Samenvatting Zelfstudies Politiek en Actualiteit PDF
Document Details
Uploaded by AmenableEpiphany8244
Arteveldehogeschool
Tags
Related
- Samfunnsfag 1 - Skriftlig eksamen PDF
- Chapter I: The Rise of Nationalism in Europe PDF
- CBSE Class 10 Social Science History: The Rise of Nationalism in Europe Notes PDF
- Abertura Política e Social das Províncias Unidas no Século XVII (2) PDF
- Caribbean Studies Module 1 - Caribbean Society and Culture PDF
- Recu Socials Tema 1 PDF
Summary
This document is a summary of political studies self-study materials. It includes an outline of the topics covered and details of the topics within the political studies lessons.
Full Transcript
Samenvatting Zelfstudies Politiek en Actualiteit Inhoudsopgave {#inhoudsopgave.Kopvaninhoudsopgave} ============= [LES 1 2](#section-3) [De kenmerken van het Ancien Régime 2](#section-4) [Crimineel geweld: 3](#crimineel-geweld) [Het belang van wetten: 4](#het-belang-van-wetten) [Vreedzame folt...
Samenvatting Zelfstudies Politiek en Actualiteit Inhoudsopgave {#inhoudsopgave.Kopvaninhoudsopgave} ============= [LES 1 2](#section-3) [De kenmerken van het Ancien Régime 2](#section-4) [Crimineel geweld: 3](#crimineel-geweld) [Het belang van wetten: 4](#het-belang-van-wetten) [Vreedzame folteringen en terechtstellingen: 4](#vreedzame-folteringen-en-terechtstellingen) [Zelfstudie 1 - Oktober 2023: De Vernieuwing (1450-1650) 5](#zelfstudie-1---oktober-2023-de-vernieuwing-1450-1650) [Renaissance en Humanisme 5](#renaissance-en-humanisme) [Technologische Revolutie 6](#technologische-revolutie) [Wetenschappelijke Revolutie 6](#wetenschappelijke-revolutie) [Overgang van Ancien Régime naar Hedendaagse Tijd (1650-1789) 7](#overgang-van-ancien-r%C3%A9gime-naar-hedendaagse-tijd-1650-1789) [LES 2 7](#les-2) [Bevoorrechte Standen 9](#bevoorrechte-standen) [Zelfstudie 2 - Oktober 2024: Economische en Politieke Ontwikkelingen 12](#zelfstudie-2---oktober-2024-economische-en-politieke-ontwikkelingen) [Mercantilisme vs Vrijemarkteconomie 12](#mercantilisme-vs-vrijemarkteconomie) [De Verlichting 12](#de-verlichting) [LES 3 13](#les-3) [De herverdeling van Europa na de godsdienstoorlogen (1568-1648) en de Vrede van Westfalen (1648) 13](#de-herverdeling-van-europa-na-de-godsdienstoorlogen-1568-1648-en-de-vrede-van-westfalen-1648) [De doorbraak van het vorstelijk absolutisme 13](#de-doorbraak-van-het-vorstelijk-absolutisme) [Opkomst van de Europese nationale staten: de unitaire staten 14](#opkomst-van-de-europese-nationale-staten-de-unitaire-staten) [De toepassing van de rechtsstaat in de hedendaagse periode 15](#de-toepassing-van-de-rechtsstaat-in-de-hedendaagse-periode) [Zelfstudie 3 - November 2023: Het Interbellum (1918-1940) 16](#zelfstudie-3---november-2023-het-interbellum-1918-1940) [Ruk naar Rechts (blz. 81-82) 16](#ruk-naar-rechts-blz.-81-82) [Financiële en Economische Crisis (blz. 83) 16](#financi%C3%ABle-en-economische-crisis-blz.-83) [De Nieuwe Orde (blz. 86-91) 16](#de-nieuwe-orde-blz.-86-91) [LES 4 17](#les-4) [De toepassing van de rechtsstaat in de hedendaagse periode 17](#de-toepassing-van-de-rechtsstaat-in-de-hedendaagse-periode-1) [Het Verlichtingsdenken (Zelfstudie 2) 18](#het-verlichtingsdenken-zelfstudie-2) [Zelfstudie 4 - Pariteit, Kernkabinet en Staatssecretarissen 20](#zelfstudie-4---pariteit-kernkabinet-en-staatssecretarissen) [Pariteit in de Federale Ministerraad 20](#pariteit-in-de-federale-ministerraad) [Samenstelling en Taken van het Kernkabinet 20](#samenstelling-en-taken-van-het-kernkabinet) [De Rol van Staatssecretarissen 20](#de-rol-van-staatssecretarissen) [LES 5 & 6 21](#les-5-6) [De vastlegging van de taalgrens en de indeling in vier taalgebieden (1962-1970) 21](#_Toc186378284) [Het federaliseringsproces: de zes staatshervormingen 22](#het-federaliseringsproces-de-zes-staatshervormingen) [Uitgangspunten van een federale staat 23](#uitgangspunten-van-een-federale-staat) [Het federale niveau 23](#het-federale-niveau) [De drie gemeenschappen en de persoonsgebonden bevoegdheden 23](#_Toc186378288) [De drie gewesten en de grondgebonden bevoegdheden 24](#_Toc186378289) [\*Belgisch labyrint 24](#belgisch-labyrint) LES 1 ===== De