Summary

Dit document is een samenvatting van een geschiedenis examen. Het beschrijft verschillende historische periodes en de belangrijkste concepten zoals continuïteit en breuk. Het bevat veel historische informatie en een overzicht van de belangrijkste elementen van de vroegmoderne tijd. Het is geschikt voor het bekijken voor studenten die geschiedenis leren.

Full Transcript

**[GESCHIEDENIS EX. T1 -- 4B]** **[HISTORISCH DENKEN]** - Geschiedenis is geen exacte wetenschap - Geschiedenis gaat over het verleden en is op zekere hoogte subjectief - Geschiedenis is aan andere onderzoeksmethodes onderhevig **Historische vragen stellen** 1. Het verleden begrijpe...

**[GESCHIEDENIS EX. T1 -- 4B]** **[HISTORISCH DENKEN]** - Geschiedenis is geen exacte wetenschap - Geschiedenis gaat over het verleden en is op zekere hoogte subjectief - Geschiedenis is aan andere onderzoeksmethodes onderhevig **Historische vragen stellen** 1. Het verleden begrijpen 2. De reactie tussen heden en verleden 3. Hoe we tot kennis over het verleden komen 4. Het beeld dat we over iets of iemand over het verleden hebben (**standpunt**) - 1 jaar 365 dagen - Een decennium 10 jaar - Een eeuw 100 jaar - Een millennium 1000 jaar Préhistorie... - 3500 v.C. ------------------------ ----------------------- Het Oude Nabije Oosten 3500 v.C. -- 800 v.C. De Klassieke Oudheid 800 v.C. -- 500 n.C. De Middeleeuwen 500 -- 1450 De Vroegmoderne Tijd 1450 -- 1750 De Moderne Tijd 1750 -- 1945 De Hedendaagse Tijd 1945 -... **politiek domein**:\ machthebbers (koningen & grondgebieden)\ machtsverhouding (rechten & plichten) **Sociaal domein**:\ verschillende groepen mensen in de samenleving **Economisch domein**:\ hoe overleven mensen?\ economische activiteiten **Cultureel domein**:\ kunst, godsdienst, wetenschap, techniek, onderwijs,...\ dagelijkse gewoontes **Lokaal** Verwijst naar het plaatselijke (wijk, gemeente, stad,...) ------------------------- ----------------------------------------------------------- **Regionaal** Verwijst naar de regio (streek, provincie, gewest,...) **Nationaal** Verwijst naar de staat of het land **Continentaal** Verwijst naar een werelddeel **Globaal/mondiaal** Verwijst naar de wereld **Stedelijk** De stad **Ruraal** Het platteland **Continentale ruimte** Landinwaarts, niet gericht op de zee **maritiem** In of aan zee **Historische bronnen** zijn voorwerpen en getuigenissen van het verleden (boeken, fossielen, piramides,...)\ **Historische werken** zijn het resultaat van wetenschappelijk onderzoek dat na de feiten m.b.v. bronnen en andere werken is gemaakt.\ **Primaire bronnen** zijn gemaakt door mensen die in dezelfde tijd leefden als de historische gebeurtenissen en er nauw bij betrokken waren.\ **Secundaire bronnen** zijn gemaakt door mensen die niet rechtstreeks betrokken waren, vaak in een andere tijd. **Vertaald**: de originele bron is in een andere taal.\ **Naar...**: het is geen letterlijke weergave van de originele tekst. (het is bv. Een samenvatting van de originele bron.)\ **(...)**: er is op die plaats in de originele tekst een stuk tekst weggelaten.\ **Detail**: Er word maar een stukje van de materiële bron getoond, dus niet de hele bron.\ **\[xyz\]**: er is op die plaats tekst aan de originele bron toegevoegd. **[INLEIDING: VROEG MODERNE TIJD]** **Continuïteit** Het blijven bestaan van iets in de tijd.