Leerstofoverzicht MTS December 2024 PDF

Document Details

UnlimitedAgate2181

Uploaded by UnlimitedAgate2181

Technische Scholen Mechelen

2024

MTS

Tine Van der Borght, Simon Davidse, Laura Fordel, Tom Versmissen

Tags

MTS exam financial literacy political studies mathematics

Summary

This document is a study guide for MTS (presumably a type of secondary school program in Belgium) exams in December 2024. It covers various topics including time management, personal finance, and basic political studies. Topics and questions are outlined and categorized for easy understanding of the material to be studied by the students.

Full Transcript

**December 2024** **5 Arbeidsmarkt**\ **Leerkracht: Tine Van der Borght, Simon Davidse, Laura Fordel, Tom Versmissen** **LEERSTOFOVERZICHT MTS DECEMBER** - **Hoe leer je het best voor het examen?** Opgelet: er zijn twee examens, één op donderdag en één op vrijdag. Het **eerste deel is MTS** op...

**December 2024** **5 Arbeidsmarkt**\ **Leerkracht: Tine Van der Borght, Simon Davidse, Laura Fordel, Tom Versmissen** **LEERSTOFOVERZICHT MTS DECEMBER** - **Hoe leer je het best voor het examen?** Opgelet: er zijn twee examens, één op donderdag en één op vrijdag. Het **eerste deel is MTS** op donderdag 12/12. Hiervoor moet je de bundels goed studeren. Overloop opnieuw je evaluaties (BW's en toetsen) zodat **Het tweede deel is Begrijpend lezen**. Het examen vindt plaats op vrijdag 13/12. De teksten die je moet kennen vind je op Smartschool \> Documenten \> Examen. Bereid deze teksten goed voor, als je ze voor de eerste keer leest op het examen, ga je niet genoeg tijd hebben. Baseer je op het overzicht hieronder om te weten wat je goed moet kennen en kunnen. - **Kennen en kunnen** **[Deel 1. MTS (do 12/12)]** A. [Bundel Tijd] - Onze tijdlijn (p 2-3): - Je kan een jaartal op de juiste plaats op de tijdlijn plaatsen - Eeuwen (p 3,4 +BW) - Je kan het juiste millennium en de juiste eeuw bepalen van een jaartal - Je kan de woorden decennium, eeuw en millennium correct gebruiken. - De Kalender (p 5-10+BW) - Je kent de verschillende eenheden van tijd (minuut, trimester, etmaal...) en je kan deze termen correct gebruiken. - Je kan berekeningen uitvoeren met tijdsbepalingen (uren, minuten, seconden) - Je kan vragen oplossen aan de hand van een app of grafiek B. [Bundel Slim met je geld] - Het persoonlijk budget (p 4-7) - Je kent het verschil tussen lange en korte termijn inkomsten en uitgaven - Je kan berekeningen maken met inkomsten en uitgaven en een saldo berekenen. - Je kan een week- maand- of jaarbudget opstellen. - Je kan financiële keuzes maken op basis van een budget. - Veilig online shoppen (p 11 -- 13) - Je kan een tekst samenvatten. - Je kan de hoofdgedachte uit een tekst halen. - Je kan informatie halen uit een tekst. - Je kan informatie in je eigen woorden weergeven. - Het gezinsbudget (p 15 -- 20) - Je kent de verschillende bronnen van inkomsten. - Je kan het verschil uitleggen tussen een aanvullend en een vervangingsinkomen. - Je kent de verschillende toelagen en uitkeringen. - Je kan in een situatie uitleggen welke uitkering(en) je kan aanvragen. - Je kent de verschillende instanties om uitkeringen en toeslagen aan te vragen. - Het gezinsuitgaven (p 21-23) - Je kent het verschil tussen vaste en variabele uitgaven en inkomsten. - Je kent de voornaamste uitgaven van een gezin - Je kan financiële termen uitleggen in je eigen woorden - Inflatie/deflatie (p 24-25) - Je kan de termen inflatie en deflatie uitleggen in eigen woorden - Je kan het effect berekenen van inflatie en deflatie op een gezinsbudget. - Budget beheren (p 26) - Je kan een budgetplan opstellen - Sparen (p 27 -- 31) - Je kent de verschillende spaarvormen - Je kent het verschil tussen een spaar- en termijnrekening en je kan dit uitleggen - Je kent het verschil tussen sparen en beleggen - Je kan de intrest op een spaarrekening berekenen - Beleggen (p 34-42) - Je kent de verschillende beleggersprofielen en je weet welke bij jou past - Je kent de verschillende beleggingsproducten en je kan hier keuzes in maken - Je kan de risico's inschatten van verschillende beleggingsproducten - Zie ook toets sparen en