Naburige rechten van auteursrecht PDF
Document Details
Uploaded by PopularLimeTree1850
Université catholique de Louvain
Tags
Summary
Dit document bespreekt de verschillende aspecten van naburige rechten en auteursrechten in detail, met enkele voorbeelden. Het belicht ook uitzonderingen en de duur van bescherming.
Full Transcript
Hoofdstuk II : De naburige rechten van het auteursrecht Naast auteursrechten bestaan naburige rechten op “verwante” prestaties. Het systeem, de prerogatieven voor deze rechten zijn dezelfde, alleen de protagonisten zijn anders. Het systeem van de naburige rechten werd gecreëerd om alle personen die...
Hoofdstuk II : De naburige rechten van het auteursrecht Naast auteursrechten bestaan naburige rechten op “verwante” prestaties. Het systeem, de prerogatieven voor deze rechten zijn dezelfde, alleen de protagonisten zijn anders. Het systeem van de naburige rechten werd gecreëerd om alle personen die in verband staan tot bepaalde auteurswerken te beschermen. Naburige rechten worden dus toegekend aan zij die in verband staan met de hoofdartiesten. Deze rechten doen geen afbreuk aan de auteursrechten (art. XI. 203 WER). Omgekeerd is er ook geen suprematie van het auteursrecht. Een cumul van een naburig recht met auteursrechten of met verschillende naburige rechten is evenzeer mogelijk. Ex. Naburig recht op uitvoering van auteurswerk (verschillende uitvoeringen van hetzelfde werk door verschillende uitvoerders worden beschermd door onderscheiden naburige rechten) of op fonogram (per opname). Het doel van deze naburige rechten is om een passend inkomen te garanderen voor uitvoerende kunstenaars en om de investering van producenten te beschermen. Uitvoerende kunstenaars gaan op veel vlakken op een gelijke manier als auteurs beschermd worden. Dit is omdat zij fysieke personen zijn die minder sterk staan dan de exploitanten. De producenten willen een passend inkomen, maar willen vooral dat hun investering beschermd wordt (video-opnames, …), omdat dit grote budgetten zijn. Er bestaan verschillende types van naburige rechten : - Uitvoerende kunstenaar ; - Producenten van fonogrammen ; degene die de geluidsopnames maken - Producenten van eerste vastleggingen van films ; - Omroeporganisaties ; RTBF bijvoorbeeld - Er is een voorstel voor een Richtlijn “copyright in the digital single market” voor persuitgevers. De pers lijdt namelijk enorm aan die digitalisering: er is een groot probleem voor die organisaties die eeuwenlang kranten konden drukken en verkopen. Dit businessmodel is wel degelijk gemigreerd naar een onlinemodel, maar de inkomsten ervan is veel lager. Tegelijkertijd wordt er ook vastgesteld dat FB, Google,.. veel geld verdienen met de content van de pers (op FB klikt men veel op de content van pers). Er wordt onderhandeld op Europees niveau om er naburige rechten 83 aan te geven zodat ze rechten kunnen laten gelden die ze kunnen monetiseren ten opzichte van Facebook, Google,... RL 2019/790 van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG Er is geen hiërarchie tussen de verschillende types van naburige rechten. Als je een verfilming hebt en een geluidsopname, dan heeft de ene geen voorrang op de andere. Je moet de toestemming vragen voor beiden. §1. De uitvoerende kunstenaar Er staat geen definitie van de uitvoerende kunstenaar in de wet, maar we kunnen denken aan zangers, muzikanten, dansers, acteurs en zelf variété- en circusartiesten, en regisseurs (art. XI. 204 WER). Het voorwerp van de bescherming is telkens een artistieke prestatie, een interpretatie van een uitvoering of een opvoering van een auteurswerk (inclusief publiek domein). Ex. Een acteur heeft een naburig recht op elke opvoering