Geriatrie en Kwetsbaarheid bij Ouderen

<p>Bijhouden van de valgeschiedenis. (C)</p> Signup and view all the answers

<p>De favoriete kleur van de patiënt. (B)</p> Signup and view all the answers

<p>Een gestructureerde evaluatiemethode. (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Zicht. (B)</p> Signup and view all the answers

<p>Het moet in het patiëntendossier worden genoteerd. (C)</p> Signup and view all the answers

<p>Vitale ouderen en ouderen met een geriatrisch profiel (C)</p> Signup and view all the answers

<p>Ze kunnen kortetermijn overleven of enkele jaren leven. (B)</p> Signup and view all the answers

<p>De nadruk ligt op levenskwaliteit boven levensverlenging. (C)</p> Signup and view all the answers

<p>De wensen en behoeften van de oudere in acht nemen. (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Onnodige ziekenhuisopnames of polyfarmacie. (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Bètablokkers en ACE-remmers. (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Tussen curatieve en palliatieve zorg en behandeling. (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Voortzetten van behandelingen die mogelijk niet meer nodig zijn. (D)</p> Signup and view all the answers

<p>De oudere op 5m afstand plaatsen. (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Verminderde flexibiliteit van de enkel. (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Een probleem met het zicht vermoeden. (C)</p> Signup and view all the answers

<p>Dikkere zolen. (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Een val heeft vaak meerdere oorzaken. (C)</p> Signup and view all the answers

<p>Lopen op kousen. (B)</p> Signup and view all the answers

<p>Om het risico op valincidenten te verlagen. (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Tekens één voor één aanwijzen en vragen om aan te geven welke kant de E open is. (D)</p> Signup and view all the answers

<p>De oudere patiënt begeleiden bij het maken van eigen keuzes. (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Dementie bij de echtgenoot terwijl de zorgbehoefte toeneemt. (C)</p> Signup and view all the answers

<p>Het ondersteunen van zelfredzaamheid van de patiënten. (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Ervaringen van angst of onzekerheid over toekomstige opnames. (C)</p> Signup and view all the answers

<p>Regelmatig evalueren van het zorgplan en aanpassingen maken. (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Het vermogen om dagelijkse activiteiten zelfstandig uit te voeren. (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Oudere patiënten hebben vaak moeite met het maken van keuzes en hebben meer tijd nodig. (B)</p> Signup and view all the answers

<p>Moeilijkheden om deel te nemen aan sociale activiteiten zoals naar het café gaan. (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Speelt een rol bij de emotionele verwerking (B)</p> Signup and view all the answers

<p>Extraversie, vriendelijkheid, nieuwsgierigheid, neuroticisme, gewetensvollheid (C)</p> Signup and view all the answers

<p>Doelgericht en competitief (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Emotionele toestand (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Verhoogde emotionaliteit (C)</p> Signup and view all the answers

<p>De vaardigheid om eigen en andermans emoties te begrijpen en te beheren (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Ze kunnen zowel het herstel als de tevredenheid beïnvloeden (A)</p> Signup and view all the answers

<p>De Big Five dimensies (C)</p> Signup and view all the answers

<p>Sociale isolatie (B)</p> Signup and view all the answers

<p>Ze kunnen bijdragen aan verwarring en verkeerde keuzes (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Fysieke en psychische schade (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Emoties zijn belangrijk voor communicatie en aanpassing. (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Vermindering van mobiliteit (C), Verhoogd risico op vallen (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Hulpverleners die emotioneel lijden door betrokkenheid bij een incident. (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Overwegen van alternatieven voor fixatie. (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Ondersteuning en begrip van gelijkgestemden. (B)</p> Signup and view all the answers

<p>Emoties hebben ook een fysiologische component. (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Als er onvoldoende bewijs is voor de noodzaak. (C)</p> Signup and view all the answers

<p>Aanpassingsfunctie (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Classificatie helpt bij het begrijpen van emoties. (C)</p> Signup and view all the answers

<p>Lendengordels (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Emotionele stress en burn-out (B)</p> Signup and view all the answers

<p>Het beïnvloedt de manier waarop we reageren op stress. (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Fysiologische veranderingen, subjectieve ervaring en gedragsreacties. (D)</p> Signup and view all the answers

Een systematische en gedetailleerde beoordeling van factoren die het risico op vallen verhogen.

Het aantal keren dat een persoon is gevallen in de afgelopen 6 maanden.

De plaats waar het valincident heeft plaatsgevonden.