**\ vroegmoderne tijd** Een periode van enkele eeuwen in de geschiedenis van Europa, volgend op de middeleeuwen. Herlees pagina 15 ! Ontdekking van Amerika 1492 ------------------------- ---------------------------- Kompas China, vanaf 1350 in EU Buskruit en kanon China, nieuw in EU Boekdrukkunst 1439 Mechanisch uurwerk Vanaf ca. 1300 Pokhout tegen syfilis Vanuit Amerika Distillatieproces 13^de^ eeuw Zijdedraad, moerbeiboom Sinds klassieke oudheid Stijgbeugen en zaden China, vanaf ca. 700 in EU Veel 'nova reperta' zijn geen symbolische breukelementen omdat veel uitvindingen al dateren uit de oudheid of middeleeuwen. continuïteit. **BREUK** **CONTINUÏTEIT** ---------------------------------------------------------------- ------------------------------------------- Politiek: vorstelijk absolutisme (nieuwe vorm van koningschap) Standenmaatschappij Economisch: globale handel, ontstaan van beurs Weinig politieke macht voor de 3^e^ stand Sociaal: verschuiving in standen (vormen van mobiliteit) Feodale landbouwsamenleving Cultuur: protestantisme, wetenschap... Christendom = morele maatstaf - **Renaissance: heropleving klassieke cultuur, maar toch bepaalde continuïteit in de middeleeuwen.** **Wij nemen als startpunt 1450 ("uitvinding" boekdrukkunst)\ **andere mogelijkheden: 1453 (val van Constantinopel), 1492 ("ontdekking" Amerika), 1517 (begin van de reformatie) **Wij kiezen de term "vroegmoderne tijd" i.p.v. "nieuwe tijd"**\ continuïteit tussen middeleeuwen en vroegmoderne tijd\ geen acute breuklijn zoals vaak voorgesteld, geen compleet "nieuwe tijd"\ gevolgd door de moderne tijd (vanaf 1750) In deze tijd staan de "RE"-s centraal\ [re]izen (ontdekkingsreizen)\ [re]naissance (heropleving kunst & cultuur klassieke oudheid)\ [Re]formatie ([re]ligieuze verdeeldheid)\ [re]volutie & [re]publiek **[EEN NIEUWE TIJD VAN HEKSEN EN DUIVELS]** **Tijdvakken** Historici delen de geschiedenis van de mensheid op in tijdsperioden, als een doorlopende lijn van ontwikkeling.\ **historici** Iemand die historisch onderzoek verricht en hierover publiceert.\ **verleden** Alles wat vroeger gebeurd is.\ **scharnierpunt** Een cruciaal moment of gebeurtenis waarop een belangrijke verandering of ommekeer plaatsvindt, vaak met langdurige gevolgen.\ **vroegmoderne** **tijd** Een periode van enkele eeuwen in de geschiedenis van Europa, volgend op de middeleeuwen. Herbekijk en herlees pagina's 9 -- 13 ! **Hoe veranderde het geloof in heksen aan het einde van de middeleeuwen?\ **Aan het einde van de middeleeuwen werd hekserij steeds meer gezien als duivelsaanbidding. Dit leidde tot intensievere heksenvervolgingen, aangewakkerd door sociale angst, economische problemen en kerkelijke invloed. Heksen werden van lokale figuren tot een groot maatschappelijk gevaar bestempeld. **Welke rol speelde de drukkunst in de vroegmoderne heksenwaan?\ **De drukkunst versterkte de heksenwaan door demonologische boeken zoals de *Malleus Maleficarum* breed te verspreiden, angstaanjagende verhalen en pamfletten populair te maken, en uniforme ideeën over hekserij snel door Europa te verspreiden. **[ONTMOETINGEN IN EEN NIEUWE WERELD]** **Kolonies** Gebieden die door een ander land worden bestuurd en vaak worden geëxploiteerd voor economische of strategische voordelen.\ **exotisme** De fascinatie en idealisering van vreemde, vaak niet-westerse culturen, vaak gepaard met een oppervlakkig beeld van die culturen.