Omgaan met de gevolgen van klimaatverandering PDF
Document Details
Uploaded by InspiringTigerSEye9977
Sint-Augustinus Bree
Tags
Related
Summary
Deze presentatie bespreekt hoe we kunnen omgaan met de gevolgen van klimaatverandering. De presentatie onderzoekt verschillende manieren om gebouwen, infrastructuur en landbouw aan te passen aan de verandering. Het benadrukt het belang van duurzaamheid en het verminderen van energieverbruik.
Full Transcript
THEMA 3 KLIMAATVERANDERING Pag. 136 3. Omgaan met de gevolgen van klimaatverandering De verandering van het klimaat heeft grote gevolgen voor de hele planeet. Niet alleen het klimaat zelf, maar ook alle andere landschapsvormende lagen waarmee het klimaat in ...
THEMA 3 KLIMAATVERANDERING Pag. 136 3. Omgaan met de gevolgen van klimaatverandering De verandering van het klimaat heeft grote gevolgen voor de hele planeet. Niet alleen het klimaat zelf, maar ook alle andere landschapsvormende lagen waarmee het klimaat in Pag. 136 INFO E: AFREMMEN EN AANPASSEN Om ervoor te zorgen dat de situatie op aarde niet nog slechter wordt, moeten we inspanningen leveren om de klimaatverandering af te remmen, TE STOPPEN. Daarnaast moet de mens zich ook aanpassen aan de veranderende omgeving. We bekijken nu hoe verschillende landschapsvormende lagen kunnen worden aangepast. Pag. 136 INFO F: BEBOUWING Steeds meer mensen zijn zich bewust van de klimaatverandering en proberen hun huis en andere gebouwen zo duurzaam mogelijk te bouwen of aan te passen. Ze proberen om het verbruik van energie en fossiele brandstoffen zo laag mogelijk te houden of zelfs helemaal te vermijden. Dat kan door huizen goed te isoleren, zonnepanelen te installeren, zuinig om te springen met elektriciteit of kleiner te gaan wonen. Pag. 136 INFO F: BEBOUWING Een andere duurzame aanpassing is het aanleggen van een groene gevel of een groendak. Pag. 136 De laag aarde op het dak zorgt voor extra isolatie en dus voor een lager energieverbruik. Veel groendaken kunnen dus de hoeveelheid broeikasgassen verlagen door de energiebesparing. De planten op het dak zorgen voor meer biodiversiteit in de omgeving. Meer groen betekent dat er meer CO2 wordt omgezet in zuurstof dankzij fotosynthese. Pag. 137 INFO G: INFRASTRUCTUUR Op een zomerse dag kan het in de steden enorm heet worden. Dat komt door de grote hoeveelheid stenen, beton, asfalt, … in de stad. OP warme dagen warmen die materialen snel op en ‘s avonds, wanneer het normaal gezien zou moeten afkoelen, blijven deze materialen nog lang warmte afgeven. Hierdoor kan het gemiddeld 4° C tot 6°C warmer zijn in de stad dan op het platteland Pag. 137 INFO G: INFRASTRUCTUUR Hoeveel graden het warmer het is, hangt af van de grootte van de stad, de soort bebouwing en de aanwezigheid van groen en water. Dit verschijnsel noemt men het hitte- eilandeffect. Pag. 137 INFO G: INFRASTRUCTUUR Sommige steden kiezen ervoor om meer water door de stad te laten stromen. Water warmt traag op en verliest langzaam zijn temperatuur. Kanaaltjes en plassen in de stad remmen het hitte-eilandeffect af. Meer groen in de stad door onder meer aanleggen van parken, groendaken en geveltuintjes kan ook helpen om het hitte- eilandeffect tegen te gaan. Pag. 137 INFO G: INFRASTRUCTUUR Pag. 137 INFO G: INFRASTRUCTUUR De overheid kan ook via andere aanpassingen aan de infrastructuur proberen om de klimaatverandering af te remmen. Zo installeert men bijvoorbeeld steeds meer elektrische laadpalen voor