Basisvpk 1_ hf 3_ eigen cursus-2 PDF

Summary

This document provides an overview of the basic care of hygiene and skin observation. It covers topics such as skin changes in color, elasticity, and tone, and conditions like jaundice, redness, and discoloration. It further explores the causes and implications of these changes from a medical point of view.

Full Transcript

De algemene hygiënische zorgen Observatie van de huid: Wat kun je zien? Veranderingen in huidskleur: Bleekheid: Kan wijzen op lage bloeddruk, bloedarmoede, of shock. Geelzucht (icterus): Gele kleur door leverproblemen en ophoping van bilirubine. Roodheid: Vaak door ontstekingen,...

De algemene hygiënische zorgen Observatie van de huid: Wat kun je zien? Veranderingen in huidskleur: Bleekheid: Kan wijzen op lage bloeddruk, bloedarmoede, of shock. Geelzucht (icterus): Gele kleur door leverproblemen en ophoping van bilirubine. Roodheid: Vaak door ontstekingen, koorts, of allergieën; meer bloed naar het gebied. Pigmentveranderingen: Donkere of lichte vlekken door zon, ouderdom, of ziekten. Veranderingen in elasticiteit/tonus van de huid: Elasticiteit: Hoe goed de huid terugveert, geeft aan of het lichaam voldoende vocht heeft. Verminderde tonus: Schrompelende huid wijst op uitdroging. Verhoogde tonus: Strakke huid door zwelling, ontsteking, of vochtophoping. Wat is bleekheid? Lichtere huid of slijmvliezen, vaak gerelateerd aan bloedsomloopproblemen. Oorzaken van bleekheid: Bloedarmoede: minder rode bloedcellen of hemoglobine, minder zuurstof in bloed. Slechte doorbloeding in extremiteiten: bleekheid in handen of voeten door blokkade (bv. embolie). Plotselinge bleekheid met snelle pols: kan wijzen op shock of ernstige bloeding. Langzame bleekheid door chronisch bloedverlies: door langdurige kleine bloedingen. Kwaadaardige tumor: kan leiden tot bleke, soms geelachtige huid door ziekte en verminderde bloedtoevoer. 1 Geelzucht (icterus): Wat is geelzucht? ○ Gele huid en oogwit door teveel bilirubine in het bloed. Oorzaken van geelzucht: ○ Leverziekten (bv. hepatitis): lever kan bilirubine niet goed verwerken. ○ Afsluiting van galwegen: gal (met bilirubine) kan niet naar de darmen, vaak door galsteen of tumor. ○ Bloedziekten (hemolytische icterus): snelle afbraak van rode bloedcellen verhoogt bilirubine. Roodheid van de huid: Wat is roodheid? ○ Kan normaal zijn (warmte, opwinding) of wijzen op gezondheidsproblemen. Oorzaken van roodheid: ○ Gelijkmatige roodheid: warmte, opwinding, koorts, hoge bloeddruk. ○ Rode vlekken bij infecties: immuunsysteemreactie op virussen/bacteriën. ○ Vlekkerige roodheid bij brandwonden/allergieën: door verbranding of allergische reactie. ○ Kleine rode puntjes (petechiën): kleine bloedingen door bloedstollingsproblemen. Pigmentveranderingen: Wat zijn pigmentveranderingen? ○ Verkleuringen van de huid waar plekken donkerder of lichter worden. 2 Soorten pigmentveranderingen: ○ Pigmentvlekken: donkere vlekken door zon, ouderdom, of erfelijkheid; meestal onschadelijk. ○ Bronzen verkleuring (ziekte van Addison): bronskleurige huid door bijnierziekte, zichtbaar op wangen en handlijnen. ○ Albinisme: ontbreken van pigment in huid, ogen, en haar; huid en haar zijn bijna wit, extra bescherming tegen zon nodig. Tonus van de huid: Wat is tonus? ○ Stevigheid en elasticiteit van de huid; laat zien hoe goed de huid terugveert. Verminderde tonus: ○ Minder stevige, schrompelige huid met rimpels en