Bewustzijnsfilosofie Samenvatting PDF
Document Details

Uploaded by ChivalrousRevelation2697
Tilburg University
Tags
Summary
Deze samenvatting behandelt sleutelconcepten in de Bewustzijnsfilosofie, inclusief het lichaam-geest probleem, idealisme, behaviorisme en de relatie tussen geest en brein. De samenvatting verkent ook onderwerpen als het functionalisme, connectionisme en uitgebreide geest-theorieën in detail. De behandelde onderwerpen geven een inzicht in de kernvragen en -debaten binnen de filosofie van de geest.
Full Transcript
Inhoudsopgaven {#inhoudsopgaven.Kopvaninhoudsopgave} ============== [**Deel 1 -- Het lichaam-geest debat** 2](#deel-1-het-lichaam-geest-debat) [**College 1 -- Intro + substantiedualisme** 2](#college-1-intro-substantiedualisme) [**College 2 -- Het idealisme en het behaviorisme** 9](#college-2-het...
Inhoudsopgaven {#inhoudsopgaven.Kopvaninhoudsopgave} ============== [**Deel 1 -- Het lichaam-geest debat** 2](#deel-1-het-lichaam-geest-debat) [**College 1 -- Intro + substantiedualisme** 2](#college-1-intro-substantiedualisme) [**College 2 -- Het idealisme en het behaviorisme** 9](#college-2-het-idealisme-en-het-behaviorisme) [**College 3 -- De identiteitstheorie** 12](#college-3-de-identiteitstheorie) [**College 4 -- Het functionalisme** 18](#college-4-het-functionalisme) [**College 5 -- Het connectionisme** 21](#college-5-het-connectionisme) [**College 6 -- De belichaamde, gesitueerde, en uitgebreide geest** 25](#college-6-de-belichaamde-gesitueerde-en-uitgebreide-geest) [**Deel 2 -- Bewustzijn** 29](#deel-2-bewustzijn) [**Week 7 -- De natuurlijke methode en het bewustzijn** 29](#week-7-de-natuurlijke-methode-en-het-bewustzijn) [**Week 8 -- Het bewustzijn en de grote illusie** 29](#week-8-het-bewustzijn-en-de-grote-illusie) [**Week 9 -- Het bewustzijn en aandacht** 29](#week-9-het-bewustzijn-en-aandacht) [**Week 10 -- De eenheid van het bewustzijn** 29](#week-10-de-eenheid-van-het-bewustzijn) [**Week 11 -- Het bewustzijn en het zelf** 29](#week-11-het-bewustzijn-en-het-zelf) [**Week 12 -- Het bewustzijn en de vrije wil** 29](#week-12-het-bewustzijn-en-de-vrije-wil) [**Week 12 -- Het bewustzijn, evolutie en de geest van dieren** 29](#week-12-het-bewustzijn-evolutie-en-de-geest-van-dieren) **\ ** **Deel 1 -- Het lichaam-geest debat** ===================================== **College 1 -- Intro + substantiedualisme** ------------------------------------------- De cursus - Deel 1 (college 1-6) - Overzicht lichaam-geest probleem. - Wat is de plek van de geest in de fysieke wereld? - Deel 2 (college 7-13) - Wat is bewustzijn en wat is het bewuste zelf? - Examens - Midterm (25%) - 20 MC vragen (4 opties) - Enkel over deel 1 (college 1-6) - 20 februari resit 28 mei. - Endterm (75%) - 20 MC vragen (25%) en 3 open vragen (50%). - Over de hele cursus (deel 1 en 2) - 24 maart resit 23 juni. - Tentamenstof - In de colleges bepsroken stof. - De relevante secties uit het boek, maar slides zijn belangrijkste. - Alles wat niet is behandeld in de les, wordt niet gevraagd. Filosofie voor psychologen. - Filosofie? - Conceptueel onderzoek. - Conceptuele verheldering. - Grondslagonderzoek. - Perspectiefwisseling. - Zoektocht naar de waarheid. - Filosofie als conceptueel onderzoek. - Wat is de betekenis van concepten die we hebben. - De geest, bewustzijn, perceptie, aandacht, vrije wil, etc. - *Sellars*: manifest (alledaags) wereldbeeld vs. wetenschappelijk wereldbeeld. - Bijv. water - Wetenschappers H2O - Zijn onze alledaagse ideeën over water compatibel met het idee. - Is de wetenschap anders dan wat we in het alledaagse leven zien. - Onderzoeken tussen wetenschap en de volkspsychologie. - Is de alledaagse gedachte nuttig of moeten we die aanpassen? - Filosofie als conceptuele verheldering - Concept analyse als startpunt: wat bedoel je met concept x? - Stap verder: niet alleen nadenken over hoe we een concept gebruiken. - Het gebruik van concepten verhelderen, bijstellen op basis van wetenschap. - Filosofie als geldigheidswetenschap. - Wetenschappers gebruiken fundamentele concepten, zoals causaliteit. - Oorzaak gevolg relaties staan centraal in wetenschap. - Maar is echt concept wel geldig? Passen we het wel juist toe? Bestaat het wel? - Hume: causaliteit schrijven we toe aan de realiteit op basis van waargenomen correlaties. - We kunnen causaliteit niet waarnemen. - Filosofie als perspectiefwisseling - Belangrijk om een open mind te houden. - Iets bekijken waar je misschien nooit over hebt nagedacht. - Verschillende perspectieven verkennen. - Verplaatsen in een andere persoon. - Waarom: verkennen van andere perspectieven verruim je eigen ideeën. - Pas standpunt in nemen als je alle perspectieven hebt vernomen. - Filosofie als zoektocht naar de waarheid - Filos -- sofia: liefde voor wijsheid. - Tegen de sofisten in het Oude Griekenland - Waren geïnteresseerd in het overtuigen van mensen. - De waarheid maakte zich niets uit. - Socrates: het gaat om de waarheid! - We moeten zoeken naar de waarheid, niet de overtuiging. - De waarheid moet ons overtuigen. - we vinden de waarheid niet altijd, maar we moeten er wel naar zoeken. - Of de onwaarheden ontmaskeren. - Filosofie als *all of the above* - we denken na over concepten. - We willen de concepten juist(er) gebruiken. - We willen nakijken of toepassingen van deze concepten in andere theorieën ook geldig zijn. - Zo dicht mogelijk bij de waarheid komen. - Daarvoor moeten we kritisch naar onze eigen ideeën kijken en open staan. - Waarom filosofie voor psychologen. - Filosofie als kritisch denken over het eigen vakgebied. - Ethiek: hoe moet ik handelen. - Wetenschapsfilosofie: is deze handeling, of de theorie, wetenschappelijk onderbouwd? - Kritisch nadenken over fundamentele concepten: wat is de geest, bewustzijn? Het lichaam-geest probleem - Als mens materiele dingen - We zijn fysieke wezens, opgebouwd uit materiele delen. - Cellen , brein. - Maar we zijn opgebouwd uit mentale toestanden. - Toegeschreven aan onze geest. - Bewustzijn, gedachten, ervaringen, percepties, herinneringen. - We zijn dus lichaam en geest - Wat is de geest? Hoe verschilt het van het lichaam? - Wat is de relatie tussen geest en lichaam? - Hoe leiden fysieke gebeurtenissen tot verlangens en gedachten? - **Hoe past de geest in de fysieke wereld?