Gehandicaptenzorg
24 Questions
2 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke van de volgende kenmerken is het meest typerend voor een persoon met een verstandelijke beperking?

  • Een bovengemiddelde creativiteit en artistieke expressie.
  • Uitzonderlijke fysieke kracht in vergelijking met leeftijdsgenoten.
  • Verminderd vermogen tot logisch redeneren en zelfstandige besluitvorming. (correct)
  • Geavanceerde taalvaardigheden en een grote woordenschat.

Welke van de volgende vaardigheden valt NIET onder de conceptuele vaardigheden die belangrijk zijn voor adaptief functioneren?

  • Rekenen, lezen en schrijven.
  • Het onthouden van informatie en het maken van plannen.
  • Het bedenken van oplossingen voor problemen.
  • Het uitvoeren van dagelijkse persoonlijke verzorgingstaken. (correct)

Een persoon met een autismespectrumstoornis (ASS) heeft waarschijnlijk de meeste moeite met:

  • Het aangaan en onderhouden van sociale interacties. (correct)
  • Het uitvoeren van repetitieve fysieke taken.
  • Het leren van nieuwe talen.
  • Het onthouden van lange reeksen getallen.

Wat wordt bedoeld met een 'novo-mutatie' in de context van ontwikkelingsstoornissen?

<p>Een genetische mutatie die spontaan ontstaat in het DNA van het kind, zonder betrokkenheid van de ouders. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke cognitieve functie wordt het meest aangetast bij vasculaire dementie?

<p>De complexe aandacht en executieve functies. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is 'aboulie' en bij welke aandoening komt dit voor?

<p>Het verlies van wilskracht, waarbij iemand niet in staat is handelingen uit te voeren ondanks dat hij weet wat hij moet doen. Komt voor bij bepaalde neurocognitieve stoornissen. (B)</p> Signup and view all the answers

Bij welke vorm van dementie is vooral het voorste gedeelte van de hersenen aangetast, wat leidt tot gedrags- en taalproblemen?

<p>Frontotemporale dementie. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende omschrijvingen past het beste bij een lichamelijke beperking?

<p>Een beperking in de bewegingsmogelijkheden als gevolg van een probleem aan de lichaamsdelen. (C)</p> Signup and view all the answers

Een persoon ontvangt een besluit van de gemeente over een afgewezen aanvraag voor een parkeervergunning. Wat is de meest passende juridische actie die deze persoon kan ondernemen als hij/zij het niet eens is met dit besluit?

<p>Een bezwaarschrift indienen bij de gemeente, waarin de argumenten tegen het besluit worden uiteengezet. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende wetten is primair bedoeld om financiële ondersteuning te bieden aan gezinnen met kinderen tot 18 jaar?

<p>Algemene Kinderbijslagwet (AKW) (B)</p> Signup and view all the answers

Een communicatiemanager zet een strategie om in concrete actiepunten en taken voor het team. Dit proces kan het beste worden omschreven als:

<p>Coderen (C)</p> Signup and view all the answers

Iemand is door een auto-ongeluk arbeidsongeschikt geraakt na 2004. Op welke wet kan deze persoon waarschijnlijk een beroep doen voor een uitkering?

<p>Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) (A)</p> Signup and view all the answers

Een 62-jarige zelfstandige moet noodgedwongen zijn bedrijf beëindigen wegens gezondheidsproblemen. Welke wet kan hem mogelijk een uitkering bieden?

<p>Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het primaire doel van de Zorgverzekeringswet (Zvw)?

<p>Het garanderen dat iedereen toegang heeft tot betaalbare en kwalitatief goede zorg. (B)</p> Signup and view all the answers

Een jongere met een handicap heeft moeite met het vinden en behouden van werk. Welke wet biedt specifiek financiële ondersteuning aan deze groep?

<p>Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) (A)</p> Signup and view all the answers

Een oudere dame heeft door haar verminderde mobiliteit aanpassingen nodig in haar woning om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Op basis van welke wet kan zij mogelijk ondersteuning krijgen voor deze aanpassingen?

<p>Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste doel van een 'loverboy' in de context van criminele uitbuiting?

<p>Het slachtoffer afhankelijk maken van hem. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat kenmerkt interdisciplinaire samenwerking in tegenstelling tot multidisciplinaire samenwerking?

