Locomotorische aandoeningen PDF

Document Details

HandierJadeite9597

Uploaded by HandierJadeite9597

Karel de Grote Hogeschool

Tags

locomotorische aandoeningen pathologie klinisch onderzoek medical notes

Summary

These are detailed lecture notes on locomotor disorders. The notes cover general examinations and further specific examinations, including inspections, anamnesis, and more.

Full Transcript

lOMoARcPSD|15036968 Locomotorische aandoeningen Pathologie 3V (Karel de Grote Hogeschool) Scannen om te openen op Studocu Studocu wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit Gedownload door sinta...

lOMoARcPSD|15036968 Locomotorische aandoeningen Pathologie 3V (Karel de Grote Hogeschool) Scannen om te openen op Studocu Studocu wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit Gedownload door sintayehu sebile ([email protected]) lOMoARcPSD|15036968 Locomotorische aandoeningen Algemeen onderzoek – klinisch onderzoek Klinisch onderzoek - Klinisch onderzoek begint op het moment dat de patiënt binnen komt - Het is belangrijk dat je de patiënt goed gaat observeren. Op deze manier krijg je al veel informatie over de patiënt en de manier waarop de patiënt omgaat met zijn probleem. - Een systematisch klinisch onderzoek is belangrijk omdat je op die manier minder kans hebt om dingen over het hoofd te zien! Ook bij het noteren o Spaart niet enkel tijd maar helpt ook bij de evaluatie van het verloop van de aandoening en de behandeling Anamnese - Leeftijd en geslacht - Voorgeschiedenis o Systemeemaandoeningen zoals diabetes of reuma o Eerdere operaties o Medicatie, bv bloedverdunners - Levensstijl - Faminale anamnese o Sommige aandoeningen zijn erfelijk - Problemen o Welke vragen ken je?  Hoe is het gebeurt  Wat is er gebeurt?  Hoe lang is het bezig?  Hoe is het begonnen?  Welke dingen verergeren of verbeteren het probleem? Inspectie - Voldoende ontkleden, achter een scherm of aparte kamer - Bilateraal! (De inspectie mag zich niet enkel beperken tot de aangedane zijde) - Specifiek kijken naar o Kleur  Roodheid kan wijzen op infecties o Zwelling  Na een trauma of spontaan o Atrofie  Zenuwletsel o Vochtigheidsgraad  Zweten: CRPS  Droog: zenuwletsel o Haargroei en nagels  Lepelnagels kunnen wijzen op een hartaandoening o Wonden of littekens  Eerdere operaties of trauma o Afwijkende standen van beenderen, gewrichten of wervelkolom 1 Gedownload door sintayehu sebile ([email protected]) lOMoARcPSD|15036968  Scheefgegroeide beenderen, stijfheid of misschien een luxatie of fractuur Bewegingsonderzoek - Sterk afhankelijk van welk deel van het lichaam wordt onderzocht - Deze kan van persoon tot persoon verschillen - Het is aangewezen om zowel de aangedane als gezonde zijde te onderzoeken en te vergelijken - LEEFTIJD speelt ook een rol - Lijst mobiliteit! Stabiliteit - De stabiliteit is afhankelijk van de beenderen, de ligamenten en de spieren - Het gewicht uit de kom, deze luxatie is vaak al duidelijk bij de eerste inspectie van het gewricht - Sommige patiënten hebben een hyperlaxiteit, eerdere losse gewrichten o Kan een onderliggende oorzaak hebben zoals een bindweefselziekte o Testen om hyperlaxiteit te onderzoeken  Overstrek de pinken 90° of verder  Leg de duimen tegen de voorarm  Overstrek de ellebogen ongeveer 10° Stabiliserende en versterkende oefeningen zijn meestal aangewezen wanneer een hyperlaxiteit aanwezig is. Bij een instabiliteit kan een operatie soms nodig zijn! Kracht - Kracht wordt gemeten door middel van zogenaamde weerstandtesten o - Als de patiënt de spier een lange tijd niet heeft gebruikt waardoor deze zwakker is geworden bv door immobilisatie in de gips o De meeste spieren hechten vast aan het bot door middel van een pees. Sommige spieren hechten eerder vast met een peesblad of rechtstreekse aan het