Pedagogiek kinderopvang PDF
Document Details
![PrizeInspiration3677](https://quizgecko.com/images/avatars/avatar-2.webp)
Uploaded by PrizeInspiration3677
De Haagse Hogeschool
Tags
Summary
This document appears to be study notes for a course on childcare pedagogy. The document contains lecture notes and other study materials.
Full Transcript
lOMoARcPSD|33110089 Pedagogiek kinderopvang Pedagogiek (De Haagse Hogeschool) Scannen om te openen op Studeersnel Studeersnel wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen (rozemarijn...
lOMoARcPSD|33110089 Pedagogiek kinderopvang Pedagogiek (De Haagse Hogeschool) Scannen om te openen op Studeersnel Studeersnel wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 KINDEROPVANG PEDAGOGIEK HOORCOLLEGES 40 pedagogiek en 40 P&O HC 3 en 4 Inhoud HOORCOLLEGE 1....................................................................................................................................2 De kinderopvang................................................................................................................................2 HOORCOLLEGE 2....................................................................................................................................3 Verbeteren van de kwaliteit van de Kinderopvang.............................................................................3 HOORCOLLEGE 3....................................................................................................................................6 Inspirerende pedagogische visies.......................................................................................................6 Participatie ladder..........................................................................................................................8 HOORCOLLEGE 4....................................................................................................................................9 Omgaan met diversiteit in de Kinderopvang 1....................................................................................9 HOORCOLLEGE 5..................................................................................................................................12 HOORCOLLEGE 6..................................................................................................................................14 HOORCOLLEGE 7..................................................................................................................................18 Omgaan met diversiteit in de Kinderopvang 2..................................................................................18 WERKCOLLEGE......................................................................................................................................21 1 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 HOORCOLLEGE 1 De kinderopvang Kinderopvang vanuit historisch perspectief De cultuurhistorische context eind 19e eeuw: Men vertrekt van platteland naar stad om daar werk te vinden en zo aan eten te komen. Wonen daar in kleine woningen, wonen meestal met 4 gezinnen in 1. Brood koste 12% van het dagloon Armoede> de stad valt vies tegen, het werk is zwaar vr wat je krijgt. Urbanisatie en industrialisatie Hoge kindersterfte > kids 40/50% dood Geen sociale voorzieningen vanuit overheid > niet door de overheid in het leven gezet. Zorgen om volksopstand> Geen sociale orde. Burgerlijke elite vreesde wel opkomst van de burgers. Filantropische initiatieven> Zij (de elite) zorgen voor werk voor ze en leerden ze wat 1875: De eerste bewaarschool (crèche) Alleen voor noodzakelijk werkende ‘zedelijke’ moeders> moeders die werken droppen hun kind hier. Nette moeders kunnen hier gebruik van maken, dus niet vreemdgaan/ alleenstaande ma Hygiëne en voeding Ambivalente houding overheid > tegenstrijdige ondertoon, goed initiatief maar schadelijk voor de ma- kind relatie daarom een kwaad Noodzakelijk kwaad > moeders horen voor hun kind te zorgen, zij weten wat het nodig heeft. 1950-1980 Toegenomen welvaart> als het goed gaat gaan er ook minder kids dood. Ontstaan verzorgingsstaat> kiem voor de verzorgingsstaat, pensioen, kinderbijslag wordt beschikbaar gemaakt. De kids gaan in protest voor de stijve burgerschap van hun ouders 2e feministische golf> vrouwen kiezen of ze een kind willen en ook scheidingen nemen toe. Hechtingstheorie> hoe wordt het kind verzorgt, hoe ben je sensitief responsief reageren. Moeders zorgen het beste voor kids, druk op moeders groter Kinderopvang Jaren ’50 – ‘60> neemt de vraag voor kinderopvang af Jaren ’70 – ‘80> neemt de vraag toe, ze willen zelf geld verdienen en niet afhankelijk zijn van de man dus het kind moet verzorgd worden. Hechtingstheorie creëert het psychische fragiele kind KOV blijft noodzakelijk kwaad Meer aandacht voor pedagogische relatie PM’er en kids Crèche als middel tot maatschappelijke veranderingen Jaren ’80 > Economische crises, geen olie, geen werk. Autoloze zondagen