plooien. Oorzaken verminderde tonus: ○ Ouderdom: verlies van vetlaag en vocht, rimpels ontstaan. ○ Uitdroging: te weinig vocht maakt huid schrompelig. ○ Cachexie (extreme magerheid): door ondervoeding of ziekte, huid verliest stevigheid. Verhoogde tonus van de huid: Wat is verhoogde tonus? ○ Strakke, gespannen huid door druk van onderliggende structuren. Oorzaken: ○ Onderhuidse tumoren: gezwellen veroorzaken spanning. ○ Hematomen: bloedophoping onder de huid (zoals blauwe plek). ○ Ontstekingen: zwelling door genezingsproces veroorzaakt spanning. ○ Oedeem: vochtophoping door bijvoorbeeld hart- of nierproblemen maakt de huid strak. 3 Oedeem: Wat is oedeem? ○ Ophoping van extra vocht onder de huid, waardoor de huid gezwollen en dikker wordt. Kenmerken: ○ Gezwollen gebied voelt zacht en sponsachtig. ○ Putjesvorming bij druk. ○ Vaak in benen, enkels, handen, en voeten. Oorzaken: ○ Hartproblemen: onvoldoende pompen leidt tot vochtophoping. ○ Nierproblemen: onvermogen om vocht goed te verwijderen. ○ Bloedvatproblemen: lekkende bloedvaten laten vocht in weefsels sijpelen. ○ Allergische reacties: vochtophoping bij allergische zwelling. Doel van haren verwijderen in de zorg: Besmetting voorkomen: Verwijdert bacteriën en micro-organismen om infectie tijdens operaties te vermijden. Onderzoek of verzorging vergemakkelijken: Verbetert zicht en toegankelijkheid voor artsen, bijvoorbeeld bij gynaecologisch onderzoek. Pijn door vastplakken voorkomen: Voorkomt pijn bij verbandwisseling door losgetrokken haren. Hygiëne nagels: Algemeen = zelfstudie pg 55 bovenaan Zorg nagels = zelfstudie pg 55 bovenaan 4 Hygiëne en nagelveranderingen: Brokkelige nagels: Mogelijk door gebrek aan vitaminen/mineralen of schimmelinfectie. Verandering van vorm: Bolle/holle nagels kunnen duiden op gezondheidsproblemen. Dwars- of lengtegroeven: ○ Dwarsgroeven: ontstaan door ziekte of stress. ○ Lengtegroeven: vaak normaal, vooral bij veroudering. Ingegroeide nagels: Nagel groeit in de huid, veroorzaakt pijn/ontsteking; vaak door strakke schoenen of verkeerd knippen. Kleurveranderingen: ○ Gele nagels door roken, nagellak of schimmel. ○ Blauwe/paarse nagels door zuurstoftekort. ○ Witte strepen door tekorten of beschadiging. Brokkelige nagels: Zwakke nagels die snel breken of afbrokkelen. Oorzaken van brokkelige nagels: Problemen met schildklier/bijschildklier: Slechte hormoonproductie kan nagels verzwakken. Stofwisselingsziekten: Problemen met het omzetten van voeding in energie beïnvloeden nagelsterkte. Ondervoeding: Tekort aan voedingsstoffen zoals calcium en ijzer maakt nagels zwak en brokkelig. Vormverandering van de nagel: Normaal zijn nagels plat of licht gebogen, maar soms veranderen ze van vorm. Horlogeglasnagels: Bol omhoog gebogen nagels, mogelijk door zuurstoftekort bij hart- of longproblemen. Dwars- of lengtegroeven in de nagels: 1. Wat zijn dwars- en lengtegroeven? 5 ○ Dwarsgroeven zijn horizontale lijnen die van links naar rechts over de nagel lopen. ○ Lengtegroeven zijn verticale lijnen die van de nagelriem naar de bovenkant van de nagel lopen. 