Orthopedagogische benadering van kinderen met ASS - PDF

De orthopedagogische benadering van kinderen met een ASS 1. **Begripsomschrijving** 2. **Prevalentie** 3. **Oorzaken** 4. **Diagnose** - De klachten van het kind en de omgeving inventariseren. - Informatie verzamelen over het ontwikkelingsverloop van het kind, medische en familiale...

De orthopedagogische benadering van kinderen met een ASS 1. **Begripsomschrijving** 2. **Prevalentie** 3. **Oorzaken** 4. **Diagnose** - De klachten van het kind en de omgeving inventariseren. - Informatie verzamelen over het ontwikkelingsverloop van het kind, medische en familiale voorgeschiedenis en contextfactoren. - De symptomen van ASS afgaan ( door observaties, interview en vragenlijst). - Nagaan of er sprake is van andere aandoeningen, die ASS-symptomen kunnen verklaren. 5. **Gedragskenmerken** 1. **algemeen** 2. **autisme van binnenuit** - theorie of mind: werd geformuleerd door Uta Frith in 1989, theorie stelt dat mentale toestanden niet te observeren zij maar afgeleid kunnen moeten worden -\> vaardigheid bij mensen met ASS is verstoord. 'False belief'-taak: 'Sally en Anne'-experiment -\> 80% van de kinderen met autisme faalde, 20% slaagde niet in een complexere \'false belief\' taak Ze hebben moeite met sociale interactie en het interpreteren van andermans emoties en bedoelingen. Dit verklaarde waarom kinderen met autisme vaak letterlijk taal begrijpen en minder goed inspelen op subtiele sociale signalen. - Executief disfunctiemodel: Executieve functies hebben betrekking op denkprocessen van plannen en het doelgericht oplossen van problemen -\> verklaard waarom ze houden van routines. - Gebrekkige centrale coherentie: Centrale coherentie is mogelijkheid om prikkels op een globale wijze te interpreteren, rekening houdend met de context. Mensen met ASS ervaren 'de wereld in fragmenten' -\> ze zien minder samenhang in de wereld en ervaren deze als chaotisch, daardoor zoeken ze naar routines en structuur. - Theorie van het voorspellende brein We handelen niet op basis van wat we waarnemen met onze zintuigen, maar wel op basis van wat onze hersenen voorspellen dat we zullen waarnemen. - Zintuigen halen elementen uit de omgeving + sturen naar brein. - Brein maakt voorspelling over wat er zal gebeuren. - Brein checkt of deze voorspelling ook echt is uitgekomen. - Voorspelling niet uitgekomen -\> een 'voorspellingsfout' - Intern model aanpassen (leren) Is een verklaring voor de voorkeur voor de voorspelbaarheid van mensen met ASS. 3. **kenmerken in het gedrag van kinderen met ASS** - beperkingen in de sociale communicatie en interactie: De kwaliteit van het sociaal contact en de communicatie van kinderen met ASS anders verloopt. - *Tekorten in sociaal-emotionele wederkerigheid:* heen- en weer contacten, bv. wachten op beurt, gesprek, samen spelen - *Tekorten in het voor sociale omgang gebruikelijke non-verbale communicatieve gedrag:* oogcontact, mimiek en intonatie aanpassen, non-verbale communicatie van anderen begrijpen, sarcasme begrijpen - *Tekorten in het aangaan, onderhouden en begrijpen van relaties:* onverschillig t.o.v. anderen, weinig initiatief of op vreemde manier contact leggen, gedrag van anderen begrijpen en gepast reageren - repetitief gedrag en specifieke interesses: Mensen met ASS ervaren de wereld al chaotische en onvoorspelbaar, zorgt voor onveilig gevoel. - Repetitieve bewegingen of spraak: Geven houvast (overprikkeling voorkomen of kalmeren) = 'stimmen'. - Houden hardnekkig vast aan bepaalde routines en regels: orde in leven -\> Veranderingen = paniek. - Beperkte, gefixeerde interesses die abnormaal intens of gefocust zijn' -\> biedt rust en voorspelbaarheid. - Reageren sterker of net minder sterk op zintuiglijke prikkels: over- of ondergevoelig. de problemen uiten zich op verschillende manieren en in verschillende gradaties -\> daardoor verschillen mensen met ASS van elkaar. 6. **Gevolgen voor het kind met ASS** 4. **ASS doorheen de ontwikkeling** - Naarmate kinderen ouder worden, worden sociale relaties belangrijker en complexer. - Naar school gaan is niet evident voor kinderen met ASS -\> onverwachte situaties. - Kinderen met ASS hebben het moeilijk met zelfstandig te worden. - Plotse veranderingen en onvoorspelbaarheid leiden tot spanning bij kinderen met ASS -\> uit in externaliserend gedrag of internaliserend gedrag. - Hoe ouder de kinderen worden, hoe beter ze zichzelf kennen en hoe ze beter ze vaak hun problemen kunnen camoufleren. - Volwassene met ASS kunnen niet al hun moeilijkheden camoufleren, worden geconfronteerd met heel wat problemen door hun autisme. - Hoe intelligenter men is, hoe beter men kan zoeken naar strategieën om met moeilijkheden om te gaan. 5. **ASS en bijkomende problemen** 6. **ASS bij meisjes** 7. **Gevolgen voor de omgeving** 8. **Behandeling, begeleiding en ondersteuning** 7. **Behandeling** - Psycho-educatie: Is meestal de eerste stap in de 'behandeling' -\> is een verzamelnaam voor interventies waarbij de persoon met autisme en de omgeving informatie krijgen over autisme en hoe je ermee moet omgaan. Deze informatie krijgen ze best van hun ouders of als de ouders aanwezig zijn -\> ouders en brussen moeten ook goed geïnformeerd zijn -\> Er zijn verschillende manieren om psycho-educatie aan te bieden -\> Boeken, werkboeken, educatieve spelen. - Gedragstherapie Kan een kind ondersteunen en de ontwikkeling stimuleren, daarnaast vermindert het ook de risico op bijkomende aandoeningen. Gedragstherapie kan gericht zijn op het sociaal gedrag, communicatieve vaardigheden en da taalontwikkeling -\> vaak gekoppeld aan oudertraining = ouders in thuissituatie ondersteunen. - Ondersteuning van de omgeving Omgeving auti-vriendelijk maken -\> Zie 'Orthopedagogisch handelen'. 8. **Onderwijs** 9. **Medicatie** 9. **Orthopedagogisch handelen** 10. **gebruik je kennis over autisme** 11. **aangepaste communicatie** 12. **verminder de hoeveelheid prikkels** 13. **bied voorspelbaarheid en duidelijkheid** - Verduidelijking van ruimte - Verduidelijking van tijd - Verduidelijking van activiteiten 14. **visuele ondersteuning** - Kies de ondersteuning die het kind het best begrijpt + pas aan als het ouder wordt. - Zo eenvoudig en duidelijk mogelijk. - Betrek het kind bij de keuze van visualisaties. - Gebruik dezelfde visualisaties in alle contexten. - Te uitgebreid stappenplan = niet meer duidelijk Verschillende soorten visualisaties: - Foto's: Zeer duidelijk, maar kind kan zich verliezen in details. - Tekeningen - Pictogrammen: abstract, dus meer algemeen inzetbaar, maar kind moet het begrijpen. 15. **oog voor talenten**