Vanaf ‘90> Het gaat goed met de economie Neoliberalisme: marktdenken. Overheid> inefficiënt en bedrijfsleven is belangrijker Kinderopvang wordt gekeken als markt eco term instrument> Geld verdienen belangrijker dan de zorg vd kids ‘overheid bereid KOV uit, tripartiete financiering: 1/3 verdeling van een bedrag Ouders + de overheid en de kinderopvang betalen de zorg vr ‘t kind. Kosten worden verdeeld 2 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 Hoogopgeleiden maken gebruik van KOV. Meer aandacht voor de kwaliteit vr de kwaliteit. Peuterspeelzalen: Jaren ’60- ‘90 Tijd waar individualisme opgang kwam, flowerpower etc. vooral rijke mensen Door moeders opgesteld zodat hun kind kan spelen met andere kinderen In 1965 opgezet door groepen hoogopgeleide moeders. 2 à 3 dagdelen met peers spelen Werd uiteindelijk (algemene)buurtvoorzieningen voor alle kids> nu ook voor laagopgeleide Iets te doen aan taalachterstanden etc. en langzamerhand vervormd naar VVE vroege voorschoolse educatie Overheidsbeleid taalachterstanden bestrijden: VVE, nu ook aandacht vd overheid Vanaf 2000 – nu: meer aandacht voor pedagogische kwaliteit 2005: eerste wet op de kinderopvang, 4 wettelijk verplichte doelen vastgelegd. 2010: Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (OKE) gelijktrekken van peuterspg 2018: Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk 2019-2025: Wet innovatie kwaliteit Kinderopvang (IKK) Drie maatschappelijke functies vd KOV 1. De economische functie: verhoogd arbeidskansen 2. De educatieve functie: het idee dat KOV meerwaarde bieden dan wat kids thuis kunnen leren Meer focus op de ontw. en meer speelmateriaal 3. De sociale functie: ontw. v ouders, de manier om connecties te maken vr werk, participatie v ouders> ervaringen kunnen delen. HOORCOLLEGE 2 Verbeteren van de kwaliteit van de Kinderopvang Online van 3e jaar https://hhs.mediamission.nl/Mediasite/Play/0f7ead760df34bf28e69dd7bddff66901d 1995: de vraag naar kinderdag verblijf is gestegen. Daardoor is de kwaliteit gedaald. Kwaliteit bepaalt het welbevinden en de ontwikkeling vd kinderen stijgt. Kids die thuis opgroeien met weinig stimulerende beter is om maar een hoog gekwalificeerde kinderopvang te gaan, zij komen het slechts van af als de kwaliteit vd KOV ook slecht is. Als de kwaliteit v KOV slecht is komen de kids die het thuis ook slecht hebben in de dupe Kids die het thuis wel goed hebben, hebben daar het minst last van. Wanneer is een kinderopvang goed van kwaliteit Marianne Riksen-Walraven Zet de kwaliteit ve kinderopvang in kaart, maakt vier wettelijke basisdoelen vr kinderopvang. 3 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 Deel 1: Pedagogische kwaliteit in de kinderopvang Vier wettelijke basisdoelen voor kinderopvang. 1. Het bieden v/e gevoel v veiligheid, veilig is kunnen ontwikkelen 2. Het bevorderen vd persoonlijke competentie> brede pers. kenmerken: Flexibiliteit, veerkracht, zelfstandigheid, zelfverzekerdheid + ontw. gebieden 3. Het bevorderen vd sociale competentie> omgang met anderen buiten gezin Hoe ga je relaties aan> empathie, delen, samenwerken 4. Socialisatie: het aanbieden v regels, normen en waarden.> eigen maken Om goed te kunnen functioneren in de samenleving, inleiden v betekenissen v wereld KOV is de eerste plek waar kids samenkomen met andere kids vd samenleving> de brede samenleving Het ontmoeten van kids die niet op hen lijken. > andere cultuur, achtergrond, religie etc. Indicatoren v pedagogische kwaliteit 1. Uitkomst maat: Het welbevinden en de ontwikkeling v kids Het gezin bepaald in grote maten het welbevinden van het kind 2. Proceskwaliteit: feitelijke ervaringen die kids opdoen in hun interacties met de sociale en materiële omgeving Proximale processen> Processen v nabijheid. 3. Structurele kwaliteit: kenmerken vd opvoeders en de opvoedingssetting Interactievaardigheden - Sensitieve responsiviteit - Respect voor autonomie - Structureren en grenzen stellen - Praten en uitleggen - Ontwikkelingsstimulering - Begeleiden v interacties tussen kids De kwaliteit vd kinderopvang Hoe staat het ermee? >>>>Bekijk tabellen in HC Nieuwe stappen in kwaliteit - Meer aandacht voor het jonge kind - Wet (IKK) Innovatie Kwaliteit Kinderopvang (’19-‘25) - Pedagogische coach/ beleidsmedewerker Meer aandacht voor het jonge kind De eerste 1001 dagen zijn kritiek: - Plasticiteit vd hersenen - Hechting en kwetsbaarheid - Preventie 4 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 Wet IKK Innovatie Kwaliteit Kinderopvang 2019-2025 Pedagogisch beleidsmedewerker Aan de kwalificatie- eisen kunt u voldoen door diploma’s v opleidingen waarmee u zich rechtsreeks kwalificeert (A-lijst) of door diploma’s waarbij een aanvullend bewijs v scholing nodig is op het terrein v coaching of pedagogiek kinderen (lijst B) de Bachelor Pedagogiek behoort tot lijst A Het belang van mannen in de kinderopvang wat kunnen mannen bijdragen? - Perspectief - Rolpatroon - Activiteiten - Begrip - Een praktische