<p>Alle disciplines hebben elkaar nodig om een probleem op te lossen bij interdisciplinaire samenwerking. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de essentie van 'integraal samenwerken' in een sociaal wijkteam?

<p>Het domeinoverstijgend samenwerken in samenhang en afstemming aan effectieve en efficiënte hulp en ondersteuning. (D)</p> Signup and view all the answers

Welk kenmerk is essentieel voor ketensamenwerking in de publieke sector?

<p>Opeenvolgende handelingen uitgevoerd door diverse partijen, gericht op een gezamenlijk resultaat, waarbij de partijen zowel zelfstandig als afhankelijk van elkaar functioneren. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste doel van 'sociale zekerheid'?

<p>Het waarborgen van een minimuminkomen voor mensen die tijdelijk of permanent geen loon ontvangen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een sociale verzekering?

<p>Werkloosheidsuitkering (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste verschil tussen sociale verzekeringen en sociale voorzieningen?

<p>Sociale verzekeringen zijn regelingen waarvoor mensen premie betalen, sociale voorzieningen zijn voor mensen die niet genoeg hebben aan de sociale verzekeringen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van de Algemene Ouderdomswet (AOW)?

<p>Het bieden van een basispensioen aan iedereen die de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. (D)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Adaptieve vermogens

Vermogens nodig om zelfstandig te leven.

Autismespectrumstoornis (ASS)

Problemen met sociale interactie, communicatie en flexibiliteit.

Novo-mutatie

Stoornis ontstaat spontaan in het DNA van het kind.

Neurocognitieve stoornis (NCS)

Tekortkomingen in geheugen, taal, aandacht, etc.

Signup and view all the flashcards

Ziekte van Alzheimer

Achteruitgang in geheugen door hersenschade.

Signup and view all the flashcards

Vasculaire dementie

Achteruitgang in aandacht en executieve functies door vaatschade.

Signup and view all the flashcards

Aboulie

Verlies van wilskracht; weten wat te doen, maar niet kunnen.

Signup and view all the flashcards

Lichamelijke beperking

Verstoorde bewegingsmogelijkheden door problemen met lichaamsdelen.

Signup and view all the flashcards

Algemene Kinderbijslagwet (AKW)

Financiële steun voor ouders met kinderen tot 18 jaar.

Signup and view all the flashcards

Zorgverzekeringswet (Zvw)

Zorgt dat iedereen in Nederland toegang heeft tot betaalbare zorg.

Signup and view all the flashcards

Wet langdurige zorg (Wlz)

Regelt intensieve zorg voor mensen die dit permanent nodig hebben.

Signup and view all the flashcards

WAO

Uitkering voor werknemers die voor 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden.

Signup and view all the flashcards

WIA

Uitkering voor werknemers die na 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden.

Signup and view all the flashcards

Participatiewet (PW)

Ondersteunt mensen die tijdelijk niet zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien.

Signup and view all the flashcards

Wajong

Financiële steun voor jongeren met een handicap die moeilijk kunnen werken.

Signup and view all the flashcards

Coderen (communicatie)

Omzetten van gedachten in een boodschap.

Signup and view all the flashcards

Criminele uitbuiting

Gedwongen worden tot crimineel gedrag of bedelarij door uitbuiting.

Signup and view all the flashcards

Doel van een loverboy

Iemand afhankelijk maken van zichzelf.

Signup and view all the flashcards

Multidisciplinair team

Een team bestaande uit mensen met verschillende expertises.

Signup and view all the flashcards

Interdisciplinaire samenwerking

Verschillende disciplines hebben elkaar nodig om een probleem op te lossen.

Signup and view all the flashcards

Integraal samenwerken

Domeinoverstijgend samenwerken aan effectieve hulp in de wijk.

Signup and view all the flashcards

Ketensamenwerking

Samenwerking tussen partijen die opeenvolgende handelingen uitvoeren voor een gezamenlijk resultaat.

Signup and view all the flashcards

Transmurale initiatieven

Professionals van de ene organisatie werken tijdelijk bij een andere.

