Diphterie, Pertussis, Tetanus en Vaccinatieoverzicht PDF

Summary

Dit document geeft een overzicht van de infectieziekten difterie, kinkhoest, tetanus, en Haemophilus influenzae type B (HIB), en hun behandeling en preventie via vaccinatie. De documentatie beschrijft de microbiologische aspecten, klinische kenmerken en epidemiologische context van deze ziektes.

Full Transcript

Colleges microbiologie (bacteriologie)  Difterie  Tetanus  Kinkhoest  Haemophilus influenzae type B (HIB)  Vaccinaties Difterie CORYNEBACTERIUM DIPHTERIAE AEROBE GRAM POSITIEVE STAAF ZIEKTEVERSCHIJNSELEN WORDEN VEROORZAAKT DOOR EEN TOXINE TRANSMISSIE DOOR HOESTEN...

Colleges microbiologie (bacteriologie)  Difterie  Tetanus  Kinkhoest  Haemophilus influenzae type B (HIB)  Vaccinaties Difterie CORYNEBACTERIUM DIPHTERIAE AEROBE GRAM POSITIEVE STAAF ZIEKTEVERSCHIJNSELEN WORDEN VEROORZAAKT DOOR EEN TOXINE TRANSMISSIE DOOR HOESTEN (DRUPPELINFECTIE) Difterie  Infectie voor het eerst beschreven in de vroege 17e eeuw.  Door de eeuwen heen, diverse outbreaks in verschillende delen van de wereld.  Transmissie door druppelinfectie  Vaak geassocieerd met humanitaire crises  Morbiditeit en sterfte sterk afgenomen door vaccinatie (WHO 1974)  Recente geschiedenis: Haïti, Venezuela Corynebacterium diphteriae, Gram-kleuring Klinische verschijnselen  Koorts  Keelpijn met slik-klachten (door oedeem van de larynx en hals)  Raspende ademhaling, met respiratoire insufficientie  Cyanose  Stinkende purulente snot  Lymfadenopathie  In bijzondere omstandigheden ook huid-ulcera  Er zijn ook asymptomatische dragers, die wel infectieus zijn Difterie; grijs-wit, vastzittend beslag op de tonsillen Ulcus veroorzaakt door difterie Difterie  De bacterie veroorzaakt een toxine, dat de ziekteverschijnselen veroorzaakt  Behandeling met penicilline of erythromycine, timely  Mortaliteit 5-10 %  Incidentie wereldwijd is enorm afgenomen door vaccinatieprogramma’s  Outbreaks bij ongevaccineerden Tetanus CLOSTRIDIUM TETANI GRAM-POSITIEVE STAAF, STRICT ANAEROOB, SPOREVORMEND Clostridium tetani  Transmissie door huidtrauma middels roestige spijkers, doornen, prikkeldraad, dierenbeten (sporen in mondholte en maagdarmkanaal)  Komt wereldwijd voor  Produceert een exotoxine (tetanospasmine) dat via de bloed- en lymfebanen zenuwweefsel invadeert Clostridium tetani, Gram-kleuring Klinische verschijnselen  Incubatietijd is 3 – 21 dagen  Koorts en zweten  Hoofdpijn  Spierspasmen  Kaakklem  Dysphagie door laryngospasme  Hartkloppingen  Onbehandeld is case fatality rate 40 – 75 %. Risus sardonicus door kaakklem (lock jaw) bij tetanus Behandeling van tetanus  Wondtoilet  Antibiotica: primair bedoeld om bacteriegroei en neurotoxine productie tegen te gaan; alleen bij wond met tekenen van infectie (metronidazol/doxycycline)  Immunoglobuline en/of vaccin (zie indicaties)  Spasmolytica/anxiolytica bij symptomen Preventie van tetanus  Vaccinatie (geïnactiveerd tetanospasmine)  (kinderleeftijd), herhalen elke 10 jr.  Bij trauma:  Als laatste vaccinatie , > 10 jr. geleden: Ig (MATIG) plus booster vaccin  Als laatste vaccinatie < 10 jr. geleden: alleen booster vaccin  (bij een wond door een vuil object wordt 5 jr. aangehouden) Kinkhoest (pertussis,whooping cough) BORDETELLA PERTUSSIS GRAM-NEGATIEVE COCCOBACIL, AEROOB INFECTIE DOOR AANGEHOEST WORDEN Bordetella pertussis, Gram-kleuring Transmissie van Pertussis (kinkhoest)  Druppelinfectie, door niezen, loopneus  Patienten zijn dan nog niet erg ziek  Preventie van verspreiding (antibiotica) is in deze fase essentieel belangrijk.  Outbreaks bij groepen van mensen die niet gevaccineerd zijn, of die niet langer beschermd zijn Epidemiologie van pertussis  200-400 miljoen gevallen per jaar, 90 % in ontwikkelingslanden  400.000 sterftes per jaar, vnl jonge kinderen  In USA jaarlijks 1 – 3 miljoen gevallen, vnl bij jonge volwassenen.  Outbreaks komen elke 2- 3 jr. voor.  