oplossing 5 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 HOORCOLLEGE 3 Inspirerende pedagogische visies Emmi/pikler instituut – Loczy/kleintjesoord Vier werkprincipes 1. De bevoorrechte affectieve relatie: - Sleutelmomenten - Respect voor dialoog 2. Het belang van de autonome activiteit van het kind: - Eigen ritme - De ruimte - Speelmateriaal - Houding opvoeders 3. De bewustwording vij het kind van zichzelf, zijn naasten en zijn omgeving 4. Het belang van een goede lichamelijke gezondheid. Succesfactoren van de organisatie: continuïteit Continuïteit van het team Continuïteit in de begeleider-kind relatie Continuïteit in de instelling Continuïteit tussen instelling en ouders Dr. Karel J. Mulderij > een goed kinderleven Vitale vrijheid Fysiek Ruimtelijk Vitaal: bewegingsrijkdom, is er voldoende ruimte om in de ruimte te bewegen. Handelen zonder een beperking vs voldoende bewegingsruimte Instrumentele vrijheid: de keuzemogelijkheid krijgen > eten, kleding, slaapkamer Ouder die autonomie vh kind bevordert vs ruimte ingericht met rijke materialen Vrijheid van betekenisverlenging: kids kunnen zelf betekenis geven aan hun eigen ervaringen en ideeën. Eigen interpretatie en begrip vd wereld zonder forcering Vrije individuen en vormen hun eigen waarden, overtuigingen, ID etc. 6 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 Reggio-benadering – Loris Mallaguzzi De Reggio-benadering 1. De organisatie: - Mini atelier - Piazza - Groot atelier Participatieladder 2. Andere rollen en functies - Begeleider - Beeldend kunstenaar - Pedagogisch coördinator - Ouders 3. Integrale pedagogiek van relaties Pedagogische concepten wie is het kind? Niet weten, maar onderzoeken Drie pedagogen 100 talen Pedagogische documentatie: Voor professionals Voor kinderen Voor ouders Kind participatie> Proff. Roger A. Hart 7 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 Participatie ladder Niv. 1 kids krijgen geen enkele uitspraak. Volw heeft de Het ouder kleed het kind aan naar manipulatie macht en neemt beslissingen. Geen betrokkenheid eigen smaak vd kind en kunnen geen mening geven Niv. 2 Kids geven hun idee/ mening over een onderwerp, Kringbespreking waar een nieuw Decoratie hier wordt niks mee gedaan onderwerp wordt besproken Kids worden ingezet om een actie van volw. mooier te maken. Niv.3 Er wordt geluisterd nr de kids en krijgen een stem, Kids tekening laten maken over hun Participation gelegenheid om mee te praten, maar in de realiteit ideale schoolplein, mr hier doe je for show niet, dus geen participatie en geen directe invloed niks mee Niv.4 meest Projecten door volw. Ontwikkeld, kids worden Spreekbeurt geven waar het voorkomend hierdoor ingelicht en kids nemen hier een rol in voldoende info over beheerst. e Kids voeren taken uit voor de volw. Niv. 5 Geconsulteerd en geïnformeerd Vragenlijst invullen Specifiek naar de mening v kids. Aangeven van voorkeur in een team Volw. Neemt dit serieus. Mening v kids worden gevraagd en worden gebruikt. Volw. Beslissen hier nogsteeds Niv6 Kids doen mee Organiseren activiteiten samen met Volw neem initiatief maar kids worden serieus volw genomen. Kids werken samen met volw. Niv. 7 Kids beslissen en doen mee Jeugdlid in gesprek met het bestuur Volledige Initiatief en leiding door kids. Teamafspraken maken Volw spreken als de kids ernaar vragen Niv 8 Kids en volw. Beslissen samen. Jeugdbestuur, aanbod activiteiten Kids nemen initiatieven. voor en door jeugdigen Volw. Samen beslissen maar kids meningen voorop. 8 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 HOORCOLLEGE 4 Omgaan met diversiteit in de Kinderopvang 1 Diversiteit De blik vd Yeti Twee opvoedingsdoelen 1. Opvoeden tot zelfbewustzijn 2. Opvoeden tot verbondenheid Ik ben ik (en jij bent jij) ‘’Niemand v ons leeft in de samenleving, waarin hij geboren is, in feite zijn we allemaal migranten’’ Culturele waarden - Dynamisch: het veranderen door de tijd mee. - Meervoudig: sociale klassen waartoe je behoort> het geslacht, fam., school, vrienden Alles wat je bent in de samenleving - Inclusief: alle deelaspecten horen bij jou > nooit gedrongen worden om te horen bij een groep. Exclusief: als je je gedwongen voelt om erbij te horen - Actief: het definiëren van je activiteiten, het constant schuiven van je eigenschap Het schrijven van het verhaal over jezelf. - Verleden en toekomst: het herschrijven van je cultuur, het durven uiten v j cultuur wie je in het verleden was en hoe je nu in de toekomst wilt zijn. Culturele betekenissen kunnen veranderen, aspecten kunnen veranderen, je kan culturen veranderen. Voorwaarden voor een gezonde ID ontwikkeling Kritiek vs Wederkerigheid Bij een gezonde ID ontw. is kritiek kunnen uitten van je cultuur Kritiek: ben ik wel een goede NL’der als ik geen kritiek uit voor de corona vacc. Kritiek op de groep waartoe je behoort maar ook aan een andere groep. Wederkerigheid: de gemeenschappen moeten toestaan dat er kritiek wordt geuit. Vrijheid is een groepsrecht maar