Summary

This document contains Spanish medical vocabulary focusing on common illnesses, symptoms, and related terms. It appears to be a list of medical terms translated into Spanish.

Full Transcript

Me Te Le } duele(n) la cabeza(s) (y nariz) Nos Os Les El / la hipocondríaco/-a de hypochonder (iemand inbeeldt alsof die allerlei ziektes heeft) Sin remedio ongeneeslijk El...

Me Te Le } duele(n) la cabeza(s) (y nariz) Nos Os Les El / la hipocondríaco/-a de hypochonder (iemand inbeeldt alsof die allerlei ziektes heeft) Sin remedio ongeneeslijk El síntoma de enfermedad ziekteverschijnselen (symptomen) La enfermedad De ziekte Estar mal Ziek zijn La fiebre De koorts jhg De verkoudheid grave Erg, ernstig Ay, ay, ay Au, au, au! La garganta De keel La tos De hoest El estómago De maag Moverse (ue) Zich bewegen Estar fatal Zich heel slecht voelen Curarse Beter worden, genezen preocupar Zorgen baren, verontrusten La consulta De praktijk Pedir (i) hora Een afspraak voor consult maken El balneario Het kuuroord El / la paciente De patient, de paciente Mucho / muchos / mucha / muchas: Veel Poco / pocos / poca / pocas: Weinig Bastante(s): Tamelijk/Genoeg Muy (interesante): Heel/Erg | *Kan alleen gekoppeld worden aan bijvoeglijk naamworden* Het gezicht: La cara De keel: La garganta De kiezen: Las Muelas De rug: La espalda De wenkbrauwen: las cejas De tenen: Los dedos del pie De jukbeenderen: Los De keelamandelen: Las pómulos amígdalas De wimpers: Las pestañas De pols: La muñeca Het lichaam: El cuerpo De navel: El ombligo De wangen: Las mejillas De hersenen: El cerebro De nek: La nuca De tong: La lengua De tanden: Los dientes Het scheenbeen: La espinilla De schouder: El hombro De elleboog: El codo De ribben: Las costillas De benen: Las piernas De armen: Los brazos De vingers: Los dedos de la mano De knie: La rodilla Het voorhoofd: La frente Het bovenbeen: El De nagels: Las uñas muslo De borst: El pecho De longen: Los Pulmones De huid: La piel De kin: La barbilla De darmen: Los intestinos De vingertoppen: Las yemas De kuiltjes: Los hoyitos De maag: el estómago de los dedos de la cara De buik: La barriga De lippen: Los labios De nieren: Los riñones De wervelkolom: La columna vertebral De lever: El higado De heupen: Las caderas De enkel: El tobillo De knieholte: La corva De spieren: Los músculos De botten: Los huesos De taille: La cintura De zool: La planta del pie De vinger: El dedo De arm: El brazo De borst: El pecho De buik: La barriga De knie: La rodilla De neus: La nariz De mond: La boca Het hoofd: La cabeza Zo snel mogelijk: lo más De gezondheid: La salud Wat is er met je/u aan de Beterschap: Que te rápido posible hand?: ¿Qué te/le pasa? mejores / se mejore De griep: La gripe De allergie (voor): La alergia Ziek: Enfermo/-a Verkouden: (a) Resfriado/-a Nerveus: Nervioso/-a Zich goed voelen: Estar bien Kusje erop: over!: Sana, sana, colita Gezond: Sano/-a Het staartje: La colita De kikker: La rana de rana De kruidenthee: la infusión de hierbas De ui: La cebolla De online apotheek: La Het tabletje: El farmacia en línea comprimido Het begin/hier: de homepage: El inicio Zalf: La crema Hoestsiroop: El jarabe De tinctuur: La tintura De eenheid/hier: het stuk: La unidad Jodium: El yodo De pleister: La tirita Verbandgaas: La gasa De oogdruppels: El colirio Vaak: A menudo De druppel: La gota Bijwoord/Adverbio: zegt iets over een ww of bn Bijvoeglijk naamwoord/Adjetivo: zegt iets over het zn BN/Adverbio | -o Bijwoord/Adjetivo BN/Adverbio | -e Bijwoord/Adjetivo diario/-a diariamente frecuente frecuentemente científico/-a científicamente suficiente suficientemente cómodo/-a cómodamente normal normalmente lento/-a lentamente regular regularmente Vroeger: Antes Zich bevinden: Encontrarse (ue) De bron: La fuente Mineralen: Los minerales De reden: La razón Rijkdom/weelde: La riqueza De luxe: El lujo Oprichting: La fundación Geneeskrachtig: Het water met genezende kracht: In die tijd: En esa De behandeling: La cura Medicinal El agua medicinal época Trainen: Hacer ejercicio De oefening: El ejercicio Baden: Bañarse Het Thermale water: Las aguas termales Verblijven: Alojarse Combineren: Combinar Het paradijs: El Wat ontspannend: İQué paraíso relax! llevar dragen escuchar luisteren/horen tener hebben jugar spelen hacer surf surfen bucear snorkelen usar gebruiken comer eten beber drinken Cursief: En cursiva Veranderen: Transformar Het gas: El gas De damp/stoom: El vapor Voorafgaand aan: Anterior a De aankomst: La llegada De aromatische plant: Aromatisch: Aromático/-a La planta aromática De geneeskrachtige plant: Compenseren: Stoombad (traditioneel): Het stoombad: El baño de La planta medicinal compensar El baño temazcal vapor Het gebruik: El uso Esthetisch: estético/-a Aroma geven: De spierpijn: El dolor Aromatizar muscular Hydrateren: Hidratar Behandelen: tratar De kruiden: Las hierbas Zwanger: Embarazada De scheiding: La separación Het huismiddeltje: El Geneesmiddel/medicijn: Therapeutisch: remedio casero El remedio Terapéutico/-a ✅ ✅ PERFECTO (voltooid tegenwoordige tijd) INDEFINIDO (AFGESLOTEN/EENMALIG) IMPERFECTO (BESCHRIJFT SITUATIE/LANGDURIG)

Use Quizgecko on...
Browser
Browser