Business Law B Samenvatting PDF

Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...

Document Details

HAN University of Applied Sciences

Uday Uqleh

Tags

business law international business international trade globalization

Summary

This document provides a summary of Business Law B, covering topics like international business, international law, and globalization. It includes details on internationalisation, multinational corporations, trade, and investment.

Full Transcript

lOMoARcPSD|29493761 Business law B samenvatting Bedrijfskunde (HAN University of Applied Sciences) Scannen om te openen op Studeersnel Studeersnel wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit Gedownload door Uday Uqleh (uda...

lOMoARcPSD|29493761 Business law B samenvatting Bedrijfskunde (HAN University of Applied Sciences) Scannen om te openen op Studeersnel Studeersnel wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit Gedownload door Uday Uqleh ([email protected]) lOMoARcPSD|29493761 Inhoudsopgave Business Law B les 1....................................................................................................................................... 2 Business Law B les 2....................................................................................................................................... 5 Business Law B les 3....................................................................................................................................... 8 Flashcards.................................................................................................................................................... 10 Oefentoets.................................................................................................................................................. 13 Gedownload door Uday Uqleh ([email protected]) lOMoARcPSD|29493761 Business Law B les 1 International ondernemen = oriëntatie Internationalisering zakelijk & home Internationalisering at home: literatuur, thema’s, modules Engels, verder veel internationale invloed op privésfeer (streamingdiensten, kleding, voeding, apparatuur) Multi Nationale Ondernemingen & Recht - Een buitenlandse onderneming die in NL een vestiging heeft (= MNO) valt onder de werking van het NL recht. - Zara (Spanje) heeft vestigingen in NL. In NL is het Nederlandse recht van toepassing. - Stel AKZO opent een vestiging in Zweden. Van toepassing in het Zweedse recht. Globaliseringsmeter - Er zijn verschillende (internationale) instanties die een globaliseringsbarometer hebben ontwikkeld (proces/ weg/ route naar meer welvaart) - Doel: meten van de globaliseringsraad van een land. Indicatoren zijn de internationale stromen van: - Handel (goederen/ diensten) en handel intensiteit - Kapitaal (directe investeringen) - Informatie (internetdichtheid, kranten, tv, radio) - Mensen (toerisme en zakelijk verkeer) - Vestiging van ambassades en andere internationale organisaties - De mate van vrijhandel Concepten internationalisering 1. Import/ export (vanuit thuisland) 2. Buitenlandse Directe Investering of directe BI 3. Buitenlandse samenwerking (binnen Europa of wereldwijd) o Denk aan fusie/ mededinging: ACM/EC Internationalisering/ globalisering - Internationalisering: o Handels- en investeringsactiviteiten gaan over de nationale grenzen heen. - Globalisering/ mondialisering: o Politieke systemen, economieën en culturen hebben steeds meer invloed op elkaar en gaan steeds meer op elkaar lijken > integreren. - Oorzaak: onder anderen open grenzen, internet, handelsakkoorden. o Vb: Nederlands bedrijf besteld/ laat maken een product in China (goedkoop) en het Chinese bedrijfs laat het in Amerika maken (nog goedkoper). o De vervoersroute (het logistieke deel) verschilt. Denk aan duurzaamheid. Gedownload door Uday Uqleh ([email protected]) lOMoARcPSD|29493761 Motieven internationaal ondernemen - Omzet, winst, marktaandeel, concurrentiekracht, etc. - Pro- en reactieve motieven om te gaan internationaliseren. - Een proactief motief is inspelen op marktkansen in het buitenland. - Reactief motief is mee overlopen met de andere partijen. Elementen internationaal ondernemen Internationaal ondernemen omvat meerdere elementen: 1. Globalisering (wereldintegratie) 2. Internationale handel (im-/export) 3. Internationale investering (DBI/FDI) 