ook een individuele recht. Onze groep ID is vrijheid, leden krijgen ook de recht om zich vrij te voelen. Doel: van ID ontw> positieve zelfbeeld hebben. Het tevreden zijn met het zijn wie je bent. Hoofdstuk 2: Het eigen verhaal schrijven Misseal vd broek: Het constant schrijven en herschrijven van de eigen ID. Het bijdragen van de ontw. van het kind. Het in vraag stellen van het leven van andere culturen, is dat oke? Het socialiseren van kids, het bevriend raken met eigen waarden kinderen. Leven van Multi diverse leven zorgt voor verwarring. Aanpassen aan de samenleving die steeds veranderd. Kids moeten leren om daarmee om te gaan. Kids moeten leren om flexibel zelfbeeld hebben. Je moet mee kunnen gaan met de samenleving. Er moet een harmonie ontstaan tussen het zelfconcept, wie wil je graag zijn en hoe sociale zelf, hoe anderen jou zien. Hoe je jezelf nu definieert + ziet en wat andere over jou definiëren Hoe mijn eigen definiëren overeenkomt met wat de ander over jou zien. 9 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 Obstakels bij het vormen van een positief zelfbeeld, ID ontw: 1. Vereniging of verstarring: conformeren aan 1 groep die klakkeloos wordt overgenomen. Enkelvoudige ID ipv meervoudige Verzuiling ’70 > nu een probleem. Alleen investeren in de ene groep waarin je bent Jeugdbendes, terug trekken van de samenleving en vormen hun eigen normen. De crips> blauw, de Bloodies> rood. Mengen zich niet met de anderen. 2. Dr. Jekyll & Mr. Hyde: om innerlijke zelf niet dwars te zitten splits je jezelf Geen sprake van constantheid, ID split, gesplitste persoonlijkheid. overdag een lief mens maar in de nacht moordenaar 3. Zombie-bestaan Als individu bewegen in groepen die geen invloed uitoefenen op jezelf definiëring. Bevinden in een groep die niet per se iets definiëren Hooligans, los samenhangende groep, streetdances, 4. Zelfhaat Anders uitzien dan de meerderheid, negatieve zelfbeeld, het beseffen dat de groep anders is dan dat je zelf eruit wilt zien. ‘’mijn mama is niet mooi want zij is zwart’’, niet Arabisch praten Verenging/ vernauwing: wit is goed de ander niet Hoofdstuk 3: De ander Opvoeder hebben een belangrijk effect op een positief zelfbeeld voor het kind. Het opvoeden tot verbondenheid. Vooroordelen staan in de weg. Blanke kinderen hebben een positieve voorsprong in het hebben naar een zelfbeeld. Voordeel: negatieve stereotypering van een groep, voor ingenomen positie Aangeleerde predispositie op een ongunstige wijze te oordelen en handelen van een ander. Voordelen opdelen in componenten: - Cognitief: Het idee zelf, veralgemenisering van een beeld over een groep. - Affectief: Affectie, de negatieve gevoelens die erbij komen - Gedrag: Het idee en het gevoel roept tot gedrag. Een voordeel veranderd alleen als het gevoel ook veranderd. Of vooroordelen gedrag onbewust vertonen, niet weten van de cognitieve of affectieve component. De mythe van een engel bij het kind: Kinderen merken al verschillen vanaf 2 jaar. Vanaf 4 jaar verschil tussen uitzien en talen. Tussen 4 en 7 sterke vooroordeel: kids in Amerika zijn allemaal zielig. Het leggen van relatie tussen beelden van bepaalde groepen. Verklaring voor het ontstaan v voordelen: - Psychologische verklaring - Sociologische verklaring 10 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 Psychologische verklaring - Ontwikkeling van het denken We hebben vooroordelen nodig om overzicht te houden, beelden vd werkelijkheid. Categorieën om de wereld te begrijpen, in hokjes om plaats te maken Hokjes door eigen ervaringen ontwikkeling of door anderen. - Emotionele of motivationele benadering Om eigen zelfbeeld en eigen groep beter te zetten dan de andere groep maak je het andere negatief. Wat ik ken is goed, wat ik niet ken is niet goed> dat brengt angst - Zondebokken en zwarte schapen De motivationele benadering wordt verergerd. Alle problemen is ontstaan door de groep die niet goed is. onbewust proces, je angst projecteren op het negatieve. Andere groep is de oorzaak van alle problemen. Pandemie voor ongevaccineerden Sociologische verklaringsmodellen: - Sociale reflectie (prevalling voorkomend, prejudices oordelend) Modelblad> Vooroordeel: als je wit en dun bent pas dan ben je mooi Kids nemen dit over want er is een grote kijk hierop, Vooroordelen die erin zij - Sociale stratificeren: macht Groepen die macht hebben en groepen die weinig tot geen macht hebben Machthebbers, de dominante groep bepaald welke voordelen er zijn Turks + Nederlands> anderstalig Engels + Nederland> tweetalig Sociaal- cognitief ontwikkelingsmodel 1e fase: baby’s en peuters: zelf Emotionele onbehagen 2e fase: kleuters: groep Groepsidentiteit 3e fase: 7-8 jaar: individu Verstandelijke ontwikkeling 11 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 HOORCOLLEGE 5 Hoofdstuk 4, 5, 8 en 9 uit: Vandenbroeck, W. (2012). De blik van de Yeti: Over het opvoeden van jonge kinderen tot zelfbewustzijn en verbondenheid. Utrecht: Uitgeverij SWP 4 Europese