Samenvatting Ethiek Hakan PDF
Document Details
Uploaded by Deleted User
Tags
Summary
This document provides a summary of Ethics, covering topics such as norms, values, transcendence, and the potential pitfalls of ethical discussions. It presents a critical overview of issues tied to tech and society.
Full Transcript
**Kennisclip: wat is ethiek?** Bij ethiek gaat het over goed handelen tegenover slecht handelen. Ethische vragen zijn bijvoorbeeld: is het bij een sollicitatieprocedure goed om te kiezen voor de vrouw? Het zijn vragen waar er geen concreet antwoord op te geven is, maar die van verschillende invalsh...
**Kennisclip: wat is ethiek?** Bij ethiek gaat het over goed handelen tegenover slecht handelen. Ethische vragen zijn bijvoorbeeld: is het bij een sollicitatieprocedure goed om te kiezen voor de vrouw? Het zijn vragen waar er geen concreet antwoord op te geven is, maar die van verschillende invalshoeken bekeken kan worden. Ethiek is **normatief**. Het komt vanuit **normen**, regels waaraan iets moet voldoen. De normen zijn afgeleid uit waarden, zoals rechtvaardigheid, solidariteit en vertrouwen. Normen geven richtingen over het handelen. **Transcendentie**: overstijgen. Het ervaren van een hogere bewustzijn. Mensen zijn persoonlijke ontvangers. Mensen hebben hun eigen wensen. Hierboven heb je nog waarden. Wensen worden getranscendeerd naar waarden. Iemand die voor zichzelf bepaalt of het goed handelen is, bepaalt de goedheid, maar dit klopt niet. Hoe kan een ethische discussie misgaan: 1. **Feitendiscussies**: ethiek is normatief, niet descriptief. Feitendiscussies zijn wel descriptief. Vaak worden normatieve stellingen met empirische stellingen in de war gehaald. 2. **Verpersoonlijking**: iemands argument wordt herleid tot zijn persoonlijke achtergrond. Bijvoorbeeld: jij wilt alleen een vrouw aannemen, omdat jij een vrouw bent. 3. **Juridisering**: in Nederland beroepen we ons op regels, maar dit is iets anders dan ethiek. Hoe doe je het wel?\ 1. Denken zoals filosofen 2\. Er staan begrippen centraal. Wat mensen met begrippen bedoelen is niet altijd duidelijk. Gelijke rechten is iets anders dan gelijkheid. A person standing in front of a picture of a baseball game Description automatically generated Goede ethiek is filosofische ethiek. Gelijke rechten is niet hetzelfde als gelijkheid. **Hoorcollege 1:** **Amanda Todd's** dood trekt de aandacht van nationale en internationale media. Online hackergroep Anonymous lekt de naam van de moordenaar. Journalisten hebben hierdoor de rol en plicht in de samenleving om vraagstukken en dilemma's bloot te leggen en aandacht te brengen naar maatschappelijke problemen. **Moraliteit/moraal:** set opvattingen binnen een groep, die vaak vanzelfsprekend zijn. **Ethiek**: wetenschappelijke reflectie. Tak van filosofie die zich bezighoudt met nadenken over juist handelen. Tak die zich bezighoudt met denken over moraliteit. Ieder mens heeft een moraal, en is tot ethiek in staat. **Normen**: ongeschreven gedragsregels, over juist handelen. **Waarden**: zaken die waardevol worden gevonden door een groep of individuen. Wat wij als normaal zien (**norm**) komt voort uit overtuigingen die we hebben (**waarden**) Er zijn geen maatschappijen zonder normen en waarden. Waarden in collegezaal: gelijkheid voor iedereen, respect naar elkaar, ontwikkeling en sociaal contact Normen: optijd komen, niet praten, naar docent luisteren Normen en waarden kunnen veranderen en ook verschillen van plaats tot plaats. Waarden leiden tot normen. **Hoe veranderen normen en waarden?** 1. Onenigheid over norm/waarde of het blijkt niet meer te passen 2. Mensen discussiëren, denken na, luisteren, overtuigen, twijfelen erover 3. Er stabiliseert een nieuwe norm/waarde in de gemeenschap 4. Terug naar stap 1 **Pluriforme samenleving:** samenleving waarin verschillende culturen en gemeenschappen naast elkaar leven Liberale samenlevingen leggen veel nadruk op waardenpluralisme en individuele vrijheid: 1. Staat is terughoudend met opleggen normen/waarden 2. Risico op overheidsmoralisme/paternalisme 3. Vrijheid van 1 kan de vrijheid van ander beperken -- regels zijn nodig Technologie bepaalt mede hoe wij leven en in hoeverre we een goed leven kunnen realiseren Waardenpluralisme leidt tot liberale reflex bij overheid: 1. Niet verbieden, maar randvoorwaarden (veiligheid) regelen 2. Aan individu/gemeenschap keuze laten of ze technologie wel of niet moeten gebruiken **Samenvatting inleiding becker:** Er is een complexe relatie tussen technologie en de mens. Er is een vraag of de mens de technologie bepaalt (**instrumentalisme**) of dat technologie de mens domineert (**technologisch determinisme**). Er is een dualiteit van ethiek en technologie. Ethiek kan gezien worden als over of vanuit digitale media. Wie is dan de baas? Er is kritiek op instrumentalisme, dat de mens over technologie bepaalt. Het idee dat technologie alleen maar een neutraal hulpmiddel is, negeert het onbewuste en externe invloeden op menselijk handelen. Technische innovaties hebben vaak onverwachte gevolgen, bijvoorbeeld rebound-effecten zoals impact van mobiele technologieën. Er is ook kritiek op technologisch determinisme: de gedachte dat techniek een eigen dynamiek heeft en maatschappelijke veranderingen afdwingt, ondermijnt ethische reflectie en keuzevrijheid. Optimistische deterministen zien technologie als vooruitgang, terwijl pessimisten denken dat het morele vermogen van mensen wordt verzwakt omdat technologie de baas is. Moderne inzichten, zoals van stiegler, latour, clark, chalmers, benadrukken dat er een verwezenheid is tussen mens en techniek. Techniek beïnvloedt menselijk gedrag en bewustzijn, terwijl menselijke waarden en intenties ook de ontwikkeling/gebruik van techniek beïnvloeden. Er is dus een invloed van mens op techniek, en techniek op mens. Digitale media van tegenwoordig brengen nieuwe uitdagingen met zich mee, zoals anonimiteit, informatisering en andere privacy