Signup and view all the flashcards

Sociale zekerheid

Een systeem dat een minimuminkomen garandeert bij verlies van loon.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Hoofdstuk 1: Mensen met een migratieachtergrond

  • Migrantengroepen verhuizen naar een ander land om diverse redenen, zoals werk, veiligheid of studie.
  • Een vluchteling verlaat gedwongen zijn land door bijvoorbeeld oorlog of vervolging.
  • Asielzoekers vragen bescherming in een ander land, maar hun verzoek moet nog worden beoordeeld.
  • Na een succesvolle asielprocedure wordt de persoon een asielmigrant en opgenomen in het bevolkingsregister.
  • Een alleenstaande minderjarige vreemdeling (amv) is een vluchteling jonger dan 18 jaar bij aankomst.
  • Een verblijfsvergunning is officiële toestemming om in een ander land te wonen.
  • AVIM registreert persoonlijke gegevens zoals naam, geboortedatum en nationaliteit.
  • Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) biedt onderdak aan vluchtelingen.
  • De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) plant de asielprocedure en beoordeelt of iemand in Nederland mag blijven en Nederlander mag worden.
  • Kinderpardon is een regeling voor kinderen die lang in Nederland wonen zonder verblijfsvergunning en willen blijven.
  • Tijdens het inburgeren leert de nieuwe Nederlander de taal en verdiept zich in de Nederlandse cultuur.
  • Naturalisatie is het verkrijgen van het Nederlanderschap, waarna gezinshereniging mogelijk is.
  • Integratie is een breed begrip dat begrepen kan worden door naar de gevolgen van migratie te kijken.
  • Inclusie gaat verder dan integratie; mensen mogen meedoen met behoud van eigen cultuur.
  • Sociale segregatie houdt in dat het sociale netwerk van migranten voornamelijk bestaat uit mensen uit de eigen cultuur.
  • Bij culturele assimilatie geven migranten hun oude cultuur op en nemen de nieuwe cultuur over.
  • Marginalisatie betekent dat migranten geen binding hebben met de oude of de nieuwe cultuur en buiten beide vallen.
  • Cultuursensitiviteit is het waarnemen van culturele verschillen zonder waardeoordeel.

Hoofdstuk 2: Verstandelijke beperking, ASS of neurocognitieve stoornis

  • Een verstandelijke beperking betekent dat iemand minder goed in staat is tot logisch redeneren en zelfstandig beslissen.
  • Adaptieve vermogens zijn de vaardigheden die nodig zijn om zelfstandig te leven.
  • Conceptuele vaardigheden omvatten denken, probleemoplossing en vaardigheden zoals rekenen en schrijven.
  • Sociale vaardigheden zijn nodig voor de omgang met anderen.
  • Praktische vaardigheden zijn nodig voor het uitvoeren van dagelijkse taken.
  • Een autismespectrumstoornis (ASS) kenmerkt zich door problemen met sociale interactie, communicatie, denken, handelen en informatieverwerking.
  • Een autismespectrumstoornis wordt ook wel een pervasieve ontwikkelingsstoornis genoemd.
  • Novo-mutatie is een stoornis die ontstaat in het DNA van een kind, zonder dat de ouders betrokken zijn.
  • Een neurocognitieve stoornis (NCS) wordt gekenmerkt door tekortkomingen in cognitieve functies zoals geheugen en aandacht.
  • De ziekte van Alzheimer kenmerkt zich door achteruitgang van het geheugen.
  • Vasculaire dementie kenmerkt zich door achteruitgang in complexe aandacht, verwerkingssnelheid en executieve functies.
  • Aboulie houdt in dat de betrokkene wilskracht verliest, wat het gevolg is van vaatschade.
  • Frontotemporale dementie tast het voorste deel van de hersenen aan, met afsterving in de frontaal- en temporaalkwab.
  • Lewy body dementie kenmerkt zich door schommelingen in cognitieve achteruitgang, vooral in bewustzijn en aandacht.