modellen van intercultureel werken: Het anti-bias curriculum!!!! Hoofdstuk 4: de ontmoeting De kinderopvang als overgangsgebied tussen gezin en maatschappij Voorwaarden: Gelijke status Gemeenschappelijke doelen Weerleggen v stereotyperingen Intimiteit Gelijkheidsbevorderende normen Daarnaast ook: 1. Going Meta 2. Alert zijn op racisme door weglating (racism by omision) 3. Alert zijn op kleurenblindheid Hoofdstuk 5: Twee kanten vd oceaan Zelf bestuderen!! Vier Europese modellen v intercultureel werken: 1. Aanpassingsmodel 2. Overgangsmodel 3. Omgangsmodel 4. Cultuurveranderingsmodel Aandacht voor diversen maar incidenteel, heel even. Het gevaar in drie delen Trivialisering: Vorm van een toeristische aanpak, feesten die men viert en het eten die erbij hoort Tokenisme: Enkele vormen vd beelden v diversiteit, 5 vd 2 poppen zijn donker Stereotypering Beelden v groepen in de oorsprong. Typerende kenmerken die hetzelfde blijven Culturele activiteiten verbinden met dagelijkse leven. Interculturele vergelijking. Niet wij- bericht maar praten over de ik-begrip Verschillen maar ook overeenkomsten benoemen. Het uitgangspunt is altijd direct aanwezig is. Anti Bias Curriculum: opvoeden zonder Uitgangspunt: opvoeding reproduceert het zich 12 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 Als je niks doet aan het probleem reproduceert het zich voort. Contact hypothese is niet voldoende Vier doelstellingen vh Anti Bias Curriculum (ABC) 1. Kind helpen een stevig zelfbeeld en groeps-ID op te bouwen Diversiteit herkenbaar terug laten komen in de groep Goede band tussen ouders en personeel Aandacht voor de moedertaal 2. Empathische omgang v kids stimuleren Verschillen als waardevol zien 3. Kids helpen om kritisch te laten denken over vooroordelen Pesten niet geaccepteerd! Duidelijk overbrengen dat het niet oke is 4. Kids stimuleren vr zichzelf en vr anderen op te komen bij vooroordelen. Hoofdstuk 8: De toren v Babel Taal die men spreekt is nauw verbonden met de ID Taal is het eerste waar het kind in aanraking mee hoort Taal is vertrouwd Als een kind zijn eigen taal niet mag spreken is het een slechte invloed Taal is de ID vd kind> als het niet gesproken mag worden is dat de erkenning v ID Spreken van twee talen is het horen bij twee groepen Kids ontw stoornissen als ze niet zichzelf kunnen zijn en geforceerd worden in een andere taal Voorwaarden vr het verwerven ve tweede taal: Positieve attitudes tegenover de twee talen + houding tegen over de andere taal, niet concluderen tegen een taal Kids die hun eigen taal mogen spreken, leren makkelijker hun eigen taal De tijd die men aan de twee talen besteedt Voldoende rijk, KOV aandacht voor NL’se taal als Turks Opties vormgeven tweetalig beleid: Leidsters> verschillen in culturele achtergrond Activiteiten> 2 talige lessen, Ruimte> verschil in taal in ruimtes> binnen NL’s buiten Turks Tijdstip> in de ochtend NL’s middag Turks Hoofdstuk 9: kleine wereld Kabouterplop: vrouw: kwebbel Keloglan: uzun, dik= dom Taal Liedjes in verschillende talen Goeiemorgen in verschillende talen Ruimte: hoe je die inricht, familie muur Jezelf herkennen in de ruimte, zien hoe andere leven Betrek ouders bij die inrichting Als je geen diverse groep hebben, kun je verschillende materialen gebruiken Spelmateriaal 13 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 Poppen in versch. kleuren, realistisch! Poppen met beperkingen> gehoorapparaat Kinderkeuken> ook eten buiten pizza, bijv.= broodje Döner Kledingkoffer met verschillende klerenstoffen> hoofddoek Lego/ andere speelgoed met versch. poppen Boekjes moeten goed gescreend worden Afrikanen =zielig, prinsessen = wachten op hun mannen, Spelmaterialen Haren borstelen> iedere haar heeft een andere borstel nodig. HOORCOLLEGE 6 Let op: ook de info. uit de literatuur die niet in het hoorcollege wordt besproken is tentamenstof! Pedagogische civil society Opvoeding tijdens de Verzuiling Verschillende gemeenschappen gevormd door religie pf politiek Sterk soicaal weefsel, sociaal vangnet, opvoeden wordt samen gedaan o Wat de kerk zie, dat zeiden papa en de leraar op school ook Afbrokkeling verzuiling> ontstaan ‘gat in de opvoeding’. Anders denken vd ouders/ opvang. Opvoeding werd individualistischer Gat in de opvoeding Doorgeslagen individualisering: elke ouder helemaal alleen verantwoordelijk voor de opvoeding Dichte verband met problemen in de jeugdzorg Gebrek aan sociaal vangnet (netwerk) > ouders staan er alleen voor. Gevolg vd gat Bij problemen: kids gelijk nr de jeugdzorg Onderwijs > heeft veel op hun bord, school heeft geen ruimte voor problemen Buurtwerk > beperkt invulling en ook maar een klein deel van jeugd = alleen ouders zijn verantwoordelijk voor het opvoeden en helemaal aan de achterkant een zorgsysteem. (met gebrek aan samenwerking proff. Instanties). Er zijn instanties maar deze werken niet samen met elkaar. Perspectief volgens Micha de Winter Probleem ‘gat pedagogisch infrastructuur’ lost zich niet vanzelf