** - Vraag 1 -- Wat is de bewuste geest? - Geest is collectie mentale toestanden. - 1\. Bewuste ervaring. - 2\. Cognitie. - 3\. Emoties. - **1. Bewuste ervaringen**. - Thomas Nagel: what is it like to be a bat. - Voorbeeld: echolocatie (iets dat de mens niet kan). - We kunnen nooit begrijpen hoe het is om aan echolocatie te doen. - We hebben die subjectieve ervaring van de vleermuis nooit. - Bewuste ervaringen: er iets "hoe het is" om jou te zijn en dingen te ervaren. - Zijn kwalitatieve/subjectieve ervaringen ook wel **Qualia (enkel = quale**). - **2. Cognitie** - Mentale toestanden met intentionaliteit (het gaat over iets). - Bijv. eenhoorn denken intentionele object, het gaat erover. - Cognitieve toestand: bijv. propositionele attitude. - Een bepaalde houding ten opzichte van een propositie (bewering) - Geloven, denken, verbeelden, hopen, etc. - Bijv. jan denkt dat het regent (houding: denken, propositie: het regent) - **3. Emoties** - Mentale toestanden met een kwalitatief karakter + intentionaliteit - Bijv. hoe het voelt op een bepaalde manier om kwaad te zijn om iemand. - Hoe past de geest in de fysieke wereld? - 2 subproblemen. - 1\. Hoe passen bewuste ervaringen (qualia) in de fysieke wereld. - 2\. Hoe passen cognitieve toestanden (intentionaliteit) in de fysieke wereld. - Emoties is een combinatie van qualia en intentionaliteit. - Posities: - **1. Substantiedualisme:** de geest bestaat onafhankelijk van het lichaam. - **2. Idealisme:** de fysieke wereld is afhankelijk van de geestelijke wereld. - **3. Behaviorisme:** de geest is eigenlijk het gedrag. - **4. Reductionsme/identeitstheorie**: mentale toestanden zijn hersentoestanden. - **5. Eliminativisme:** de geest/mentale toestanden bestaan niet. - **6. Functionalisme:** mentale toestanden worden gerealiseerd door hersentoestanden. - **7. Connectionisme:** mentale toestanden bestaan in neurale netwerken. - **8. Belichaamde, gesitueerde en uitgebreide geest:** geest is meer dan brein. **\ ** 1. **Substantiedualisme** Vraag 2: kan de geest onafhankelijk bestaan van het lichaam? - Kan je geest verder bestaan, zonder je lichaam? - Veel religies namen aan van wel. - De geest/ziel bestaan onafhankelijk. - Substantie: verwijst naar iets dat op zichzelf kan bestaan. - Bijv. een microfoon. - Maar de eigenschappen kunnen niet op zichzelf bestaan (volle batterij, grijs). - Er zijn 2 verschillende substanties - **1. -- res cogitants:** denkende substantie (immaterieel, de geest). - **2. -- res extensa:** uitgebreide substantie (materieel, neemt plaats in de ruimte) - We zijn geen lichaam dat de eigenschap heeft een geest te hebben. - Lichaam en geest zijn verschillende substanties die onafhankelijk van elkaar bestaan. - René Descartes - Descartes ging op zoek naar echte kennis. - Wat is een onbetwijfelbaar fundament voor kennis? - Andere mensen niet, want die kunnen liegen of zich vergissen. - Redenen voor radicale twijfel aan alles: illusies, dromen, kwaadaardige genie Descartes' eerste methode: radicale twijfel - **1. Illusies** - Het is niet wat het lijkt. - Müller-lyer illusie (lijnen zijn even groot, maar lijken anders. - **2. Dromen** - Hoe kan je zeker zijn of je zelfs wel wakker bent? - **3. Kwaadaardige genie** - Misschien bestaat er wel een demon die mij constant bedriegt. - Maar er is 1 zekerheid: cogito ergo sum -- Ik denk dus ik ben. - Twijfel is een vorm van denken; - Als er twijfel is, dan is er denken, dus dan moet er een denker zijn dus ik besta. Descartes' tweede methode: helder en duidelijk inzicht - Wat is hij? - Een denkende substantie: res cogitans - Essentiële eigenschap: denken. - Hoe weet hij dit? - Hij ziet dit helder en duidelijk in. - Als ik twijfel, denk ik. Als ik denk, moet ik wel bestaan. - Wat zijn heldere en duidelijke inzichten waarop ik kan rekenen? - **1. Ik ben.** - **2. Ik ben een res cogitans.** - **3. God bestaat.** - We hebben een idee van het perfecte wezen in onze geest. Dit is God. - Dit idee kan niet van onszelf komen, omdat zij imperfect zijn. - Dit idee moet van een perfect wezen zelf komen, dus God. - Dus God moet bestaan. - **4. God is goed anders zou God niet perfect zijn.** - God bestaat en is perfect hij bedriegt mij dus niet. - Ik heb een lichaam is een helder en duidelijk inzicht. - **Dus ik ben een res cogitan én een res extensa.** Het interactieprobleem - Elisabeth van Bohemia: - **Hoe kan onze geest invloed hebben op ons lichaam?** - Fysieke dingen kunnen alleen in beweging gebracht worden door andere fysieke dingen. - **Causale geslotenheid van de fysieke wereld:** - Er gaat geen energie in of uit het systeem (behoudswetten). - Elke fysieke gebeurtenis heeft een fysieke oorzaak. - Er is dus geen geen-fysieke universum die invloed kan hebben. - Patrick Swayze probleem: hoe kan een niet-fysieke substantie botsen met fysieke substanties? - Descartes' antwoord: - 1\. Hij zegt dat we 2 substanties zijn. - 2\. Aan de andere interageren lichaam en geest. - Maar dan komt hij met de pijnappelklier: - Fysiek aanwezig in het brein. - Via deze klier interageren de lichaam en geest. - Suggestie: God regelt de interactie tussen lichaam en geest. **\ ** - God regelt de interactie. - Bijvoorbeeld golven: - Intentie om bal te slaan fysieke actie van de slag - Bal kaatst terug bal raakt hoofd voelt pijn. - **Occasionalisten:** - God is de ware oorzaak van gebeurtenissen. - Het lijkt alsof de intentie de oorzaak is, maar eigenlijk vormt de intentie de gelegenheid voor God om de arm te bewegen. - Er is geen interactie tussen mentaal en fysiek, maar het is God. - **Parallelisten:** - Mentale en fysieke interageren niet. - Lichaam en geest lopen synchroon omdat ze zo door God zijn gemaakt. - **Probleem: hoe interageren geest en lichaam** - Oplossing: geest en lichaam interageren niet, God is de oorzaak. - Nieuw probleem: hoe doet God dit? - Morele problemen: - parallelisme: we hebben geen vrije wil. - Occasionalisme: het is God die immorele intenties verbindt met acties **\ ** **College 2 -- Het idealisme en het behaviorisme** -------------------------------------------------- 2. **Idealisme** - Vraag: is there only mind - Is de geest het enige wat er bestaat. - Is ook iets van monisme; er is maar 1 substantie de geestelijke. - Terugblik: - Wat is een substantie? - Dat wat op zichzelf kan bestaan. - Wat is het interactieprobleem in substantiedualisme? - Hoe kan een non-fysieke substantie interageren met een fysieke substantie? - Elizabeth : er zou geen probleem zijn als de geest gewoon materieel is. **Idealisme** - Antwoord op interactieprobleem: er is maar 1 substantie: de geestelijke. - George Berkeley heeft het idealisme bekent gemaakt. - **Esse est percipi:** niets kan bestaan tenzij het wordt waargenomen. - Ontkent het bestaan van de materiële substantie maar niet het bestaan van de fysieke wereld. - De fysieke wereld is afhankelijk van het bestaan van de geest. - Fysieke wereld bestaat zolang die wordt waargenomen door de geest. Hoe redeneert Berkeley - Geïnspireerd door empiristen: we kunnen enkel kennis opdoen via ervaring. - Substanties zijn niet waarneembaar, maar de eigenschappen wel. - **John Locke:** - **Primaire eigenschappen:** - Kwaliteiten van het ding zelf. - Onafhankelijk van de waarnemer, voor iedereen hetzelfde. - Temperatuur, positie, grootte. - **Secundaire eigenschappen:** - Kwaliteiten die we toeschrijven op basis van ervaring - Afhankelijk van de waarnemer, voor iedereen anders. - Warm/koud, smaak. - **Berkeley**: er zijn geen primaire eigenschappen. - 1\. We zien geen substantie, enkel eigenschappen. - 2\. Alle eigenschappen zijn secundaire eigenschappen. - Berkeley redeneerde niet goed. - Of iets groot of klein is hangt af van de waarnemer, maar de grootte niet. - Bijv. temperatuur. Hoe je het voelt is afhankelijk, maar de temperatuur niet. - Wat gebeurt er dan met dingen die niet waargenomen worden? - Het blijvende bestaan van dingen die niet worden waargenomen, worden waargenomen door God. - Het bewijst dat God bestaat. 3. **Behaviorisme** - Stroming aan het begin van de 20^ste^ eeuw (20s-50s). - Sterke tegenstroom tegen substantiedualisme en idealisme. - Als psychologie wetenschappelijk wilt worden moeten we geen onaanneembare dingen gebruiken. **Het hoofd als black box.** - Niet praten over de geest als innerlijke, onobserveerbare ziel. - We kunnen wel gedrag gebruiken, wat we observeren. - Behaviorist heeft het niet wat er over de black box gebeurt. - Heeft het alleen over publiekelijk observeerbare acties. **Psychologisch behaviorisme** - Ook wel methodologisch behaviorisme. - Wat is de goede methode om aan psychologie te doen? - Wetenschap moet objectief zijn, dus alleen praten over wat observeerbaar is. - Methode moet gericht zijn op stimulus en respons correlaties. - Introspectie is geen goede methode voor psychologie - Omdat je niet kan verifiëren wat iemand voelt. - Je moet richten op wat je wel kan verifiëren. - Dillema: - **Ofwel** beweren dat er is iets als een geest naast het gedrag. - Het gedrag is niet alles wat er is als het aankomt op de geest. - **Maar** dan bestudeer je het alleen het gedrag, en niet de geest - Het zijn dan geen psychologen. - **Of** beweren dat er geen geest is naast het gedrag, maar dit is te extreem. **Filosofisch behaviorisme** - Ook wel analytisch/linguïstisch behaviorisme - 1\. Verzet tegen problematische ideeën in dualisme. - 2\. Volgen van ideeën over betekenis uit het logisch positivisme. - **1. Verzet tegen substantiedualisme van Descartes** - Dualisme beïnvloedt ons denken over de geest, maar is onwetenschappelijk. - Neemt de geest erg serieus. - Is conceptueel onhoudbaar. - Gaat in tegen de wetenschap. - Gilbert Ryle bekritiseert het dualisme als een mythe: "the gost in the machine" - Descartes: - Dieren zijn machines zonder geest. Mensen hebben deze wel. - We kunnen de geest van een ander niet waarnemen. - Via introspectie ontdek je je eigen geest. - We kunnen dus de geest van de ander niet waarnemen? - Het enige wat we kunnen weten is het gedrag dat ze vertonen. - Dus waarom bestuderen we dan niet enkel gedrag? - De geest = verzameling van gedragsdisposities. - Categoriefout: - Descartes ziet lichaam en geest als aparte dingen. - Hij ziet het beide als de categorie als substantie, maar dat kan niet. - Er is niet zoiets als een geest dat op zichzelf bestaat. - De geest is gewoon de verzameling activiteiten van het lichaam. De geest is een verzameling van gedragsdisposities - Gedragspatroon dat iets/iemand vertoont onder bepaalde omstandigheden. - Bijv. suikerklontjes: als ze in aanraking komen met water lossen ze op. - Bijv. een hypocriet: - iemand die het ene denkt, maar het andere zegt. (**Nee**) - Verwijst naar gedachtes, hierover kunnen we niets zeggen. - Iemand die het ene zegt, maar het andere doet. (**Ja**) - Volledig verifieerbaar, waarneembaar gedrag. - **2. Volgen van ideeën over betekenis uit het logisch positivisme.** - Duidelijk onderscheid tussen betekenisloze en betekenisvolle uitspraken. - Alleen wetenschappelijke uitspraken zijn betekenisvol. - Wetenschappelijk: publiek, verifieerbare observaties (empiristen). Problemen: - 1\. Je kan mentale toestanden niet behavioristisch parafraseren zonder betekenisverlies. - 1.1 Je kan nooit alle mogelijke disposities op lijsten. - 1.2 Qualia worden uit de beschrijving weggelaten. - 1.3 Hoe kan je mentale toestanden als "denken" parafraseren. - 2\. Behaviorisme neemt de wetenschap serieus, maar de geest niet. **\ ** **College 3 -- De identiteitstheorie** -------------------------------------- 4. **Reductionsime/identiteitstheorie** Een andere vorm van **monisme** - Bij idealisme: - Interactieprobleem oplossen door monisme te accepteren. - Monisme \#! idealisme: er is enkel een geestelijke substantie. - Probleem: foute redenering + God is nodig voor fysieke wereld. - Monisme \#2: materialisme of fysicalisme - Enkel de materiële substantie bestaat. - Voordelen: - Geen interactieprobleem. - God