De activiteit die de patiënt uitvoerde vlak voor of tijdens het vallen.

Symptomen die de patiënt ervoer vlak voor het vallen, zoals duizeligheid of zwakte.

De meest voorkomende risicofactoren voor valincidenten bij ouderen.

Een evaluatiemethode waarbij de ademhaling, bloedsomloop, bewustzijn, neurologische status en lichaamstemperatuur van een patiënt worden beoordeeld.

Ouderen met één of meerdere chronische ziekten. Deze ouderen hebben een complexe zorgvraag en een veranderende levensverwachting.

Ouderen met een geriatrisch profiel ervaren vaak een afname van de kwaliteit van leven. De focus van de zorg is om de kwaliteit van leven te verbeteren en te behouden.

De zorg moet afgestemd zijn op de behoeften van de oudere en in lijn met hun wensen. Zo kan er meer behoefte zijn aan praktische hulp dan medische interventies.

De verhouding tussen curatieve en palliatieve zorg verandert gedurende de levensloop. De nadruk verschuift naar het verlichten van symptomen en het bevorderen van comfort.

Te veel of te weinig medische interventies bij ouderen kunnen leiden tot negatieve gevolgen zoals onnodige ziekenhuisopnames.

Het voortzetten van behandelingen die de kwaliteit van leven niet verbeteren en onnodig belastend zijn.

Het gebruik van meerdere medicijnen tegelijkertijd. Dit kan leiden tot interacties en bijwerkingen.

Ouderen met een geriatrisch profiel hebben complexe zorgnoden die specialistische kennis vereisen.

Een oudere die thuis woont en waarde hecht aan sociaal contact, maar door verminderde mobiliteit (bv. osteoporose) moeite heeft om naar de kroeg te gaan, bespreekt wat te doen als hij straks niet meer zelfstandig naar de kroeg kan.

De partner van een man met dementie die thuis woont, moet geopereerd worden. Zij bespreekt met de huisarts en casemanager wat er met haar man moet gebeuren tijdens haar afwezigheid en wat er moet gebeuren in het geval dat de thuiszorg niet toereikend is.

Een oudere in een woon-zorgcentrum die tijdens een ziekenhuisopname voor longontsteking een delier heeft ervaren, overweegt of hij in de toekomst nog wel naar het ziekenhuis wil en zo ja, onder welke omstandigheden.

Het is voor zorgverleners belangrijk om ouderen te begeleiden bij het kiezen van passende zorg en behandeling om hun persoonlijke doelen te bereiken.

Zorgverleners helpen ouderen en hun naasten om zich voor te bereiden op de toekomst en te beslissen over de juiste zorgkeuzes wanneer de behoefte aan zorg toeneemt (bv. door ziekte).

Ouderen worden steeds kwetsbaarder en afhankelijk van anderen. Het maken van beslissingen over zorg en behandeling is een proces waarvoor vaak meerdere gesprekken nodig zijn.

Het is belangrijk om de zelfredzaamheid van ouderen te stimuleren, rekening houdend met hun ziektebeeld en capaciteiten (ADL/IADL).

Focus op wat een geriatrische zorgvrager nog wél kan, in plaats van te focussen op wat niet meer gaat.

Een test om de gezichtsscherpte van een oudere te beoordelen. De test bestaat uit een reeks E's met beentjes die in verschillende richtingen staan. De oudere moet aangeven naar welke kant de beentjes van de E openstaan.

Een probleem met de voet, zoals een hallux valgus (scheefgegroeide grote teen) of hamertenen. Deze kunnen het risico op een val verhogen.

Een schoen die het risico op een val verhoogt, zoals een schoen met een hoge hak, gladde zool of een antislipzool die te veel hecht aan de vloer.

De test om de gezichtsscherpte te beoordelen moet op 5 meter afstand van de oudere worden afgenomen. De test moet worden uitgevoerd in een goed verlichte ruimte. De oudere kan de test met of zonder bril afleggen.

Een visus van 0,40 of minder bij een oudere kan wijzen op een probleem met het zicht dat tot een val kan leiden.

De evaluatie van voeten en schoeisel is een belangrijk onderdeel van de valpreventie. Controleer of de oudere voetproblemen heeft en welk schoeisel hij/zij draagt.

Een valincident bij een oudere heeft zelden één enkele oorzaak. Het kan worden veroorzaakt door een combinatie van intrinsieke en extrinsieke risicofactoren.

Een multifactoriële interventie is een aanpak om valrisico te verlagen door alle risicofactoren te adresseren, zowel intrinsieke als extrinsieke.