van een toneel die hij doet. Hij kan dus verbieden opnames te maken van zijn opvoeringen. We zoeken naar een prestatie die een band heeft met een auteurswerk. Het kan zijn dat dat werk ondertussen in het publiek domein is (en dus niet meer beschermd is), maar we zijn op zoek naar een bepaalde sector, creativiteit. Bv. : Molière wordt niet meer beschermd onder auteursrecht maar de artistieke prestatie van zijn werk wordt wel beschermd. We vinden een opsomming, een omschrijving van uitvoerende kunstenaars in de Conventie van Rome (art. 3(a)). Het zijn uitvoerders van artistieke prestaties. Verder dan dat gaan we niet : we zijn niet op zoek naar oorspronkelijke prestaties, het uitvoeren van een artistiek werk volstaat. De bedoeling is namelijk om een onderliggend werk mee te delen. Als er een stuk van de prestatie wel oorspronkelijk is, zal de uitvoerder zelf een auteursrecht krijgen. 84 Wat niet is beschouwd als een uitvoerende kunstenaar : - De aanvullende kunstenaars : figuranten (art. XI. 205 WER) ; - Mannequins, sportieve atleten, deelnemers aan een reality show. Voor de sportieve atleten zou een uitzondering gemaakt kunnen worden voor kunstzwemmen en kunstschaatsen (als er een choreografie is (grijze zone)) ; - Nieuwslezers ; - Mensen die technische prestaties leveren (Ex. Cameraman, geluidsingenieur,…). Uitvoerende kunstenaars genieten een bijzondere bescherming wat betreft hun morele rechten, de bescherming binnen de contracten en het vermoeden van houderschap (art. XI. 205, §2 WER). §2. De producent (Art. XI.209 e.v. WER) We hebben twee types producenten : de producenten van fonogrammen en die van de eerste vastlegging van films. Het voorwerp van de bescherming gaat dus over de opnames van geluid en/of beeld. Hier is er niet noodzakelijk een verband met een beschermde uitvoering van een beschermd werk. Het is perfect mogelijk om een beschermde opname te hebben van een sportwedstrijd. Belangrijk om op te merken is dus dat het niet noodzakelijk moet gaan om een artistieke prestatie. Het gaat alleen maar om de eerste fixatie of vastlegging van geluid en/of beeld omdat er daar veel investering mee gepaard gaat. De notie van producent kent geen definitie in het WER. Men moet dan kijken naar het internationaal kader : - Voor de producent van fonogrammen vinden we verschillende elementen in de Conventie van Rome, alsook in de WPPT. Volgens deze teksten is een producent van fonogrammen een persoon (natuurlijke of rechtspersoon) die voor het eerst het geluid van een uitvoering of een ander geluid vastlegt (volgens de Conventie van Rome) ; die initiatief neemt en verantwoordelijkheid draagt voor de eerste vastlegging (volgens het WPPT). Een “fonogram” is iedere uitsluitend hoorbare vastlegging van klanken van een uitvoering of van andere klanken (art. 3(b) Conventie van Rome) ; 85 een weergave van geluiden anders dan in de vorm van een vastlegging, opgenomen in een cinematografisch werk of ander audiovisueel werk (art. 2(b) WPPT). Ook natuurlijke geluiden kunnen het onderwerp zijn van een beschermde opname ; - Bij de producent van eerste vastlegging van een film gaat het over beelden, al dan niet met geluid. De producent hier is de persoon die voor het eerst een cinematografisch of audiovisueel werk of bewegende beelden, met of zonder geluid, vastlegt (art. 2(1)(e) RL2006/115). Het gaat niet noodzakelijk om een vastlegging van (de uitvoering van) een auteurswerk. Ex. Een natuurfilm. Wat hier belangrijk is, is dat we wél beelden moeten hebben. Om van de bescherming van producenten te kunnen genieten, moet er geen artistieke bijdrage zijn, maar wel een financiële, organisatorische investering (een risico moet zijn