bot. o Als een spier samentrekt wordt deze korter  op deze manier trekt de spier aan het bot waar deze aanhechten als de spier over een gewricht verloopt zal er een beweging in het gewricht optreden. o Verminderde spierkracht kan zeer uiteenlopende oorzaken hebben - Zenuwletsel zal de spier niet aanspannen en zal er dus ook geen beweging optreden, ook al zijn de spier en de pees in eerste instantie nog normaal. Bij langer bestaand zenuwletsel zal de atrofie direct opvallen bij de inspectie Palpatie - Belangrijk bij de palpatie voorzichtig te werk te gaan 2 Gedownload door sintayehu sebile ([email protected]) lOMoARcPSD|15036968 -Kan zeer pijnlijk zijn! -Als de palpatie te hard gebeurt, kan dit verder onderzoek onmogelijk maken -Naast palpatie van de temperatuur, zwelling en vochtigheid van de huid is palpatie van de anatomische structuren meestal mogelijk. Beenderen, pezen, spieren kunnen vaak goed gevoeld worden Neuro vasculair onderzoek - Onderzoeken van de bloedvaten zijn de kleur van de huid en de temperatuur van het lidmaat al een goede indicatie. - Vasculair o Een koude witte voet kan betekenen dat de arteriën naar de voet geblokkeerd zijn of gescheurd. o Palpatie van de pulsaties geeft informatie over de doorgankelijkheid van de arteriën o Zeuwonderzoek - Neurologisch o Ernstige letsel zal het grove gevoel weg zijn en zal de patiënt geen aanraking voelen. o Bij minder ernstige problemen zal de twee-punts-discriminatie gestoord zijn  Dit is de minimale afstand tussen twee punten die de patiënt nog apart kan waarnemen o Teken om een zenuw probleem te onderzoeken is het teken van tintel  Hierbij tikt de onderzoeker met de vinger op het verloop van de zenuw. Het teken is positief als de patiënt een duidelijke schietende pijn heeft distaal van de aanraking. Per zenuw bestaan dan nog een aantal specifieke testen om meer specifiek de symptomen uit te lokken. - 2 punts discriminatie o Huidtest voor de fijne en grove tastperceptie van de hand na zenuwbeschadiging o De test wordt statisch en dynamisch uitgevoerd o Statisch voor de langzaam geïnnerveerde fijne tast. Dynamisch voor de snel geïnnerveerde grove tast o De afstand tussen 2 puntjes zegt iets over het zenuwherstel na beschadiging o Hoe smaller de afstand tussen 2 puntjes kan worden waargenomen hoe groter het herstel  Normaal: waarneming van een 2-puntsafstand van eversie (naar binnen omslaan)  Rekken of scheuren van de gewrichtbanden  Behandeling is afhankelijk van de graad van het letsel, vaak korte gipsimmobilisatie, gevolgd door brace of tape en intensieve kine  Kine zal door middel van propriocepsis, evenwicht en versterkende oefeningen de kans op een recidief verminderen o Achillespees  Scheur kan plots optreden, beschreven als een slag of schop  De voet afrollen of op de tenen gaan staan lukt niet meer  Behandeling: in equinus (tenenstand) ingegipst (6weken) wordt progressief rechter gezet, mogelijk om de pees te hechten afhankelijk van de spanning 1 of 2 weken in lichte equinus gegipst daarna speciale spalk wordt gedragen o Onderbeen  Fibula  Meestal conservatief behandeld  Steun name afhankelijk van de pijn  Tibia  Altijd operatief behandeld o Mogelijk om plaatosteosynthese te doen maar meestal wordt gekozen om de fractuur te fixeren met een intra medullaire nagel  Compartimentsyndroom   de bloeding uit het bot en de weke delen kan er een overdruk ontstaan in de compartimenten van het onderbeen. Hierdoor wordt de bloedvoorziening gekneld en zal er een ischemie optreden van de weke delen.  Bij dreigende compartimentsyndroom is hoogstand eerder een averecht effect en is niet toegestaan.  