4. Internationale risico’s (rechtsstelsel, cultuur, financieel/commercieel) 5. Deelnemers (overheden, MNO/MNE, tussenpersonen, internationale organisaties: NGO en IGO) 6. Entree strategie (hoe het product of dienst in de markt wordt gezet) Risico’s en internationaal zaken doen - Onbekendheid met buitenlandse markt: risico’s voor de onderneming. - 4C model = country, cultural, commercial, currency - Country risk = landenrisico Landenrisico - Kans op negatieve effecten op bedrijfsactiviteiten en winstgevendheid. - Oorzaak: factoren in de politieke en/of juridische omgeving van een land. - Inzicht krijgen in de overheidssector, het politieke klimaat en het juridische kader van het buitenland (land voor de export/ investering) - Kritieke indicatoren zijn oa.: wet en regelgeving. o BV: bescherming van intellectuele eigendom (octrooi, merkrecht, productaansprakelijkheid, fiscaal beleid, inflatie, staatsschuld) Politieke systemen - Relatie vrijheid burgers/ organisaties (in dat politieke systeem) en welvaart. - Er zijn verschillende politieke systemen. Definities liggen niet strak vast. o Totalitaire systemen = Noord-Korea o Socialistische/ communistische systemen = Cuba o Sociaal democratische systemen = Europese landen Juridische systemen - Een rechtstaat (Rule of Law): het juridische systeem waarin regels duidelijk zijn, openbaar worden gemaakt, eerlijk worden toegepast en algemeen worden gerespecteerd door individuen, organisaties en de overheid. - 5 juridische systemen (wereldwijd) 1. Common law 2. Civil law 3. Religieuze wetgeving 4. Socialistische wetgeving 5. Gemengde systemen Gedownload door Uday Uqleh ([email protected]) lOMoARcPSD|29493761 Common law - Rechtssysteem met basis Engeland en via kolonisering (Australië, Canada, VS en India) - De basis van common law: traditie, eerdere uitspraken. - Weinig/ minder codificatie/ grotere rol rechter (jury), dan civil law. - Common law staat open voor interpretatie door rechters waardoor het wat flexibeler is dan andere rechtsstelsels. Civil law - Burgerlijk recht of code of law - Rechtssysteem met oorsprong in Europa (het Romeinse- en Franse recht) - Gebaseerd op een systeem van wetten - Juridische spelregels die zijn vastgelegd = gecodificeerd als wetten die zijn opgesteld door een wetgevend orgaan. Religious law - Rechtssysteem met geloofs-/ godsdienst invloeden - Hindoeïstisch, joods (Thora) en Islamitisch (Sharia) - Vaak ook een gemengd of duaal systeem: religieuze en overheidsrechtbanken Gedownload door Uday Uqleh ([email protected]) lOMoARcPSD|29493761 Business Law B les 2 Protectionisme - (WTO/ WHO onderdeel UN/VN) bevordert vrijhandel: relatie vrijhandel – ontwikkeling van landen – welvaart - Vrijhandel is internationale handel zonder belemmeringen - Landen willen (delen van) economische beschermen (protectionisme) - Waarom? o Bevordering werkgelegenheid – tegengaan van dumping – behoud nationale cultuur/ identiteit – politiek boycot – keuze nationale strategische prioriteiten o Inkomsten voor de overheid o Bescherming: bedrijfstak – nationale veiligheid - De overheid van een land kan verschillende soorten van protectionistische middelen toepassen - Tarfaire (geldkostende) maatregelen oa.: o Import (invoerrechten), belastingen  VB: Mexico “Sugartax”. Buitenlandse candy en softdrinks werden daardoor duurder/ te duur voor Mexicanen. Middel om obese te bestrijden. o Non tarfaire maatregelen oa.:  Quotea, investeringsbelemmeringen  VB: China voert quotum “schone” auto’s in Economische samenwerking tussen landen - Bilaterale (BV belastingverdrag)– en multilaterale samenwerking (BV vrijhandelszone) - Wereldwijd: handelsblokken (economische samenwerkingsverbanden) tussen landen - Doel: verminderen van handels- en investeringsbelemmeringen - Samenwering leidt vaak tot voordelen voor de samenwerkende: o Landen o Ondernemingen o Burgers o (Welvaart, inkomen, belastingopbrengsten) Vormen van economische samenwerking 1. Vrijhandelzone: onderling geen tarieven (geen importheffingen) en iedere lidstaat heeft een eigen buitentartief met landen buiten het blok. 2. Douane unie: onderling geen tarieven (geen importheffingen) en ten opzichte van niet-lidstaten geldt er een gemeenschappelijk buitentarief. 