\ **assimileren** Het proces waarbij een minderheidsgroep de cultuur en gewoonten van een dominante groep overneemt, vaak met verlies van eigen identiteit.\ **Colombian exchange** De uitwisseling van planten, dieren, technologieën en ziektes tussen de Oude Wereld (Europa, Afrika, Azië) en de Nieuwe Wereld (Amerika) na de ontdekkingsreizen van Columbus. **gecreoliseerde cultuur** Een cultuur die ontstaat door de vermenging van verschillende culturele tradities, vaak in voormalige koloniale samenlevingen.\ **collectieve geheugen** Het gedeelde geheugen van een groep of samenleving over historische gebeurtenissen, vaak bepalend voor de identiteit en het wereldbeeld van die groep.\ **betekenis** De waarde of de interpretatie die wordt gegeven aan een woord, symbool, gebeurtenis of idee.\ **symbool** Een teken, afbeelding of object dat een diepere, vaak abstracte betekenis vertegenwoordigt.\ **relatie tussen verleden, heden en toekomst** De manier waarop gebeurtenissen uit het verleden invloed hebben op het heden en hoe huidige keuzes de toekomst vormgeven, vaak via tradities, herinneringen en vooruitzichten. Herlees pagina's 19 -- 29 ! **Wat stimuleerde Europese zeevaarders om de wereld verder te gaan verkennen en wat was het resultaat?\ **Economische motieven (handel in specerijen, goud, en zilver), religieuze verspreiding (katholicisme) en nieuwsgierigheid naar onbekende gebieden. Het resultaat was kolonisatie, wereldwijde handel, en culturele uitwisseling, maar ook exploitatie en conflicten. **Met welke bril keken de Europeanen naar de bewoners van de Nieuwe Wereld?\ **Ze zagen hen vaak als \"primitief\" en inferieur, wat leidde tot een houding van superioriteit en de rechtvaardiging van onderdrukking en bekering. **Welke impact hadden de toegenomen interculturele contracten wereldwijd?\ **Een uitwisseling van goederen, kennis, en culturen, maar ook de verspreiding van ziektes, slavernij, en ongelijkheden die de mondiale verhoudingen blijvend beïnvloedden. **1. Wat stimuleerde Europese zeevaarders om de wereld verder te gaan verkennen en wat was het resultaat?** **Stimuli:** - - Economische motieven:\ Europese handelsroutes naar Azië (specerijen, zijde) werden geblokkeerd door de Ottomaanse controle na de val van Constantinopel in 1453. Spanje en Portugal wilden directe handelsroutes naar het Oosten om tussenhandelaren te vermijden. - Religieuze motieven:\ Bekering van inheemse volkeren tot het christendom, vaak onder leiding van missionarissen. - Imperialistische motieven:\ Uitbreiding van grondgebied en macht, wat prestige opleverde voor landen als Spanje en Portugal. - Wetenschappelijke interesse:\ Ontwikkelingen in cartografie, scheepsbouw en navigatietechnieken (zoals het astrolabium, kompas) maakten ontdekkingsreizen mogelijk. **Resultaten:** - - Nieuwe handelsroutes werden ontdekt (bijv. Kaaproute naar India, Amerika via Columbus). - Kolonisatie van gebieden in de Nieuwe Wereld, zoals Latijns-Amerika. - Wereldwijde handel, maar ook exploitatie van natuurlijke hulpbronnen en inheemse volkeren. - Begin van slavernij en intercontinentale slavenhandel. **2. Met welke bril keken de Europeanen naar de bewoners van de Nieuwe Wereld?