Klassieke Oudheid

Het jaar met de hoogste gemiddelde jaartemperatuur in de klassieke oudheid, volgens de grafiek.

Het jaar met de laagste gemiddelde jaartemperatuur tijdens het eerste millennium.

Het verschil in graden Celsius tussen het warmste jaar in de klassieke oudheid en het koudste jaar in het eerste millennium.

De periode met een afkoeling van het klimaat rond de overgang van de klassieke oudheid naar de middeleeuwen, aangegeven op de grafiek.

De volkeren die vanaf de 3de eeuw de grenzen van het Romeinse Rijk bedreigden, zoals te zien op de kaart.

Bronnen rechtstreeks uit de historische periode, zoals dagboeken, prenten, of geschreven documenten.

Bronnen van later tijdstip, zoals boeken of websites die over een historische periode schrijven.

Documenten en teksten die informatie uit het verleden bevatten.

Voorwerpen, objecten en relikwieën die informatie over het verleden geven.

Elk onderdeel van het verleden dat getuigt van een bepaald gebeuren of tijdperk.

Ridders uit de middeleeuwen.

Geschreven, ongeschreven, primaire en secundaire bronnen vormen de basis van historisch onderzoek.

Het beeld dat we hebben over het verleden gebaseerd op de gevonden bronnen en interpretaties ervan.

De mate waarin een reconstructie van een middeleeuwse ridder een accurate weergave is van de reële verschijningsvormen van ridders.

Plaatsing van bronnen 1 t/m 5 op een tijdslijn met periode-aanduidingen.

De mate waarin bronnen een juist beeld geven van de middeleeuwse ridder, rekening houdend met de makers, hun motieven, en doelgroep.

Het belang om bronnen te beoordelen op betrouwbaarheid én bruikbaarheid voor een bepaald onderwerp.

Het vermogen van bronnen om antwoorden te geven op bepaalde historische vragen. De mate waarin een bron de kern van de vraag beantwoordt.

Het ideale gedragspatroon van een ridder in de middeleeuwen.

De reële acties en handelingen van ridders.

Het moderne beeld van ridders, vaak gevormd door populaire media, films en andere culturele elementen.

Het beeld van de middeleeuwse ridder is door de tijd veranderd. Hedendaagse voorstellingen worden vaak beïnvloed door legendes en literaire werken (ridderromans), in plaats van pure historische feiten.

Verhalen zoals "Walewein" en "Parcival" zijn geen accurate historische beschrijvingen, maar mythische verhalen met een fictieve context.

Verhalen als "Walewein" en "Parcival" zijn mythisch omdat ze over bovennatuurlijke krachten, heldendaden en vaak onmogelijke gebeurtenissen gaan. Ze zijn verhalen, niet historische feiten.

Tijdens het Romeinse rijk was er een grote politieke verenigde macht, maar na de val ging Europa uiteen in vele regio's.

De Franken probeerden een gecentraliseerde macht in West-Europa tijdens de vroege middeleeuwen op te bouwen.

Het moderne beeld van de middeleeuwen is beïnvloed door hedendaagse media en historische bronnen, soms gebaseerd op idealen van het heden en niet op de historische realiteit.

Het hedendaagse beeld van de karaktereigenschappen van ridders is gebaseerd op verhalen, niet noodzakelijk op historische getuigenissen.

De huidige verbeelding van de fysieke kenmerken van ridders wordt vaak bepaald door de ideale voorstellingen van die tijd, en niet door de exacte historische realiteit

Het paleis in Aken, gebouwd door Karel de Grote, waar hij woonde, zijn hofhouding hield en zijn rijk bestuurde.

Mensen die door Karel de Grote een deel van het Frankische rijk in leen kregen. Zij moesten de koning trouw blijven en hem steunen.

De koning van de Franken, die het hoogste gezag had over het Frankische rijk.

De stad waar Karel de Grote zijn paleis bouwde en van waaruit hij zijn rijk bestuurde.

De kapel die onderdeel was van het paleis in Aken, waar Karel de Grote en zijn hofhouding naar de kerk gingen.

Een nederzetting in de buurt van het paleis in Aken, waar de boeren producten produceerden voor de koning en zijn hofhouding.

Het rijk van de Franken, geleid door Karel de Grote, dat zich uitstrekte over een groot gebied in Europa.

Het systeem waarbij een koning land in leen gaf aan leenmannen in ruil voor hun trouw en diensten. Dit systeem was de basis van het Frankische bestuur.

De periode tussen ca. 476-1000 na Christus, na de val van het Romeinse Rijk.

De periode tussen ca. 1000-1492 na Christus.

Een economie waarin landbouw de belangrijkste bron van voedsel en inkomsten is.

De manier waarop mensen in een bepaalde periode eten, inclusief voedselkeuzes, bereidingswijzen en eetgewoontes.

De ongelijkheden tussen mensen in een samenleving, zoals rijkdom, macht en status.

De uitwisseling van goederen en diensten tussen mensen.

De veranderingen in de manier waarop landbouw werd bedreven, zoals nieuwe technieken en gewassen.

De verschillende aspecten van een samenleving, zoals economie, politiek, sociale structuur en cultuur.