3. Gemeenschappelijke markt: gelijk aan douane unie en met vrij verkeer van personen, diensten, kapitaal en goederen. Import/ export - Import/ export: home based (thuisland) activiteiten. - Het vinden van de leverenacier (import) en afnemers (export) kan zelfstandig of via een middle man/ tussenpersoon (vaak agent – distributeur) Gedownload door Uday Uqleh ([email protected]) lOMoARcPSD|29493761 - Waarom import/ export? Prijs - kwaliteit – leveringsbetrouwbaarheid – duurzame keten. Strategische alliantie (SA) - Partnerschap doel = optimaliseren van de bedrijfsvoering (beiden) en einddoel versterking marktpositie (beiden). - De ondernemingen blijven in principe zelfstandig. - Strategisch = samenwerking is tussen (1) directe concurrenten of (2) van niet concurrenten, maar de gestelde doelen zijn strategisch. - 2 hoofdvormen van de SA o Contractuele samenwerking o ‘Equity-based’ samenwerking Contractuele samenwerking - Joint venture o Contract o Nieuwe onderneming (via NV/BV) - Licentie o Licentiegever – licentienemer – vergoeding - Franchising o Franchisegever – franchisenemer – vergoeding Directe buitenlandse investering - Een DBI/FDI o Investering door een onderneming in het ene land (A) in een onderneming ander land (B). o Doel: invloed krijgen op strategische beleid van de buitenlandse onderneming (B). - Een DBI/FDI kan ook een overname/ fusie zijn: wat is de bedoeling van de partijen? - Een DBI/FDI kan ook een start up/ greenfield investeringen zijn: wat is de bedoeling van de partijen? - Denk aan Mededingingscontrole in het buitenland (in Ned = ACM, in Europa = EC). Fusie en overname - Verschillende fusie vormen - Bedrijfs, aandelen en juridische fsie - Is er sprake van gelijkwaardigheid (fusie) of niet (overname)? - Merger en aquisition (M&A) - Via een internationale fusie/overname kan de onderneming gebruik maken van de buitenlandse markt, productieprocessen, distributiekanalen, enz. - Denk aan OVO! - Denk aan Mededingingscontrole in het buitenland (in Ned = ACM, in Europa = EC). Greenfield investering - Het opstarten van een nieuwe onderneming in het buitenland = greenfield investering of internationale start-up. - De GI is dan in principe een dochtermaatschappij (van de moedermij = holding) Gedownload door Uday Uqleh ([email protected]) lOMoARcPSD|29493761 - Afhankelijk van het vestigingsland en de investerende onderneming: vestigingsfacaliteiten (subsidie, fiscaal, etc). Holding in NED GI in Mexico Verhouding moeder – dochter - Internationale verhouding moeder dochter mbt cultuur/ personeel/ managen van de dochter op beleidsterreinen. - Structuur – cultuur van leidinggeven – beleidsvorming – beleidsuitvoering Holding in NED Dochter in GI in Mexico Dochter in VS NED Poly centrisch hoofdkantoor - Internationale verhouding moeder dochter mbt cultuur/ personeel/ managen van de dochter. - Polycentrisch hoofdkantoor: zoveel mogelijk door de dochtermaatschappij. - Hoofdkantoor bemoeit zich weinig met de dochtermaatschappijen (in het buitenland). Etno centrisch hoofdkantoor - Internationale verhouding moeder dochter mbt cultuur/ personeel/ managen van de dochter. - Etnocentrisch hoofdkantoor: zoveel aansturing door de holding. - Vaak via Expats. Geocentrisch hoofdkantoor - Internationale verhouding moeder dochter mbt cultuur/ personeel/ managen van de dochter - Geocentrisch hoofdkantoor: combinatie van centrale aansturing (holding) en lokale vrijheid van de dochter. Vereist een goede afstemming. Gedownload door Uday Uqleh ([email protected]) lOMoARcPSD|29493761 Business Law B les 3 Doelstellingen Europa Vrij verkeerd van 1. Goederen 2. Personen 3. Diensten 4. Kapitaal Lidstaten mogen dit vrije verkeer niet belemmeren. Gemeenschappelijke markt > verbieden maatregelen door landen die vrij verkeer belemmeren (bv in en uitvoerheffingen). Staatsteun  Bijvoorbeeld: subsidies aan bepaalde sector, goedkopere grondprijzen.  Staatsteun en concurrenten niet? = oneerlijke concurrentie.  = verboden: verstoring concurrentie (!) binnen EU.  Let wel: Europese Commissie kan vrijstelling verlenen  In crisissituatie mag staatssteun wel (bv corona) Doelstellingen Europa = sterk concurrerende markteconomie = volledige werkgelegenheid = sociale vooruitgang (geld voor nodig) Vrede, stabiliteit en welvaart Alle EU-burgers hebben het recht en de vrijheid om te kiezen in welke EU-land ze willen studeren, werken of pensioen ontvangen. Samenwerkingen en bevoegdheden Supranationale samenwerking: nationale overheden staan besluitvormingsmacht af aan de EU. EU instellingen Europese instellingen 1. De Europese commissie: dagelijks bestuur EU. Eigen beslissingsbevoegdheid over bv landbouw en mededingingsbeleid + controleert of sprake is van eerlijke concurrentie. 