Orthoptische urgentie o De huid en de fascia rond de spiergroepen moeten worden opengemaakt om de bloedvoorziening weer doorgang te geven o Knie  Minder frequent  Tibiaplateaufractuur  Niet verplaatsten : conversatief behandeld  Verplaatsen: operatief ingrijpen noodzakelijk door het te fixeren met schroeven of plaat met schroeven o Goede reductie articulerend oppervlak  Patellafractuur  Been gestrekt kan heffen tegen de zwaartekracht, operatie niet noodzakelijk  Been vaak geïmmobiliseerd in een gips  Progressieve flexie en steun name eventueel brace  Distale femurfractuur 9 Gedownload door sintayehu sebile ([email protected]) lOMoARcPSD|15036968  Altijd hoogenergetische trauma met verplaatsing van de fragmenten  ORIF is nodig om een acceptabele functie van de knie te krijgen  Knieluxatie  Weinig frequent  Urgentie gereduceerd  Ligamentair letsel  Belangrijk de prefiere pulsaties te palperen en op te volgen  kleur en temperatuur  Vasculair chirurg moet verwittigd worden kan later tot verstopping van de arterie gebeuren o Een ligamentair herstel wordt gepland zodra men weet dat er neen neurovasculaire letsels zijn o Bovenbeen  Diafysiare femurfractuur verliest de patiënt 1,5l bloed  Bloedname nodig voor eventueel transfusie  Operatief gefixeerd  Vastgemaakt in een laars, tewijl de romp vastgelegd wordt op de tafel, dan worden ze aan de voet getrokken  intramedullaire nagel wordt gefixeerd o Heup  Hoog energetisch vs laag energetisch  Vaak bij ouderen na een simpele val  Bot is verzwakt door osteoporose  Bijkomende medische problematiek  50% van de patiënten overlijdt binnen een jaar  Hoe sneller de patiënt weer mobiel is, is levensreddend  Behandeling o Operatie is noodzakelijk gestreefd om binnen de 24 u o Verschillende soorten fixatie met een heupfractuur  Heupschroef met plaat of heupschroef met intramedullaire nagel  Fractuur juis ontder de heupkop is(= subcapitale femur fractuur) – risico op acasculaire necrose (afsterven) van de heupkop  Jongere mensen  Subcapitale femurfractuur ook een urgentie o Risico op avasculair necrose o Proberen de heupkop nog te redden en het risico op AVN te nemen  3 holle schroeven o Heupluxatie is een urgentie  Pertochantere dezelfde fixatie als oudere o Bekken  Banaal bij oudere personen  Pubistakfractuur bij ouderen o Met een korte periode bedrust en mobilisatie o Geen operatie nodig 10 Gedownload door sintayehu sebile ([email protected]) lOMoARcPSD|15036968  Kan ook zeer ernstig zijn  Uitgesproken bloeding en omdat het bloed vrij achter de buikholte kan stromen, komt er geen tegendruk op de bloedvaten en stopt de bloeding vaak niet vanzelf o Letterlijk doodbloeden  Open boek fractuur  Onderbreking van symfysis pubica (verbinding tussen de 2 bekkenhelften)  Openen bekken, ruptuuur van de blaas of van de urineweg ook frequent. Levensbelang fractuur zo snel gestabiliseerd wordt o Dit kan door manueel op de bekkenhelften te drukken  Bv met riem of laken  Urgentie een ECFIX Romp - Wervelzuil o Conservatief behandeld  Osteoporotische fracturen  Spontaan of met een mineur trauma optreden o Meestal zal pijnstilling voldoen o Groot risico op een volgend indeukingsfractuur is groot  Stabiele hoogenergetische fracturen o Nemen van CT-scan dan is het te zien of het stabiel of instabiel is o Instabiel: 2de instantie zou kunnen verplaatsen; posterieur schroeven en staven in aangrenzende wervels  Moeten geopereerd worden o Stabiel: conversatief behandelen  Behandeling: rust en pijnstilling, soms wordt er een brace gedragen  Fracturen van nekwervels o Gestabiliseerd met plaatjes anterieur en/of schroeven posterior  Belangrijk een neurologisch onderzoek en CT! 11 Gedownload door sintayehu sebile ([email protected]) lOMoARcPSD|15036968 - Ribben o Conservatief  Rust en pijnstilling  Longkneuzeing of pneumothorax (=klaplong) moeten worden uitgesloten worden  Genezen spontaan  Thoraxtrauma  thoraxspecialist  Je gaat heel erg oppervlakkig ademen  Diep in en uit ademen zoat