op. Maatschappelijke basiszorg s nodig: opnieuw ontdekken v weefsel rondom opvoeding Gemeenten moeten veel actievere rol spelen, gemeente weet de aantal bewoners en instanties. Dus daar moet actief op gehandeld worden. Er moet iets gebeuren om de zorg te verbrede> sociaal weefsel moet opnieuw verbonden worden. Vb van sociale net door: kinderdagverblijven, sport, school Kinderopvang en pedagogische civil society (achtergrond info) Voorbeelden 14 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 Ouders ontmoeten elkaar Ouders kunnen op eigen initiatief om ouderavond/ dialoog voeren Is een vaste bedtijd belangrijk? Ouders kunnen samenwerken en daardoor in de omgeving prettige speelgelegenheid scheppen. Ouders kunnen dmv whapp gg, gaan netwerken met elkaar. HBO- Pedagoog en pedagogische civil society Op het kinderdagverblijf komt een HBO pedagoog te werken (als coach) Hoe gaat de HBO pedagoog stimuleren dat opvoeders (ouder & PM’er) de attitude ontwikkelen dat opvoeden een maatschappelijk, gezamenlijke verantwoordelijkh. is. Hoe kan de HBO-pedagoog de terughoudendheid bij ouders en andere burgers wegnemen om elkaar steun te bieden? Kan de kinderopvang een eigen ‘moeders informeren moeders’ opzetten vr nieuwe ouders die voor hun eerste kind gebruik maken vd opvang? Samen opvoeden. 2e artikel ‘It takes a village to raise a child’ > omgeving waar je de eerste vragen aan kunt stellen. = samen Alle personen uit de omgeving van een gezin zijn betrokken bij opvoeden en opgroeien van kinderen en jongeren Opvoed- en opgroeiomgeving = pedagogische civil society Focus op versterken samenleving door in te zetten op gezamenlijke verantwoordelijkheden medeopvoeders Medeopvoeders → bijv. familie, vrienden, buren, kinderopvang, docenten en ouders van klasgenoten Voordelen inzet medeopvoeders > civil Grotere kans positieve ontwikkeling kids Functioneren binnen gezin wordt versterkt, ouders verlenen hulp> gezien als nodig Eenvoudige (opvoedvragen) minder snel richting officiële hulpverlening Ouderschap ‘ontspant’ plezier/ vertrouwen> individuele last wordt kleiner Ontspanning : meer ‘goede ouder’ ervaren >ouderlijk zelfvertrouwen = steun v medeopvoeders is essentieel vr een sterke pedagogische basis vr ieder gezin. 15 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 Theoretisch model medeopvoeders 1: dichte kennissen 2: minder direct betrokken bij het gezin Buren, collega’s, school 3: opvoeders die je vanzelfsprekend tegenkomt (proff) Kraamverzorger, verloskundige, kinderopvang Kunnen plek maken voor ontmoetingen 4: formeel op afstand, proff leiden toe naar jeugdzorg. Ze zijn er maar niet direct, pas als er echt nood is. Huisarts, praktijk ondersteuner Vragen in tentamen!! > welke personen past in welke groepen> wat houdt het schema in. Titels vd pp! Vier vormen v steun door medeopvoeders 1. Emotionele steun 2. Praktische steun 3. Informationele steun 4. Normatieve steun 16 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 4 vormen steun: emo, praktisch, informationele en normatieve Emotionele steun Delen v ervaringen en luisterend oor bieden: o Relativeren v opvoedvragen o Grotere mate v zelfvertrouwen bij ouders o Gevoel v eigen effectiviteit in hun ouderschap o Positieve relatie met kids o Meer ontspannen houding in opvoeding Halen een vorm v herkenning uithalen> niet onzeker worden> anderen maken het ook mee Praktische steun Praktische hulp bij verzorgen en opvoeden v kids o Ouders kunnen hun ‘batterij opladen’ o Ouderlijke stress verlaagd o Gevoel v om kunnen gaan met de situatie Informationele steun Uitwisselen v advies, tips, informatie en feedback: o Helpt ouders inzicht te krijgen Normatieve steun Gaat over normen, waarden, voorbeelden en gedragsadviezen: o Kan ouders helpen om in bepaalde situaties keuzes te maken, zonder zich onzeker te voelen o Ondersteunt ouders om zich ‘passend’ te gedragen en gedrag van anderen op waarde te schatten Het kind gaat spelen bij de ander en wilt zijn speelgoed mee: het speelgoed mag mee tot aan de deur daarna moet het speelgoed terug Contact ladder Micha de winter: Veel interactie door de gemeente is nodig: 1. Ontmoeten Stimuleert het contact tussen medeopvoeders en hun kinderen (bankje bij de speeltuinen, ontmoeting) 2. Dialoog wordt gestimuleerd Koffieochtend, ouderdag op de opvang (ouders maken contact met elkaar) 3. Buurtklimaat Buren, ouders nemen zelf het initiatief om iets te organiseren. Zorgt vr sociaal kapitaal dat de hulp groter wordt dat gratis is 4. Netwerk: wekelijkse bijeenkomsten bij mama café. weten waar het in spraken komt. 17 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 Integraal kindercentrum (IKC) Samenwerking tussen HBO pedagogen, leerkrachten, PM’ers die de verschillende ontw. gebieden gezamenlijk vanuit eigen expertise stimuleren. Een school met voorschoolse, BSO, creaweken, Centraal doel: samenhangend dagarrangement voor kinderen creëren Manier om leer- en ontw. achterstanden te verminderen Manier op alle kids samen