2. Hoe ontstaan dwars- en lengtegroeven? ○ Deze groeven kunnen ontstaan door een schimmelinfectie in de nagel. Een schimmelinfectie zorgt ervoor dat de nagel er hobbelig of oneffen uitziet. ○ Eczeem, een huidaandoening die jeuk en uitslag veroorzaakt, kan ook de nagels aantasten en groeven laten ontstaan. Ingegroeide nagel: Nagelrand groeit in de huid, veroorzaakt pijn en kan ontsteken. Veelvoorkomend bij grote teen: Door grootte en breedte van de nagel, die sneller in de huid kan groeien. Oorzaken: Verkeerd knippen: Te kort of rond knippen kan nagelrand in de huid laten groeien. Strakke schoenen: Drukken de nagel in de huid en bevorderen ingroeien. Witte of blauwe nagels door slechte doorbloeding: ○ Witte/blauwe kleur door onvoldoende bloedtoevoer naar het nagelbed. ○ Blauwe kleur (cyanose) door zuurstoftekort in het bloed, kan voorkomen bij kou of bloedsomloopproblemen. Hematoom onder de nagel: Blauwe plek door trauma (zoals stoten), waarbij bloed zich ophoopt en de nagel donker en pijnlijk wordt. Bruine verkleuring door nicotine: Roken veroorzaakt geelbruine nagels door nicotine. Witte strepen dwars over de nagel: 6 1. Witte strepen door vergiftiging (intoxicatie): ○ Sommige stoffen, zoals arseen (een giftige stof), kunnen witte strepen op de nagels veroorzaken. Dit gebeurt als het lichaam reageert op vergiftiging. 2. Witte strepen bij gezonde nagels: ○ Witte strepen kunnen ook perfect onschuldig zijn. Soms ontstaat er lucht tussen de laagjes van de nagel, waardoor je witte strepen ziet. Dit is normaal en geen teken van een probleem. Oogdruppels zijn persoonlijk: Alleen voor degene aan wie ze zijn voorgeschreven, niet delen met anderen. Bewaren en houdbaarheid: Bewaren in de koelkast; na openen 3-4 weken houdbaar, daarna weggooien. Verpleegkundige aandachtspunten: Gebruik juiste product voor juiste patiënt. Druppel het juiste oog (soms slechts één oog nodig). Houd juiste tijdstip aan voor optimale werking van de medicatie Bijziendheid (myopie): Dichtbij goed zicht, veraf niet scherp door te lange oogbol. Oplossing: Bril of lenzen. Verziendheid (hypermetropie): Veraf goed zicht, dichtbij niet scherp door te korte oogbol. Oplossing: Bril of lenzen, vooral voor lezen. Kleurenblindheid: Moeite met het onderscheiden van kleuren, vaak rood en groen. Oorzaak: Problemen met kegeltjes in het oog. Cataract (staar): 7 Troebele ooglens waardoor het zicht wazig wordt, vaak bij ouderen. Oplossing: Operatie om lens te vervangen door kunstlens. Glaucoom: Hoge oogdruk die oogzenuw kan beschadigen en gezichtsveldverlies veroorzaakt. Oplossing: Oogdruppels of operatie om druk te verlagen. Wat is bijziendheid? Je ziet dichtbij scherp, maar veraf niet. Probleem: De oogbol is vaak te lang of te bol, waardoor lichtstralen vóór het netvlies vallen. Hoe werkt het met lichtstralen? Lichtstralen van veraf komen niet op de juiste plek op het netvlies, wat zorgt voor een onscherp beeld. Oplossing: Een bril of contactlenzen zorgen ervoor dat lichtstralen weer op het juiste punt op het netvlies vallen, zodat je veraf scherp ziet. Verziendheid: Dichtbij zie je onscherp, veraf wel scherp. Oorzaak: oogbol vaak te kort, waardoor licht achter het netvlies valt. !Astigmatisme: Onscherp zicht zowel dichtbij als veraf. Oorzaak: ongelijk gebogen hoornvlies, waardoor lichtstralen op meerdere plekken op het netvlies terechtkomen. Oplossing: Bril of contactlenzen zorgen ervoor dat lichtstralen op de juiste plek op het netvlies vallen voor scherp zicht. 