** - **Bronnen:\ **De meeste Europeanen baseerden hun beeld op brieven, reisverslagen en nieuwsbrieven. Deze bronnen waren vaak geromantiseerd of overdrijven: - **Exotisme:** Fascinatie voor het onbekende, vaak idealisering (paradijs) of demonisering (kannibalisme). **Vergelijking met Europa:** - - **Politiek**: Geen koning, geen bestuur. - **Cultureel**: Gepierste lichamen, geen kleren, geen christelijke religie. - **Economisch**: Geen privébezit, gemeenschappelijk leven.Sociaal: Polygamie, vrije seksualiteit. - **Superioriteitsgevoel**:\ Europeanen beschouwden zichzelf als moreel, cultureel en technologisch superieur. Dit rechtvaardigde volgens hen slavernij, kolonisatie en de kerstening van de inheemse bevolking. **Vespucci's standplaatsgebondenheid:\ Vespucci zag deze verschillen door een christelijke bril:** - Europa kende een standenmaatschappij, machtige koningen en een dominante kerk. - De Nieuwe Wereld werd beoordeeld vanuit Europese normen en waarden. **3. Welke impact hadden de toegenomen interculturele contacten wereldwijd?** **Columbian Exchange:** **Uitwisseling van planten en dieren:** - Van de Oude naar de Nieuwe Wereld: Paarden, runderen, tarwe, koffie. - Van de Nieuwe naar de Oude Wereld: Aardappels, tomaten, maïs, cacao. **Ziekten:** - Van Europa naar Amerika: Pokken, mazelen, griep. - Van Amerika naar Europa: Syfilis.\ Gevolg: Miljoenen inheemse Amerikanen stierven door ziektes waar ze geen weerstand tegen hadden. **Impact op mensen:** 1. **Uitbuiting en slavernij:** - **Encomienda-systeem**: Spaanse kolonisatoren lieten de inheemse bevolking dwangarbeid verrichten in ruil voor militaire \"bescherming\" en bekering tot het christendom. - **Afrikaanse slavenhandel**: Miljoenen Afrikanen werden naar Amerika verscheept om te werken op plantages (suikerriet, katoen) en in mijnen. - **Slaven leefden onder onmenselijke omstandigheden**: honger, infecties, zware arbeid, korte levensverwachting. 2. **Culturele impact:** - **Taal**: Europese talen vermengden zich met inheemse talen, wat leidde tot een gecreoliseerde cultuur. - **Religie**: Missionarissen speelden een grote rol in de kerstening van inheemse volkeren, vaak met dwang en indoctrinatie. **Impact op het leefmilieu:** - Nieuwe gewassen en dieren werden geïntroduceerd, wat ecosystemen veranderde. **Sociale impact:** - Groeiende ongelijkheden: Europese kolonisatoren domineerden, terwijl inheemse bevolkingen en Afrikaanse slaven werden onderdrukt. **Belangrijke ontdekkingsreizigers en resultaten:** **Portugezen:\ **Bartholomeu Dias (1488): Kaap de Goede Hoop.**\ **Vasco da Gama (1498): Zeeroute naar India.**\ **Pedro Álvares Cabral (1500): Ontdekte Brazilië. - **Spanjaarden:** - Christoffel Columbus (1492): Bereikte de Bahama's, dacht dat hij Indië had gevonden. - Hernán Cortés (1519): Veroverde Mexico (Aztekenrijk). - Francisco Pizarro (1532): Veroverde Peru (Incarijk). - **Andere:** - Amerigo Vespucci: Bewees dat Amerika een nieuw continent was. - Ferdinand Magellaan: Eerste reis rond de wereld (1519-1521). **Columbus: held of schurk?** - Columbus "ontdekte" Amerika, maar zijn reizen leidden tot grootschalige exploitatie, slavernij en genocides. - Zijn beeld als held werd later gebruikt door Amerikaanse politici, terwijl hij ook verantwoordelijk wordt gehouden voor koloniale misstanden. **[HET WEL EN WEE VAN DE BEVOLKING]** **Historische demografie** De wetenschap die zich toelegt op de studie van de bevolkingsontwikkeling in het verleden.