College HC4 Filosofie voor Pedagogen (1) PDF

Summary

This is a summary of a philosophy college. The lecture notes cover the different periods and key figures in medieval philosophy (specifically the middeleeuwen), exploring topics such as the relationship between philosophy and the Christian faith, the formation of character, education and the development of ideas.

Full Transcript

Filosofie voor Pedagogen FGB, Vrije Universiteit Vierde College (HC4), 16 september 2024 Edwin Koster 1 Inhoud: 1. De Middeleeuwen: Inleiding 2. De vroege Middeleeuwen: Augustinus 3. De late Middeleeuwen: Thomas van Aquino 4. Scholing en vorming 5. Opvoeding...

Filosofie voor Pedagogen FGB, Vrije Universiteit Vierde College (HC4), 16 september 2024 Edwin Koster 1 Inhoud: 1. De Middeleeuwen: Inleiding 2. De vroege Middeleeuwen: Augustinus 3. De late Middeleeuwen: Thomas van Aquino 4. Scholing en vorming 5. Opvoeding en Oudheid: lessen uit het verleden? 6. Praktische zaken Bijlage: hoofdlijnen HC4 2 Middeleeuwen Actuele kwesties in de pedagogiek ❑ Hoe wordt het karakter gevormd (vervolg)? Via deugdethiek (ontwikkeling): Aristoteles: ‘zelfperfectionering’. Augustinus: deugden dankzij God. Thomas van Aquino: tussenpositie. ❑ Bildung: ‘scholing’ of ‘vorming’? 3 1. De Middeleeuwen: inleiding Historische context Strikte tweedeling in het het morele, sociale en politieke leven. Jeroen Bosch ❑ Angst voor de dood en fundamenteel pessimisme. 4 ❑ Gevoelens van onveiligheid en onzekerheid. GOED KWAAD “Een ieder die niet terdege beseft hoezeer de middeleeuwers geobsedeerd werden door het verlangen naar het heil en de angst voor de hel, zal nooit maar iets van hun mentaliteit begrijpen.” De naam van de roos 5 “De middeleeuwse maatschappij was van hoog tot laag onophoudelijk op zoek naar een uitweg uit de kwaadaardige aardse werkelijkheid: via afrodisiaca, stimulantia, minnedrankjes, kruiden en brouwsels met hallucinerende werking, de zoektocht naar visioenen en verschijningen, van waarschuwende dromen.” 6 2. De vroege Middeleeuwen: Augustinus Leven en werk van Augustinus (354-430): Turbulente levensgeschiedenis... “Geef me kuisheid en matigheid, maar nu nog niet!” Belangrijkste werk: Confessiones (Belijdenissen), over zijn bekering (386) tot het Christendom. “Alleen in God kan ons verlangen naar geluk tot rust komen.” 7 De stad van God en de aardse stad “De wereldgeschiedenis is de lineaire ontwikkelingsgang van twee tegengestelde, momenteel onderling vermengde geestelijke gemeenschappen: de door Christus gestichte stad van God en de aardse stad.” ❑ Stad van God: het geheel van alle uitverkoren mensen en van de heilige engelen, gekenmerkt door een tot zelfverachting gaande liefde tot God. ❑ Aardse stad: mensen die God verachten / de demonen. 8 Kennis door het goddelijke licht Volgens Augustinus is God de oorsprong van de ware kennis: ❑ de modellen (exemplaria) – van alles wat bestaat – zijn aanwezig in de geest van God. ❑ schepping: verwerkelijking van deze modellen. Hoe verwerven mensen kennis? Via ‘illuminatie’: “Wij hebben inzicht dankzij het licht van de goddelijke Waarheid, waar onze geest voor open staat.” Het goddelijk licht - en dus niet de menselijke rede - stelt ons in staat om de waarheid te zien. Contra Plato Die waarheid wordt op gezag aangenomen en vervolgens door de rede inzichtelijk gemaakt. 9 fides quaerens intellectum Intermezzo 10 Augustinus en de ontdekking van de wil ❑ Aristoteles: mens is redelijkheid (op zoek naar waarheid) en verlangen (gericht op het goede). ❑ Grieken: ‘juist inzicht → ‘juist handelen’. Augustinus: waar komt dan het kwaad vandaan? Augustinus ontdekt de wil als een derde vermogen. De wil strijdt niet alleen met rede en verlangen, de wil is met zichzelf in gevecht. Gevolg voor antieke idee van zelfperfectionering (deugdethiek) → Augustinus: “Deugd is een goede kwaliteit van de geest, waardoor men juist leeft, die niemand ten kwade gebruikt, en die God in ons zonder ons bewerkt.” 11 Van vroege naar late Middeleeuwen Tot ongeveer 1100: grote invloed van Augustinus (Plato) Kenmerken van de filosofie 700-1100: ❑ Karolingische Renaissance. ❑ ‘Internationale wetenschap’. ❑ Kloosterscholen & ‘Scholastiek’. ❑ Filosofie als ‘dienstmaagd’ / ‘dienstmeid’ van de theologie. 12 Methode van de scholastiek in ruimere zin: verheldering geloofswaarheden door verstandelijk denken. ordenen van geloofswaarheden tot een systeem. tegenwerpingen weerleggen. fides quaerens intellectum Methode scholastiek in engere zin: ‘pro en contra’ argumenten uit de Bijbel. argumenten van Kerkvaders. argumenten van andere theologen. Rol van ‘auctoritates’ (gezagsvolle auteurs) genuanceerd: scherpzinnige interpretaties van gezagsargumenten. 