aangegaan). Dit maakt het onderscheid met de artistieke producent. HVJ over het sampling : Zie HvJEU, C-476/17, Pelham e.a. (Kraftwerk), punt 30 “... doelstelling van het uitsluitende recht van de fonogramproducent, namelijk het beschermen van de investeringen van die producent.” §3. Omroeporganisaties (Art. XI.215-216 WER) Wat de omroeporganisaties betreftn, vinden we geen wettelijke definitie in het WER maar we kunnen gaan kijken in het verdrag van Rome (art. 3(f)), maar die dateert al van de Jaren 1960’s). Zie ook : art. 1(f) RL 2010/13 audiovisuele mediadiensten “omroeporganisatie”: een aanbieder van mediadiensten die televisie-uitzendingen aanbiedt; “televisieomroep” of „televisie-uitzending”: (d.w.z. een lineaire audiovisuele mediadienst) een door een aanbieder van mediadiensten aangeboden audiovisuele mediadienst voor het gelijktijdig bekijken van programma’s op basis van een programmaschema Bij omroeporganisaties is het voorwerp van de bescherming het signaal dat uitgezonden wordt via radio-golven, kabel of satelliet (geen retransmissie). Het doeil is de bescherming van investering in het signaal. 86 De omroep is het organisme dat deze geluiden, of beelden en geluiden uitzendt via radio- golven, kabel of satelliet. Het betreft niet noodzakelijk een artistieke prestatie of auteurswerken. §4. Beschermingsomvang A. Beschermingsduur De naburige rechten worden in principe beschermd voor de producenten/omroep 50 jaar na de vastlegging of prestatie (eerste uitzending). Wat de uitvoerende kunstenaar betreft, is de duur 50 jaar na de prestatie (opvoering/uitvoering, tenzij fixatie en publicatie en/of mededeling aan het publiek). Het beginpunt van de beschermingsduur zal kunnen variëren. Er is evenwel een bijzondere regeling voor uitvoerende kunstenaars waarvan de prestatie is vastgelegd op fonogrammen (art. XI. 208-210 WER), onder durk van de muziekindustrie. Bepaalde geluidsopnames zijn namelijk nog altijd enorm populair, ook al zijn ze al bijzonder oud. Ex. The Beatles, the Rolling Stones,… Men moet kijken naar een verlenging van de beschermingsduur. En cours de route wordt de beschermingstermijn dan verlengd van 50 naar 70 jaar na de eerste publicatie, de eerste mededeling. De bescherming werd ook uitgebreid met 20 jaar voor producenten van fonogrammen (art. XI. 209 WER) maar zij moeten aan verschillende voorwaarden voldoen. Ze krijgen die 20 jaar erbij als er sprake is van een daadwerkelijke exploitatie. Aangezien zijn exclusieve rechten dan worden verlengd, is de producent echter een bijkomende vergoeding verschuldigd aan de uitvoerende kunstenaar, wanneer er initieel een forfaitaire vergoeding voorzien was. Wanneer het werk niet daadwerkelijk wordt geëxploiteerd, heeft de uitvoerende kunstenaar de mogelijkheid om de overdracht van zijn rechten te beëindigen (zijn rechten “terug te nemen”). De rechten van de producent op de fonogram vervallen dan. B. Vermogensrechten De vermogensrechten van de uitvoerende kunstenaars en producenten zijn heel gelijkaardig aan die van de auteurs, namelijk het recht op reproductie (inclusief verhuur en uitlening), distributie en de mededeling aan het publiek (inclusief de on demand beschikbaarstelling, verhuur en uitlening). Er was een twijfel ontstaan of de notie van de mededeling aan het publiek dezelfde was. Het Hof van Justitie heeft bevestigd dat het wel 87 degelijk om dezelfde notie gaat. Er is ook sprake van bepaalde vergoedingsrechten die uitgeoefend worden door collectieve beheersvennootschappen. Zie ppt voor de beslissingen : Distributie (+ uitputting) (HvJEU, C-476-17, Kraftwerk, punt 55 – producent heeft recht om “kopie” van fonogram te verkopen – “uitsluitend materiaal waarop