H4 - Presentatie PDF
Document Details
Uploaded by CatchyAltoSaxophone1624
Tags
Summary
This presentation discusses various aspects of emotions, including theories, basic emotions, functions of emotions, and the neuroscience behind emotions. It considers cultural impacts on expressing emotions, and uses examples from research studies and real-life scenarios to illustrate the discussed concepts.
Full Transcript
Scène herkenbaar? Wie heeft dit al eens meegemaakt met zijn ouders of verzorgers? 1 2 Aan welke term doet dit je denken? è Leef je even in. 3 Hoe zou jij reager...
Scène herkenbaar? Wie heeft dit al eens meegemaakt met zijn ouders of verzorgers? 1 2 Aan welke term doet dit je denken? è Leef je even in. 3 Hoe zou jij reageren en waarom? Je krijgt een belangrijke toets terug en behaalde het maximum. Iemand dringt voor in de rij. Je bent zonder reden heel droevig. Je hebt straks een presentatie en je bent ongerust. 4 H4: Emoties 1. 8. 2. Persoonlijkheidspsychologie* 7. PERSOONLIJKHEID 3. à 8 elementen van de PH 6. 4. 5. 6 1. PH- kenmerken of -trekken 2. 8. coping temperament 7. veerkracht PERSOONLIJKHEID 3. zelfbeeld 6. emotie 4. identiteit 5. motivatie 7 1. PH- kenmerken of -trekken 8. coping 2. temperament PS3 7. veerkracht PERSOONLIJKHEID 3. zelfbeeld 6. emotie 4. identiteit PS4 5. motivatie 8 H4: Emoties ◦ 1 Definitie en componenten ◦ 2 Basisemoties (+ affectieve ontwikkeling) ◦ 3 Functies van emoties (+ neurowetenschap) Structuur ◦ 4 Emotionele intelligentie ◦ 5 Invloed van nature en nurture ◦ 5.1 Onderzoeken van Ekman ◦ 5.2 Uitingsregels ◦ 6 Casus depressie 9 1 Definitie en componenten Emotie* = kortdurende en intense reactie op een prikkel die aanleiding geeft tot een bepaald gedrag >< stemming >< temperament* Link met ijsberg van de Componenten: fysiologisch – mentaal (subjectief) – gedragsmatig psychologie? !! Uitlokkende prikkel of stimulus (intern/extern) 10 +? 2 Basisemoties Psycholoog Paul Ekman universeel herkenbaar aangeboren è NATURE 11 12 à Affectieve ontwikkeling Van basisemoties naar meer complexe emoties !! Uitdaging van de menswetenschappen à NURTURE 13 The Science of Emotions 14 Het stopt niet... 15 3. Functies van emoties COGNITIEF SOCIAAL ADAPTIEF Verhoogde aandacht Communicatiemiddel Gevaar/veilig? Geheugen Non-verbaal Evolutionair nut Subverbaal Fysiologisch! Dubbele functie ik ßà ander Neurowetenschappen 16 ADAPTIEF Fysiologisch Neurowetenschappen à De neurowetenschap van emotie Delen van de hersenen die voor emoties belangrijk zijn: Thalamus Amygdala Visuele cortex 17 Afb. 1: Twee vormen van emotieverwerking Onbewuste en bewuste emotionele verwerking: 1. Noodroute – snelle route 2. Hoofdroute – langzame route 1. Noodroute – snelle route (AZS) Route: stimulus à thalamus à amygdala Resultaat: amygdala activeert AZS - SZ à bijnieren scheiden twee hormonen uit ((nor)adrenaline: ° fight- or flightrespons) è °fysiologische arousal: onmiddellijk, ondoordacht, ongecontroleerd Vaak overdreven! 