beleggen! - Crypto (p 43-49) - Je kent de verschillen tussen beleggen en crypto - Je kent het verschil tussen crypto en klassieke munten - Je kent de risico's en valkuilen van crypto - Je kent de termen blockchain en bitcoin C. [Bundel Politiek] - Hoe groot is België (p 3-7) - Je kan de oppervlakte berekenen van een figuur aan de hand van de juiste formule - Je kent de breukschaal en de lijnschaal en je kan hier afstanden mee berekenen - Je kan afstanden omzetten van cm naar km en omgekeerd - Zie ook toets schaalberekening! - Ons Koningshuis (p 8-9) - Je kent de 7 Belgische koningen - Bestuursniveaus (p 10-15) - Je kent de verschillende bestuursniveaus in België en hun bevoegdheden (die in de bundel ter sprake komen) - Je kan de nieuwe politieke woorden uitleggen in je eigen woorden en in een zin gebruiken - Je kan krantenartikelen situeren bij het juiste bestuursniveau - Belgische verkiezingen (p 16-17) - Je kan de evolutie van het Belgisch stemrecht/plicht in je eigen woorden weergeven - Je kent het verschil tussen stemrecht, stemplicht en opkomstplicht - Partijpolitiek (p 18 -- 23) - Je weet wat politieke partijen zijn en hoe ze gevormd worden - Je kan de termen links, rechts, conservatief, progressief, ideologie, kiesdrempel, coalitie, volmacht... in je eigen woorden uitleggen en in de juiste context gebruiken - Je kent de 7 grootste Vlaamse politieke partijen - Je kent het verschil tussen links en rechts - Kiezen (p 24-33) - Je kent het verschil tussen stemrecht, stemplicht en opkomstplicht - Je kent het verschil tussen een lijststem, voorkeurstem en blanco stem - Je kent het verschil tussen een oproepingsbrief en een uitnodigingsbrief en je kan er de belangrijkste informatie op terugvinden - Je kent de verschillende verkiezingen en om de hoe veel jaar ze plaatsvinden ( p 29) - Je kan rekenen met percentages - Je kan percenten weergeven in een cirkeldiagram - Je kan een cirkeldiagram tekenen met een geodriehoek en je kan een cirkeldiagram interpreteren - Zie toets politiek! - Buitenlandse politiek - Je kan het verschil tussen een monarchie en democratie uitleggen - Je kent het verschil tussen een monarchie en een republiek D. [Bundel WOII] - Je weet wanneer WOII heeft plaatsgevonden - Je kan uitleggen wat propaganda is en je kan het ook herkennen - Je kan uitleggen hoe de Duitsers (nazi's) propaganda gebruikt hebben tijdens de oorlog - Je kan uitleggen hoe je propaganda vandaag nog tegenkomt - Je kan uitleggen wat het Verzet is - Je kan uitleggen hoe Joden systematisch gediscrimineerd werden - Je kent het verschil tussen fictie en non-fictie en je kan bepalen of een tekst fictie of non-fictie is - Je kan de nieuwe woordenschat (antisemitisme, propaganda, massacommunicatie, deportatie...) in je eigen woorden uitleggen en in een zin gebruiken - Zie ook BW's waar deze doelstellingen aan bod komen **Algemene doelstellingen:** - Je kan informatie vinden en selecteren uit geschreven bronnen - Je kan onderwerp, hoofgedachte en hoofdpunten bepalen van teksten - Je kan de betekenis van woorden en uitdrukkingen afleiden uit de context - Je kan nieuwe woorden in je eigen woorden uitleggen en gebruiken in de juiste context - Je kan grafieken interpreteren - Je kan je mening beargumenteren **[Deel 2: Begrijpend lezen]** Op het examen krijg je een tekst die je begrijpend moet lezen. Deze tekst lees je best **op voorhand** (zie Smartschool), anders kom je in tijdnood als je ze voor het eerst leest op het examen. - Tekst Politieke partijen - Tekst Beleggen\ Tekst dictatuur - Tekstfragment Maus (graphic novel) Hoe bereid je dit voor? Gebruik de leesstrategie die we tijdens de les geleerd hebben: - Lees eerst oriënterend: - Wat is het onderwerp van de tekst? - Wat leer je uit de titels, ondertitels en quotes? - Wie is de zender en ontvanger? Wat is de boodschap? - Lees dan globaal: - Lees de inleiding. Wat is de hoofdgedachte van de tekst? - Wat zijn de hoofdpunten van de tekst? - Wat is het doel van de tekst? - Lees ten slotte intensief: - Probeer alles te begrijpen. - Wat zijn de hoofd- en bijzaken? - **Wat moet je meebrengen?** Minstens twee balpennen. Geodriehoek en rekenmachine.

Use Quizgecko on...
Browser
Browser