al het geluid of een substantieel deel van de op een fonogram vastgelegde geluiden”) “Gedeeltelijke reproductie” producent kan beletten dat “geluidsfragment van zijn fonogram, hoe kort dan ook, door een derde wordt overgenomen en op een ander fonogram wordt vastgelegd, tenzij dat fragment in een gewijzigde en voor het oor onherkenbare vorm op laatstgenoemd fonogram wordt vastgelegd” (HvJEU, C-476-17, Kraftwerk, punt 39). Motivatie: bescherming investering >< artistieke expressie (sampling) Wat de vermogensrechten van de omroepen betreft, moet men naar art. XI 215 van het WER gaan kijken. De vermogensrechten van uitvoerende kunstenaars, producenten en omroeporganisaties zijn min of meer gelijklopend. Toch is er voor de omroep nog iets anders, namelijk dat zij een signaal uitzendt. De omroep heeft het recht op dat signaal waardoor zij als enige beschikt over het recht van - Heruitzending (via radio, kabel of satelliet) ; - Reproductie en distributie ; - Mededeling in een publiek toegankelijke plaats met betaling van toegangsgeld ; - Beschikbaarstelling on demand (bv. BelgacomTV), waarbij bv. toestemming van de omroep nodig is om een TV-aflevering te kunnen bekijken. Ter illustratie : een internetdienst capteert televisiesignalen en stelt vervolgens een stream beschikbaar op het internet. Men capteert een signaal en geeft het door, waardoor de consument op latere tijdstippen naar zijn favoriete aflevering kan kijken, terwijl in principe enkel de omroeporganisatie het recht op heruitzending heeft. 88 C. Uitzonderingen De uitzonderingen (art. XI. 217-219 WER) komen min of meer overeen met die van de auteursrechten. Dit is logisch, want vaak gaan de auteursrechten en naburige rechten samen voorkomen. De wetgever heeft die uitzonderingen met elkaar gelijkgetrokken zodat de ene uitzondering voor de andere ook geldt en dat de exploitatie samen kan gebeuren. Daarnaast hebben we ook de secundaire mededelingen, die alleen gelden voor de uitvoerende kunstenaars en producenten, maar niet voor de auteurs (art. XI 212-214 WER). Indien een prestatie met toestemming gefixeerd is, is de openbare uitvoering of de uitzending via omroep ervan toegestaan zonder dat toegangsgeld of een vergoeding verschuldigd zijn (door het publiek dan ?). Voor de secundaire mededelingen hebben de uitvoerende kunstenaar en de producenten geen exclusief recht, er moet dus geen toestemming gevraagd worden. Hoewel de uitvoerende kunstenaar en de producent zich er niet tegen kunnen verzetten, hebben ze wel recht op vergoeding (de “billijke vergoeding”). Ex. Een muziekuitvoering die opgenomen wordt en uitgebracht wordt door de radio, openbare uitvoeringen (Ex. In cafés). De omroeporganisatie en de caféhouder, gaan geen toestemming moeten vragen aan de onderhouders van de naburige rechten. De uitvoerder gaat de omroep niet kunnen beschuldigen van een inbreuk van zijn rechten, maar zal die enkel een vergoeding kunnen vragen. De omroeporganisatie gaat die opname kunnen exploiteren zonder toestemming (niet nodig voor naburige rechten), maar voor de auteurs zal hij wel een toestemming moeten krijgen. Fixatie van prestaties met toestemming => (i) openbare uitvoering, zonder toegangsgeld of vergoeding of (ii) uitzending via omroep Exclusief recht van omroepen beperkt tot mededeling tegen toegangsgeld/vergoeding. Doorgifte van televisiesignalen per kabel in hotelkamer (hogere prijs indien televisie): geen dienst tegen betaling van een toegangsprijs - exclusief recht van omroeporganisatie niet van toepassing (HvJEU Verwertungsgesellschaft Rundfunk GmbH t. Hettegger Hotel Edelweiss GmbH, C-641/15) Geen exclusief recht voor UK en producenten, maar wel vergoeding (“billijke