Hoofdstuk 3: Lichamelijke of zintuiglijke beperking

  • Een lichamelijke beperking houdt in dat de bewegingsmogelijkheden verstoord zijn door een probleem aan de lichaamsdelen.
  • Fysieke afwijkingen zijn lichaamsdelen die niet volgroeid of beschadigd zijn.
  • Functionele afwijkingen zijn bepaalde lichamelijke functies die verstoord zijn.
  • Bij een dwarslaesie zijn de zenuwbanen in het ruggenmerg onderbroken.
  • Bij spieratrofie worden de spieren steeds dunner en verliezen ze kracht.
  • Bij spasticiteit trekken spieren wisselend of permanent samen.
  • Amyotrofische Laterale Sclerose (ALS) is een probleem met de zenuwbanen tussen hersenen en spieren.
  • Multiple sclerose (MS) is een ziekte aan het centraal zenuwstelsel.
  • Bij osteoporose wordt er door veroudering meer bot afgebroken.
  • Artrose veroorzaakt veranderingen aan het kraakbeen in een gewricht.
  • Reumatoïde artritis is een chronische ontsteking van gewrichten, vooral in handen en polsen.
  • De ICD-11 is een lijst voor het classificeren van ziekten en lichamelijke aandoeningen.
  • De ICF is een soort woordenboek dat helpt om het functioneren van mensen en hun problemen tijdens dat functioneren te beschrijven.
  • Doofblindheid is wanneer iemand slecht of niet hoort én niet of slecht ziet.
  • Een auditieve beperking omvat slechthorendheid en doofheid.
  • Een visuele beperking omvat slechtziendheid en blindheid.
  • Een ernstig meervoudige beperking (EMB) is een zintuiglijke beperking en een ernstig verstandelijke beperking.
  • Een prikkelverwerkingsstoornis is stoornis waarbij zintuigen niet goed samenwerken en prikkels onvoldoende of overgeregistreerd worden.

Hoofdstuk 4: Stemmingsstoornis, angststoornis of trauma

  • Psychopathologie is het vakgebied dat zich bezighoudt met psychische stoornissen. De DSM-5 is een diagnostisch en statistisch handboek van psychische stoornissen
  • Bij een stemmingsstoornis is de stemming verstoord.
  • Een depressieve stemmingsstoornis kenmerkt zich door hevige neerslachtigheid.
  • Een bipolaire stemmingsstoornis kenmerkt perioden van neerslachtigheid afgewisseld met manische perioden.
  • Een manie kenmerkt zich door verhoogde activiteit en energie.
  • Bij een angststoornis ervaart de betrokkene een overmatige, overdreven angst.
  • Een specifieke fobie is een overdreven angst voor een specifiek object of situatie.
  • Een paniekstoornis kenmerkt zich door paniekaanvallen, plotselinge golven van intense angst.
  • Agorafobie is angst op openbare plekken en/of plekken waar veel mensen samenkomen.
  • Een gegeneraliseerde angststoornis kenmerkt zich door overmatige angst en bezorgdheid ten aanzien van allerlei gebeurtenissen en activiteiten.
  • Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen worden gekenmerkt door obsessies.
  • Verzamelstoornis is een stoornis waarbij iemand spullen verzamelt.
  • Een psychotrauma of stressorgerelateerde stoornis ontstaat wanneer een gebeurtenis psychische symptomen uitlokt.
  • Een aanpassingsstoornis ontstaat wanneer iemand zich niet kan aanpassen aan veranderingen of stressoren.
  • Een trauma is een confrontatie met feitelijke dood, dreigende dood, ernstige verwondingen of seksueel geweld.

05 Huiselijk en seksueel geweld

  • Lichamelijke mishandeling betreft alle vormen van lichamelijk geweld, van licht tot zwaar.
  • Lichamelijke verwaarlozing betekent dat ouders voor langere tijd onvoldoende aandacht besteden aan de lichamelijke basisbehoeften van het kind.
  • Psychische mishandeling en verwaarlozing beschadigen de emotionele en/of persoonlijkheidsontwikkeling.
  • Psychische mishandeling kan ontstaan vanuit opvoedonmacht.
  • Ouderenmishandeling is handelen of nalaten dat lichamelijke, psychische, emotionele en/of materiële schade veroorzaakt bij ouderen.
  • Eergerelateerd geweld is dwang, psychisch en lichamelijk geweld om te voorkomen dat een persoon iets doet dat de familienaam bezoedelt.
  • Common couple violence wordt veroorzaakt door stressfactoren en komt alleen voor in bepaalde situaties.
  • Intimate terrorism is een ernstige vorm van partnergeweld.
  • Violent resistance is verzet van een (ex-)partner tegen het geweld van de andere (ex-)partner.
  • Seksueel geweld omvat alle vormen van seksuele mishandeling en seks tegen je wil.
  • Grooming is een proces waarbij een pleger het vertrouwen wint van het slachtoffer om hem seksueel te misbruiken.
  • Freeze of fawn reactie is een reactie op seksueel geweld; bevriezen of meewerken.
  • Genitale respons tijdens seksueel geweld is een natuurlijke reactie van het lichaam en zegt niets over consent.
  • De meldcode helpt professionals bij het signaleren en handelen bij vermoedens van kindermishandeling,eergerelateerd geweld en seksueel misbruik.
  • Veilig Thuis is een advies- en meldpunt.
  • De kindcheck is een onderdeel waarbij gekeken wordt of minderjarige kinderen schade kunnen ondervinden.