kenmerken van het Ancien Régime ---------------------------------- **Situering: ruimtelijk en tijdsindeling** De Europese geschiedenis in de late middeleeuwen vanaf de 13e eeuw vormt de basis voor de ontwikkeling van de westerse beschaving. Europa werd lange tijd gezien als de **bakermat van de westerse beschaving** en speelde een **belangrijke sociale, economische en industriële rol** in de wereldgeschiedenis. Koloniale expansie bracht Europa wereldwijd op de voorgrond, maar de concurrentie met Amerika, India en andere regio\'s groeide. Europa moest zich blijven ontwikkelen om zijn positie te behouden, maar werd geconfronteerd met uitdagingen, zoals de opkomst van technologische productie in China. De lessen beginnen in de **late middeleeuwen (12e-13e eeuw)**, gevolgd door de **moderne tijd (ca. 1450-1648)**. Deze periode wordt als modern beschouwd door doorbraken in de wetenschap, zoals de **uitvinding van de boekdrukkunst**. De **Vrede van Westfalen (1648)** markeert het einde van de godsdienstoorlogen en de opdeling van Europa in protestantse en katholieke landen. Dit luidt de overgang in van het **ancien régime (late middeleeuwen + moderne tijd)** naar de hedendaagse tijd. De **overgangsperiode (1648-1789)** eindigt met de **Franse Revolutie** (1789), een kantelmoment in de geschiedenis. In deze periode ontstaan politieke filosofieën zoals het **verlichtingsdenken** en de basis voor de **liberale democratieën** en de **industriële revolutie**. **De late middeleeuwen** werden door **verlichtingsdenkers** als donkere tijden beschouwd vanwege geweld, folteringen en sociale achteruitgang. Later werd deze periode herzien en herkend als de **premoderne tijd**, waarin ook positieve ontwikkelingen plaatsvonden, zoals de oprichting van universiteiten en handel met andere delen van de wereld. **Gebruik van geweld tijdens de late middeleeuwen** **Geweld** was een **alledaags fenomeen** in de late middeleeuwen. Er waren verschillende vormen van geweld: ### Crimineel geweld: - Moorden, diefstal en roofovervallen kwamen veelvuldig voor. - Straffen waren zwaar, maar rechtspraak was nog in ontwikkeling. - Er was sprake van **anarchie** (lett.: wettenloosheid), waarbij mensen **recht in eigen handen namen**. - Er bestonden nog geen uitgebreide strafwetboeken of professionele rechtscolleges. - Veel conflicten ontstonden tussen families over handel, huwelijken of eigendom. ### Het belang van wetten: - Het maken van wetten beschermde de zwakken en zorgde voor orde. Zonder wetten ontstond chaos, waarbij de rijken zichzelf konden beschermen, maar de armen kwetsbaar bleven. - **Moderne staten** (zoals België) hebben vandaag de dag een **monopolie op geweld**. Alleen de staat mag geweld gebruiken (via politie of leger) om wetten af te dwingen. - In de middeleeuwen bestonden nog geen staten zoals nu; Europa was een **lappendeken van gebieden en steden**zonder gecentraliseerde macht. **Actuele verbanden:** - In sommige landen verliest de staat het monopolie op geweld, wat leidt tot **anarchie** en **willekeurige moorden**. - In België is er bezorgdheid over **drugscriminaliteit**, omdat criminele organisaties geweld in eigen handen nemen. - Een slecht functionerende rechtsstaat leidt tot **wetteloosheid** en het gevoel dat mensen hun eigen recht kunnen afdwingen. ### Vreedzame folteringen en terechtstellingen: - Folteringen waren gebruikelijk en gingen vaak gepaard met ondervragingen in opdracht van **politieke leiders** of de **katholieke kerk** (inquisitie). - Kritiek op de kerk werd bestraft met zware folteringen (bijv. ophangen, verbranden of verdrinken). **Religieus geweld** Een bijzondere vorm van geweld in de late middeleeuwen was **religieus geweld**, met name tegen de **joodse bevolking**: 1. **Complexe relatie tussen joden en katholieken:** - Zowel katholieken als joden baseren zich op het **Oude Testament**. - **Meningsverschillen** ontstonden vanaf het Nieuwe Testament (leven van Jezus), waarbij joden beschuldigd werden van **de moord op Jezus**. - **Godsmoord** werd een officieel verwijt binnen de katholieke kerk tot 1960. 