8 Hoe werkt kleuren zien? Kegeltjes in je ogen helpen bij kleurzicht. Er zijn drie soorten kegeltjes: voor rood, groen, en blauw licht. Kleurenblindheid: Bij kleurenblindheid werken sommige kegeltjes niet goed of ontbreken ze. Soorten kleurenblindheid: Geen kleuren zien: alles lijkt grijs. Rood-groen kleurenblindheid: rood en groen zijn moeilijk te onderscheiden. Andere vormen: kleuren lijken lichter of donkerder dan normaal. Erfelijkheid en behandeling: Kleurenblindheid is erfelijk en niet te genezen, maar mensen leren hiermee omgaan. Wat is cataract? Troebele lens in het oog, waardoor zicht wazig wordt, vooral bij fel licht. Hoe merk je cataract? Moeite met duidelijk zien in fel zonlicht of bij felle lampen; details zien wordt lastig. Behandeling: Vroeger: Lens werd verwijderd, en een zware bril was nodig. Nu: Troebele lens wordt vervangen door een kunstlens tijdens een operatie, vaak zonder verdere noodzaak voor een bril. Wat is glaucoom? 9 Aandoening met te hoge druk in het oog door ophoping van vloeistof. Hoe ontstaat glaucoom? Vloeistof wordt normaal afgevoerd, maar bij glaucoom blijft deze achter, waardoor de druk stijgt en de oogzenuw en netvlies kunnen beschadigen. Behandeling: Medicamenteus: Oogdruppels of medicijnen om druk te verlagen en afvoer te verbeteren. Operatief: Opening in het oog om vloeistof beter af te voeren en druk te verminderen. Andere oogpathologieën (problemen): Hypermetropie (verziendheid): Veraf scherp zien, dichtbij moeilijk. Myopie (bijziendheid): Dichtbij scherp zien, veraf moeilijk. Blefaritis (weeroog): Ontsteking van oogleden met schilfers en roodheid. Herpes zoster ophthalmicus (oogzona): Ooginfectie door zona-virus, veroorzaakt pijn en zwelling. Entropion: Oogrand naar binnen gekruld, wimpers wrijven tegen het oog. Ectropion: 10 Oogrand naar buiten gekruld, leidt tot droogte en irritatie. Conjunctivitis (oogbindvliesontsteking): Ontsteking van bindvlies, vaak rood en tranend door infectie of allergie. Daltonisme (kleurenblindheid): Moeite met kleuren (vaak rood/groen); erfelijk. Netvliesloslating: Netvlies komt los, mogelijk plotselinge blindheid; snelle behandeling nodig. Strabisme (scheelzien): Ogen kijken niet in dezelfde richting, kan dubbel zien veroorzaken. Wat is conjunctivitis? Ontsteking van het bindvlies (slijmvlies) dat het oogwit en de binnenkant van de oogleden bedekt. Waarom wordt het oog rood? Geïrriteerde bloedvaatjes in het slijmvlies zetten uit, waardoor het oog rood wordt. Oorzaken van irritatie: Infecties (bacteriën of virussen) Allergieën (pollen, stof) Irriterende stoffen (rook, chloor). Oogurgenties Contact met vreemde stoffen: 11 Spoel het oog direct met veel water. Ga daarna snel naar een oogarts om schade te voorkomen. Trauma aan het oog: Dek het oog af met een schoon verband. Ga direct naar een oogarts; gebruik geen eigen medicijnen. Geen medicatie zonder advies: Gebruik geen oogdruppels of zalf zonder doktersadvies; dit kan schade verergeren. Belang van mondhygiëne: ○ Voorkomt cariës en tandvleesproblemen door bacteriën te verwijderen met poetsen en flossen. ○ Voorkomt verergering van gingivitis naar parodontitis. ○ Bevordert smaak, frisse mond en algemeen welzijn. Rol van verpleegkundigen: ○ Ondersteuning: Helpen bij mondverzorging voor patiënten die dit zelf niet kunnen. ○ Observatie: Letten op symptomen zoals rood of bloedend tandvlees, slechte adem, en pijn. ○ Zorg: Symptomen signaleren en doorverwijzen voor verdere behandeling indien nodig. Wat is bacteriële gingivitis? Bacteriële gingivitis is een ontsteking van het tandvlees die ontstaat door bacteriën. Deze bacteriën vormen een plaque, dat is een kleverig laagje op de tanden en het tandvlees. Als de plaque niet goed wordt verwijderd door tandenpoetsen en flossen, kunnen de bacteriën het tandvlees ontsteken. Symptomen van bacteriële gingivitis: 1. Zwelling: 12 ○ Het tandvlees kan opzwellen door de ontsteking en voelt dikker aan dan normaal. 