de longen open komen Bovenste lidmaat - Schouder o Humerus  Zeer divers  Pezen van de rotator cuff worden mee afgerukt  Risico op AVN  Operatief gereduceerd en gefixeerd met hechtdraad, schroeven, nagel, plaat en schoeven of een combinatie o Vaak een prothese wordt geplaatst van een ORIF o Jongere patiënten is de moeite voor eigen articulatie te proberen ipv een prothese o Scapula (schouderblad)  Conservatief behandeld  Veel stabilisatie van de fractuur is meestal voldoende  Gestabiliseerd door een draagdoek  Uitzondering: glenoïd  Belangrijk dat de kom van de schouder  voor goede werking van het gewricht o Clavicula (sleutelbeen)  Conservatief behandeld  Voldoende pijnstilling en stabilisatie  Als de huid in gevaar is door het uiteinde van de breuk dan is de operatie aangewezen  Na operatie zijn de patiënten veel sneller mobiel o Deze kunnen allemaal breken  floating shoulder o Hoogenergetisch trauma + thoraxproblemen  Instabiele situatie wordt geopereerd o Schouderluxatie  Vaak uit de kom  Kans op recidief (dat het terug eruit gaat) 12 Gedownload door sintayehu sebile ([email protected]) lOMoARcPSD|15036968  Soms is dit spontaan  Bij eerste keer  Naar het ziekenhuis voor voldoende pijnstilling of eventueel om de spieren te verslappen  Belangrijk dat er ook niet te veel schade aan te richten  De arm gaat in een draagdoek  Kan eventueel met een ingreep aangewezen  stabilisatie via arthroscopie of open ingreep  - Bovenarm o Humerusfractuur  Hoogenergetisch letsel  Cave nervus radialis  Geen ingreep, langzaam herstel  Behandeling is conservatief o Draagdoek o Gips o Sarmiento brace  Behandeling chirurgisch o Nagel o Plaat met schroeven  voordeel: zenuw kan bekeken en beschermd worden  nadeel: plaatsten van een dikke plaat in de buurt van de zenuw is niet zonder gevaar en moet gedaan worden door een chirurg met ervaring o elleboog  radius (spaakbeen)  zeer frequent  door de val op hand  meerderheid is niet verplaatst en functioneel wordt behandeld o converstaief  antalgische gips  punctie voor evacuatie bloed  punctie voor evacuatie bloed  typisch verloop, initieel weinig pijn, later spanning en moeizame mobilisatie o operatie noodzakelijk bij verplaatste fracturen  fixeren met schroefjes  niet mogelijk  fragmenten verwijderd en radiuskop wordt vervangen door metale prothese 13 Gedownload door sintayehu sebile ([email protected]) lOMoARcPSD|15036968  ulna (ellepijp)  meest frequente ulnafractuur is thv olecranon  wordt bijna altijd geopereerd o ORIF: pinnen of met schroef en cerclage o Na de operatie moet de arm direct gemobiliseerd worden  humerus (bovenarm)  gewricht zijn of erbuiten  altijd een significant letsel  sterke fixatie nodig: 2 platen en veel schroeven  intra-articulaire fractuur met veel fragmenten o ouderen: prothese o jongeren: primair herstel  vaak in combinatie gebroken van de fracturen of de breuk gecompliceerd door een luxatie  elleboogluxatie  gesloten reductie van elleboogluxatie dient te gebeuren in eht ZH onder algemene narcose  na de reductie een röntgenfoto nemen of cT-scan om breuk uit te sluiten  stabiliteit getest, terwijl patiënt nog in narcose is  bij instabiliteit (snel uit de kom) terug operatie nodig  gips of brace en snelle mobilisatie nodig!  