opvattingen. Ethiek moet niet alleen effecten van technologie beoordelen, maar ook de betekenissen. **Hoorcollege 2:** Er gaan veel verhalen rond over AI. Er zijn veel beloften, maar ook veel angst en bezorgdheid onder mensen. Vroeger was er weinig intellectuele aandacht voor technologie. Het werd vooral gebruikt om land te onderhouden of gezin te onderhouden, maar er waren wel instructies en handleidingen. De intellectuele gemeenschap (leiders, filosofen en adel) vonden technologie te gewoontjes om ermee bezig te zijn. Mensen begonnen pas optimistisch te denken over technologie tijdens de verlichting. In de 17/18^e^ eeuw (Descrates, Kant). Ze gingen hier bouwen aan de wetenschappelijke revolutie. Ideeën, wetenschap en technologie werden als belangrijk gezien, omdat dit een middel was om ons leven te verbeteren. **Instrumentalisme**: technologieën zijn passief en neutraal. Het zijn slechts hulpmiddelen die we gebruiken om een doel te bereiken. We gebruiken het, maar er gebeurt/verandert niks. Dit is relatie van meesterschap (mastery). Hierbij mag je technologie niet de schuld geven, maar alleen de gebruiker. Guns do not kill people, people kill people. Hierna kwam er een periode (industriële revolutie) dat mensen negatiever gingen kijken/denken over technologie. Dit was een periode waarin **industrialisatie** en snelle stedelijke groei gebeurde. Er was een achteruitgang van natuur. **Massaconsumptie** begon te gebeuren. Technologie werd gezien als dat het out of control was. Determinisme: Technologie bepaalt hoe we ons leven leven, hoe onze samenleving eruitziet. Mensen hebben geen invloed op dit proces. Ook kijken mensen genuanceerd naar technologie. Ze zeggen dat technologie noch goed, noch slecht, noch neutraal is. Dit houdt in: 1. Hedendaagse intellectuele perspectief 2. Technologie kan positieve en negatieve effecten hebben 3. Er is aandacht voor specifieke technologieën in hun eigen context Dit is een anti-instrumentalisme manier om te kijken. Hierbij gaat onze relatie met technologie om interactie, mediatie en co-productie. In plaats van of het goed of slecht is, vragen we ons af hoe we technologieen moeten bemiddelen voor onze relatie met de wereld. 1. Technologie co-produceert onze **ervaringen**. Bijvoorbeeld als je een kind krijgt, de foetus wordt als persoon gezien. Dit creëert een relatie. 2. Technologie co-produceert **acties**. Het kan menselijke handelingen autoriseren, toestaan, aanmoedigen, beïnvloeden, verbieden. Technologieën hebben scripts die gebruikers laten zien hoe ze moeten handelen met technologie. Bijvoorbeeld speedbumps. 3. Technologie co-produceert onze **samenleving**. Bijvoorbeeld met de trein naar werk, over viaducten heen, etc. Dit is niet deterministisch of instrumentalisme. Er zijn **counter-scripts**. Het wordt gebruikt op een andere manier dan dat het bedoeld is. Technologie nodigt ons uit tot vorming van nieuw gedrag, normen en waarden Bijvoorbeeld **revenge effects:** energiebesparende gloeilampen, dus dan laat je de lampen maar de heletijd aan. **Hoorcollege 3:** Deze gaat over de 3 theorieën die je kan gebruiken om ethische vraagstukken te behandelen. Het trolleyprobleem. Jij bent bestuurder van tram die niet kan stoppen. Links 5 mensen die je vermoordt, rechts maar 1. De route gaat nu al naar links. 1. Gevolgethiek: utilisme. Wat maakt een beslissing goed of slecht? Dat hangt af van het gevolg van de beslissing. Je moet plezier/geluk van grootste groep maximaliseren. 2. Beginselethiek: deontologie. Wat maakt een beslissing goed of slecht? Hangt af of het in overeenstemming is met de morele plichtne. Dit komt van Immanuel Kant. Rede en autonomie zijn belangrijk, emotie niet. Mensen moeten rationele keuzes maken. We mogen een persoon niet als middel tot een doel gebruiken. Je mag dus de route niet veranderen. Je mag niet beslissen over iemands leven. 3. Levensethiek: deugdethiek. Wat een beslissing goed of slecht maakt, is of het in overeenstemming is met onze deugden. Deugden zijn gedrag die als moreel goed, positief of wenselijk worden gezien. **Stevens et al:** This is about the rapid expansion of Big Tech companies into various societal domains, such as health education and agriculture. This has raised concerns amongst a lot of groups and people. Big tech companies have increasingly ventured into other domains, such as health and medicine going into wearables, AI diagnostics. Education going into google classrooms, autonomous vehicles etc. This is not only on the big companies, but also to smaller ones. Dit gaat over sfeer transgressies. Dit is wanneer goederen van een sfeer (bijvoorbeeld geld) zorgt voor voordelen binnen een andere sfeer, zoals in de politieke sfeer. Digitalisatie heeft geleid naar een digitale sfeer, waarbij de primaire goed digitale producten en expertise zijn. Holistisch perspectief: dit framework gaat verder dan privacy and marktkrachten en analyseert hoe Big Tech alles verandert. **Sfeer transgressies:** overschrijden van grenzen tussen verschillende sferen, die elk hun eigen normen en waarden hebben. **Corruptie:** ontstaat door mengen van sferen, bijvoorbeeld wanneer publieke macht wordt ingezet voor privébelangen. **Dominantie:** wanneer een dominante sfeer (bijvoorbeeld technologische sfeer) de normen en waarden van een andere sfeer beïnvloedt/overneemt. **Big Tech:** grote bedrijven zoals Google, Facebook, Apple. Bedrijven die een enorme invloed uitoefenen op verschillende aspecten uit ons dagelijks leven. Deze bedrijven overschrijden vaak de grenzen (sfeer transgressies) **Hoorcollege 4:** Wat maakt technologie/digitalisering goed of slecht? **Michael Walzer**, een politiek filosoof van Princeton University, zegt dat er verschillende domeinen/sferen in onze samenleving zijn met allemaal hun eigen waarden. Bijvoorbeeld medisch domein, politiek domein, markt domein, onderwijs domein, persoonlijk domein. Er kan ongelijkheid bestaan in een maatschappelijke sfeer, bijvoorbeeld dat