06 Gedragsproblematiek en criminaliteit

  • Een oppositioneel-opstandige stoornis (ODD) kenmerkt zich door boosheid, brutaliteit en wraakzucht.
  • Een normoverschrijdend-gedragsstoornis (CD) kenmerkt zich door het schenden van de grondrechten van anderen of het niet naleven van maatschappelijke normen.
  • Sociale bekrachtiging is het prijzen van een kind om het gedrag dat het laat zien.
  • Materiële bekrachtiging is het geven van een zichtbare beloning, naast sociale bekrachtiging.
  • Selffulfilling prophecy houdt in dat het etiket 'crimineel' leidt tot het uitkomen ervan.

07 Laaggeletterdheid

  • Ongeletterdheid komt vaker voor in landen waar onderwijs slecht georganiseerd is.
  • Dyslexie is een leerstoornis waarbij het probleem bij het vlot lezen en spellen van woorden ligt.

08 Slachtoffers van mensenhandel

  • Mensenhandel is het ronselen, vervoeren en huisvesten van een persoon met het doel om die uit te buiten.
  • Arbeidsuitbuiting omvat ernstige omstandigheden op de werkvloer, vaak met gebruik van dwang, geweld of chantage.
  • Seksuele uitbuiting is het dwingen tot seksuele handelingen in ruil voor compensatie.
  • Slachtoffers van criminele uitbuiting worden gedwongen tot het plegen van crimineel gedrag of tot bedelarij.
  • Een loverboy maakt het slachtoffer afhankelijk van hem.

09 Samenwerken in een team

  • Discipline is een ander woord voor beroep of vak.
  • Multidisciplinaire teams bestaan ​​uit verschillende beroepsgroepen.
  • Interdisciplinaire samenwerking is een samenwerking waarbij alle disciplines elkaar nodig hebben om een ​​probleem op te lossen.
  • Een sociaal wijkteam is een team dat is samengesteld door een gemeente, met professionals uit verschillende disciplines die samenwerken.
  • Integraal samenwerken betekent in samenhang en afstemming samenwerken aan effectieve en efficiënte hulp en ondersteuning bij ondersteuningsvragen van inwoners in de wijk.

10 Ketensamenwerking

  • Ketensamenwerking is een samenwerkingsverband tussen gespecialiseerde partijen die zowel zelfstandig als afhankelijk van elkaar functioneren voor een gezamenlijk resultaat.
  • Transmurale initiatieven zijn samenwerkingsverbanden waarbij professionals uren werken in een andere organisatie.
  • Permanente ketens zijn structurele samenwerkingsverbanden zonder einddatum.
  • Projectketens zijn tijdelijke samenwerkingsverbanden.

11 Sociale zekerheid

  • Sociale zekerheid zorgt ervoor dat mensen zonder loon toch een minimuminkomen krijgen.
  • Sociale verzekeringen zijn regelingen waarvoor mensen premie betalen, zoals werkloosheidsuitkeringen.
  • Sociale voorzieningen zijn regelingen voor mensen die niet genoeg hebben aan de sociale verzekeringen.
  • De Algemene Ouderdomswet (AOW) biedt een basispensioen aan iedereen van de pensioengerechtigde leeftijd.
  • De Algemene nabestaandenwet (Anw) geeft een uitkering aan nabestaanden bij overlijden van de partner.
  • De Algemene Kinderbijslagwet (AKW) geeft financiële steun aan ouders met kinderen tot 18 jaar.
  • De Zorgverzekeringswet (Zvw) zorgt ervoor dat iedereen toegang heeft tot betaalbare zorg.
  • De Wet langdurige zorg (Wlz) regelt langdurige zorg voor mensen die permanent intensieve zorg nodig hebben.
  • De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) geeft een uitkering aan werknemers die arbeidsongeschikt zijn geworden voor 1 januari 2004.
  • De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) biedt een uitkering aan werknemers die arbeidsongeschikt zijn geworden na 1 januari 2004.
  • De Participatiewet (PW) is bedoeld om mensen te ondersteunen die tijdelijk niet in staat zijn om zelf in hun levensonderhoud te voorzien.
  • De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) geeft financiële ondersteuning aan jongeren die moeilijk kunnen werken.
  • De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) biedt een uitkering aan oudere zelfstandigen die hun bedrijf hebben moeten beëindigen
  • De Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW) geeft een uitkering aan werklozen die de AOW-leeftijd naderen.
  • De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) regelt verschillende vormen van ondersteuning voor mensen met een beperking.