2. Pijn: ○ Het tandvlees kan gevoelig of pijnlijk worden, vooral bij het eten of tandenpoetsen. 3. Roodheid: ○ Gezond tandvlees is roze, maar bij gingivitis wordt het tandvlees vaak rood door de ontsteking. 4. Gladheid van het tandvlees: ○ Het ontstoken tandvlees kan er glad en glanzend uitzien in plaats van de normale, wat ruwere structuur. Waar komt het voor? Gingivitis kan optreden bij één tand of een gedeelte van het gebit. Het kan zich ook verspreiden als de bacteriën niet worden verwijderd. Wat is parodontitis? Parodontitis ontstaat als gingivitis (ontstoken tandvlees) niet op tijd behandeld wordt. Bij parodontitis raakt niet alleen het tandvlees ontstoken, maar ook het parodontium, dat is het weefsel dat de tanden op hun plek houdt (zoals het bot en de vezels die de tanden ondersteunen). Symptomen van parodontitis: 1. Loskomen van de tand: ○ Doordat het steunweefsel van de tand (parodontium) ontstoken en beschadigd raakt, kan de tand los komen te zitten. Als parodontitis niet wordt behandeld, kan de tand uiteindelijk helemaal uitvallen. 2. Parodontale abcessen: ○ Er kunnen zich ook abcessen (met pus gevulde bultjes) vormen rond de tanden of het tandvlees. Dit zijn plekken waar de infectie heviger is en veel pijn kan veroorzaken. Wat is stomatitis? 13 Ontsteking van het mondslijmvlies. Vormen van stomatitis: Mycotische stomatitis (schimmel): veroorzaakt door Candida albicans, met symptomen zoals witte plekken en pijn. Herpetische stomatitis (herpesvirus): veroorzaakt door herpes simplex-virus, leidt tot pijnlijke blaasjes en zweren. Afteuze stomatitis (aften): kleine, pijnlijke zweertjes die vanzelf weggaan. Inflammatoire stomatitis (ontsteking door bestraling of droge mond): vaak door radiotherapie of xerostomie, veroorzaakt door onvoldoende speeksel. Wat is mycotische stomatitis? Wat is het? Schimmelinfectie in de mond veroorzaakt door Candida albicans. Oorzaken: Verzwakt lichaam (door chemo of aids). Slecht passende of niet goed gereinigde tandprothesen. Slechte mondhygiëne. Symptomen: Witte plekken (valse membranen) die terugkomen na wegvegen. Beslagen tong, soms zwart van kleur. Uitbreiding naar lippen, met pijn en droogheid. Chronisch wratachtig mondslijmvlies. Behandeling: Antimycotische medicijnen en aanpak van de oorzaak (zoals betere hygiëne of immuniteitsversterking). Herpetische stomatitis Wat is het? 14 ○ Ontsteking in de mond door herpes simplex-virus, met pijnlijke en besmettelijke blaasjes. Locatie: ○ Vooral op lippen, tandvlees en binnenkant van de wangen. Oorzaken: ○ Triggers zoals menstruatie, bepaalde voedingsmiddelen, en immuunstoornissen. Symptomen: ○ Pijnlijke blaasjes die vaak op aften lijken. ○ Geneest vanzelf in ongeveer twee weken zonder littekens. Bekende vorm: ○ Herpes labialis (koortsblaasjes) rond de lippen. Afteuze stomatitis: Wat is het? ○ Aandoening met kleine, pijnlijke zweertjes (aften) in de mond. Uiterlijk van aften: ○ Grijs tot geel met een rode, ontstoken rand. Genezing: ○ Genezen meestal vanzelf binnen 10 dagen zonder littekens. Behandeling: ○ Mond ontsmetten om infecties te voorkomen. ○ Mogelijke medicatie: ontstekingsremmers voor pijn en ontsteking. Inflammatoire stomatitis: Wat is het? ○ Ontsteking van het mondslijmvlies. Vormen: ○ Orale mucositis: rode, ontstoken plekken met zweertjes die snel kunnen infecteren. Oorzaken: ○ Radiotherapie: stralingsbehandeling die de mond irriteert. ○ Xerostomie (droge mond): door onvoldoende speeksel raakt het mondslijmvlies sneller ontstoken. 