2. Europees parlement (maken daadwerkelijk wetten): rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordiging. Wetgevings- en begrotingstaak. 3. Hof van Justitie (mag recht spreken): rechters van EU (1 rechter per lidstaat). 4. Raad (maken daadwerkelijk wetten): vertegenwoordigt belang nationale regeringen = belangrijkste wetgevingsorgaan EU a. Samen met Europees Parlement wetgevings- en begrotingstaak. b. Samenstelling: 1 minister uit elk EU-land die namens lidstaat mag stemmen. Gedownload door Uday Uqleh ([email protected]) lOMoARcPSD|29493761 5. Europese Raad: bepaalt politieke koers EU = wetgevingsagenda, maar geen wetgevende bevoegdheid vertegenwoordiging belang nationale regeringen.  Samenstelling oa: staatshoofden en regeringsleiders van de EU-landen. EU wetten De EU (Raad + Europees parlement) maakt wetten: - EU wetten voorrang boven nationale wetten lidstaten. - Nationale rechters moeten deze voorrangsregel altijd toepassen. - BV: constateert NL’se rechter dat EU wet niet overeenkomt met NL’se wet? Dan moet rechter de NL’se wet opzij zetten en de EU wet toepassen. Vrijheid van personen - Hoofdregel: Europese burgers en in EU gevestigde ondernemingen kunnen vrij wonen, werken, studeren of zakendoen. Gedownload door Uday Uqleh ([email protected]) lOMoARcPSD|29493761 Flashcards 1. Op welke manier kan een onderneming zijn of haar product of dienst op de markt brengen? a. Import of export, ruilhandel b. Strategische alliantie c. Contractuele samenwerkingsvormen d. Directe buitenlandse investering e. Fusie en overname f. Greenfield investering 2. Wat wordt bedoeld met exportstrategie? a. De strategie is om producten of diensten te produceren in 1 land (vaak het land van herkomst van de producent) en deze te verkopen en te distribueren naar klanten in andere landen. 3. Wat is ruilhandel? a. Ruilhandel is de transactie waarbij volledige of gedeeltelijke betaling in natura plaatsvindt (vb: betalingen via producten of grondstoffen of diensten.). 4. Wat wordt bedoeld met importstrategie? a. Dit is de strategie om producten en diensten uit buitenlandse bronnen (in) te kopen en ze naar het thuisland te (laten) brengen. 5. Welke vormen kent de strategische alliantie? a. Contractuele samenwerking b. ‘Equity-based’ samenwerking 6. Wat is een strategische alliantie? a. Onder een strategische alliantie wordt verstaan een partnerschap met als doel het minimaliseren van risico’s en optimaliseren van de bedrijfsvoering. Het uiteindelijke strategische doel is om de marktpositie van beide onderneming te vesterken. 7. Wat houdt een contractuele samenwerkingsvorm in? a. Bij een contractuele samenwerking wordt geen gezamenlijk eigen vermogen gevormd. Er is (slechts) een samenwerking in het contract opgenomen. 8. Noem drie vormen van contractuele samenwerking en leg ze uit. a. Joint venture; gezamenlijk activiteiten opzetten/ uitvoeren. b. Licentie; toestemming voor gebruik van het merk van een ander bedrijf. c. Franchising; toestemming voor gebruik van een bedrijfsmodel/ concept. 9. Wat is een directe buitenlandse investering? a. Een directe buitenlandse investering is een investering door een onderneming in het ene land (A) in zakelijke belangen in een onderneming ander land (B). 10. Wat is het doel van een directe buitenlandse investering? a. De directe buitenlandse investering heeft vaak als doel dat de investeerder (A) invloed krijgt op het (strategische) beleid van de buitenlandse onderneming (B). 11. Wat is het doel van een fusie? a. Bij een fusie is er sprake van intensieve samenwerking tussen twee (of meer) ondernemingen om betere resultaten te realiseren. Binnen deze context zijn en blijven fusiepartners gelijkwaardig. Gedownload door Uday Uqleh ([email protected]) lOMoARcPSD|29493761 12. Wat gebeurt er bij een overname? a. Bij een overname (van veelal de aandelen) wordt de overgenomen onderneming eigendom en onderdeel van de kopende onderneming. 13. Wat houdt een greenfield investering in? 14. Welke drie soorten van hoofdkantoren zijn er te onderscheiden in een internationale concernrelatie? 15. Noem de 4 C’s van internationalisering. 