\ = momentopnames en evoluties, niet alleen mensen tellen maar ook oorzaken en gevolgen geven.\ **nataliteit** Het aantal geboortes\ **mortaliteit** Het aantal sterfte\ **fertiliteit** De vruchtbaarheid\ **Nuptialiteit** Het huwelijkspatroon\ **Migratie** De mensen die komen of gaan van een land.\ **West-Europees huwelijkspatroon** Het huwelijkspatroon in West Europa\ **Verstandshuwelijk** Een huwelijk gebaseerd op praktische of strategische overwegingen, zoals status, financiën of politieke belangen, in plaats van liefde. **Kerngezin** vader, moeder en de\ ongehuwde kinderen.\ **Vruchtbaarheidsperiode** Tijd waarin een vrouw zwanger kan worden.\ **seriële** **monogamie** Meerdere opeenvolgende monogame relaties.\ **Chronische** **ondervoeding** Langdurig tekort aan voeding.\ **oversterfte** Meer sterfgevallen dan normaal.\ **hongersnoden** Ernstig voedseltekort met sterfte als gevolg.\ **sterftecrisissen** Periodes met uitzonderlijk hoge sterfte.\ **hongercrisissen** Tijdelijke voedseltekorten zonder massale sterfte.\ **epidemieën** Regionale uitbraak van een besmettelijke ziekte.\ **pandemie** Wereldwijde verspreiding van een ziekte. **Hoe evolueerde de bevolking in de vroegmoderne tijd?** - **Stijging en daling**: De bevolking kende periodes van groei, afgewisseld met sterftecrisissen door epidemieën, hongersnoden, oorlogen en misoogsten. - **Regionale verschillen**: In West-Europa was er trage groei; in Oost-Europa meer schommelingen door minder stabiele levensomstandigheden. - **Beperkte levensverwachting**: Gemiddeld 30-40 jaar door hoge kindersterfte en ziektes **Hoe zagen relaties en gezinnen eruit in de vroegmoderne tijd?** - **Kleine gezinnen**: Huwelijken werden later gesloten, vaak rond 25-30 jaar, waardoor er minder kinderen waren. - **Traditionele rolverdeling**: Mannen werkten buitenshuis, vrouwen zorgden voor huis en kinderen. - **Sterke gemeenschapsband**: Gezinnen woonden vaak dicht bij familie; meerdere generaties leefden soms samen. - **Huwelijken als economische verbintenis**: Huwelijken werden vaak geregeld op basis van praktische overwegingen zoals bezit of sociale status. **Welke factoren hadden een grote impact op de bevokingsontwikkeling?** 1. **Ziekten en epidemieën**: Grote sterfte door ziektes zoals de pest, pokken en tyfus. 2. **Hongersnoden en misoogsten**: Voedseltekorten veroorzaakten sterftecrisissen. 3. **Oorlogen**: Verwoestingen en plunderingen leidden tot sterfte en migratie. 4. **Klimaat**: De Kleine IJstijd (16e-18e eeuw) zorgde voor koudere winters en slechte oogsten. 5. **Economische veranderingen**: Stijgende voedselproductie in de 18e eeuw leidde tot bevolkingsgroei. Herlees pagina's 31 -- 41 ! **HET WEL EN WEE VAN DE BEVOLKING** **VRAAG 1: Hoe evolueerde de bevolking in de vroegmoderne tijd?** **Demografie** Dat is de studie van de omvang, structuur en spreiding van de bevolking, en hoe de bevolking in de tijd verandert door geboorten, sterfgevallen,... De bevolking hangt af van heel wat variabelen, o.a. nataliteit, nuptialiteit, mortaliteit, urbanisatie, fertiliteit, migratie. Deze hebben allemaal een impact op de bevolkingsontwikkeling. Immigratie NATALITEIT (fertiliteit & nuptialiteit) = BEVOLKING STIJGT\ Emigratie MORTALITEIT (oorlog, ziektes & honger) = BEVOLKING DAALT - Volksstelling pas in de 19^e^ eeuw - Gefragmenteerd en onvolledig - Steeds gemaakt met een bepaald doel, en dat was nooit het totaal aantal mensen optekenen - Kritische benadering is noodzakelijk! **Accordeondemografie** op kort termijn, stijging op lang termijn. - Wereldbevolking verdubbelde tussen 1400 en 1750 - Azië heeft de grootste bevolking, Oceanië de kleinste - Catastrofe tussen 1500 en 1600 in Latijns-America **VRAAG 2: Hoe zagen relaties en gezinnen eruit in de vroegmoderne tijd?