15 Xerostomie (chronisch droge mond): Wat is het? ○ Te weinig of geen speekselproductie. Waarom vervelend? ○ Verzuring van de mond: minder balans, slecht voor tanden. ○ Pijnlijk mondslijmvlies: roodheid en zwelling. ○ Smaakproblemen: verminderd smaakvermogen. ○ Snelle cariës: verhoogde kans op gaatjes door bacteriegroei. Oorzaken: ○ Geneesmiddelen: sommige medicijnen verminderen speeksel. ○ Immuunstoornissen: ziekten die speekselklieren aantasten. ○ Radiotherapie: bestraling kan speekselklieren beschadigen. herpes labialis (koortslip): Wat is het? ○ Infectie door herpes simplex-virus, zichtbaar als pijnlijke blaasjes rond de lippen. Oorzaak: ○ Meestal door herpes simplex type 1 (HSV-1). Besmettelijkheid: ○ Zeer besmettelijk; verspreiding via zoenen of aanraken van blaasjes. Voorzichtigheid bij zorg: ○ Zorgverleners moeten hygiëne in acht nemen, handen goed wassen en direct contact vermijden. Wat is xerostomie? Te weinig speekselproductie, met gevolgen voor mondgezondheid. Problemen door xerostomie: 16 Meer tandplak en gingivitis: minder speeksel betekent meer bacteriën, waardoor tandvleesontsteking kan ontstaan. Langzamere wondgenezing: zonder speeksel genezen wonden in de mond minder snel. Moeilijker kauwen en slikken: speeksel maakt kauwen en slikken makkelijker; een droge mond bemoeilijkt dit. Lagere pH en infectierisico: minder speeksel maakt de mond zuurder, verhoogt risico op tandproblemen en infecties zoals schimmel (Candida albicans). Maatregelen om problemen met een droge mond (xerostomie) te verlichten: Goede mondhygiëne: Regelmatig poetsen en flossen om tandplak en ontstekingen te verminderen. Mond spoelen: Gebruik Kamillosan (15 druppels in water) voor een verzachtend effect en minder ontsteking. Speekselproductie stimuleren: Kauw op suikervrije kauwgom, ijsblokjes, of gebruik citroensmaak om speeksel aan te maken. Voldoende vochtinname: Drink genoeg water en bevochtig de mond regelmatig, bijvoorbeeld met Lemon Glycerine Swabs. Mond spoelen na braken: Spoel de mond om zure resten te verwijderen en frisheid te herstellen. Lipverzorging: Gebruik lipstick, vaseline of cacaoboter om lippen gehydrateerd te houden. Gebruik van kunstspeeksel: 17 Kunstspeeksel (zoals Glandosane of Artisal) kan helpen bij zeer lage speekselproductie. Tong schoonmaken: Maak de tong schoon met een zachte borstel gedoopt in zuurstofwater 3% om bacteriën te verwijderen. Sialorrhoe (hypersalivatie of speekselvloed): Wat is het? ○ Overmatige speekselproductie, moeilijk te slikken door teveel speeksel. Wanneer komt het voor? ○ Vaak bij het begin van radiotherapie in het hoofd- of halsgebied, meestal tijdelijk. Klachten beperken: ○ Medicatie kan helpen om speekselproductie te verminderen. Patiënten waarbij mondzorg belangrijk is: Hoge koorts: voorkomt uitdroging, slechte geur, tandplak. Droge mond (xerostomie): bevochtiging en hygiëne om infecties te voorkomen. Niet kunnen eten (na operatie): voorkomt bacteriegroei door mondreiniging. Versufte of bewusteloze patiënten: verwijdert voedselresten om infecties te voorkomen. Na chirurgische ingreep: voorkomt infecties bij verzwakte afweer. Zwakke weerstand (bv. leukemie, bestraling): beschermt tegen infecties. Halfzijdige verlamming: extra mondreiniging door moeite met voedselresten verwijderen. Slechte algemene toestand (bv. terminale zorg): voorkomt uitdroging bij mondademhaling. 