Peesrupturen van de elleboog  Bicespspees komen regematig voor o Bij zwaar gewicht o Operatief terug vastgezet  Triceps o Zeldzaam, onderliggende oorzaak  steroïdegebruik o Operatief herstel - Onderarm o Meestal conservatief behandeld als geen verplaating van de fragmenten is o Verplaatst  operatie nodig, ORIF (plaat en schroeven) o Conservatieve therapie  Gips over de elleboog  Rotatie onderarm o Gevaar op compartiment syndroom  Kleiner risico op breuken dan onderbeen - Pols (examen vraag) o Distale radius  Veel voorkomend  Osteoporotische fractuur  Vermindert de sterkte van het bot  Niet of licht verplaatste fracturen worden behandeld met gipsimmobilisatie  Eerst open gips (eventueel zwelling) erna een gesloten gips o Tussen de gipsen RX genomen 14 Gedownload door sintayehu sebile ([email protected]) lOMoARcPSD|15036968  Verplaatste  Geslote reductie  Onvoldoende: ORIF nodig (plaat en schroef) o Carpus  8 beenderen  Meestal gips voldoende, verplaatste fracturen kan ORIf komen  Uitzondering  Scafoïd (fragiel van bloedvoorziening) o Risico op AVN o Gips wordt niet alleen de polls vastgezet maar ook de duim  dit beperkt het dagelijks leven o Fixatie met een holle schroef, brace waarbij de duim wordt vrijgelaten  hand veel functioneler - Hand o Na een val, slag of plettrauma o Vaker multifragementair, vaak veel zwelling waardoor heelkunde niet mogelijk is o Metacarpaal  Ontstaan door klap op de hand of door een directe impact op het bot  Conservatief behandeld  gips  Syndactylie verband of buddy tape  Vinger en een vinger ernaast samen ingetaped  Soms nodig te opereren  Via pinnen of plaat en schroef fixatie bij rotatie  Boksers fractuur  Afwijking meer als 45°  beste een reductie en fixatie o Intramedullaire pin, gips of zimmer atelle( aluminium strip dat gebrukt kan worden om de hand en vingers te immobiliseren) en een buddytape o Vingers  Mobilisatie  zimmer atelle  Rotatieafwijking, eerst reduceren eventueel fixatie o Peesletsels  Operatief herstel  Relatief frequent en open wonde  Extensorpeesrupturen: beter prognose  Flexorpeesrupturen: veel mogelijke complicaties (vergroeien, scheuren) Algemene orthopedische aandoening Artrose = slijtage - Verminderde dikte van het gewrichtskraakbeen en reactieve botvorming  osteofyten of papagaaienbekken - Genetiesche voorbeschiktheid, en mechanische belasting (zwaar werk, obseitats)  kan artrose optreden - Behandeling 15 Gedownload door sintayehu sebile ([email protected]) lOMoARcPSD|15036968 o Gewrichtsreductie en aanpassen belasting  Medicatie: glucosamine of hyaluronzuur kan beschermd effect hebben  Gewrichtssparende chirurgie, wegnemen osteofyten  Gewrichtsvervangende ofwel prothese chirurgie Osteoporose = verliezen van botten aan massa structuur - Zwakkere botten, breken makkelijker - Dexa scan om botdensiteit te meten - Behandeling o Preventie  Voldoende lichaamsbeweging  Gezonde voeding + innemen voldoende calcium en vitamine D  Valpreventie! o Medicatie: bifosfonaten = gebruikt om calcium in bot te houden en zodoende botverlies tegen te gaan Osteomalacie = minder calcium ingebouwd in het bot  botten zijn zachter( buigzaam) - Verminderde opname van Calcium uit de dunnen darm  hiervoor vitamine D nodig deze activeerd de dunne darm (zonlicht) - Gebrek aan zonlicht kan osteomalacie veroorzaken Osteogenesis imperfecta = genetiesche ziekte die broeze botten veroorzaakt - Verschillende types o Ernstige vorm zal het kind vaak in het eerste levensjaar sterven o Minder ernstige vorm: botbreuken Ziekte van paget = versterkte botopbouw maar ok versterkte botafbraak - Vervormen en kunnne pijn geven 16 Gedownload door sintayehu sebile ([email protected]) lOMoARcPSD|15036968 - Kans op ontaarding - Typosche kenmerk:”pepperpot skull” - In principe kunnen alle botten (vnl schedel, rug, bekken, femur, tibia) Exostose = beenderige uitstulping met hierop een kraakbeenkap - Erfelijke voorkomen met misvorming - Klein risico op kwaadaardigheid (ontaarding) - Bij pijn verder onderzoeken Myltipel myeloom = tumor van plasmacellen die het bot aantasten - Bot wordt zwakker en breekt - Komt vaak voor in de wervelzuil, soms nodig om het precentief te stabiliseren - Behandeling: radiotherapie en chemoterapie Botmetastasen = vaak voor bij heup, wervelzuil en ribben - Behandeling afhankelijk van de primaire tumor o Borstkanker en prostaatkanker zijn 