Oorzaken:  Ongevaccineerde groepen in de samenleving  Niet alle gebruikte vaccins geven levenslange bescherming! (revaccinatie van adolescenten in enkele landen ingevoerd) In 2018 toch nog 150.000 cases wereldwijd; met name door ‘poor vaccination coverage’. Symptomen van kinkhoest  Verkoudheid (loopneus)  Niezen  Koorts  Kriebelhoest  Na 2-3 weken  Hevige hoestbuien met taai slijm  Gierende inademing  Cyanose (bij jonge kinderen)  Mortaliteit vooral bij babies < 3 mnd. Diagnostiek van kinkhoest  Klinisch beeld  Nasopharyngeal swab voor kweek en/of PCR  Serologie (vaak negatief in vroege fase) Behandeling van kinkhoest  Antibiotica zo vroeg mogelijk starten; bij sterke verdenking vóór confirmatie van de diagnose (preventie van verdere verspreiding)  Vroege start voorkomt ernstige symptomen  Laat starten (na 2-3 weken) heeft geen zin meer, ook als er nog symptomen zijn. (Toxine draagt in belanrijke mate bij aan pathologie.) Welk antibioticum?  Macroliden (Erythromycine, Azithromycine)  Alternatief: Cotrimoxazol  Behandelingsduur: 3 tot 7 dagen Haemophilus influenzae  Gram-negatieve coccobacil  Facultatief anaeroob  Vele stammen, gekapseld en ongekapseld  Gekapselde Hib veroorzaakt vooral pathologie.  Transmissie: druppelinfectie, ook door asymptomatische dragers Pathologie van Hib  Luchtweginfecties:  Epiglottitis (keelinfectie)  Bronchitis  Pneumonie  Otitis media  Meningitis  Sepsis  Septische arthritis Haemophilus influenza pneumonie in de …Kwab Diagnostiek van H. influenzae infecties  Gram preparaat van sputum, liquor, synoviaal vocht  Kweek (bloed, sputum etc.) Gram preparaat van sputum, waarin veel H. influenzae met neutrofiele granulocyten Haemophilus influenza kweek op een agarplaat. Alleen groei rond toegevoegde X (hemine) en V (nicotinamide adenine dinucleotide) factor. Behandeling van H. influenzae infecties  H. i. produceert beta lactamase en kan ook zijn penicilline bindende proteinen veranderen.  Daardoor: resistant tegen penicillinen  Effectief zijn: Amoxycilline-clavulaanzuur (Augmentin), 2e generatie cephalosporinen, fluoroquinolonen en macroliden (cave resistentie tegen de laatste twee) Preventie van H. influenzae infecties  Vaccinatie is goed mogelijk.  Zit in vaccinatie programma  Sterk aanbevolen bij asplenie (functioneel/splenectomie).  Vanwege de prijs is vaccinatiegraad laag in ontwikkelingslanden. Samenvatting  Vier (vaccine preventable) infectieziekten die ernstige morbiditeit en mortaliteit kunnen veroorzaken.  Ze komen wereldwijd voor, ondanks beschikbare vaccins.  Kennis van symptomen en (her)vaccinatiebeleid is belangrijk. Vaccinatie VOORKOMEN IS BETER DAN (NIET) GENEZEN Vaccinaties die aan alle kinderen worden gegeven (in principe)  Difterie  Kinkhoest  Tetanus  Poliomyelitis (kinderverlamming)  Haemophilus influenzae type B  MMR(V): Mazelen, Mumps (Bof), Rubella, (Varicella = waterpokken)  Hepatitis B Vaccinaties op indicatie:  Hepatitis B: gezondheidswerkers, partners van HBsAg positieven, andere risicogroepen. i.h.k.v eliminatie: alle neonaten!  Influenza: vooral ouderen en immuungecompromitteerden  BCG: (tuberculose): kinderen die in hoogendemische gebieden gaan verblijven Andere vaccins  Chickenpox vaccine (waterpokken): in sommige landen  Rotavirus vaccin (preventie van diarree bij kinderen): in sommige landen  HPV (Humaan papilloma virus): prepuberale meisjes (en jongens)  Meningoccen vaccin: voor/na splenectomie  Pneumococcen vaccin: voor/ na splenectomie, immuungecomprommiteerden, jonge kinderen? ‘Reizigersvaccins’  Salmonella typhi  Hepatitis A (door afnemende natuurlijke infectie steeds belangrijker als vaccine voor volwassenen)  Rabies  Gele koorts  (Tetanus) Hoe wordt diphterie op de mens overgedragen? A: DRUPPELINFECTIE (HOESTEN. NIEZEN) B: HUIDTRAUMA C: INSECTEN Kunnen honden ook tetanus krijgen?  A: Nee, ze dragen het alleen over  B: Ja, als de sporen in hun weefsel terecht komen Stelling over MATIG en Tetanustoxoid  Het is niet zinvol om beide tegelijkertijd te geven  A: juist  B: onjuist Stelling 1 over Pertussis  Komt niet voor bij volwassenen die op kinderleeftijd gevaccineerd zijn  A: juist  B: onjuist Stelling 2 over Pertussis  Antibiotica zijn niet zinvol bij de behandeling  A: juist  B: onjuist

Use Quizgecko on...
Browser
Browser