is niet nodig om problemen (zoals interactie) op te lossen. - Verschillende posities in het lichaam-geest debat zijn materialistisch. **Geest-lichaam superveniëntie** - Is de minimale aanname van elke materialist. - Verschillende materialistische posities interpreteren geest-lichaam superveniëntie op verschillende manieren: - Identiteitstheorie: superveniëntie als identiteit. - Functionalisme: superveniëntie als realisatie. - **Superveniëntie** - A supervenieert op B als er geen verandering mogelijk is in A tenzij ook in B. - Bijv. de schaduw van de auto supervenieert op de plaats van de auto + licht. - Superveniëntie-basis: eigenschappen van de blokken. - Superveniërende eigenschappen: eigenschappen van het bouwsel. - **Materialisme**: het mentale (geest) supervenieert op het fysieke. - Bijv. de Star trek teletransporter. - Machine desintegreert je en bouwt je anders, op precies dezelfde manier. - Maar stel: er loopt iets mis? Er zijn dan 2 fysiek identieke personen. - Hebben deze personen dan dezelfde mentale toestanden? - Materialisme: Ja! Want ze zijn fysiek identiek dus ook mentaal identiek. Identiteit -- vraag 5: is the conscious mind part of the brain? - **1. Persoonlijke identiteit** - "Wie ben ik" niet hoe identiteit wordt gebruikt in mind-brain identity theory. - **2. Kwalitatieve identiteit** - Het gaat om "gelijkaardig zijn" welke eigenschappen hebben we gemeen - Meer eigenschappen 2 dingen gemeen hebben meer kwalitatief gelijk. - Dit is het soort identiek dat gebruikt wordt voor identieke tweelingen. - Dit is niet hoe identiteit wordt gebruikt in het mind-brain idenity theory. - 3\. **Kwantitatieve identiteit.** - 2 dingen zijn kwantitatief identiek als ze één hetzelfde ding zijn. - Bijvoorbeeld: deze kat = Fedde = Neles huisdier. - Dit hoe identiteit **wel** gebruikt wordt in mind-brain identity theory. - Wet van Leibniz: - 2 zaken X en Y zijn identiek als slecht ale eigenschappen van X van Y zijn. - **A priori waar**: - Je kunt de waarheid van een uitspraak vaststellen door goed na te denken. - Zonder empirisch onderzoek. - Bijv. er zijn 0 of meer dan 0 mensen in lokaal WZ 1. - Priori identiteit: 2+2 = 4, water is water. - **A posteriori waar**: - Waarheid van een uitspraak vaststellen door empirisch onderzoek te doen. - Bijv. er zijn op dit moment 255 studenten in lokaal WZ 1. - Posteriori identiteit: water is H2O - **Contigent waar** - Idee: a posteriori/empirisch vastgestelde identiteiten zijn contigent waar. - Contigent waar ontkennen zonder in een contradictie te komen. - Een contigent ware uitspraak is waar maar niet noodzakelijk waar. - Bijv. noodzakelijke waarheid: driehoeken hebben 3 zijdes. - Bijv. contingente waarheid: borden met een waarschuwing zijn driehoekig. - **Saul Kripke**: als een identiteitsuitspraak waar is, dan is deze noodzakelijk waar. - Als we ontdekt hebben dat a= b dan is het noodzakelijk waar. - Dus: we ontdekken dat water H2O is. - Dit had niet anders kunnen zijn, tenzij de taal wordt aangepast. - Dit geldt voor MBIT: identiteitsclaims zijn a posteriori, maar noodzakelijk waar. Mind-Brain Identity theory (MBIT) - Alle **mentale toestanden zijn identiek aan bepaalde breintoestanden.** - Activaties van bepaalde neuronen. - Ullin T. Place: dit is iets dat empirisch moet worden onderzocht. - Het is niet zo dat we pijn definieerden als c-vezel vuren. - We ontdekten dat pijn c-vezel vuren is. - **Asymmetrie**: - Elke mentale toestand is een breintoestand. - Maar niet elke breintoestand is een mentale toestand. - Bijv. de breintoestand die je hartslag regelt is geen mentale toestand. - **MBIT is een vorm van reductief materialisme.** - Mentale toestanden zijn bepaalde hersentoestanden. - Die hersentoestanden bestaan mentale toestanden bestaan. - Als we pijn zeggen bedoelen we niet anders dan C-vezels die vuren. - Pijn verwijst naar iets dat bestaat maar die term is niet meer nodig. 5. **Eliminativisme** - **MBIT is geen eliminativistische theorie** - Eliminativisme: elimineren mentale toestanden zegt dat ze niet bestaan. - Mentale toestanden worden geschrapt uit de ontologie - Ontologie: studie van alles wat "is", wat bestaat. - Eliminativisme vs reductionisme +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Eliminativisme | Reductionisme | +===================================+===================================+ | Pijn vuren van C-vezels. | Pijn is niet anders dan vuren | | | C-vezels. | | Pijn bestaat niet, C-vezels wel. | | | | Dit bestaat echt, dus pijn | | | bestaat echt. | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Niet-mentaal voorbeeld: | Niet-mentaal voorbeeld: | | | | | Heksen maken mensen ziek is | Water is niets anders dan H2O. | | eigenlijk virussen maken mensen | | | ziek. | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ Reductionisme Alle mentale toestanden zijn reduceerbaar tot fysieke/brein-toestanden. Onderzoek moet uitwijzen of mentale toestanden gereduceerd worden. Toestanden die we niet kunnen reduceren worden geëlimineerd. Geen elke mentale stand is reduceerbaar, allen worden geëlimineerd. Eliminativisme - **Reductief materialisme** - Alle mentale toestanden zijn reduceerbaar tot fysieke/brein-toestanden. - **Type fysicalisme**: - Er is een type-identiteit tussen mentale toestanden en breintoestanden. - Elke token (individueel voorkomend geval) van een bepaald type mentale toestand is identiek met een token van een bepaald type breintoestand. - Voor pijn: elk token van type pijn is identiek met het type c-vezels vuren. Argument voor MBIT - Empirische data - Veel correlatie gevonden tussen hersentoestanden en mentale toestanden. - Bijv. bepaalde activatie in het visuele cortex en kleurervaringen. - 3 redenen waarom MBIT een goede verklaring is voor de correlaties. - 1\. Het is de meest eenvoudige verklaring. - 2\. Ockham's razor: het is de meest spaarzame verklaring - 3\. Het causale rol argument. - **1. Het is de meest eenvoudige verklaring** - Waarom komen A en B altijd samen voor? omdat A = B. - Waarom komen pijn en C-vezel vuren altijd samen voor pijn = C-vezels. - **2. Ockham's