2 soorten die vaak botuizaaiingen geven Bottumoren = prognose afhankelijk van de agressie van de tumorcellen - Radiotherapie, chemotherapie en chirurgie zijn vaak aangewezen o Afhankelijk van de plaatst soms radicale chirurgie of amputatie Infectie - Bot - = osteomyelitis o Hardnekkig en soms deel bot nodig om te verwijderen o Open fracturen en operaties geven een risico o Acuut: behandelen door IV antibiotica - Gewricht - = septische artritis o Zeer slecht voor de kraakbeen  zo snel mogelijk gespoeld worden in combinatie met IV antibiotica o Via de bloedbaan ontstaan maar ook na operaties of gewrichtspunctie o Is zeer pijnlijk, vuurrood en warm o Moeite met het gewricht te bewegen o Diagnotische punctie zal etter tonen en bloed: inflammatoire parametes Regionale orthopedische afwijkingen Voet en enkel - Hallux vagus o Standafwijking van de grote teen o Hoggte van metatarsophalangeale gewricht (MTP1) o Teen wijst teveel richting de andere tenen o Vaak pijn en hebben last dragen van schoenen o Meeste patiënten omwillen van het uitzicht o Behandeling  Spalken kan verlichting geven 17 Gedownload door sintayehu sebile ([email protected]) lOMoARcPSD|15036968  Operatie nodig: osteotomie en nadien gips - Hallux Rigidus o Thv MTP 1 o Gewricht is stijf o Pijn o Behandeling: artrodeze (vastzetten) - Hamerteen en klauwteen o Hamertrekking: strekking MTP, buiging PIP, strekking DIP o Klauwteen: strekking MTP, buiging PIP, buiging DIP - Platvoet o Oorzaak scheuren van de pees o Behandeling  Eerst symptomen te verminderend door steunzolen  Reconstructie van pees aangewzen o Oorzaak beenderige afwijking (abnormale verbinding tussen 2 achtervoet beenderen)  Operatie - Fasciitis plantaris/ hielspoor o Pijnlijke aandoeinging van het peesblad bij stappen zetten o Exosotese calcaneum vaak te zien op RX o Behandeling  Conservatief met ontstekingsremmende medicatie  Ijs, kinde, aanpassen schoeisel, strechting en eventueel infiltratie  Onvoldoende effect: operatie aangewezen maar meestal niet nodig  Hiervoor losmaken van het peesblad en verwijderen van hielspoor Knie - Meniscus o Structuur tussen de tibia en het femur o Mediale (binnenste) halve maan o Laterale (buitenste) open ronde o Menisci werken als schokdempers en zorgen ervoor dat ze beter op elkaar passen  Verspreiden de druk op de knie o kan scheuren bij een verkeerde (draai)beweging of degeneratieve scheru (slijtage knie) o behandeling  conservatief bij degeneratieve scheur  operatief: bij acute scheru bij jonge patiënten: meniscetomie zo min mogeljk  eventueel wordt het gehecht - kruisbanden 18 Gedownload door sintayehu sebile ([email protected]) lOMoARcPSD|15036968 o voorste kruisbanden scheur zijn zeer frequent door verdraaiing van knie o achterste kruisbandenscheur: zelden o minder stabiliteit -> zijn de kruisbanden gescherud, kan de knie bewegingen maken die normaal niet mogelijk zijn o behandeling  jonge patiënten: vervangen  ouder dan 40: afhankelijk van activiteitsniveau  conservatief: quadriceps trainen  heelkunde: arthorscopie, buigpees knie ter vervangen, goede resultaten - artrose o slijtage van de knie en het gewricht o behandeling  consercatief : gewichtsverlies  prothese Heup - dysplasie o = heup is een aangeboren afwijking tussen de heupkop en de kom (acetabulum) o Vroegtijdige slijtage gewricht o Bahendaling  Jongere kinderen: brace  Ouderen: operatie noodzakelijk,  Geen of weinig artrose is opgetreden kan het acetabulum aangepast worden door middel van een osteotomie  Of THP - Artrose o Zeer frequent o Duidelijke relatie met dysplasie van de heup o Behandeling : thp  Metaal, polyethyleen, keramisch o Complicatie  Heupprothese is de luxatie  Postoperatief moet de patiënt goed oppassen met rotatie bewegingen van het been  vooral naar binnen draaien (kruisen benen niet