** **West-Europees huwelijkspatroon:** - Relatief laat trouwen (25-30jaar) + wederzijdse toestemming. - Pas huwen wanneer men economisch op eigen benen stond + vormden eigen huishoudens. - 10 a 20 % = celibatair - Sociale verschillen : verstandshuwelijk om maatschappelijke positie te behouden/verstevigen/verbeteren. **Oosters huwelijkspatroon (ook in centraal-en Oost Europa)** - Jonge leeftijd (vooral meisjes) - Uitgehuwelijkt (contract tussen families, weinig inspraak) - Bruidsschat - Inwonen bij familie bruidegom - Celibatair zijn was een uitzondering - Christelijk huwelijksmoraal (werd niet altijd nageleefd) - Hoewel er geen betrouwbare antica-onceptie bestond, wisten mensen zich wel te behelpen met: - Coïtus interuptus - Schapendarmen, visblazen, linnenstof = condooms - Verlengde lactatieperiode - Kerngezin - Beperkt in omvang, ondanks het beeld van "gezinnen met vele kinderen". Dit kwam pas later. Waarom kleine gezinnen? - Kerngezinnen hadden hun handen vol met de eigen kroos om voor ouderen te zorgen en kinderen moesten meehelpen met huishouden. - Op een latere leeftijd gehuuwd = menopauze 50 jaar. = 20j voor kinderen\ Beperke vruchtbaarheidsperiode\ hooge kindsterfte - Slechte levensomstandigheden (voedseltekort, gebrek aan hygiëne,...) Oorlog, honger en ziekten hadden een **grote impact op de bevolkingsontwikkeling** **SECTOR** **GEVOLG KORTE TERMIJN** **GEVOLG LANGE TERMIJN** ---------------- --------------------------------------------------------------------------------------- -------------------------- **LANDBOUW** Boeren moeten vechten = minder arbeiders & vernielen van oogsten economie verslechten hongercrisisen **NIJVERHEID** Impact op in-/uitvoer = moeilijk Werkloosheid **HANDEL** Stijgende kosten en prijzen door schaarste Armoede Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, nummer Automatisch gegenereerde beschrijving hongersnoden, chronische ondervoeding. Havensteden en handelscentra zijn kwetsbaar voor epidemieën - Knooppunten in transportwerken - Kenden een groot verloop - Besmetting kan zich sneller verspreiden.\ invoeren quarantaine maatregelen "Cordon sanitaire" ![](media/image2.png)In 1495 dook syfilis op in Frankrijk, Zwitserland en Duitsland. Men denk dat dit van de Nieuwe-Wereld komt omdat die ziekte pas kwam na het ontdekken en handelen met de nieuwe wereld (1492)\ mensen noemen dit ook de venusziekte omdat het een geslachtsziekte is. **Andere naam voor Syfilis** **Wie gaf de naam?