De amygdala is een amandelvormige structuur in de hersenen die verantwoordelijk is voor de verwerking van emoties, met name angst en agressie. Het speelt een cruciale rol bij het detecteren van dreigingen en het activeren van onze 'vecht-of-vlucht'-reactie.

Onze hersenen verwerken emoties door twee verschillende routes. De snelle route, via de amygdala, is primitiever en reageert op gevaar zonder veel nadenken. De langzame route, via de prefrontale cortex, analyseert de situatie grondiger en helpt bij het reguleren van onze emoties.

Emoties hebben een belangrijke impact op ons leven en onze gezondheid. Ze kunnen ons gedrag beïnvloeden en leiden tot lichamelijke verschijnselen. Een goede emotionele gezondheid is dus essentieel voor ons welzijn.

De Big Five is een model dat vijf belangrijke persoonlijkheidstrekken beschrijft: Openheid, Consciëntieusheid, Extraversie, Agreeableness en Neuroticisme. Deze trekken beïnvloeden hoe we met anderen omgaan, onze keuzes maken en ons leven ervaren.

Type A-personen zijn vaak ambitieus, competitief en gejaagd. Ze hebben de neiging om te stressen en perfectionistisch te zijn. Dit kan leiden tot gezondheidsproblemen zoals hart- en vaatziekten.

Type B-personen zijn kalmer, relaxter en minder competitief. Ze zijn in staat om te ontspannen en problemen met meer kalmte op te lossen. Dit leidt tot een betere emotionele gezondheid.

Type C-personen zijn vaak meegaand, teruggetrokken en gespannen. Ze onderdrukken hun emoties en hebben moeite om voor zichzelf op te komen. Dit kan leiden tot emotionele problemen en psychische klachten.

Type D-personen zijn vaak negatief, pessimistisch en onzeker. Ze ervaren veel stress en hebben moeite om hun emoties te uiten. Dit kan leiden tot depressie en andere mentale gezondheidsproblemen.

Zelfbeleving is het beeld dat we van onszelf hebben. Dit beeld wordt gevormd door onze ervaringen, waarden en hoe we door anderen worden behandeld.

Een belangrijke vaardigheid om met emoties om te gaan is emotionele intelligentie. Dit betekent dat we onze eigen emoties kunnen herkennen, begrijpen en reguleren, en ons vermogen om met de emoties van anderen om te gaan.

Het vastzetten van een cliënt ter voorkoming van verwondingen of schade aan zichzelf of anderen.

De toestemming van een cliënt om te worden gefixeerd, gegeven nadat hen de risico's en voordelen zijn uitgelegd.

Wanneer een cliënt weigert om gefixeerd te worden, wat betekent dat ze geen toestemming geven.

Het proces van het verzamelen van informatie over een cliënt en het beoordelen van de noodzaak voor fixatie, met inachtneming van hun toestemming.

Het identificeren van problemen die kunnen leiden tot fixatie en het gebruik van de juiste terminologie om deze problemen te beschrijven.

Een beslissingsproces om te beoordelen of fixatie noodzakelijk is, inclusief het observeren, volgen en meten van de cliënt.

Materiële hulpmiddelen die gebruikt worden om een cliënt te fixeren, zoals bedsponden, lendengordels en andere fixatiematerialen.

De aanpak die gebruikt wordt om te voorkomen dat een cliënt valt, inclusief alternatieven voor fixatie en veiligheidsmaatregelen.

Het proces van het beoordelen van de gevolgen van fixatie voor de cliënt en het evalueren van de effectiviteit van de fixatie.

De mate waarin de risico's van het niet fixeren worden geaccepteerd in vergelijking met de risico's van fixatie.

De risico's die gepaard gaan met het gebruik van bedsponden om een cliënt te fixeren, inclusief de mogelijkheid van verwondingen of beperking van beweging.

De risico's die gepaard gaan met het gebruik van een lendengordel om een cliënt te fixeren, inclusief de mogelijkheid van verwondingen of beperking van beweging.

Een persoon die, na betrokkenheid bij een medisch incident, emotionele of psychologische problemen ervaart.

De prevalentie van second victims in de gezondheidszorg, wat aangeeft hoe vaak hulpverleners met emotionele problemen worden geconfronteerd na een incident.

Systemen die hulpverleners ondersteunen na een medisch incident, waardoor ze emotionele problemen kunnen verwerken en de nodige hulp kunnen krijgen.