sommigen rijker/gezonder/slimmer zijn dan anderen. Michael Walzer stelt dat ongelijkheid niet onrechtvaardig is, maar dat voordelen die je hebt in een sfeer, niet vertaalt mogen worden naar voordelen in andere maatschappelijke sferen. Dit zijn **sfeer transgressies**. Bijvoorbeeld dat je je persoonlijke connecties inzet voor beter onderwijs, zorg, macht. Dat wordt gezien als onrechtvaardig en onethisch. Dit zegt Michael Sandel ook, sommige dingen horen niet te koop te zijn zoals organen, kinderen en recht om op bedreigde dieren te schieten. **Aanvulling voor sfeer transgressies:** 1. Walzer is onduidelijk over zijn identificatie van maatschappelijke sferen. Er zijn tegenwoordig veel meer maatschappelijke sferen, zoals nieuws en media, gaming, veiligheid, werk. 2. Er gebeuren ook sfeer transgressies nu. Bijvoorbeeld Mike Bloomberg die WallStreetJournal wil kopen. Hij gebruikt zijn geld om invloed te hebben in nieuws en media. Rusland die journalisten niets laten rapporteren, politiek heeft invloed op nieuws en media. 3. Toevoegen digitale domein/sfeer. In de jaren 80 was technologie en digitalisering niet zo wijd verspreid als nu. Digitaal domein moet ook een sfeer worden. 4. Digitale sfeer breidt zich uit naar zowat alle sferen, daten voor vriendschap, arbeidsmarkt, gezondheidszorg, nieuws en media. Dit zijn allemaal sfeer transgressies. 5. Het resultaat hiervan is: digitale waarden verdringen traditionele waarden, dit kan leiden naar corruptie. Machtige actoren uit digitale domein kunnen oneigenlijke macht krijgen in andere domeinen. 6. Veel botsingen tegenwoordig tussen de maatschappelijke sferen. Bijvoorbeeld efficiëntie/standaardisatie botst tegen goed zorgen in het medische domein. Personalisatie/efficiëntie botst tegen creativiteit/autonomie in technologisch domein. 7. Big Tech gebruiken macht om invloed uit te oefenen op andere domeinen. 8. Nieuwe afhankelijkheden van technologische actoren van maatschappelijke diensten. Bijvoorbeeld Ministeries op LinkedIn/Facebook, door corona meer google classrooms. Morele grenzen van digitalisering: 1. Nieuwe theorie die maatschappelijke sferen (domeinen) centraal zet en helpt te begrijpen wat invloed van digitalisering is 2. Nieuwe machtige Big Tech spelers die: agenda's van maatschappelijke domeinen bepalen, leiden tot conflicten tussen technologie en domein experts en nieuwe afhankelijkheden voor maatschappelijke diensten. **Goede digitalisering:** 1. Mag niet leiden tot **corruptie**. Sferen moeten integriteit behouden. Digitalisering mag traditionele waarden van een sfeer niet veranderen. 2. Mag niet leiden tot **dominantie**. Sferen moet autonoom blijven. Actoren in 1 sfeer mogen niet dominant worden in andere sfeer. **Hoorcollege 5:** Bijna iedereen heeft ooit in zijn of haar leven GenAI gebruikt. Dit is in de afgelopen jaren heel erg hard ontwikkeld, in november 2022 kwam ChatGPT uit, in januari 2023 kwam MedPaLM uit, waarvan wordt verwacht dat het AI medische chatbots zijn die beter kunnen zijn dan dokters. Tegenwoordig heb je zelfs ook stukken tekst wat je in podcast vorm kan beluisteren. Volgens Gibson kan ChatGPT/GenAI de gereedschappen van lesgeven verbeteren, niet vervangen. Hij vergelijkt ze met rekenmachines, maar dit klopt niet helemaal, waarom niet? 1. Rekenmachines zijn niet biased. AI is dat wel. AI leert van het internet, en dus ook de vooroordelen ervan. Het neemt de vooroordelen van onze huidige levens mee. 2. Rekenmachines hebben geen bedrijfsmodellen. ChatGPT heeft bijvoorbeeld verschillende versies, en hoe beter het is hoe meer geld het kost. Ook heeft OpenAI (makers van ChatGPT) al hun data van het internet gehaald zonder ervoor te betalen. Deze data kan hierdoor ook persoonlijke informatie bevatten. Het publiek betaalt dus 2 keer, 1 keer met hun informatie, 1 keer voor het abonnement. 3. Rekenmachines hebben geen onzichtbaar menselijk werk nodig. OpenAI betaalt keniaanse werkers minder dan 2 euro per uur om ChatGPT minder toxic te maken. 4. Rekenmachines zijn geen bullshitters. AI maakt vaak nog fouten. Zij zorgen voor verspreiding van meer desinformatie. Bullshitters zijn erger dan leugenaars, omdat het ze niet uitmaakt of het waar/onwaar is, het gaat ze alleen om de retorische kracht van overtuiging 5. Rekenmachines hebben veel kleinere ecologische afdruk. Ondanks dat het gebruiken van ChatGPT leidt naar hogere cijfers, ondermijn dit wel het leren. **Kennisclips hoorcollege 6:** Veel mensen boeit hun informatie niet. Niemand leest de terms & conditions. Er is een sentiment dat alleen slechte mensen privacy willen. Ondanks dit zijn er dingen die iedereen doen waarvan we willen dat het geheim blijft. Jeremy Bentham heeft een panopticon ontwikkeld. Dit houdt in dat er 1 iemand de hele gevangenis kan bekijken. Hierdoor lijkt het alsof ze heletijd worden bekeken. De gedachte dat de bewaker iedereen kan zien is al genoeg. Er hoeft niet eens een beveiliger te zijn. Constant surveillance creates a prison in the mind. Ook online worden we bekeken. Mark Zuckerberg zei dat privacy geen sociale norm meer is. Onze menselijke vrijheid wordt beperkt door de constante surveillance. Rosa Luxemburg: those who do not move, do not notice their chains Privacy is een basisrecht van alle mensen Helen Nissenbaum zegt dat er een privacy -- utility tradeoff is. Zij denkt dat dit niet klopt, maar dat je privacy als contextual integrity moet zien. Privacy is belangrijk en hoort verdedigd te worden. Contextual integrity moet in 3 key ideas worden verdeeld: 1. Privacy is een appropriate flow 2. Privacy moet gekarakteriseerd worden door parameters. Je moet het onderwerp, verstuurder, ontvanger, informatie type en principe kunnen identificeren. 3. Je moet de flows evalueren. Stel je voor dat er een ethics -- utility tradeoff zou zijn. **Privacy college:** Privacy heeft 4 basale functies: 1. Het recht om alleen gelaten te worden. Dit is een van de eerste manieren waarop privacy werd genoteerd. Het is bedacht door de rijkere klassen vroeger, een elite concept. 