naar school te laten gaan Criteria voor doelstellingen en inhoud (p.64-65) 1. Zorg voor veiligheid, stabiliteit en continuïteit 2. Stimuleer een brede ontwikkeling waarbij ook wordt gezorgd vr recreatie en ontspanning 3. Stimuleer de eigen verantwoordelijkheid van kinderen > actief meedoen Randvoorwaarden (p.67-68) Gelijkwaardige samenwerking in multidisciplinaire teams Samenwerking met ouders, afstemming leefwereld thuis en opvoedingsomgeving in IKC HOORCOLLEGE 7 Omgaan met diversiteit in de Kinderopvang 2 Pedagogische curriculum beantw. Op academisch niveau de vraag hoe aanbieders v kinderopvang hun wettelijke pedagogische opdracht op de beste manier in praktijk kunnen brengen, op basis van onze kennis uit wetenschappelijk onderzoek. Het bieden van emotionele veiligheid in een veilige en gezonde omgeving Hoofdstuk: Gehechtheid Gehechtheid: John Bowlby (1907 – 1990) Grondlegger gehechtheidstheorie: John Bowlby Gehechtheidstheorie: elk kind heeft de aangeboren neiging (gehechtheid) om een vertrouwd persoon op te zoeken in tijden van angst of stress Gehechtheidsgedrag; ouder als steun en toeverlaat Het gedrag vh kind om de ouder als steun en toeverlaat te gebruiken. Ouder gebruiken als veilige haven. Gehechtheidsfiguren; bijv. een of beide ouders Aan wie het kind gehecht kan raken, speelt een belangrijke rol in het leven ve kind. Eenkennigheid en scheidingsangst Een voorkeur vd gehecht figuur is te zien door het huilen als je v hem weggaat. Veilige versus onveilige gehechtheid Veilige gehechtheid: stressvolle situatie → kind zoekt contact met opvoeder (laat zich troosten)> als de ouder weggaat huilt het kind. Onveilige gehechtheid: stressvolle situatie → kind zoekt minder contact met opvoeder, zoekt op een negatieve manier contact met opvoeder of is ontroostbaar. Veilige basis → emotionele, sociale en cognitieve ontwikkeling Is er in het filmpje sprake van een veilige of een onveilige hechting? Hechting is een belangrijk punt vr alle ontw. gebieden vh kind. Veilig gehecht kind: knuffelt ouder en zoekt troost en begeleiding door de ouder Onveilige hechting: vermijd ouder, ontroostbaar door de ouder 18 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 Tot welk aanbod in de kinderopvang moet dit leiden? Sensitiviteit van opvoeders → belangrijke voorspeller veilige gehechtheidsrelatie De mate waarin de opvoeder kan reageren op het kind. tennisreactie Voorwaarden sensitieve opvoeding: o Regelmatig een-op-een contact met opvoeders> met ze spelen, praten aandacht o Niet te veel verschillende opvoeders gedurende de week> zelfde gezicht Het bevorderen van de persoonlijke competentie Hoofdstuk: Taalontwikkeling Taalontwikkeling Motor van taalontwikkeling: aangeboren taalvermogen Benzine: taalaanbod> je kent taal je kunt praten maar de taal gebruiken moet geleerd worden Feedback: stimulerende vragen stellen en incorrect taalgebruik herhalen in juiste vorm (modeling)> inhoud vragen over boeken lezen. Samenspel goed taalaanbod, eigen taalvermogen en feedback Vier fasen v taalontwikkeling jonge kind kind kan later aan woord komen maar doet een inhaalslag Fase 1: De voortalige periode (0-1 jaar) Eerste geluid: huilen> duidelijk maken wat ze willen. Vocaliseren (1,5-4 maanden) (bijv. a-a-a) > gebruiken van een klank Vocaal spel (4-7 maanden); meer variatie in klanken (sjsjsj) >meer variatie in klanken Brabbelen (7-14 maanden); groepjes van klanken (bijv. bababa) Elementaire principes van interactie (bijv. beurtwisselingsregels) > stil zijn bby brabelt visav Taalbegrip Fase 2: De vroeg talige periode (1-2,5 jaar) Rond 1e verjaardag: eerste echte woord (vaak papa of mama) Twee- en meer-woordzinnen (bijv. mama weg) > Inhoudswoorden (zelfs nw en nog niet vervoegde ww) Functiewoorden (lidwoorden en voorzetsel) ontbreken nog Fase 3: De differentiatiefase (2,5-5 jaar): Allerlei verschillende woordsoorten (lw, bnw, vz) Werkwoorden vervoegen en langere zinnen (bijv. ik eette dat niet, maar ik lustte dat niet) Nog niet alles correct, maar kind kan op begrijpelijke wijze vertellen Fase 4: De voltooiingsfase (vanaf 5 jaar) Beheersing van het Nederlandse klanksysteem > korte/ lange klanken Steeds meer verschillende en ingewikkeldere woorden (bijv. namelijk) Verwoorden van complexe taalfuncties (zoals concluderen) Vaak nog wel worsteling met onregelmatige vormen (bijv. vliegde ipv vloog). Meertaligheid Taalaanbod is belangrijk, als je het kind in twee talen opvoedt moet er een rijk taalaanbod gegeven worden. Het kind krijgt niet een taalachterstand als het bijv. een andere taal wordt Zelfde ontwikkelingsfasen Tweetalige kinderen gebruiken twee talen soms in een zin door elkaar Verschil twee- en eentalige: taalaanbod in beide talen minder Tot welk aanbod in de kinderopvang moet dit leiden? 