18 Maag- of zuurstofsonde: regelmatig reinigen om uitdroging en bacteriegroei te voorkomen. Moeilijk door de neus ademen: bevochtigen voorkomt problemen door mondademhaling. Na aerosoltherapie: spoelen voorkomt tandproblemen door medicijnresten. Zuurstofbehandeling: mond regelmatig bevochtigen om uitdroging tegen te gaan. houding en beweging: Definitie: ○ Houding: hoe iemand zijn lichaam positioneert (zittend, staand, liggend). ○ Beweging: het vermogen om het lichaam te verplaatsen of aan te passen (lopen, bukken). Belang: ○ Essentieel voor interactie met de omgeving. Aanpassingsvermogen: ○ Mogelijkheid om houding en beweging aan te passen aan situaties (bv. grijpen, dansen). Automatische bewegingen: ○ 95% van bewegingen gebeurt zonder nadenken. Bewegingsbeperkingen: ○ Ziekte of verwonding kan problemen veroorzaken zoals pijn of stijfheid, waardoor beweging moeilijker wordt. Gevolgen van bedlegerigheid: Spieren: ○ Stijfheid en dunner worden door gebrek aan beweging. Ontspanning: ○ Minder mogelijkheden om lichaam op natuurlijke wijze te ontspannen. Perifere circulatie: ○ Verminderde bloedstroom naar armen en benen; verhoogde kans op zwelling en bloedstolsels. Balans activiteit-rust: 19 ○ Verstoorde balans, wat kan leiden tot vermoeidheid of slapeloosheid. Zintuigprikkels: ○ Minder zintuiglijke stimulatie, wat kan leiden tot verminderde mentale prikkeling. Andere problemen door bedlegerigheid: Decubitus (doorligwonden): ○ Langdurige druk op huid leidt tot wonden, vooral bij hielen, rug en billen. Obstipatie (verstopping): ○ Minder beweging vertraagt spijsvertering, wat verstopping kan veroorzaken. Spitsvoeten: ○ Voeten in gestrekte positie maken pezen en spieren stijf, bemoeilijkt lopen. Slechtere hygiëne: ○ Moeilijker om persoonlijke hygiëne te onderhouden, verhoogt kans op irritaties en infecties. Verveling: ○ Gebrek aan prikkels kan leiden tot somberheid en eenzaamheid. Verpleegkundige interventies bij houding en beweging: Zelfzorg bij verplaatsing: ○ Verpleegkundigen ondersteunen en moedigen patiënten aan om zoveel mogelijk zelf te bewegen, wat spierkracht en zelfstandigheid bevordert. Hulpmiddelen voor verplaatsing: ○ Brancard: voor patiënten die niet kunnen lopen of zitten. ○ Rolstoel: helpt patiënten te verplaatsen; verpleegkundigen assisteren bij in- en uitstappen. ○ Rolplank: veilige overgang van bed naar brancard en vice versa. 20 ○ Patiëntenlift: tilt patiënten veilig van bed naar stoel/rolstoel zonder risico op blessures. Liggende houdingen en hun doelen: No Profiling: ○ Plat op de rug, neutrale houding, bed vlak. Leg Elevation: ○ Benen omhoog, verbetert doorbloeding in benen en vermindert zwelling. Back Elevation: ○ Bovenlichaam omhoog, helpt bij ademhaling en comfort tijdens eten/drinken. Back Elevation with Leg Elevation: ○ Bovenlichaam en benen omhoog, verdeelt druk en verhoogt comfort. Knee Brake: ○ Knieën gebogen, vermindert rugdruk en verbetert comfort. Back Elevation with Knee Brake: ○ Bovenlichaam omhoog en knieën gebogen, biedt extra ondersteuning. Trendelenburg: ○ Hoofd naar beneden, benen omhoog, bevordert doorbloeding naar hart (lage bloeddruk). Anti-Trendelenburg: ○ Hoofd omhoog, benen omlaag, verbetert ademhaling en vermindert maagzuurproblemen. 21 22

Use Quizgecko on...
Browser
Browser