** ------------------------------ ---------------------- Franse ziekte **De Italianen** Spaanse pokken **De Fransen** Kantonese uitslag **De Japanners** Poolse ziekte **De Russen** Napoleonase ziekte **De Duitsers** Katholieke kerk pastoors wouden parochieregisters laten aanleggen om te kunnen schatten hoeveel mensen er op de wereld rondliepen, ook om controle te hebben op het gedrag van de samenleving, vooral de christelijke mensen. Belastingregisters zijn te wantrouwen omdat ze door ambtenaren worden genoteerd per regio, de huishoudens die in staat waren belastingen te betalen moesten dat doen. De documenten waren ook nooit volledig, alleen de mensen die de belastingen wilden/konden betalen werden geregistreerd. De verzoekschriften roepen bedenkingen op als reactie op de inbeslagnames die Heman Cortes in Mexico liet uitvoeren. Het overzicht omvat enkel gegevens van een landeigenaar die bezittingen en of land terug durfde vragen. **TYPE BRON** **TYPE INFORMATIE** ---------------------------------- -------------------------------------------------------------------- Parochie registers Geboorte (= dopen), huwelijken, overlijdens a.d.h.v. begrafenissen Belasting registers Eigendommen + huishoudens Volksstellingen (census) 19^e^ E Huishoudens (aantal personen in huis), leeftijd & beroep Sterftetafels Document waarin overlijdens werden bijgehouden. **[EEN STANDENMAATSCHAPPIJ IN ONTWIKKELING]** Herlees pagina's 43 -- 52 ! 1. **Standensamenleving:** Maatschappijstructuur waarbij mensen verdeeld zijn in verschillende sociale klassen of standen, met elk hun eigen rechten en plichten. 2. **Sociale mobiliteit:** De mogelijkheid voor individuen of groepen om van sociale klasse te veranderen, bijvoorbeeld van arm naar rijk. 3. **Abtsadel:** Adellijke klasse die haar status dankt aan de kerk, vaak via benoemingen of bezittingen die door de kerk werden verleend. 4. **Gelaagde maatschappij:** Maatschappij die is verdeeld in verschillende lagen of klassen, vaak op basis van rijkdom, macht of beroep. 5. **Pushfactoren:** Factoren die mensen dwingen of aansporen om hun land of regio te verlaten, zoals oorlog of armoede. 6. **Pullfactoren**: Factoren die mensen aantrekken om naar een andere regio of land te verhuizen, zoals betere werkgelegenheid of leefomstandigheden. 7. **Patriarchale orde**: Maatschappelijke structuur waarin mannen de dominante rol spelen en macht uitoefenen, vaak ten koste van vrouwen. 8. **Urbanisatie:** Het proces waarbij mensen van het platteland naar steden verhuizen, wat leidt tot een groei van stedelijke gebieden. **Hoe evolueerde de sociale orde in de vroegmoderne samenleving?** - Opkomst van een nieuwe middenklasse (handelaren, ambachtslieden, ondernemers). - Feodale structuren verwaterden. - Meer nadruk op sociale mobiliteit en kapitalisme. - Versterking van monarchieën, terwijl aristocratie invloedrijk bleef. **Hoe evolueerde de verhouding tussen stad en platteland?** - Groei van steden als economische en politieke centra. - Steden werden handels- en industriële hubs. - Platteland bleef agrarisch. - Migratie van platteland naar stad voor werk. **Welke positie hadden vrouwen in de vroegmoderne samenleving?** - Vrouwen hadden een ondergeschikte positie, afhankelijk van mannelijke familieleden. - Hun rol was voornamelijk huishoudelijk en moederlijk. - Beperkte deelname aan het publieke leven, met invloed in religie of intellectuele kringen. VRAAG 1: HOE EVOLUEERDE DE SOCIALE ORDE IN DE VROEGMODERNE SAMENLEVING? Sociale orde: is een zekere regelmaat, voorspelbaarheid en duurzaamheid van de interacties tussen de leden van een samenleving.