19 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 Taal begeleidend handelen (alles verwoorden)> kind ziet een kar, wat rijdt daar nou een kar Taalaanbod afstemmen op niveau> taal gericht op het kind Taalgebruik aanpassen; langzamer praten, duidelijker (overdreven intonatie), niet te lange zinnen, relatief eenvoudige woorden Praat altijd grammaticaal correct> fouten indirect verbeteren Stel vragen (van ja/nee naar meerkeuze naar open)> keuze aanbieden en dat verwoorden Wil je pindakaas of jam op je boterham Geef voortdurend feedback (bijv. kind: juf jas uit, pedagogisch medewerker: ja, de juf trekt haar jas uit) Voorlezen> lezen normaliseren, kijken naar plaatjes. Woordenschat → leesvaardigheid → taalvaardigheid Het bevorderen van de sociale competentie Hoofdstuk: Ontwikkelingsstoornissen en probleemgedrag Sociale ontwikkeling van kinderen Zichtbaar in verbaal gedrag en non-verbaal gedrag> waarnemen door de sociale ontw Hoe praat het kind met anderen. Afwijkend gedrag (bijv. bang zijn, driftbuien) Is het normaal of aangedragen opvallend gedrag. Kids die bang gedrag laten zien, Probleemgedrag tijdelijk of ontwikkelingsachterstand/ontwikkelingsstoornis Als er meer aan de hand is dan een opvallend gedrag kan het zijn dat er een achterstand is. Wie bepaalt wat problematisch is? Jonge kinderen → ouder of professional in de groep Wordt snel opgemerkt bij een PM’er en kan daarna onderzocht worden. Kind zelf> probleemgedrag ervaren door een kind> X deed au Binnen de kaders van de groep/professional/organisatie of doorverwijzen Weten wat je kan doen als je gedrag opvalt Per direct stoppen met plaatsing v kind bij onveilige situatie Begeleiden v kind kan stoppen als het kind de situatie onveilig maakt. Handelingsverlegen> het niet kunnen bieden vd juiste hulp aan het kind op de bss Wat kan een pedagogisch medewerker doen om extra ondersteuning te bieden bij probleemgedrag? Observeren: het opmerken (dimensies: agressief gedrag, futloos gedrag, teruggetrokken en/of verlegen gedrag, oppositioneel gedrag en aandacht/hyperactiviteit). Contexten of situaties (interactie met de PM-er, aanpassingsproblemen bij gestructureerd leren en problemen met groepsgenootjes) PM’er: verwachting (micro-hypothese) opstellen, toetsen door te handelen en te kijken Kern pedagogisch handelen: kijken – inschatten – handelen Belang: voorkomen/ probleemgedrag afleren of opgelopen achterstand/stoornis zoveel mogelijk opvangen Socialisatie door overdracht van algemeen aanvaarde normen en waarden Hoofdstuk: De sociale functie van kinderopvang De sociale functie van kinderopvang 1. Sociale ontwikkeling en identiteitsvorming van kinderen; kinderopvang = leergemeenschap (leren door te spelen + met andere kids en volw. leren omgaan) 2. Algemene sociale functie; kinderopvang als vormende en socialiserende omgeving 3. Sociale inclusie; hoe met elkaar samen te leven en gelijke kansen voor kids realiseren 20 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 WERKCOLLEGE HC 3 en 4 Vraag 1: A - Vitale: ruimtelijke vrijheid - Instrumentele: keuzemogelijkheid bieden, rekening dat het kind zelf de ruimte krijgt om iets te kiezen - Betekenis verlening: context verbonden. Vraag 2: B - Ouders stellen creativiteit voorop en plezier niet Vraag 3: C Vraag 4: B Vraag 5: C - Cognitief stereotype bestaat Vraag 6: B HC 4 - Prille vooroordelen! Vraag 7: C HC4 - Blik v Yeti> ontw v denken Vraag 8: A - Prevailling prejudice> vooroordelen die er in de samenleving al zijn. J en M zijn anders v elkaar Vraag 9: A - Blik v Yeti!! - Wereldbeeld is heterogeen. Onderwerpen Hechting> onderscheid tssen (on)veilig Casus over de fases taalontw. Probleem gedrag/ stoornissen Sociale functie vd KOV en hoe kan dit bijdragen aan de inclusiviteit. Jeugdparticipatieladder > Eerste 3 geen participatie v kids, vb: ouders laten kids in werken om hun doel te bereiken 21 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected]) lOMoARcPSD|33110089 PED 2.1 Oefentoets 2 pedagogiek 1. C kleurenblindheid> ziet diversiteit niet 2. A aanpassingsmodel: je bent bezig met assimiliatie> migratie kids moeten NL beter beheersen, overgangs: zelfde doel van aanpassingM. Overgang wordt vergemakkelijk met huissfeer, assimilatiemodel bestaat niet 3. B tokenisme HC5 dia 11 4. A aandacht voor eigen wijk. Diversen binnen eigen groep behandelen. 5. B HC4 d4> id staat niet vast 6. A passieve dragen v cultuur H4d4 7. A culturele modellen met eigen waarden system> gefragmenteerd samenleving H4 d 7 8. C DR Jekyll & HR hyd veranderen van ID aan een cultuur. Je anders gedragen bij een cultuur. Anders zijn dan zelf zijn 9. A positief zelfbeeld kan zich beter verbinden met anderen die anders zijn Online literatuur HC 6 Artikel samen opvoeden https://brightspace.hhs.nl//content/enforced/62368-SWE-PED-VT-H1-B1_2023_HM- 2023_HM/Samen-opvoeden-Het-belang-van-medeopvoeders-voor-ouderschap-en-opvoeden.pdf? _&d2lSessionVal=HOPBf9ClXY1qd5tzpyblaSpdA&ou=62368 micha de winter https://brightspace.hhs.nl//content/enforced/62368-SWE-PED-VT-H1-B1_2023_HM- 2023_HM/Interview%20M.deWinter%20PIP.pdf? _&d2lSessionVal=HOPBf9ClXY1qd5tzpyblaSpdA&ou=62368 22 Gedownload door Rozemarijn Van Vlaardingen ([email protected])