13 3. De late Middeleeuwen: Thomas van Aquino In plaats van ‘duistere Middeleeuwen’ zegt men nu dat het moderne denken in de twaalfde eeuw begon - ‘het ontwaken van het Westen’. Hoogtepunt: de herontdekking van Aristoteles (de zogenaamde ‘middeleeuwse renaissance’). Oude vragen worden op een nieuwe StDenis_Langhauswand2 manier benaderd: ❑ Hoe functioneert het heelal? ❑ Door wetten? Door Gods hand? ❑ Is het heelal eeuwig of ooit ontstaan? ❑ Is de ziel onsterfelijk? 14 Dan confrontatie tussen: ❑ De rationele benadering van Aristoteles. ❑ De antwoorden van de Christelijke theologie. Filosofie en theologie groeien uit elkaar. Reactie kerk: ❑ eerst: defensief en agressief. ❑ later: aanpassing aan nieuwe ideeën. De naam van de roos Hoogtepunt van aanpassing: Thomas van Aquino (1224-1274) Standpunt: filosofische waarheid kan principieel niet in strijd zijn met de waarheid van het geloof: 15 beide hebben hun oorsprong in God.. Hoogtepunt van aanpassing: Thomas van Aquino (1224-1274) Standpunt: filosofische waarheid kan principieel niet in strijd zijn met de waarheid van het geloof: beide hebben hun oorsprong in God. Vraag: Wat is dan precies ‘de oorsprong’ van: De filosofische waarheid? De waarheid van het geloof? 16 En: waarom hebben die ‘hun oorsprong in God’? Thomas probeert een mogelijk conflict tussen antwoorden van Aristoteles en die van de christelijke traditie weg te nemen: Voorbeelden van synthese: ❑ onsterfelijkheid van de ziel ❑ transsubstantiatie Uitgangspunt: de ‘natuurlijke rede’ leidt tot filosofie God (zintuiglijke kennis, algemene principes en eerste oorzaken, ‘hoogste zijnde’)… maar geeft geen adequate kennis van God. Voorbeeld: godsbewijs van de theologie onbewogen Beweger. 17 Dus: theologie vult filosofie aan! Deugdethiek van Thomas: Intellectuele en morele deugden ❑ Gericht op de mens als burger van de wereld. ❑ De rede brengt de van nature gegeven aanleg van deze deugden tot ontplooiing. Tussenpositie! Theologale deugden ❑ Gericht op de mens als burger van het hemelse Jeruzalem. ❑ Het betreft de door God geschonken deugden van geloof, hoop en liefde. 18 Na Thomas: ❑ Einde economische groei van twee eeuwen ❑ Hongersnoden, epidimieën, de Zwarte Dood (1347-1350) ❑ Van optimisme en zelfvertrouwen naar diepe onzekerheid, angst en een obsessie met ziekte en dood. ❑ Einde van ‘middeleeuwse Renaissance’. 19 4. Scholing en vorming Middeleeuws debat Abaelardus → Bernardus van Clairvaux. Historisch staat dit debat (uiteraard) in een religieuze context. Abaelardus (scholing): ❑ Kathedraalschool. ❑ Focus op logica, gericht op kennisoverdracht. ❑ Centraal: rationele kennis van geloofsleer (scholing). ❑ Voorbeeld: antieke filosofen. ❑ ‘Memoratio’ (het geheugen oefenen). Bernardus van Clairvaux (vorming): ❑ Kloosterschool. ❑ Focus op beleving van het geloof, gericht op handelen. ❑ Centraal: hoe te leven (vorming). ❑ Voorbeeld: heiligen en martelaren. ❑ ‘Ruminatio’ (‘herkauwen’ en zo het eigen maken van een tekst). Hedendaagse echo’s van dit middeleeuwse debat 1. ‘Bildung’ op de universiteit? 2. Vanheeswijck over ‘zelfwerkzaamheid’ en het verlangen naar autonomie. 3. Alle onderwijs bijzonder? (Siebren Miedema en Henk Vroom). 3A. Onderwijs moet neutraal zijn. Vanuit dit perspectief kan het een doel zijn om leerlingen (‘van buiten af’) kennis bij te brengen over Scholing bijvoorbeeld verschillende levensbeschouwingen. 3B. Onderwijs gaat altijd samen met bepaalde waarden. Vanuit dit gezichtspunt is onderwijs altijd ‘bijzonder’ en moet je leerlingen (‘van binnen uit’) waarden Vorming aanleren zodat ze die zichzelf eigen kunnen maken 21 (of in kunnen ruilen voor andere waarden). 5. Opvoeding in de Oudheid: lessen uit het verleden Wat hebben Socrates, de Sofisten, Aristoteles en Augustinus (en Bernardus etc.) te melden over opvoeding en vorming, en zijn hun ideeën nog waardevol voor pedagogen in de 21e eeuw? ❑ Socrates: ❑ De Sofisten: ❑ Aristoteles: ❑ Augustinus: 22 6. Praktische mededelingen Ideale planning (zie Canvas!): Bestuderen: teksten uit reader behorend bij HC4 (zie ‘Digitale reader’). Maken: ZSO-3, opdracht 1 en 3. Bijlage: laatste sheet met belangrijke onderwerpen HC4. 23 Middeleeuwen ❑ Verlangen naar heil / angst voor de hel. ❑ Augustinus: Stad van God en aardse stad. God als oorsprong van kennis. De ontdekking van de wil en aanpassing deugdethiek. ❑ Methode van de Scholastiek ❑ Thomas van Aquino Verzoening Aristotelisme – christelijke geloofsleer. Deugdethiek: theologische aanvulling op Aristoteles. ❑ Scholing en vorming in middeleeuwen en nu. 24

Use Quizgecko on...
Browser
Browser