\ Middeleeuwen: standensamenleving\ Vroegmoderne tijd: standensamenleving, maar wordt gelaagder. De sociale orde blijft vrij onaantastbaar. Eerste stand -- Clerus/Geestelijkheid bidden\ Tweede stand -- Adel beslissingen maken, en het volk beschermen\ Derde stand -- alle anderen = Boeren werken (landbouweconomie) Religieuze grondslag: God heeft de sociale orde voorzien\ Sociaal verzet tegen de orde = - Gezag van God betwijfelen - Wordt hardhandig neergeslagen door de elite Economisch = Adel en clerus waren grootgrondbezitters en hadden dus controle over de landbouw MACHT Politiek = Clerus en adel adviseerden de vorst en hadden controle over belangrijke beslissingen. De wetten over belastingen werden door de clerus en adel gemaakt DUS betalen zij geen belastingen = macht. **De sociale mobiliteit was mogelijk voor:\ **clerus, ambtenaren, ondernemers,... **Maar niet voor:\ **marginalen, dagloners, boeren,... **Sociale mobiliteit was mogelijk door:\ **sociale verschuivingen en door huwelijk ![](media/image4.png) De standenmaatschappij was gelaagd.\ Hoge/lage clerus\ adellijke orde\ pachters/landarbeiders\ spanning en verbinding VRAAG 2: HOE EVOLUEERDEN DE VERHOUDINGEN TUSSEN STAD EN PLATTELAND? - Mensen leefden veelal op het platteland - Trage verstedelijking (urbanisatie)... behalve in sommige regio's (Nederlanden, Engeland & Wales): - Politiek-administratieve hoofdsteden - Commerciële draaischijven voor handel (vaak aan de kust) Waarom oefenden steden zo'n grote aantrekkingskracht uit? Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, nummer Automatisch gegenereerde beschrijving Contact tussen stad en platteland? - vooral gescheiden werelden - markten als ontmoetingsplaats en uitwisseling van producten - landhuizen voor rijke adel en clerus Stereotype beeldvorming ![Afbeelding met verven, tekening, kleding, kunst Automatisch gegenereerde beschrijving](media/image6.png)Afbeelding met verven, tekening, kleding, kunst Automatisch gegenereerde beschrijving Weinig bronnen over boeren, de visie komt vooral van de stedelijke elite, waarin sterke contrasten centraal staan. 3 WELKE POSITIE HADDEN VROUWEN IN DE VROEGMODERNE TIJD? Een patrichiale order\ Griekse woord: patriarch= vader = mannen domineerden de samenleving Drie argumenten voor patriarchale orde: A. in het huwelijk als hoeksteen van de samenleving◊gehoorzaamheid aan echtgenoot verschuldigd B. Ongehuwde vrouwen◊vooroordelen C. Negatieve beeldvorming, gedomineerd door mannen - vrouwen als zwak, wispelturig en opvliegend voorgesteld, of als gevaarlijke verleidster, dom schepsel.... - leidde tot vrouwenhaat A. In het huwelijk: - Huwelijk als hoeksteen van de samenleving - 16de eeuw: meer kerkelijke controle om clandestiene huwelijken tegen te gaan. Huwelijk werd een officiële en publieke plechtigheid - De vrouw moest gehoorzaam zijn aan haar man B. Vooroordelen tegenover ongehuwde vrouwen - veel celibatairen, vooral in steden - alleenstaande vrouwen kregen met vooroordelen te maken en dreigden in de armoede te vervallen - indien van goeden huize: in kloosters of begijnhoven - weduwen konden zaak van echtgenoot overnemen -wie dat allemaal niet kon - zonderlingen Vrouwen werden door mannen gedomineerd\ Judith onthoofdt Holofernes\* - vooroordelen tegenover vrouwen: enerzijds ideaalbeelden van kuise, gehoorzame vrouw, anderzijds de gevaarlijke verleidster of domme feeks ![Afbeelding met tekst, Lettertype, wit, algebra Automatisch gegenereerde beschrijving](media/image8.png)Afbeelding met tekst, Lettertype, zwart-wit, wit Automatisch gegenereerde beschrijving

Use Quizgecko on...
Browser
Browser