toegestaan) Wervelkolom - Lumbago o = lage rugpijn is een zeer vaak voorkomend probleem o Uitstralend naar bovenbeen o Slijtage facetgewrichten, verkramping spieren o Behandeling  Conservatief met pijnstilling  Ontstekingsremmers  Houdings-en bewegingadvies - Hernia nucleus pulposis (HNP) 19 Gedownload door sintayehu sebile ([email protected]) lOMoARcPSD|15036968 o = uitstulping van de kern van de tussenswervelschijf, door scheurtje in de buitenwand van deze schijf. o Duwt tegen de zenuw o Uitstralende pijn o Door de druk op de zenuw kan er een motorische uitval optreden o Behandeling  Conservatief  rust, ontstekingsremmers en kinesitherapie meestal onvoldoende  wanneer motorisch uitvalt  overgegaan worden naar infiltratie in de rug o pijn medicatie en corticoïden / niet voldoende kan dit worden herhaald  ernstige uitval of weinig reactie op de conservatieve therapie o operatief verwijderd - scoliose o = zijdelingse verkromming van de wervelkolom o Idiopatisch: geen duidelijk aanwijsbare oorzaak o Soms deel van een syndroom bv: syndroom van Down of deel van spierziekte o C-of S-vorming o Neemt tijdends de groeispurt sneller aan o Speciale braces om progressie van curve tegen te gaan o Behandeling  Kine en spierkracht (houdt kromming niet tegen)  Kromming meer dan 45° wordt operatief geïndiceerd  Hierbij wordt de scoliose gereduceerd en worden boven en onderliggende wervels gefixeerd met schroeven en staven  - Kyphose o = kromming van meestal de thoracale wervelzuil o Overdreven kromming van de wervels o Scheuremann: snellere groei achterkant o Bechterew: vastgroei wervels o Symptomen  Nek-, rug- en schouderpijn, vermoeidheid, hoofdpijn o Diagnose: kromming > 50° o Behandeling  Kine  Korset of brace 20 Gedownload door sintayehu sebile ([email protected]) lOMoARcPSD|15036968  Spondylodese Schouder - Impingement syndroom o Meest voorkomende schouder van de aandoening o Slijmbeurs en de pezen lopen tussen humerus en acromion (soort dak boven de schouder) o Behandeling  Conservatief  Pijnstilling  Onstekingsremmers  Kine  Injectie met corticoiden  Shaving acromion: bursa verwijderd en wordt een stukje van het acromion weggenomen om meer plaat te geven aan de structeren - Rotator cuff o = manchet van spieren en pezen rond de schouder o Spieren van de rotator cuff hechten aan op het schouderblad o Pezen aan het humeruskop aanhceten o Tendinosis zoals bij het ompingement syndroom tot een volledige scheru met verlies van functie van de schouder o Speciale vorm : tendinitis calcarea = kalkafzetting in de pees  Calcium komt vrij geeft dit een uitgesproken inflammatie van de pees en de bursa  Conservatief behandeld  Shockwave therapie gedaan o Geluidsgolven wordt het kalkdepot opgelost o Kalk kan operatief verwijderd worden o Scheuren van deze pezen komt vaak bij ouderen mensen o Kan ook na een val bv bij jongeren o Partiële scheur  Conservatief therapie leiden tot goede resultaten o Volledige scheru  Operatie vaak aangewezen  Omdat afwachten kan leiden tot uitbreiding van de scheur  Arthroscopie: botankers worden in de humeruskop geplaatst en de pees wordt met deze ankers terug aan het bot gehecht o Beschermd worden met een draagdoek o Zeer grote rotator cuff scheruen  Schouder sterk beperkt  pseudoparalyse (arm niet meer kunnen heffen)  Schouder zal dus subluxeren  Bahandeling o Prothese (omgekeerde prothese bij cuff- arthropathie itt gewone artrose) 21 Gedownload door sintayehu sebile ([email protected]) lOMoARcPSD|15036968 Elleboog - Tenniselleboog o Tendinosis van de extensoren van de pols o Laterale epicondylus = hechten aan op de buitenzijde van de elleboog o Meestal overbelasting o Behandeling  Conservatief  Pijnstillers, ontstekingsremmmers en via kine (stretchhing en speciale oef)  Injecties met corticoïden liever niet  