13 Juridische kennis

  • Bezwaarschrift is een formeel document om te protesteren tegen een besluit van een overheidsinstantie.
  • Controleer altijd de indieningstermijn voor een bezwaarschrift of klacht.
  • Een verzoekschrift is een formeel document om een ​​specifieke actie van een instantie aan te vragen.

14 Communicatie

  • Coderen is het omzetten van gedachten in een specifieke boodschap.
  • Decoderen is het ontcijferen van de boodschap door de ontvanger.
  • Mondelinge communicatie: Communiceren door middel van spraak.
  • Schriftelijke communicatie is communicatie via geschreven woorden.
  • Non-verbale communicatie is het verzenden van een boodschap zonder woorden.
  • Peri-verbaal: De tijd en de ruimte waarin het gesprek plaatsvindt.
  • Para-verbaal: is de toon waarop iets gezegd wordt, de intonatie.
  • Infra-verbaal: De (onbewuste) invloed van bijvoorbeeld kleuren en geuren
  • Supra-verbaal: bewuste signalen die je wilt uitzenden door bijvoorbeeld je kleding
  • Pre-verbaal: de lichaamstaal.
  • Externe ruis is verstoring van de communicatie van buitenaf.
  • Interne ruis is een verstoring in de communicatie door factoren binnen het directe communicatieproces.
  • Semantische ruis is verstoring door het niet begrijpen van elkaars taal.
  • Psychologische ruis is verstoring door verwachtingen en ideeën over de ander.
  • Het inhoudsniveau is de inhoudelijke boodschap van het gesprek.
  • Het betrekkingsniveau is de relatie tussen de zender en de ontvanger.
  • Metacommunicatie is communiceren over de communicatie zelf.

15 Een gesprek voeren

  • Het halo-effect is een algemene indruk baseren op slechts één positief kenmerk.
  • Het horn-effect is de neiging om door één negatief punt meer negatieve eigenschappen te koppelen.
  • Foutief interpreteren is een andere betekenis geven aan de woorden van de ander.
  • Papegaaien is het letterlijk herhalen van wat iemand vertelt.
  • Attributie is het toerekenen van eigenschappen of oorzaken aan jezelf of een ander.
  • De fundamentele attributiefout is de neiging om gedragingen toe te schrijven aan hun persoonlijkheid of karakter.
  • Bagatelliseren is het negeren of minder belangrijk maken van de gevoelens van de ander.
  • Moraliseren is vertellen wat de ander volgens jou moet doen.
  • Parafraseren is herformuleren wat de ander zegt in je eigen woorden.
  • Smeer NIVEA is een ezelsbruggetje: Niet Invullen Voor Een Ander.
  • Laat OMA thuis is een ezelsbruggetje: Oordelen, Meningen en Adviezen achterwege laten.
  • Neem ANNA mee is een ezelsbruggetje: Altijd Navragen, Nooit Aannemen.
  • Maak je niet DIK is een ezelsbruggetje: Denk In Kwaliteiten.
  • Wees een OEN is een ezelsbruggetje: Open, Eerlijk en Nieuwsgierig.
  • Wees een HELD is een ezelsbruggetje: Herkennen, Erkennen, Loslaten en Doorgaan.
  • Doe als een KOE is een ezelsbruggetje: Kaken Op Elkaar.
  • Gespreksstructuur: heeft vier verschillende fasen.

16 Specifieke gesprekken

17 Methodisch werken

  • Methodisch werken betekent een vaste werkwijze aanhouden bij begeleiding en ondersteuning.
  • Een methodiek :een samenhangende set methoden.
  • Een methodologie is de leer van de te volgen methoden.
  • Bij methodisch werken handel je:- doelgericht, systematisch, procesmatig en bewust.
  • Bij cyclisch werken doorloop je deze stappen:Informatie verzamelen, wensen vaststellen,doelen formuleren, plannen maken en uitvoeren.