2. Om sociale relaties met anderen te ontwikkelen. We kunnen alleen sociale wezens zijn als er een concept van privacy bestaat. Je kan geen intieme relatie aangaan als je dezelfde informatie deelt met hun als met anderen. 3. Het behoud van waardigheid. Als we het hebben over privacy denken veel mensen aan het niet delen van informatie, maar het gaat ook over dat er grenzen moeten zijn die je waardigheid moeten beschermen. Dit onderscheid is nodig. 4. Privacy is een voorwaarde voor het autonoom leven. Om jezelf te ontwikkelen heb je privacy nodig. Om een pad voor jezelf te creëeren heb je privacy nodig. We kunnen hierdoor beter nadenken over hoe we onze privacy moeten beschermen. Bij bescherming van privacy gaat het om bescherming van individuele controle. Bijvoorbeeld informed consent, over dat je bij de dokter je informatie mag delen. Het accepteren van cookies/software. Dit is wel een beperkte manier om privacy te beschermen. De individuele focus is beperkt, omdat we niet alleen als individu privacy nodig hebben, maar ook als groep. Individuele controle werkt niet. Maar controle werkt sowieso niet. Als iemand ervoor kiest om alles te delen, intuïtief geloven we er alsnog dan in dat we onze privacy kwijt zijn. Integriteit van contexten is belangrijk. Dit is alternatieve manier om over privacy na te denken. Ipv privacy beschouwen als volledige controle over persoonlijke info of het recht om alleen gelaten te worden, kijkt contextuele integriteit naar de stromen van informatie binnen sociale contexten. Elk sociaal domein heeft hun eigen normen en verwachtingen over hoe informatie wordt gebruikt. Privacy wordt in elke context verbroken als hun eigen normen worden overtreden. In een medische context is het normaal dat een arts informatie over een patiënt deelt met andere zorgverleners als dit nodig is voor de behandeling. Het delen van diezelfde informatie met een marketingbedrijf zonder toestemming van de patiënt zou echter een schending van contextuele integriteit zijn, omdat het niet past bij de normen van die context. **Van dijck H1:** Online platformen zijn ontstaan door de technologische ontwikkelingen van het internet en het world wide web. Dit heeft een nieuwe ruimte voor informatie, communicatie en transacties gecreëerd. Vanaf 2000 explodeerde het aantal toepassingen, zoals websites en blogs en social media. Platformen worden gezien als instrumenten om economische en maatschappelijke innovaties te bevorderen, met nadruk op participatie en zelforganisatie van de burgers/deelnemers. Denk hierbij aan deeleconomie. Ondanks de voordelen (lagere transactiekosten, betere benutting) brengen platformen ook uitdagingen met zich mee, zoals concentratie van macht en verminderde democratische controle. Deze platformen beïnvloeden publieke belangen, zoals duurzaamheid, solidariteit en toegankelijkheid. Dit roept vragen op over hoe publieke waarden kunnen worden gewaarborgd. Belangrijk concept is **governance by platforms**, waarbij platformen de regels en normen bepalen die gebruikers en interacties sturen. De **platformsamenleving** is een moving target, waarbij maatschappelijk ordening ondoorzichtiger wordt door verbogen processen. Democratische controle is moeilijk te realiseren. **Platformsamenleving** is geen vastomlijnd begrip: de invulling en betekenisgeving vormt het juist. Platformen sturen het leven. **H4:** **Dataficatie**: platformen verzamelen data over gebruikers om inhoud van de platform en de advertentie te personaliseren, wat de onafhankelijkheid van journalistieke keuzes ondermijnt. **Commodificatie**: journalistieke inhoud wordt een handelswaar, waarbij platforms zoals Facebook/Google het grootste deel van advertentie-inkomsten ontvangen. **Selectie**: algoritmen bepalen welke inhoud gebruikers zien, dit is gericht op winst/engagement i.p.v. informatieve waarde. Sociale netwerken zoals Facebook fungeren als bemiddelaars tussen nieuwsorganisaties en het publiek. Ze zijn echter niet gebonden aan journalistieke waarden, zoals waarheidsgetrouwheid. Er kan fake news plaatsvinden. Platformen hebben ook vaak een verdienmodel wat ingaat tegen de idealen van journalistiek. Sommige nieuwsorganisaties proberen onafhankelijk te blijven door hun eigen platform op te zetten en dit te onderhouden met bijvoorbeeld betaalmuren/abonnementsmodellen. Platformsamenleving biedt zowel kansen als bedreigingen voor journalistiek. **Digitale platforms:** online systemen die mensen, bedrijven, organisaties verbinden om diensten, producten of informatie uit te wisselen. Bijvoorbeeld facebook, uber, airbnb. **Platformsamenleving:** samenleving waarin veel sociaal, economisch en cultureel verkeer via digitale platforms loopt. We consumeren nieuws via google/facebook, we regelen vervoer via uber, we leren online. **Platformisering:** proces waarbij steeds meer aspecten van onze samenleving via digitale platforms worden georganiseerd. Bijvoorbeeld dat traditionele structuren, zoals vliegmaatschappijen, worden vervangen door skyscanner. **Dataficatie:** Omzetten van allerlei menselijke handelingen in digitale data. Elke klik die je maakt op website, route die je loopt op google maps, wordt opgeslagen. Dit wordt gebruikt om trends te analyseren en persoonlijke aanbevelingen te maken. **Commodificatie:** Omzetten van iets wat eerder gratis/publiek was in een product wat te koop is. Bijvoorbeeld jouw aandacht/data wordt verkocht. Alles krijgt een commerciele waarde. **Selectie:** platforms gebruiken algoritmes om te bepalen wat gebruikers te zien krijgen. Dit is gebaseerd op jouw gedrag, voorkeuren en commerciele belangen. **Hoorcollege 7:** Een platformsamenleving is een digitale verhoging/plek waarbij mensen en organisaties: 1. Met elkaar in contact komen 2. Diensten, goederen uitwisselen en aanschaffen 3. Informatie delen De platforms hebben een bemiddelende rol en bieden gebruikers nieuwe mogelijkheden om als aanbieder/gebruiker van diensten op te treden. Net als een bemiddelaar/makelaar. Platformisering is het proces waarbij steeds meer sociale/economische verkeer wordt georganiseerd door online platforms. Er komen steeds meer online platforms met uiteenlopende functies. Online platforms vervullen een publieke taak, die eerder door traditionele platforms werden vervuld. Dit heeft invloed op individueel niveau, maar ook op de samenleving. Kenmerken van een online platform: 1. Ze lijken neutraal, maar dat zijn ze niet. Denk aan instrumentalisme (technological determinism). 