razor: het is de meest spaarzame verklaring** - Scheermes van Ockham verwijst naar het principe van spaarzaamheid. - Als er meerdere verklaringen zijn moet je de meest spaarzame kiezen. - Ontologisch meest spaarzame verklaring: minste aantal entiteiten. - Mentale toestanden + breintoestanden reductie mentale = brein. - Is spaarzamer en beter. - **3. Het causale rol argument** - Wanneer we de rol van een breintoestand analyseren ontdekken we dat dit een rol is die we toeschreven aan mentale toestanden. - Niet- mentaal voorbeeld: genen - Causale rol analyse: genen dragen informatie. - Op basis van deze rol worden genen gedefinieerd. - We ontdekken dat DNA deze 'informatie dragende' rol speelt. - Conclusie: genen = DNA - Voorbeeld mentale toestanden: pijn - Causale rol analyse: pijn als we weefselschade oplopen, beschermd ons. - Een bepaalde hersentoestand vervult die rol. - Conclusie: pijn is die hersentoestand. - **Paul Churchland** - Afzonderlijk genomen zijn de argumenten niet sterk. - 3 argumenten samen vormen wel een sterk argument voor MBIT. Argument tegen MBIT - **1. De wet van Leibniz.** - 2 zaken X en Y zijn identiek als alle eigenschappen van X dezelfde zijn als Y. - Als X een eigenschap heeft die Y niet heeft dan is X niet Y. - Geeft een strategie tegen MBIT: - Zoek eigenschap die de geest heeft maar het brein niet of andersom. - Dit zijn differentiating properties (onderscheidende eigenschappen). - Wat is een eigenschap die de geest heeft, maar fysieke dingen niet? - **1. Verschillende epistemische eigenschappen.** - Verschillen in hoe we de geest en het brein kennen. - We hebben onmiddellijk toegang tot onze mentale toestanden. - We hebben geen onmiddellijke toegang tot onze breintoestanden. - Dus mentale toestanden en breintoestanden zijn niet identiek? - Maar dit is **niet** waar, epistemische eigenschappen zijn niet geldig nu. - Foute redenering: - Ik ken water op directe wijze, H2O alleen bij SK dus niet hetzelfde. - Superman kan vliegen, Clark kent niet dus Superman is niet Clark. - **2. Verschillende ruimtelijke eigenschappen.** - Breintoestanden hebben een specifieke plek. - Mentale toestanden hebben geen ruimtelijkheid. - **3. Verschillende semantische eigenschappen.** - Mentale toestanden hebben semantische inhoud: betekenis, dingen. - Breintoestanden hebben dit niet - **2. Meervoudige realiseerbaarheid.** - Sommige dingen kunnen maar op 1 manier worden gerealiseerd. - Bijv. elk inidivudeel geval van water is een geval van H2O. - Sommige dingen kunnen op meerdere manieren worden gerealiseerd. - Niet elke kurkentrekker is een bepaald soort fysiek ding. - Is de geest meervoudig realiseerbaar of niet? - MBIT zegt: mentale toestanden = breintoestanden. - Pijn = activiteit in C-vezels en in neocortex. - Maar wat met wezens die geen neocortex hebben en geen C-vezels? - **Antwoord 1:** deze wezens hebben inderdaad geen pijn - Dit is vreemd omdat ze zich wel gedragen alsof ze pijn hebben. - Pijn is evolutionair ook erg nuttig. - **Antwoord 2:** Deze wezens hebben wel pijn. - Deze wezens hebben geen neocortex of c-vezels, maar wel pijn. - Dus pijn is meervoudig realiseerbaar. - Pijn is dus niet identiek aan activatie van C-vezels - Dus de MBIT is fout. **\ ** - **Reactie 1 van MBIT:** gaat om gelijkenissen, niet om verschillen. - Kijk naar alle wezens die pijne rvaren. - Wat hebben hun hersenen met elkaar gemeen Pijn. - Maar zijn er wel relevante overeenkomsten te vinden? - **Reactie 2 van MBIT**: maak identiteitstheorie zwakker: - Niet langer: mentale toestand van type pijn = breintoestand van c-vezels. - Wel: geval van mentale toestand pijn = geval van een breintoestand. - Wetenschappelijk is dit vrij zinloos **\ ** **College 4 -- Het functionalisme** ----------------------------------- 6. **Functionalisme** - Meervoudige realiseerbaarheid - Mentale toestanden lijken eerder zoals klokken/flesopeners te zijn dan als water. - Dit wordt vaak gezien als een fataal argument tegen MBIT. Functionalisme - Hoe denken functionalisten over de geest en over mentale toestanden? - **Mentaal holisme**: - Mentale toestanden identificeren op basis van hun rol in een groter netwerk. - Mentale toestanden worden geïdentificeerd op basis van hun functionele rol. - Het zijn toestanden die een causale rol vervullen tussen: - Input, output, andere mentale toestanden. - Bijv. Pijn: - Input: teen stoten, lego stappen. - Mentale toestand: pijn, stress, verlangen voor geen pijn. - Output: huilen, auw roepen, zuchten. Functionalisme in vergelijking met andere theorieën. - **Vs. behaviorisme** - Functionalisme zegt wel iets over wat er in de blackbox gebeurt. - Behaviorisme: definieert mentale toestanden als gedrag. - Wil het niet hebben over interne, mentale toestanden (probleem!). - Functionalisme: definieert mentale toestanden als interne toestanden met causale (functionele) krachten. - Functionalisme: niet enkel input/output, maar ook relaties met ander ementale toestanden. Accepteert mentaal realisme. - **Vs. identiteitstheorie** - Functionalisme vult superveniëntie op het fysieke. - **MBIT: reductie** - 1\. Noem een mentale toestand X. - 2\. Wat is de causale rol analyse van X. - 3\. Dat wat deze rol vervult, is X. - **Functionalisme:** - 1\. Neem een mentale toestand X. - 2\. Wat is de causale rol analyse van X? - 3\. Wat is de definitie van X. - 4\. Dat wat deze rol vervult, realiseert X. Kunnen machines denken? - Vraag 6: can machines have conscious minds? - Een theorie van geest moet intentionaliteit en qualia verklaren. - Qualia vormen een probleem voor materialistische theorieën van de geest. - Focus op intentionaliteit: kunnen machines denken? - **Alan Turing** - Computers kunnen denken. - Denken is computatie: manipuleren van symbolen door algoritmes. - Machine functionalisme: geest functioneert als Turing machine. - **Turing machine** - Computatie als het manipuleren van symbolen volgens regels. - Voorbeeld: een computer die een berekening maakt. - Hoe kunnen we een dergelijke berekening programmeren? - Turing machine als abstract model van een computer: - Kan elke computatie uitvoeren. - Elke wiskundige berekening kan worden uitgevoerd hiermee. - Dus: als iets computationeel is, kan een Turing machine het uitvoeren. - Computatie: het manipuleren van symbolen op basis van regels. - Bovendien: maakt niet uit waar je de Turing machine van maakt. - Het is meervoudig realiseerbaar (Excel, lego, Minecraft). - De geest is een Turing machine dus geest ook meervoudig realiseerbaar. - **Machine functionalisme** - Jerry Fodor - Een van de grondleggers van het functionalisme. - Combineert een oud idee (intentionaliteit) met een nieuw idee (computationalisme). - **Intentionaliteit** - Oude idee: sommige mentale toestanden gaan ergens over. - Folk psychologie: mentale toestanden bezitten intentionaliteit. - Folk psychologie werkt goed - Goed gedrag voorspellen/verklaren gebaseerd op het idee dat mensen intentionele, mentale toestanden hebben. - Ook wel propositionele attitudes. - **+ nieuw idee: computationalisme** - Dit idee komt van Alan Turing: mentale processen zijn computationeel. - Het zijn processen waarin symbolen gemanipuleerd worden door regels. - **Cognitivisme (machine functionalisme)** - Denken/cognitie is computationeel. - Gaat om processen waarin porposities worden gemanipuleerd door regel - Regent paraplu is nodig ik heb een paraplu nodig. - Hoe bepaal je of een machine kan denken? - De Turing test kunnen ze het echt? Evaluatie van (machine) functionalisme - 4 redenen waarom klassieke AI geen goed model is voor de geest. - **1. Het frame probleem.** - Negeren alle irrelevante dingen en nemen alle relevante dingen in acht. - Is dus slecht voor cruciale redeneerprocessen. - Ze hebben niet het juiste frame om de werkelijkheid te interpreteren. - **2. De onrealistische 'filling cabinet' methode.** - Alle informatie wordt in het systeem gestopt daarna pas interageren wereld. - Het is biologisch niet realistisch: zo worden wij en andere dieren niet geboren. - Het heeft dus geen echt leerproces. - **3. Searle: het Chinese kamer argument.** - Weak AI: AI heeft geen geest, maar imiteert slechts "denkprocessen". - Strong AI: Idee dat een goed geprogrammeerde computer een geest heeft. - Het Chinese kamer argument - Deze persoon doorstaat de Turing test, maar begrijpt hij Chinees? - Searle: Nee. - Er is enkel syntax: - Ziet vorm van tekens en heeft toegang tot regels van de taal. - Er is geen semantiek - Persoon begrijpt de betekenis van de zinnen die hij maakt niet. - **4. Seriële informatieverwerking.** - Klassieke AI: informatie wordt serieel verwerkt. - Lage schadetolerantie is biologisch niet realistisch - **Voordeel:** - Neemt de geest (VS behaviorisme) en MR serieus (VS MBIT) **\ ** **College 5 -- Het connectionisme** ----------------------------------- 7. **connectionsime** Connectionisme is alternatief voor het klassieke machine functionalisme - Gelijkenissen: - Neemt meervoudige realisatie van de geest serieus. - Computationalistische visie op de geest: brein = hardware, geest = software. - Verschillen: - Hoe informatie verwerkt wordt/computaties uitgevoerd worden. - Niet serieel, als een Turing machine, maar parallel, als neuraal netwerk. - Biologisch realistischer: gebaseerd op werking menselijk breng. - Andere termen voor connectionisme: kunstmatige neurale netwerktheorie. Paul & Patricia Churchland - Zijn filosofisch connectionistisch. - Bouwen geen netwerken, maar stellen dat ons brein een neuraal netwerk is. - Netwerk van eenheden dat informatie verwerkt op een parallelle wijze. - Biologisch geïnspireerd. - Als we een kunstmatig brein willen maken, moeten we zo dicht mogelijk bij de architectuur van het brein blijven. - Verschillende neuronen op zichzelf zijn niet intelligent, maar samen wel. - Hebben een restrictie van de MR van de geest. - Het fysieke materiaal dat de geest kan realiseren moet in staat zijn een neuraal netwerk te realiseren. **Biologische neurale netwerken** - Opgebouwd uit eenheden: neuronen - Deze ontvangen en verzenden informatie van/naar andere neuronen door synapsen. - Zeer lokale werking (input-output). - Centraal voor intelligentie is de werking van het hele netwerk. - Vormt de inspiratie voor artificiële connectionistische of neurale netwerken. (Artificiële) neurale netwerken - Netwerk bestaat uit: - Eenheden/units (AI neuronen) - Units verdeeld over 3 lagen: input -- hidden -- output. - Connecties tussen units. - De sterkte van de connectie tussen 2 units is telkens anders. - Dit noemt men het gewicht van de connectie (kan remmend of stimulerend zijn). - Units **zijn parallel geschakeld**: - Ze hoeven niet 1 voor 1 geactiveerd te worden - Is het grote verschil met Turing machines. - **Activatie van units hangen af van**: - 1\. De activatie van geconnecteerde units uit de voorgaande laag. - 2\. De gewichten van de connecties tussen deze unit en de eenheden van de vorige laag. - 3\. De activatiefunctie: hoe de unit activatie verwerkt. - Een netwerk moet worden getraind om de juiste output te krijgen. - De connectie-gewichten worden aangepast. - Is erg gebaseerd op ons biologisch brein. - Input: perceptie hidden: interne verwerking output: motorische output. - Verschil Turing machine: is geprogrammeerd. - Backpropagatie - Op basis van informatie over verschil tussen juiste output en gegeven output. - Daarna past het leer-algoritme connectiegewrichten aan voor juiste ouptut. - Gradient descent learning: stap voor stap, trail-and-error - Slechtere output: ongedaan maken, andere veranderingen uitproberen. - Betere output: connectiegewrichten aanpassen. Evaluatie van connectionisme - De geest wordt gerealiseerd door fysieke materie die de functie van een neuraal of connectionistisch netwerk uitvoert. - Uitdagingen voor connectionisme - **1. Snapshot reasoning** - Tijd is uit het model weggelaten - Veranderingen in de input is niet herkend als gerelateerd aan voorgaande input. - Deze worden simpelweg geschouwd als geheel nieuwe input. - Van frame frame worden niet zo herkent als gerelateerd aan elkaar. - Elk frame van een film wordt als nieuw beschouwd. - Oplossing: recurrent networks - Zowel feedforward- als feedbackverbindingen. - Informatie uit latere lagen verteld ons over het verleden. - Informatie wordt teruggekoppeld naar de verborgen laag. - Informatie wordt opgenomen in het systeem (korte termijn geheugen). - **2. Verschillen brein/connectionistisch netwerk wat betreft leren.