2. Hoofdroute – langzame route (CZS) Route: stimulus à thalamus à visuele cortex à amygdala Resultaat: amygdala activeert CZS à PSZ à °cognitieve interpretatie: doordacht à °fysiologisch: rust en ontspanning Corrigeert of past eerste reactie aan Opmerking Er is geen afgebakend ‘emotiecentrum’ in de hersenen. Deze 2 systemen communiceren met elkaar. Er zijn vele aan emoties gerelateerde circuits die deel uitmaken van beide afzonderlijke systemen (de nood- en hoofdroute). Referenties deel neurowetenschappen Zimbardo, P. G., Johnson, R.L., & McCann, V. (2017). Psychologie, een inleiding (8ste ed.). Amsterdam: Pearson Benelux Afb. 5: Zimbardo, P. G., Johnson, R.L., & McCann, V. (2017). Twee vormen van emotieverwerking [afbeelding]. Psychologie, een inleiding (8ste ed.). = achtergrondinformatie 1. Centraal zenuwstelsel (CZS) = hersenen en ruggenmerg 2. Perifeer zenuwstelsel (PZS) = verbinding CZS – organen en weefsels a) Autonoom zenuwstelsel (AZ) a) Sympatisch zenuwstelsel (SZ) à ACTIE b) Parasympatisch zenuwstelsel (PSZ) à RUST/HERSTEL c) Enterisch zenuwstelsel à maag-darmstelsel b) Somatische zenuwstelsel = sensorische input en motorische output (interacties buitenwereld) 23 Eigen voorbeeld voor elke functie! Welke functie herken je? Kahil wandelt naar huis. Wanneer een brommer recht op hem af komt gereden ervaart hij angst en springt hij aan de kant. Mia luistert naar het verhaal van Aryansh. Wanneer Aryansh zachtjes begint te huilen, geeft Mia hem een knuffel. Dries is eens uitgegleden in het zwembad toen hij een sprintje zette naar de douches. Dat zal je hem niet nog eens zien doen. De kleine Marit moet een drukke straat oversteken. Haar mama neemt haar bij de hand. Dat stelt Marit gerust. Ze weet dat ze veilig aan de overkant zal geraken. Marlies vraagt poeslief aan haar papa of ze wat langer mag uitgaan. 24 Zelfreflectie SP4 Hoe geraak ik gemotiveerd? Waarom toon ik mijn emoties niet altijd en overal? Hoe veerkrachtig ben ik? Hoe ga ik om met stress en tegenslag (coping)? 25 (5) Motivatie (1) persoonlijkheidskenmerken - (2) temperament - (3) zelfbeeld - Dit motiveert mij: Dit motiveert mij niet: + A: - A: (4) identiteit: SP3 + B: - B: (8) Coping VRAAG + C: - C: Wat doe jij als je geconfronteerd wordt met stress of problemen? (6) Emotie TEST UCL à Functies: Resultaat: wat wel/niet herkenbaar? Cognitief: Sociaal: MIJN PERSOONLIJKHEID Adaptief: à Cultural display rules: Voorbeelden uit mijn eigen leven: (7) Veerkracht STRESSTEST Resultaat: DRIEHOEK van veerkracht Ik maak deel uit van een individualistische / Dit is een momentopname. collectivistische cultuur want... à In hoeverre klopt dit volgens jouw? Waarom? 26 Even herhalen… oWat is een emotie? oWat zijn de componenten van emoties? oWat zijn basisemoties? oWie heeft dit uitgebreid onderzocht? 27 5. Invloed van nature* en nurture* 28 5.1 Onderzoeken van Ekman (NA) Crosscultureel onderzoek Onderzoeksonderwerp: Relatie tussen emoties en gelaatsuitdrukkingen van personen uit culturen wereldwijd. Kritiek Methode: foto’s en vraag ’welke emotie?’ Voortschrijdend inzicht binnen Conclusie: basisemoties = universeel, herkenbaar wetenschap en aangeboren 29 Oké, maar … Zijn onze emoties iets puur persoonlijk? Kan jij een situatie bedenken waarbij… - je je verdriet verbergt? - je je verdriet uit? Hoe komt dit? => Culturele invloed op de uiting van emotie Voorbeelden? 30 5.2 Uitingsregels (NU) BEÏNVLOEDING DOOR CULTUUR à Culturele uitingssregels of cultural display rules* = sociale regels of normen die voorschrijven hoe er binnen een groep moet worden omgegaan met het uiten van emoties Wanneer? Waar? = socialisatie want...? Hoe? In hoeverre? 