2. Platforms zijn vaak onderling verbonden. Ze vormen dan gezamenlijk een ecosysteem tussen de gebruikers en aanbieders. 3. Beloven openheid en toegankelijkheid, maar is vaak niet mogelijk. Dataficatie: traceren, kwantificeren, interpreteren en voorspellen van sociale interactie door platformen, door het gebruik van gebruikers. Commodificatie: verwijst naar wijze waarop platformen objecten, handelingen en ideeën vermarkten. Selectie: draait om gebruikers die met behulp van platformen bepalen welke onderwerpen, objecten, actoren relevant zijn. Door middel van algoritmes. Er zijn wel problemen in de platformsamenleving: 1. Persoonlijke belangen. Privacy: niemand kent alle datastromen. Veiligheid: lichamelijk en sociaal. 2. Publieke belangen. Continuïteit van diensten is twijfelachtig. Wie is verantwoordelijk? Er ontstaan ook nieuwe normen door platformsamenleving, bepaald door de platforms zelf. 1. Efficienter en effectiever adverteren 2. Bereiken van specifieke groepen 3. Personalisatie kan participatie en betrokkenheid in politiek verbeteren. 1. Manipulatie, adverteerders kunnen inspelen op angsten en kwetsbaarheden. 2. Privacyproblemen, veel gebruikers zijn niet bewust van hoeveel data er van hen wordt verzameld. 3. Oneerlijk speelveld: rijke partijen hebben meer middelen voor complexere campagnes. 4. Desinformatie: gebruik van deepfakes en misleidende advertenties om bepaalde groepen te beïnvloeden. **Hoorcollege 8:** Achtergrond van journalistiek: in het verleden moest het vrije woord zich een plaats bevechten tegenover macht. De macht bepaalde wie het woord kreeg, bijvoorbeeld in China of Rusland. Hierdoor was het zo dat maar een beperkte groep van mensen het woord kreeg. Vrijheid van meningsuiting ontstond pas in de 18^e^ eeuw. Er ontstond toen een publiek debat waarin iedereen mocht meedoen. Hierin werden vrije en open discussies gehouden over het ontstaan van de beste ideeën. Hierin mocht je met het vrije woord ook de macht bekritiseren, maar niet overal. Beatrice Hall: "Ik ben het in alles wat u zegt met u oneens, maar ik zal er tot mijn dood voor strijden dat u het mag blijven zeggen." In digitalisering is vrijheid van meningsuiting een belangrijk thema, omdat het internet iedereen een roeptoeter geeft. Iedereen kan zeggen wat die zelf wilt. Het internet wordt gebruikt als afvoerputje. Je mag in Nederland veel dingen zeggen die eigenlijk niet conform de normen en waarden zijn, maar dat valt onder meningsuiting. Bijvoorbeeld Wilders uitspraak over minder Marokkanen. Publiek debat in democratie wordt gezien als een discussiegemeenschap. Dit vereist dat mensen die bereidheid zijn het eigen standpunt te rechtvaardigen en ook open staan voor gesprekken met partners. Dit wordt aangeduid door deliberatie. Deliberatie is een transformatief proces, de beste manier van omgaan met moeilijke beslissingen is het gesprek gaande houden en de beslissingen steeds bijstellen. Vereisten goede deliberatie: 1. Acties van machthebbers zijn transparant 2. De burgers moeten mening kunnen geven 3. Er moet gereflecteerd worden Digitalisering versterkt de eerste 2, maar zet druk op de derde. Een journalist wilt 2 dingen: 1. De waarheid. Objectiviteit en afhankelijkheid. 2. Verhaal vertellen, niet puur feiten. Ze hebben een bepaalde invalshoek, perspectief, kleuring. Ze zijn niet per se altijd objectief. Digitale media maakt alles: 1. More accessible 2. More appealing 3. More convenient 4. More participatory 5. More responsive Ook journalisten moesten zich aanpassen aan het digitale tijdperk. 1. Er is een strijd om aandacht 2. Genrevervaging vindt plaats voor nieuws. Er is door digitalisering teveel 'journalisten'. Iedereen kan tweeten, iedereen kan bloggen, iedereen kan via facebook dingen posten. 3. Er is veel nepnieuws 4. Er is woede/haat op sociale media 5. Identiteitspolitiek Je kan zeggen dat deliberatie goed in democratie past en heel goed bij internet discussies, omdat dit vrij en open is en contact met iedereen mogelijk is. MAAR dit leidt ook tot microtargeting en nepnieuws. Microtargeting gebeurt niet alleen maar in het bedrijfsleven, maar tegenwoordig ook in politieke verkiezingscampagnes. Dit kan problematisch zijn. Politieke plannen gaan over de samenleving als geheel. Het is dan vreemd als delen van de samenleving een ander beeld krijgen door de micromarketing. Dit leidt tot **versplintering.** Iedereen ziet een andere versie van de politici. Lobbygroepen kunnen er dan voor zorgen dat mensen eenzijdige informatie ontvangen, waardoor mensen bijvoorbeeld bang kunnen worden voor groepen zoals immigranten. Hierdoor ontstaan filter bubbles. **Rapport doelgericht digitaliseren:** Nederland is gaan beseffen hoe groot impact van digitalisering is op de samenleving. De belangrijkste boodschap is dat de overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties de digitale samenleving moeten vorm en richtgeven dat mensen en waarden meer centraal komen te staan. Vele partijen, zoals beleidsmakers, politici, organisaties, overheden voelen het belang van het beschermen van de publieke waarden. Velen vinden dat bij digitalisering het beschermen van publieke waarden en grondrechten het uitgangspunt moet zijn. 5 acties om governancesysteem te versterken: 1. **Investeer in een waardengedreven benadering van innovatie:** ethische vraagstukken staan niet los van innovatie/digitaliseringsprocessen. Om de ambities van NL waar te maken, is het van belang innovatie te verbinden aan maatschappelijke vraagstukken. NL moet publieke waarden zien als een uitgangspunt voor innovatie. 2. **Kom tot proactieve, overkoepelende agenda en activiteitenplan voor maatschappelijke en ethische aspecten van digitalisering:** Maatschappelijke en ethische digitaliseringsvraagstukken zijn op de beleidsagenda gekomen, maar er is nog geen integraal beeld. Het moet vertaald worden naar concrete beleidsmaatregelen. Bijvoorbeeld de thema's van gezichtsherkenning en VR/AR. 3. **Investeer in sterke positie van toezichthouders:** toezichthouders vormen een schakel in versterking van governancesysteem. 4. **Bedrijfsleven:** maak werk van maatschappelijk verantwoord digitaliseren. De politiek en samenleving zijn steeds meer op de hoogte van digitalisering. Dit leidt tot toenemende druk op bedrijfsleven. 5. **Stimuleer technologisch burgerschap:** om richting te geven aan innovatie, moeten burgers betrokken worden. Ze meoten weten wat mogelijkheden/risico's zijn van technologie. Feedback-loops in digitalisering maken het mogelijk om de fysieke wereld in real-time bij te sturen op basis van data, bijvoorbeeld met slimme thermostaten, die automatisch temperatuur beheren op basis van bewonersgedrag. Dit roept ethische vragen op over privacybescherming, autonomie en rechtvaardigheid. Er zijn 7 publieke waarden die verbonden zijn aan de grondrechten: 1. Privacy: bescherming van persoonlijke gegevens tegen ongewenst gebruik 2. Autonomie: vrijheid om eigen keuzes te maken zonder manipulatie door technologie 3. Controle over technologie: mogelijkheid om grip te houde nop hoe technologie ons beïnvloedt. 4. Menselijke waardigheid: behoud van respect voor individu 5. Gelijke machtsverhouding: voorkomen van ongelijkheid tussen burgers, bedrijven en overheden. 6. Veiligheid: bescherming tegen fysieke en digitale risico's 7. Rechtvaardigheid: gelijke behandeling en eerlijke toegang tot technologie Ethiek binnen feedback loop: Dataverzameling (meten): leidt to discussies over privacy Data-analyse (profileren) zelflerende algoritmen kunnen ongelijkheid en aantasting van menselijke waardigheid veroorzaken Interveniëren (bijsturen) roept vragen op over beïnvloeding en verlies van autonomie 4 domeinen in governancesysteem: 1. Grond en mensenrechten 2. Maatschappij 3. Wetenschap 4. Politiek en bestuur Governance: samenwerking tussen actoren (overheid, bedrijven, wetenschap, burgers) om problemen collectief aan te pakken. Meta-governance: analyse van hoe het hele systeem van governance werkt, inclusief structuren en processen. **Hoorcollege 8:\ ** Recht loopt altijd achter. Er gaat veel tijd voorbij voordat er bepaalde rechtelijke uitspraken gedaan worden. Privacy is een mensenrecht en ook een fundamentaal recht. Er is al sinds 1995 wetgeving over bescherming van privacy en persoongegevens. In 1998 kondigde een spaanse krant de verkoop aan van aantal gebouwen vanwege schulden. Gonzalez was eigenaar van een van deze gebouwen. Gonzalez vindt het artikel online als hij zijn naam zoekt en verzoekt de krant om het te verwijderen. Zij zeggen nee, omdat het een publicatie is van het Ministerie. Gonzalez stapt over naar Google en wilt dat het van google searches wordt verwijderd. Zij zeggen nee, dat gaat niet via Spanje maar via de VS. Gonzalez stapt op naar spaanse databeschermingsautoriteit en zegt dat het ingaat tegen zijn privacy. Je hebt recht om vergeten te worden. Dit valt ook onder rechten onder AVG: 1. Recht om vergeten te worden 2. Recht op toegang, verwijdering, correctie Digital services act: gaat om patronen, advertenties, gebruik van algoritmes en bescherming van minderjarigen. **Responsiecollege & oefenvragen:** **Contextual integrity:** gaat over het idee dat privacy afhangt van context waarin informatie wordt gedeeld. Privacy wordt niet alleen geschonden wanneer het wordt gedeeld, maar vooral wanneer het delen niet in lijn is met sociale normen van de context. Bijvoorbeeld iemand die iets filmt en het publiekelijk deelt zonder toestemming, hierbij wordt contextuele integriteit geschonden. **Individual versus group or social:** privacy is neit alleen een individuele aangelegenheid. Het is ook op groepsniveau belangrijk. Individueel: persoon kiest zelf welke informatie hij/zij wil delen d.m.v. informed consent aan een arts. Groep of sociaal: privacybescherming kan gelden voor hele groep. Bijvoorbeeld een minderheidsgroep wiens medische data wordt verzameld zonder toestemming, waardoor zij kwetsbaarder kunnen worden gezien. **Functies van privacy:** Privacy speelt een cruciale rol in onze ontwikkeling. Het zorgt dat wij zelf onze identiteit en voorkeuren kunnen ontdekken door: 1. Zelfreflectie: in privéomgeving kan je zelf nadenken over je keuzes, doelen. 2. Experimenteren: mensen kunnen nieuwe gedragingen en ideeën testen zonder angst voor sociale afkeur van anderen. Zonder privacy kan je ontwikkeling worden belemmerd, omdat je constant wordt geobserveerd. **Privacy en sociale relaties:** Privacy helpt bij het opbouwen van sociale relaties. Het draagt bij aan: 1. Intimiteit: delen van persoonlijke informatie met personen versterkt aan vertrouwen en verbondenheid. 2. Grenzen stellen: privacy stelt je in staat om grenzen te stellen, wat leidt tot gezonde relaties. Zonder privacy kan je hier niet voor kiezen, bijvoorbeeld dat je informatie met iedereen gedeeld wordt i.p.v. alleen mensen dichtbij je. **Zijn waarden deugden?** Waarden: zaken die waardevol worden gevonden door iemand of een groep, bijvoorbeeld respect tonen in collegezaal. Deugden: overtuigingen over moreel goed gedrag, een ethisch goede manier van handelen. Waarden en deugden lijken sterk op elkaar, maar zijn niet hetzelfde. Deugden worden specifiek gebruikt t.a.v. deugdethiek. Deugden zijn meer iets wat een individu nastreeft. Waarden zijn meer collectief (kan je ook vinden voor organisaties, universiteiten, etc.) **Wat is liberale reflex?