** - Gebrek aan anatomisch bewijs voor backpropagatie. - Werking van een algoritme (output vergelijken en dan aanpassen) - Groot aantal herhaling dat nodig is om te leren (vs. kinderen). - Catastrofale interferentie - Systeem leert omgaan met nieuwe data maar connectiegewichten worden aangepast zodat de oude data niet langer op de juiste manier wordt geëvalueerd. - Mogelijke oplossingen - Het ontwikkelen van alternatieve leeralgoritmen - Het ontwikkelen van architecturen waardoor meerdere netwerken kunnen samenwerken. - Zijn technische oplossingen en de kernideeën blijven hetzelfde. - **Uitdagingen voor connectionsime** - Shallow neurale netwerken deep neurale netwerken. - Ondiep: 3 tot 4 verborgen lagen diep: 5 tot 100 verborgen lagen. - Uniform: knooppunt = 1 soort functie heterogeen: meerdere functies - Volledig verbonden spaarzaam: units zijn niet allemaal verbonden. - **Biologisch realisme: connectionsime vs. Klassieke AI** - Klassiek AI gebruikt filling cabinet methode - Het systeem heeft alle nodige informatie/symbolen nodig voor gewenste input. - Het is erg inefficiënt en misschien zelfs wel onmogelijk. - Maar onze geest/brein kan het wel. - Neurale netwerken zijn goed in taken waarin klassiek AI slecht presteerde. - Neurale netwerken kunnen na training goed met uitdagingen omgaan. - Hierdoor is de filling cabinet niet meer echt een probleem. - Connectionsime heeft voordelen ten opzichte van klassieke AI dus is biologisch realistischer. Voordelen connectionisme Vs. klassieke AI - **1. Economische manier van representeren.** - Informatie wordt gerepresenteerd op basis van minder energiegebruik. - Informatie wordt opgeslagen in vorm van activatiepatronen en connectiegewrichten door het hele systeem. - Representaties zijn gestapeld: - Dezelfde units/verbinding kunnen verschillende dingen representeren. - Het netwerk kan ook gebruikt worden voor andere toepassingen (cijfers). - Het kan voor meerdere dingen gebruikt worden en bespaard energie. - Informatie is gedistribueerd over het hele systeem - Proposities/representaties zijn niet op 1 plek bewaard, maar door het hele netwerk. - Dit lijkt op hoe ons brein werk. - Propositionele attitudes zijn geen discrete entiteiten - Oud idee: PA's zijn op zichzelf staande dingen (symbolen). - Connectionsime: nee! Verandering in 1 PA kunnen de representatie van een andere PA wijzigen. - **2. Bestand tegen schade.** - Klassieke AI: serieel geschakelt. - 1 fout en het hele systeem werkt niet meer. - Connectionistisch netwerk: parallel geschakeld. - Info gedistribueerd over het hele systeem. - Graceful degradation: hoge tolerantie voor schade (net als het brein). - Je kunt een unit missen en nog steeds juiste output krijgen. - **3. Patroonafmaking.** - Zelfs als netwerken onjuiste input krijgen, is de output vaak toch correct. - Patronen worden dus afgemaakt. - **4. Vrije generalisatie.** - Connectionistische netwerken kunnen nieuwe data verwerken. - Op basis van gelijkaardige data die ze in het verleden verwerkten. - Bijv. als een input lijkt op een voorgaande input waarop het systeem al getraind is. - Dan kan het systeem adequaat handelen, zelfs als de situatie nieuw is. - Dit is zoals wij het ook doen, in tegenstelling tot klassieke AI. - Searle: - Denken is meer dan computatie. - De Chinese kamer kent syntax, maar geen semantiek. - AI kan niet echt denken, want het kent geen betekenis. - Neurale netwerken doen het een beetje beter dan klassieke AI. - Netwerken zijn in staat semantisch gerelateerde dingen correct te verwerken. - Op basis van syntactische gelijkenissen. **\ ** **College 6 -- De belichaamde, gesitueerde, en uitgebreide geest** ------------------------------------------------------------------ 8. **Embodied & embedded en zelfs Extended mind.** Breincentrisme - We moeten enkel het brein bestuderen om de geest te begrijpen. - Brein perfect begrijpen geest ook perfect begrijpen. - Mentale toestanden superveniëren op ons brein. - **De Frankenstein hypothese** - Crimineel brein crimineel bewustzijn? - Logisch dat als een crimineel brein wordt gebruikt dat het monster dat ook is. - Connectionisme lijkt een goed alternatief voor functionalisme zijn. - Maar het is wel brein-centrisch - Suggestie is dat superveniëntiebasis van de geest breder is dan alleen brein. - Verandering in mentale toestand gebeuren niet enkel als er verandering in brein optreden, maar ook in de omgeving/rest van het lichaam. De belichaamde & gestitueerde geest - Ons lichaam en onze omgeving beïnvloeden onze cognitie/bewuste ervaringen. Lichaam Omgeving ------------ ----------------------- ----------------------- Cognitie Belichaamde cognitie Gesitueerde cognitie Bewustzijn Belichaamd bewustzijn Gesitueerd bewustzijn Belichaamde cognitie - Cognitieve toestanden worden bepaald/sterk beïnvloed door het type lichaam. - Bijv. boven, benden, vooraan, achteraan. - Bijv. gebruik lichaam helpt, ziekte/alcohol hinderen denkprocessen. Belichaamd bewustzijn - De bewuste toestanden worden bepaald/sterk beïnvloed door het type lichaam. - Spiergebruik - Meer I's tekst ervaren als vrolijker spieren gebruikt voor glimlach. - Meer O's minder vrolijk. - Verschil in kleurervaring door verschil in kegeltjes in het netvlies. - Invloed van hormonen op agressie en emoties. - Bijvoorbeeld: Arthur Shawcross - Lever produceerd LSD-achtige stof: kryptopyrol. - Gaat verbinding aan met vitamine B6 weinig vitamine B6. - Vitamine is nodig voor productie van serotonine minder serotonine. - Had een extra Y-chromosoom meer testosteron. - Weinig serotonine + veel testosteron meer agressie. - Mentale toestanden bepaald door abnormaal lichaam. - Als hij iemand anders brein zou krijgen nog steeds moordenaar? - De frankensteinhypothese zegt nee. Gesitueerde cognitie - Cognitieve