auto’s, meer carpoolparkings en meer tramlijnen en voorziet men ruimte voor deelfietsen, deelauto’s, deelsteps… Mensen worden zo aangemoedigd om zich op een meer duurzame manier te verplaatsen. Pag. 138 INFO H: INDUSTRIE Om het versterkte broeikaseffect te stoppen, moeten we het energiegebruik verminderen. Dat moet vooral gebeuren; bij wonen, in de landbouw, in het verkeer EN ZEKER OOK IN DE INDUSTRIE. De industrie staat onder hoge druk om minder broeikasgassen uit te stoten. Ze moet van de overheid steeds strengere voorschriften volgen. Pag. 138 INFO H: INDUSTRIE Wat kunnen we doen met waterstof? E Waterstof kan gebruikt worden om het overschot van wind- en zonne- G energie op te slaan, zodat we dat kunnen gebruiken als het niet waait A of de zon niet schijnt. Het kan aardgas vervangen en zo onze huizen JL verwarmen. En het kan ook als alternatieve energiebron gebruikt bijvoorbeeld. BI worden in de industriële sector, ter vervanging van steenkool Z I E Maar wereldwijd krijgt vooral het gebruik van waterstof in de transportsector aandacht: in plaats van benzine kan er waterstof worden gebruikt in de verbrandingsmotoren van vrachtwagens of auto’s, waardoor die geen schadelijke stoffen meer uitstoten. Vandaag onderzoeken veel fabrikanten dan ook hoe ze dit zo betaalbaar mogelijk kunnen produceren. Pag. 138 INFO H: INDUSTRIE We zien steeds meer groen in en rond de industrieterreinen, er liggen zonnepanelen op de fabrieksdaken, bedrijven investeren in groendaken of groene gevels, er staan windmolens. Pag. 138 INFO H: INDUSTRIE Bedrijven moeten steeds meer nadenken over een DUURZAME manier van werken; vervoer beperken, groene energie gebruiken, recycleren, de afvalberg zo klein mogelijk houden CIRCULAIRE ECONOMIE. Geen NEEM, MAAK, DUMP MAAR ONTLEEN, MAAK, HERGEBRUIK Pag. 139 INFO I: LANDBOUW Door de klimaatverandering zal het voor druivelaars in het zuiden van Europa te droog worden in de zomermaanden. Men schat dat de beroemde wijngebieden zoals Bourgondië of Toscane de wijnproductie sterk zal afnemen. Andere gebieden waar nu nog geen of weinig wijnproductie is, zullen ‘profiteren’ van de klimaatverandering. Het zuiden van Engeland, België, Nederland of het noorden van de Verenigde Staten kunnen wijnregio’s worden. In de wijngebieden in Frankrijk en Italië zal men andere teelten planten die beter tegen de droogte kunnen. Pag. 139 INFO I: LANDBOUW De landbouw stoot veel broeikasgassen uit. Denk aan het methaan dat vrijkomt door de veeteelt. Minder methaan uitstoten kan door het aanpassen van het veevoeder. Ook de stallen van het vee verbruiken veel energie. De vele serres zijn geen duurzame vorm van landbouw. We verwarmen zelfs de serres om in de winter aardbeien en tomaten te kunnen eten. Het invoeren van groenten en fruit uit het buitenland is ook geen duurzame oplossing. Om dit voedsel gekoeld te vervoeren, verbruikt men veel fossiele brandstoffen en energie. Pag. 139 INFO J: LEEFGEWOONTE JIJ SPEELT OOK EEN ROL IN HET TEGENGAAN VAN DE KLIMAATVERANDERING. DOOR JE LEEFGEWOONTEN TE VERANDEREN EN MINDER ENERGIE TE VERBRUIKEN, KUN JE DE UITSTOOT VAN BROEIKASGASSEN BEPERKEN. Wetenschappers zijn ervan overtuigd dat ALLE MENSEN OP AARDE de uitstoot van broeikasgassen moeten doen afnemen door minder energie en fossiele brandstoffen te verbruiken. Er moet een mindswitch (andere manier van denken) komen. Pag. 139 INFO J: LEEFGEWOONTE Iedereen moet zich aanpassen en op een duurzame manier het landschap gaan gebruiken