** Dit is een manier van denken/handelen waarbij de overheid reageert op maatschappelijke ontwikkelingen, zoals nieuwe technologieën. In plaats van technologieën verbieden of streng te reguleren, kiest overheid ervoor om vrijheid en keuzevrijheid centraal te stellen. Mensen en gemeenschappen zijn zelf in staat om beslissingen te nemen over gebruik van technologie. Kenmerken van de liberale reflex zijn: 1. Randvoorwaarden stellen: overheid grijpt niet in, maar zorgt dat het veilig gebruikt kan worden door wetten en regels te maken om de gebruikers te beschermen. 2. Keuzevrijheid: overheid laat aan de burgers/gemeenschap over om te bepalen of ze het willen gebruiken. **Wat wordt er bedoeld dat technologie niet in deterministische zin bestaat?** Hiermee wordt bedoeld dat technologie op zichzelf niet volledig bepaalt hoe samenleving functioneert. Het heeft invloed, maar uitkomsten worden mede bepaald door manier waarop mensen/groepen ermee omgaan, reageren en gebruiken. Het is een dynamische en wederkerige relatie. Het wordt niet alleen door technologie beïnvloed. Dit wordt dan laten zien door revenge effects / counter scripts. **Platform belangen:** Persoonlijk belang: ik wil goed onderwijs voor mezelf zodat ik een goede baan kan vinden. Publiek belang: zaken die van groot belang zijn voor samenleving. Goed onderwijs draagt bij aan kenniseconomie, wat zorgt voor welvaart. **Nadeel micromarketing:** micromarketing is een vorm van adverteren waarbij op basis van data een zeer specifieke doelgroep wordt geselecteerd. Micromarketing leidt dan naar versplintering van de samenleving bij politiek, omdat ieder deel van samenleving een ander beeld krijgt. Je krijgt dan specifieke/eenzijdige informatie te zien. Tegenwoordig bevat bijna elke website die je bezoekt een \'cookiebanner\', waarin jouw oestemming wordt gevraagd voor het plaatsen van cookies op jouw computer of telefoon. ** (a) Leg in maximaal 50 woorden uit wat \'informed consent\' betekent in de context van privacy. (5 punten)** Informed consent houdt in dat gebruikers duidelijk geïnformeerd worden over wat de cookies doen, welke gegevens ze verzamelen en waarvoor ze gebruikt worden. Gebruikers moeten op basis van de informatie vrijwillig en expliciet toestemming geven voor het plaatsen van cookies. Informed consent betekent dat personen volledig en duidelijk worden geïnformeerd over hoe hun persoonlijke gegevens worden verzameld, gebruikt en verwerkt. Ze geven vrijwillig, expliciet en geïnformeerd toestemming voordat hun gegevens worden gebruikt, waarbij ze begrijpen welke gevolgen dit heeft en wat hun rechten zijn. ** (b) Reflecteer in 100 woorden op de effectiviteit van cookiebanners om informed consent te waarborgen. (10 punten)** Cookiebanners hebben beperkte effectiviteit, omdat veel gebruikers zonder te lezen al de cookies accepteren om toegang te krijgen tot de website. Dit is omdat er vaak complexe taal, tijdsdruk of misleidende ontwerpen (Dark patterns) worden gebruikt. Er is niet echt keuzevrijheid en begrip. Cookiebanners voldoen wel aan de technische regelgevingen, maar ze zorgen niet voor een geïnformeerde beslissing. Vraag 1: Opvatting van latour over scripts. A: Latour vergelijkt dit met een script, omdat ze gebruikers op een bepaalde manier sturen en beperken in hun handelen. Technologieën hebben een soort ingebouwde agenda of verwachting van hoe ze gebruikt moeten worden. Bijvoorbeeld: dremple op de weg is ontworpen om ze langzaam te laten rijden. Script bepaalt hun gedrag. B: Kritiekpunt is dat Latour technische artefacten teveel agency toekent, terwijl menselijke interpretaties en keuzes worden onderschat. Mensen kunnen technologieën anders gebruiken dan bedoeld, door bijvoorbeeld counter-scripts. Vraag 2: privacy in pluriforme samenleving. Privacy is cruciaal in een pluriforme samenleving, omdat mensen vrijheid horen te krijgen voor eigen ontwikkeling zonder constante monitoring of sociale druk. Het respecteren van privacy is zeker belangrijk bij een pluriforme samenleving, omdat er afwijkende meningen zullen zijn. De privacy bevordert vertrouwen in sociale relaties. Vraag 3: instrumentalisme vs determinisme: Instrumentalisme: technologie is een neutraal middel dat door mensen wordt gebruikt om doelen te bereiken. Het is niet goed of slecht, dat bepaalt de gebruiker. Mens bestuurt technologie. Determinisme: Technologie wordt gezien als een bepalende kracht die onze samenleving en gedrag vormt, ongeacht de keuzes van de mens. Kritiek op instrumentalisme: het onderschat manier waarop technologie sociale structuren en gedrag kan beïnvloeden. Technologie is niet altijd neutraal, omdat het ontworpen is met doelen en gedachten. Kritiek op determinisme: Het negeert de menselijke invloed op technologie en de mogelijkheid om het aan te passen of in een eigen richting te sturen. Vraag 4: platformsamenleving en publieke waarden De platformsamenleving zet publieke waarden zoals privacy en gelijkheid onder druk. Privacy: platforms verzamelen veel data, zonder dit duidelijk aan te geven (transparantie). Dit beïnvloedt de controle die individuen hebben over hun gegevens. Gelijkheid: Platforms kunnen ongelijkheid versterken, door algoritmen te bevorderen die bepaalde groepen mensen voortrekken of juist discrimineren. In platformsamenleving gaat het meer om winst dan publieke waarden, deze komen hierdoor onder druk te staan. **Begrippen** **College 1:** **Normatief:** aangevend wat normaal en gewenst is. Iets wat een norm stelt of aangeeft wat er wordt verwacht. **Normen:** regels of standaarden die aangeven wat in een samenleving of groep wordt gezien als gewenst gedrag. Vaak context gebonden. **Waarden**: Grondprincipes/idealen die richting geven aan het gedrag, zoals eerlijkheid, vrijheid en respect. **Transcendentie**: overstijgen van dagelijkse of materiële, vaak in context van hogere idealen. **Pluriforme samenleving**: samenleving waarin verschillende culturele, religieuze en sociale groepen naast elkaar bestaan. **College 2:** **Instrumentalisme:** Technologie is een neutraal middel dat enkel afhankelijk is van hoe mensen het gebruiken. **Determinisme:** Visie dat technologie een eigen logica volgt en dat dit ook maatschappelijke veranderingen afdwingt, onafhankelijk van menselijk handelen. **Co-productie (3 niveaus):** 1. **Beïnvloedt onze ervaringen** 2. **Beïnvloedt onze acties** 3. **Beïnvloedt onze samenleving** **Technologische scripts:** technologie stuurt het gedrag van mensen door verwachtingen. **Counter-scripts:** Alternatieve manieren waarop gebruikers technologie gebruiken, wat niet is zoals het werd bedoeld. **Revenge effects:** onbedoelde negatieve gevolgen van technologie. **Informatisering:** proces waarbij informatie en technologie centraal staan in de samenleving. **College 4:** **Sfeer transgressies:** Overschrijden van grenzen tussen maatschappelijke domeinen, waardoor normen en waarden vervagen. **Rechtvaardigheid:** eerlijk en gelijke behandeling binnen en tussen maatschappelijke sferen. **Maatschappelijke sferen:** specifieke domeinen in de samenleving, zoals economie, politiek, religie. Elk met hun eigen normen en waarden. **Waarden in de sfeer van nieuws en media:** bijvoorbeeld waarheidsgetrouw, onafhankelijkheid en transparantie. **Waarden in de digitale sfeer:** privacy, autonomie, controle over gegevens. **Corruptie:** misbruik van macht voor eigen voordeel, door vervaging van grenzen tussen sferen. Waardenuit andere sfeer verdringen waarden die normaal belangrijk zijn in andere sfeer. **Dominantie:** overheersen van een sfeer door een andere te gebruiken. Machtige actoren krijgen oneigenlijke macht in andere domeinen. **Big tech:** Grote bedrijven zoals google en facebook, die invloed uitoefenen op sfeertransgressies. **College 5:** **Bias:** vooroordelen of systematische afwijken in AI-modellen door bevooroordeelde data. **Commerciele belangen:** AI wordt gestuurd door winstdoelen, wat ethische en maatschappelijke waarden kan ondermijnen. **Onzichtbaar menselijk werk:** Mensen die data labelen of AI trainen, vaak onder slechte omstandigheden, zoals in Kenia voor 2 euro per uur. **Bullshit:** kritiek op generatieve AI als oppervlakkige imitatie zonder inhoud. **Stochastic parrots:** generatieve AI die patronen herhalen zonder dit te snappen. **Ecologische afdruk:** milieu-impact van AI, zoals energieverbuik voor het trainen van grote LLM. **College 6:** **Privacy:** Het recht om persoonlijke informatie af te schermen. **Functies van privacy:** waarborging van autonomie, bescherming tegen controle, behoud van waardigheid. **Menselijke waardigheid: respect voor de waarde van de individu.** **Autonoom leven: het vermogen om beslissingen te maken zonder externe inmenging.** **Informed consent: toestemming gebaseerd op volledige informatie en keuzevrijheid.** **Notice-and-consent: gebruikers worden geïnformeerd en geven toestemming.** **Transparency-and-choice: transparantie over gebruik van gegevens.** **Individuele versus groep/sociale controle: spanning tussen persoonlijke privacy en sociale/groeps normen.** **Contextuele integriteit: privacy hangt af van context en informatie-uitwisseling binnen de context.** **Transparantieparadox: meer transparantie kan leiden tot complexiteit en onduidelijkheid voor gebruikers.** **Informatie normen: regels over welke informatie gedeeld mag worden, met wie en in welke context.** **Value-sensitive design of privacy: ontwerpbenadering waarbij privacy en waarden worden geïntegreerd.** **College 7:** **Digitale platforms:** Technologieën en infrastructuren die interacties tussen gebruikers faciliteren, zoals facebook, uber en youtube. **Platformsamenleving:** maatschappij waarbij platforms een dominante rol spelen in economie, interactie en cultuur. **Platformisering:** proces waarbij meer maatschappelijke activiteiten afhankelijk worden van platforms. **Dataficatie:** proces van het omzetten van aspecten van het leven in data zodat het geanalyseerd kan wordne. **Commodificatie:** omzetten van iets wat niet betaald is in een commercieel product, zoals persoonlijke data. **Selectie:** manier waarop platforms bepalen welke content zichtbaar wordt, bijvoorbeeld door algoritmes. **College 8:** **Vrijheid van meningsuiting:** recht om zonder angst je mening te uiting. Ontstaan in de 18e eeuw als onderdeel van publiek debat, waarbij men ook macht mag bekritiseren. **Deliberatie:** proces van open discussie waarbij burgers hun standpunten rechtvaardigen, openstaan voor andere meningen en samen een besluit bijstellen. **Publiek debat:** discussiegemeenschap binnen democratie waarin mensen bereid zijn om standpunten te delen, rechtvaardigen en in gesprek te gaan. **Genrevervaging in journalistiek:** digitalisering vervaagt grenzen van journalistiek en andere media, omdat iedereen nu nieuws kan publiceren via hun eigen sociale platforms. **Nepnieuws:** opzettelijk verspreide misleidende of onjuiste info, vaak via digitale media. **Identiteitspolitiek:** politieke standpunten die gebaseerd zijn op belangen van specifieke sociale groepen. **Microtargeting:** gerichte marketing, waarbij specifieke groepen op maat gemaakte boodschappen ontvangen. Leidt tot versplintering van samenleving. **Filterbubbles:** Een situatie waarin algoritmes zorgen dat mensen alleen informatie zien die bij hun bestaande overtuigingen aansluit. **College 9:** **Privacy als mensenrecht:** recht om persoonlijke informatie te beschermen tegen inbreuk en controle te houden over hoe deze informatie gedeeld wordt. **Recht omv ergeten te worden:** Recht om bepaalde gegevens te laten verwijderen uit zoekmachines en archieven, vastgesteld in de AVG. **Digital services act:** wetgeving die patronen in advertenties, gebruik van algoritmes, bescherming van minderjarigen reguleert. **Gonzalez zaak:** juridische zaak waarin recht om vergeten te worden werd bevestigd. Gonzalez wilde zijn naam uit zoekresultaten verwijderen vanwege privacy breuk.