18 Beginsituatie vaststellen

  • Je werkt toe naar een integrale vraaganalyse: je zoekt samen naar de ondersteuningsvraag door eerst alle benodigde gegevens boven water te krijgen.
  • Objectieve gegevens zijn meetbaar en feitelijk.
  • Subjectieve gegevens bevatten iemands mening.
  • Wanneer je een intervalobservatie uitvoert, observeer je op wisselende tijden.
  • Tijdens contextuele observatie is niet de cliënt het middelpunt, maar juist zijn omgeving.
  • Bij protocollaire observatie maak je gebruik van een observatieprotocol en/of observatieschema.
  • Bij een selffulfilling prophecy heb je een vooroordeel.
  • Bij een SWOT-Methode van een analyse, kijk je naar zwakke en sterke punten.
  • Een ondersteuningsplan is een plan waarin je de doelen en begeleidingsafspraken beschrijft.
  • Een activeringsplan is een plan voor cliënten die structureel passief zijn, met als doel om meer activiteit te bewerkstelligen.
  • Een trajectplan is een plan dat bestaat uit een reeks samenhangende delen of activiteiten, gericht op een groter doel.
  • Een woonplan is is een plan waarin de doelen en bijbehorende acties op het gebied van wonen van een cliënt zijn vastgelegd.

22 Stoornis in lichaamsbeleving of regulatie

  • Afwijkend gedrag ten aanzien van voedselinname kan wijzen op een voedings- of eetstoornis.
  • Vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis: specifieke voedingsmiddelen vermijden of geen interesse in eten.
  • Boulimia nervosa :angst om aan te komen en oncontroleerbare drang om te eten.
  • Eetbuistoornis: regelmatig terugkerende eetbuien zonder compensatie.
  • Overgewicht: BMI tussen 25 en 30.
  • Morbide obesitas: BMI 40 of hoger.
  • Slaap-waakstoornis: problemen rondom slapen en waken.
  • Insomniastoornis: structurele moeite met inslapen en doorslapen.
  • Hypersomnolentiestoornis: vaak slaperig, ondanks voldoende slaap.
  • Narcolepsie: onbedwingbare slaapdruk.
  • Circadianeritme-slaap-waakstoornis verstoort het 24-uursritme.
  • Stoornissen in de relatie tussen lichaam en geest: verstoorde beleving van het eigen lichaam.
  • Somatisch-symptoomstoornis (SOLK): onverklaarbare lichamelijke klachten.
  • Ziekteangststoornis: voortdurende zorgen over gezondheid.
  • Functioneel-neurologisch-symptoomstoornis: onverklaarbare lichamelijke uitvalsverschijnselen.
  • Dissociatieve stoornis: zichzelf of de wereld anders beleven, vaak door trauma..
  • Depersonalisatie: gevoel van onwerkelijkheid ten opzichte van zichzelf.
  • Derealisatie: gevoel van onwerkelijkheid ten opzichte van de omgeving.
  • Dissociatief geheugenverlies: tijdelijke gaten in herinneringen.
  • Dissociatieve fugue: vorm van dissociatief geheugenverlies.
  • Dissociatieve identiteitsstoornis (DIS): splitsing in de persoonlijkheid.
  • Parafilie: op zichzelf geen probleem of stoornis totdat het problemen opleveren.
  • Seksueel sadist: seksueel opgewonden raken van het toebrengen van pijn.
  • Seksueel masochist: seksueel opgewonden raken van het ondergaan van pijn.
  • Voyeur: seksueel opgewonden raken van het stiekem begluren van naakte of vrijende mensen.
  • Fetisjist: seksueel opgewonden raken van voorwerpen.
  • Transvestie: seksueel opgewonden raken van het zich kleden als iemand van het andere geslacht.
  • Exhibitionist: geslachtsdelen laten zien aan nietsvermoedende vreemden.
  • Frotteurist: seksueel opgewonden raken van het aanraken van niet-instemmende personen
  • Pedofiel: seksueel opgewonden raken van jonge kinderen.
  • Pedoseksueel: handelt naar seksuele fantasieën en valt kinderen lastig.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Blok 2 begrippen PDF

Description

Toets je kennis van gehandicaptenzorg. Leer over verstandelijke beperkingen, autismespectrumstoornis (ASS), vasculaire dementie, frontotemporale dementie, lichamelijke beperkingen en juridische acties.

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser