen ingevoerd. Het IBAN, overschrijvingen, incasso’s en betaalpassen zijn voor zowel binnenlandse als grensoverschrijdende eurobetalingen te gebruiken. Deze standaarden hebben voordelen voor bedrijven en personen die betalingen in of naar het buitenland doen dan wel betalingen vanuit het buitenland ontvangen. Bedrijven die internationaal zaken doen, kunnen bijvoorbeeld gemakkelijk salaris uitbetalen aan buitenlandse werknemers. Ook het incasseren bij buitenlandse klanten is met deze standaard makkelijker geworden. Sitel Pagina 13 van 14 Praktische tip Breng samen met de klant zijn wensen en behoeften in kaart. Heeft de klant spaargeld of kan hij sparen? Stem dan goed af voor welke periode en met welk doel hij kan of gaat sparen. Examentip De levensloopregeling was een regeling waarmee werknemers een deel van hun brutosalaris konden sparen voor onbetaald verlof of vervroegd pensioen. Deze regeling bestaat niet meer. Hierdoor kan er ook geen storting meer worden gedaan in deze regeling. Er is een oefening beschikbaar waarmee je kan checken of je de stof beheerst. Klik hier om naar je persoonlijke digitale leeromgeving te gaan en deze oefening te doorlopen. Sitel Pagina 14 van 14

Use Quizgecko on...
Browser
Browser