vergoeding”) D. Uitvoerende kunstenaars De bescherming van morele rechten geldt alleen voor uitvoerende kunstenaars (art. XI. 204 WER) : het zijn fysieke personen die een hechte band hebben met de uitvoering van hun werk. Net als voor de auteursrechten zijn de morele rechten onvervreemdbaar. De globale 89 afstand is dan nietig. Precieze contractuele afspraken omtrent de uitoefening van die rechten zijn wél mogelijk. Ex. Een stemopname van een zangpartij die nadien geretoucheerd wordt. Met morele rechten bedoelt men het recht om een onjuiste toeschrijving te verbieden en de naamvermelding overeenkomstig de eerlijke beroepsgebruiken. Je moet gaan kijken naar wat gangbaar is in de welbepaalde sector. Par exemple, lorsqu’un enregistrement d’un orchestre est réalisé, on peut ne reprendre que le nom de l’orchestre en général et ne pas devoir demander le nom de chacun des musiciens en particulier. Deze morele rechten houden ook een beperkt integriteitsrecht in. Men heeft namelijk het recht om zich te verzetten tegen elke misvorming, verminking of andere wijziging van de prestatie, dan wel tegen enige andere aantasting ervan die de eer of de reputatie kunnen schaden, en dit ongeacht contractuele bedingen die zijn aangegaan. Bijzondere bepalingen audiovisuele werken (art. XI.206, §2 WER); De overdracht van rechten van uitvoerende kunstenaars is gelijklopend met dat van het auteursrecht : - Aanduiding van de naam : wanneer iemand wordt vernoemd als uitvoerende kunstenaar wordt die ook vermoed de echte uitvoerende kunstenaar te zijn. Dit is een vermoeden van recht (art. XI.205, §2 WER) ; - Er bestaan ook bijzondere regels voor het sluiten van contracten door de uitvoerende kunstenaars, die gelijkaardig zijn aan die van het auteursrecht (art. XI.205, §3-4 WER) ; - Voor audiovisuele prestaties is er een vermoeden van overdracht aan de filmproducent (art. XI.206 WER) ; - Live voorstelling door een ensemble : bij live voorstellingen oefenen de solisten, de dirigenten, de regisseurs zelf hun rechten uit. Voor de andere uitvoerende kunstenaars, worden deze rechten echter door de directeur van hun groep (art. XI.207 WER) uitgeoefend. 90 Perspublicaties (nieuw !!!) Ingevoerd met richtlijn 2019/790. Het is een nieuw recht op “publicatie”. Pers als sector moet overleven (ook geschreven pers) en daardoor is de europese wetgever ingetreden. Voorwerp van de richtlijn wordt vervat in art. 2(4). “Perspublicaties” (art. 2(4) RL 2019/790) een verzameling die voornamelijk bestaat uit literaire werken van journalistieke aard maar ook andere werken of andere materialen kan omvatten, en die: a) een afzonderlijk element onder één titel vormt in een periodiek uitgegeven of regelmatig bijgewerkte publicatie, zoals een krant of een tijdschrift met een algemene of specifieke inhoud; b) als doel heeft het algemene publiek informatie te verstrekken over nieuws of andere onderwerpen, en c) via een of ander medium wordt gepubliceerd op initiatief van en onder redactionele verantwoordelijkheid en controle van een dienstverlener. Periodieke publicaties die voor wetenschappelijke of academische doeleinden worden uitgegeven, zoals wetenschappelijke bladen, worden voor de toepassing van deze richtlijn niet beschouwd als perspublicaties; Vermogensrechten – Reproductierecht en mededeling aan het publiek voor het onlinegebruik van perspublicaties door aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij – Beperking – niet van toepassing op: privé-persoon/individuele gebruiker voor niet-commercieel gebruik Hyperlinking losse woorden of zeer korte fragmenten van een perspublicatie – Billijke vergoeding (delen met auteur) Duur: 2 jaar na verschijnen perspublicatie 91