16. Noem twee redenen om een landenrisicoanalyse uit te voeren. 17. Wat is het landenrisico? 18. Waar moeten managers inzicht in krijgen om te kunnen profiteren van de buitenlandse kansen en om de buitenlandse risico’s te minimaliseren? 19. Licht toe wat bedoeld wordt met het politieke systeem van een land. 20. Noem drie politieke systemen. 21. Licht toe wat wordt bedoeld met het juridische systeem van een land. 22. Noem de vijf juridische systemen wereldwijd. 23. Wat houdt civil law in? 24. Wat houdt common law in? 25. Waardoor wordt internationaal handelsverkeer belemmerd? 26. Wat is protectionisme? 27. Wat zijn redenen voor de overheid om protectionistisch op te treden? Noem er 5. 28. Noem twee typen protectionistische maatregelen. 29. Wie bevordert de vrije handel in de wereld? 30. Wat is vrijhandel? 31. Wat is bilaterale samenwerking? 32. Wat is multilaterale samenwerking? 33. Wat is het doel van economische samenwerkingsverbanden? 34. Welke drie partijen hebben de meeste voordelen van een internationale samenwerking? 35. Wat is een vrijhandelszone? 36. Wat is een douane unie? 37. Valt een buitenlandse onderneming die een vestiging in Nederland heeft onder het Nederlands recht? 38. Wat zijn de motieven voor internationaal ondernemen? 39. Wat is een entree strategie? 40. Wat is globalisering? 41. Is inspelen op de marktkansen een proactieve reden om te vestigen in het buitenland? 42. Met welke indicatoren meten we de globaliseringsgraad van een land? 43. Wat is het doel van een strategische alliantie? 44. Wat wordt bedoeld met een “polycentrisch hoofdkantoor”? 45. Wat wordt bedoeld met een “etnocentrisch hoofdkantoor”? 46. Wat wordt bedoeld met een “geocentrisch hoofdkantoor”? 47. Een strategische alliantie komt vaak voor in het internationale bedrijfsleven. Wat is in Nederland de wettelijke grondslag van de strategische alliantie? 48. Een onderneming uit Duitsland start in Spanje een nieuwe vestiging. Sollicitant Gomez wordt in Spanje aangenomen als werknemer en krijgt een arbeidscontract voor een half jaar. Welk arbeidsrecht is hier van toepassing? Gedownload door Uday Uqleh ([email protected]) lOMoARcPSD|29493761 49. Hoe wordt de integratie van economieën, politieke systemen en culturen ook wel genoemd? 50. Hoe wordt de fase van een onderneming omschreven waarin de eerste stap wordt gezet op de internationale markt? 51. Welk politiek systeem wordt hier omschreven: “Een land waarin de centrale overheid alle staatsmacht in handen heeft en waarin de rechtspraak afhankelijk is van deze centrale politiek.”? 52. Waaruit bestaat een landenrisico? 53. Waarin verschilt een douane – unie van een vrijhandelszone? 54. Wat is de rol van de Europese Commissie? 55. Welke bevoegdheden heeft het Europees parlement? 56. Wat is de rol van het Europese Hof van Justitie? 57. Wat is de relatie tussen Europees Parlement en de Europese Commissie? 58. Maak de zin af: “De Europese Raad is samengesteld uit…?” Licht vervolgens toe wat de taak van de Europese raad is. 59. Wat is de Raad van Europa? 60. Wat was de naam van het samenwerkingsverband voor de Europese Unie? 61. Wat is de Europese Unie? 62. Noem vijf Europese doelstellingen. 63. Wat is het verschil tussen een “verordening” en een “richtlijn”? 64. Waar dient de Europese valuta (de euro) voor? 65. Waar wordt in kader van Internationaal ondernemen in Europa aandacht aan geschonken? 66. Wat is een intergouvernementele samenwerking? 67. Wat is een supranationale samenwerking? 68. Noem de vier vrijheden. 69. Wat is het Schengengebied? 70. Wat wordt bedoeld met vrij verkeer van personen? 71. Noem de drie belangrijkste doelstellingen van de EU. 72. Wat houdt vrij verkeer van diensten in? 73. Wat houdt het vrij verkeer van kapitaal in? 74. Wat is een verordening? 75. Wat is een richtlijn? 76. Waarom is de interne markt de belangrijkste “motor” van de EU? 77. Welke instantie houdt toezicht op de naleving van de (EU) concurrentie spelregels? 78. Een Deens bedrijf, hoofdkantoor in Denemarken (lidstaat EU), vestigt zich in Nederland (lidstaat EU) en voldoet daarbij aan alle juridische eisen. Mag/ kan dit bedrijf vanuit Nederland een nieuwe vestiging openen in Frankrijk? Gedownload door Uday Uqleh ([email protected]) lOMoARcPSD|29493761 Oefentoets Gedownload door Uday Uqleh ([email protected])

Use Quizgecko on...
Browser
Browser