31 (5) Motivatie (1) persoonlijkheidskenmerken - (2) temperament - (3) zelfbeeld - Dit motiveert mij: Dit motiveert mij niet: + A: - A: (4) identiteit: SP3 + B: - B: (8) Coping VRAAG + C: - C: Wat doe jij als je geconfronteerd wordt met stress of problemen? (6) Emotie TEST UCL à Functies: Resultaat: wat wel/niet herkenbaar? Cognitief: Sociaal: MIJN PERSOONLIJKHEID Adaptief: à Cultural display rules: Voorbeelden uit mijn eigen leven: (7) Veerkracht STRESSTEST Resultaat: DRIEHOEK van veerkracht Ik maak deel uit van een individualistische / Dit is een momentopname. collectivistische cultuur want... à In hoeverre klopt dit volgens jouw? Waarom? 32 (1) Affectieve >< neutrale culturen AFFECTIEVE CULTUUR NEUTRALE CULTUUR ØExpressie tonen ØZelfbeheersing ØVerbinding ØRespect ØBv. Cuba, Spanje, Egypte,... ØBv. Japan, Oostenrijk,... 33 (2) Individualistische >< collectivistische culturen INDIVIDUALISTISCHE CULTUUR* COLLECTIVISTISCHE CULTUUR* ØAutonomie, zelfontplooiing ØEmotiesuppressie ØIndividuele +/- emoties uiten ØNeg. emoties uiten = egoïstisch ØSociale relaties ØSociale harmonie ØWesten ØAzië 34 à Experiment Friesen en Ekman (1972) 1) ORIËNTEREN Onderzoeksonderwerp: De invloed van de aanwezigheid van een autoriteit op het uiten van emoties bij Amerikanen en Japanners Onderzoeksvraag = verklarend: Wat is het effect van... op...? 2) VOORBEREIDEN Onderzoeksplan: onderzoeksmethode = experiment 35 Experiment Variabelen OORZAAK GEVOLG Onafhankelijke Afhankelijke Storende variabele variabele variabelen = controleren ? ? ? 36 Experiment Variabelen OORZAAK GEVOLG Onafhankelijke Afhankelijke Storende variabele variabele variabelen = controleren 1. Nationaliteit Gelaatsuitdrukking Getoonde beelden, gedrag autoriteit,... 2. Aanwezigheid autoriteit 37 3) UITVOEREN - dataverzameling 4) VERWERKEN Analyse: resultaten ontleden 1: Amerikanen 2: Japanners 1: zonder autoriteit Tonen van Tonen van walging/angst walging/angst 2: met autoriteit Tonen van Glimlachen walging/angst 38 4) VERWERKEN Synthese: besluit vormen à Aanwezigheid van autoriteit (een proefleider) zorgt ervoor dat Japanners hun angst verbergen. 5) RAPPORTEREN - datarapportage 6) REFLECTEREN - evalueren à Overcultuur Aziatische de resultaten: Wat is de oorzaak? = collectivisme Westerse cultuur = individualisme De groep staat centraal. Het individu staat centraal. - Sociale harmonie - Keuze positieve of negatieve emotie - Positieve emoties in sociale context. Voornamelijk wanneer een autoriteit aanwezig is. 39 (5) Motivatie (1) persoonlijkheidskenmerken - (2) temperament - (3) zelfbeeld - Dit motiveert mij: Dit motiveert mij niet: + A: - A: (4) identiteit: SP3 + B: - B: (8) Coping VRAAG + C: - C: Wat doe jij als je geconfronteerd wordt met stress of problemen? (6) Emotie TEST UCL à Functies: Resultaat: wat wel/niet herkenbaar? Cognitief: Sociaal: MIJN PERSOONLIJKHEID Adaptief: à Cultural display rules: Voorbeelden uit mijn eigen leven: (7) Veerkracht STRESSTEST Resultaat: DRIEHOEK van veerkracht Ik maak deel uit van een individualistische / Dit is een momentopname. collectivistische cultuur want... à In hoeverre klopt dit volgens jouw? Waarom? 40 à Onderzoek A. Vingerhoets (1953) HUILEN Link Yolmo Sherpa-volk Nepal individualistische en Maori Nieuw-Zeeland collectivistische culturen? Onderscheid: 1. Oprechte, spontane tranen à weinig culturele verschillen 2. Sociale of rituele tranen à cultureel beïnvloed 41 Inzicht in culturele verschillen in het uiten van emoties kan ons helpen om elkaar beter te begrijpen. 42 Besluit Gelaatsexpressies bij en herkenning van basisemoties zijn universeel en aangeboren. NATURE Maar ook: cultuur kan bepalen wanneer en voor wie het gepast is om emoties te uiten. NURTURE 43