toestanden bepaald/sterk beïnvloed door type omgeving. - Bijvoorbeeld: nestbouw door termieten - Termieten bouwen met modderballen - Via hun klieren komen er feromonen in de ballen die ze maken. - Door verdamping worden de feromonen naar boven verplaats in de ballen. - Plaats de modderbal waar het signaal het sterkt is stigmergie. - Er is geen centrale opzichter nodig, het gedrag is gesitueerd. - Moeten we onze ideeën over cognitie aanpassen? - Geen plan -- geen intentionaliteit: is dit cognitie zonder intentionaliteit? Gesitueerd bewustzijn. - Bewuste toestand wordt bepaald/sterk beïnvloed door de omgeving - Bijvoorbeeld: gelukkiger als je in een nette ruimte bent. - Bijvoorbeeld: kleurervaring - Kleuren als secundaire kwaliteiten kleur hangt af van een waarnemer. - Kleur veranderd als je het in een andere omgeving plaats. - De vakjes 1 en 2 lijken verschillende kleuren te zijn, maar zijn hetzelfde. Conclusie - Bewustzijn en cognitie zijn dus belichaamd en gesitueerd. - Het is niet vreemd als dat via biologisch/evolutionair perspectief bekeken wordt. - Alle levende dingen zijn geëvolueerd dit gebeurd in een bepaalde omgeving. - De geest wordt bepaald/beïnvloed door lichaam en omgeving. De uitgebreide geest - De omgeving maakt deel uit van onze geest. - **Extended Mind Hypothesis (EMH):** Clark en Chalmers - Gaat niet over bewustzijn, enkel over cognitie. - Begrijpen hoe mensen interageren met de omgeving. - De actie van het manipuleren van het blok is deel van cognitieve proces. - Om een probleem op te lossen gebruiken we soms de omgeving. - "Where does the mind stop, and the rest of de world begin?" - **Antwoord 1: internalisme** - De geest stopt waar het brein (lichaam) stopt. - Clark en Chalmers: dat is huid/schedel chauvinisme. - **Antwoord 2: actief externalisme** - De omgeving is deel van het cognitief proces. - Cognitieve geest beperkt zich niet tot brein/lichaam, maar ook daarbuiten. - Criteria voor de dingen die classificeren als uitbreiding van de geest: - **1. Pariteit/gelijkheid** - Pariteitsprincipe: als je het in je hoofd zou doen, zou het tellen als cognitie? - We mogen niet schuldig maken aan huid/schedel chauvinisme. - **2. Voorhandenheid.** - Is het betrouwbaar voorhanden en gebruik je het normaal? - **3. Betrouwbaarheid.** - Is het te vertrouwen, is de informatie correct? - **4. Gemakkelijk.** - Is het makkelijk te gebruiken, makkelijk informatie vinden. Argument voor EMH: Otto en Inga - Otto heeft Alzheimer en heeft een boekje met informatie dat zijn leven helpt. - Hij neemt het boekje overal mee naar toe en schrijft nieuwe informatie op. - Als hij informatie nodig heeft, kijkt hij in het boekje, het is zijn geheugen. - Inga weet ook waar het museum is, maar herinnerd het zich in haar hoofd. - Inga consulteert haar geheugen voor info, Otto consulteert zijn boekje. - **Gelijkheid:** Ja -- het hoofd zou de info interpreteren als overtuiging (net als Inga). - **Voorhanden:** Ja -- Otto neemt zijn boekje overal mee naartoe. - **Betrouwbaar**: Ja -- Otto vertrouwd dat het boekje correcte info heeft. - **Gemakkelijk:** Ja -- Het boekje is makkelijk te gebruiken. - Het boek je is dus een extensie van de geest voor Otto. Argument voor de EMH: memento - Film over Leonard Shelby die zoekt naar de moordenaar van zijn vrouw. - Kreeg een klap op zijn hoofd waardoor hij geen nieuwe herinneringen maakt. - Hij slaat informatie op in notities, polaroids en tatoeages. - **Gelijkheid:** Ja -- In het hoofd zou deze info overtuiging/herinnering zijn. - **Voorhanden:** Ja -- Hij heeft zijn tattoos altijd bij zich. - **Betrouwbaar:** Ja -- Leonard vertrouwd dat de info correct is. - **Gemakkelijk:** Ja -- Hij haalt makkelijk informatie uit zijn tattoos. Argumenten tegen de EMH - In Memento zegt Leonard dat hij overtuigingen/kennis heeft, Teddy vind niet. - Clark is het met Leonard eens. - Leonards toestand bestaat echt: anterograde amnesie - Clive Wearing: anterograde amnesie - Anterograde en retrograde: nieuwe info slecht 30 seconden bijhouden en geheugenverlies. - Hij houdt notities bij om te herinneren wat hij deed en meemaakte - Maar hij herinnerde zich niet dat hij deze dingen opschreef. Hij gelooft niets. - Leonards tattoos - Gelijkheid: Ja -- in het hoofd zou deze informatie overtuiging/herinnering zijn. - Voorhanden: Ja -- hij heeft zijn tattoos altijd bij zich. - Betrouwbaar: Nee -- hij zou de tattoos niet vertrouwen. - Gemakkelijk: Ja -- Leonard haalt gemakkelijk informatie uit z'n tattoos. Google Maps als uitbreiding van de geest? - Gelijkheid: Ja -- In het hoofd wordt de info geïnterpreteerd als overtuiging. - Voorhand: Ja -- Of toch voor iedereen die een opgeladen GSM heeft. - Betrouwbaar: Ja -- De informatie op Google Maps is best betrouwbaar. - Gemakkelijk: Ja -- de informatie is gemakkelijk terug te vinden. - Het voldoet aan de criteria, maar het geeft continu nieuwe informatie. - Als het weggenomen worden, weet je het niet meer en voldoet dus niet. Nieuw criterium nodig? - 1\. Gelijkheid: als je het in je hoofd zou doen, zou het tellen als cognitie? - 2\. Voorhanden: is het te vertrouwen: is de informatie correct. - 3\. Betrouwbaarheid: is het betrouwbaar voorhanden en gebruik je het normaal? - 4\. Gemakkelijk: is het gemakkelijk te gebruiken. - **5. Geen nieuwe informatie**: de externe tool geeft geen nieuwe informatie. **\ ** **Deel 2 -- Bewustzijn** ======================== **Week 7 -- De natuurlijke methode en het bewustzijn** ------------------------------------------------------ **Week 8 -- Het bewustzijn en de grote illusie** ------------------------------------------------ **Week 9 -- Het bewustzijn en aandacht** ---------------------------------------- **Week 10 -- De eenheid van het bewustzijn** -------------------------------------------- **Week 11 -- Het bewustzijn en het zelf** ----------------------------------------- **Week 12 -- Het bewustzijn en de vrije wil** --------------------------------------------- **Week 12 -- Het bewustzijn, evolutie en de geest van dieren** --------------------------------------------------------------