Operatief  Na min half jaar conservatieve therpaie zonder resultaat  Artroscopische ingreep of via kleine incisie - - Golfelleboog o Identiek als tenniselleboog o Pezen van de flexoren en de pronarot aan de mediale epicondylus o Slechtere prognose met nervus ulnaris o - Nervus ulnaris o 10% van de bevolking krijgt ook nervus ulnaris symptomen  Met tintelingen in de pink en ringvinger 22 Gedownload door sintayehu sebile ([email protected]) lOMoARcPSD|15036968 o Symptomen door slapen met elleboog in hyperflexie of onder het lichaam  Bij flexie komt de elleboog onder spanning te staan en dit kan bloedvoorziening naar de zenuw tijdelijk afknellen  Elleboog wordt gestrekt, verwijderen de symptmen o Bij chroninsche klachten kan ook de motorfunctie worden aangetast  Langdurige inklemming: atrofie van handspieren o Diagnose  Bevestigd door een EMG  Operatie zeker nodig o Vrijleggen van zenuw, soms verplaatsen - Artrose o Vnl vorming van osteofyten en gewrichtsmuizen o Behandeling  Artoscopische ingreep  Losse stukken kraakbeen en bot worden verwijderd  Vervangen door prohese  Max 5kg tillen, 1,5 kg reperieve beweginen Pols en hand - Springvinger o Peesprobleem  Triggervinger of knipmesvinger o Knobbeltje op de pees door een ontsteking o Als de pees dan toch door de tunnel getrokken wordt, zal er een duidelijke klik optreden  heel erg pijnlijk o Behandelng  Conservatief  Injectie met corticoïden  Onvoldoende geholpen operatief o Openmaken van de tunnel - Carpale tunnel syndroom o Verdikking van de pezen in de carpale tunel geven compressie op zenuw (n medianus) o Last van paresthesieën in de handpal (slapende handen )  Na beweging is dit meestal beter o Behandeling  Conservatief  Nachtspalken helpt  Injectie met corticoïden  Veel gevallen operatief  tunnel te openen - Nervus ulnaris ter hoogte van kanaal van guyon o Veel minder frequent als inklemming van de zenuw ter hoogte van de elleboog en ook minder frequent dan carpale tunnel o Symptomatische inklemming van de nervus ulnaris ter hoogte van de pols, dient oepratief decompressie van dit kanaal te gebeuren - De quervain o 3de variant op een inklemming 23 Gedownload door sintayehu sebile ([email protected]) lOMoARcPSD|15036968 o Sterkker en de abductor van de duim ingeklemd o Als spalk, ontstekingsremmers of een injectie onvoldoende effecht hebben, kan hier ook de tunnel doorgesneden worden o Na de operatie  open gips  Operatie doet niets aan de ontsteking maar doet wel aan de oorzaak van de ontsteking - Polscyste o Uistulping van het kapsel waarin vocht kan ophopen o Geen pjin niet nodig om de cycte te verwijderen o Behandeling  Operatie  Cycste verwijderen en wordt een gat in het kapsel gemaakt om recidief te voorkomen  Na de operatie moet de pols 2 weken geïmmobiliseerd zijn - Ziekte van dupuytren o Erfelijke aandoening = verdikkingen en verkortingen ptreden van het peesblad van de handpalm o Vingers verliezen extensie  Progressief in buistenad komen staan o Behandeling  Operatie is pas aanwezig als de patiënt zijn hand niet plat op tafel kan leggen  Mogelijkheid om enzym in het dupuytren weefsel te spuiten en op deze manier te lossen  - Rhizartose o = slijtage van gewricht tussen de 1ste metacarpaal en het trapezium van de carpus o Stijfheid van het gewricht en pijn o Behandeling  Conservatief  Onstekingsremmers, pijnstilling en het dragen van een kleine brace  Operatief: o Trapezium kan worden verwijderd en met een pees kan dan de eerste metacarpaal gestabiliseerd worden o Gewricht te vervangen door een prothese 24 Gedownload door sintayehu sebile ([email protected]) lOMoARcPSD|15036968  Hierbij wordt een kom geplaatst in het trapezium en een steel met een kopje in de metacarpaal 25 Gedownload door sintayehu sebile ([email protected])

Use Quizgecko on...
Browser
Browser