2. **Religieus antisemitisme (RAS):** - De katholieke kerk **vervloekte** de joden, wat leidde tot **religieus antisemitisme (RAS)**, ondersteund door koningen en politieke leiders. - Joden werden het slachtoffer van **discriminerende maatregelen**, vaak vastgelegd tijdens **kerkelijke concilies**(bijeenkomsten van katholieke leiders). 3. **Concilie van 1215:** Tijdens dit concilie nam de kerk een reeks discriminerende maatregelen: - Joden mochten geen **landbouwgrond** bewerken. - Toegang tot **universiteiten** werd hen ontzegd. - **Openbare functies** (bijv. rechter, ambtenaar) waren verboden. - Verplichte huisvesting in **getto\'s**. - Verplichte **kentekens** (bijv. jodenster). 4. **Gevolgen van polarisatie:** - Deze maatregelen leidden tot **polarisatie**: een scheiding tussen joden en niet-joden. - Joden specialiseerden zich in beroepen zoals **bankieren, diamanthandel en wisselagent**. - Dit leidde tot **jaloezie** en stereotype beeldvorming (bijv. \"gierigheid\"). - **Stereotypen en complottheorieën** voedden de haat en leidden tot **geweld**. **Conclusie:** Geweld, religieuze spanningen en polarisatie waren diep geworteld in de samenleving van het Ancien Régime. De overgang naar de moderne tijd bracht nieuwe vormen van rechtspraak en staatsvorming, maar de lessen uit deze periode blijven relevant voor de hedendaagse samenleving. Zelfstudie 1 - Oktober 2023: De Vernieuwing (1450-1650) ======================================================= Renaissance en Humanisme ------------------------ - **Renaissance:** - Culturele heropleving van de klassieke oudheid, met focus op kunst, wetenschap en filosofie. - **Humanisme** stond centraal: nadruk op de menselijke rede, vrijheid en kritische reflectie. - **Erasmus** schreef *Lof der Zotheid*, waarin hij de kerk en samenleving met humor bekritiseerde. Hij trok de zotskap aan om zonder direct gevaar kritiek te leveren. - **Drie hoofdkenmerken van het humanisme:** 1. **Antropocentrisme** -- De mens is het middelpunt van het bestaan. 2. **Herontdekking van de klassieke oudheid** -- Oude teksten werden bestudeerd. 3. **Zelfontplooiing** -- Door onderwijs en kennis kan de mens zichzelf verbeteren. Technologische Revolutie ------------------------ - **Boekdrukkunst (Johannes Gutenberg):** - Zorgde voor een intellectuele revolutie. Boeken werden sneller en goedkoper geproduceerd, wat leidde tot bredere kennisverspreiding. - **Christoffel Plantijn** was een belangrijke Antwerpse drukker die de verspreiding van Nederlandstalige boeken bevorderde. Wetenschappelijke Revolutie --------------------------- - **René Descartes:** - Ontwikkelde het **cartesiaans rationalisme**: kennis ontstaat uit logisch redeneren (*Cogito ergo sum* -- Ik denk, dus ik ben). - Methodische twijfel -- Alles wordt in twijfel getrokken, behalve het eigen denkvermogen. - **Francis Bacon:** - **Empirisme** -- Kennis komt voort uit zintuiglijke waarneming en ervaring. - Legde de basis voor moderne wetenschap door het belang van experimenteren te benadrukken. Overgang van Ancien Régime naar Hedendaagse Tijd (1650-1789) ------------------------------------------------------------ - **Ancien Régime:** - Standenmaatschappij bestaande uit clerus, adel en de derde stand (burgerij). Sociale mobiliteit was vrijwel onmogelijk. - **Geweld en religie** speelden een grote rol. De kerk en staat werkten samen om geloofsafvalligen te vervolgen. - **Thomas Hobbes:** - In *Leviathan* pleitte hij voor een sterke centrale macht om anarchie te voorkomen. Burgers gaven via een **sociaal contract** macht af in ruil voor bescherming. - **John Locke:** - Stelde volkssoevereiniteit en rechtsgelijkheid voor. Locke legde de basis voor de **rechtsstaat** en scheiding der machten. LES 2 ===== **Wat voorafging** **A. De kenmerken van het Ancien Regime** **1. Grote aanwezigheid van geweld:**\ Zie inhoud en structuur les 1 voor meer details. - **Aanzetten tot haat en geweld** gebeurde door **woord, beeld en complottheorieën** gericht tegen de Joden. **2. Standenmaatschappij:**\ **a. Indeling in standen/groepen:** - **Rechtsongelijkheid** - **Organische visie op de maatschappij** - **Katholiek lotsdenken** **b. Drie redenen waarom de massa dit aanvaardde:** 1. Goddelijk lot en religieus geloof. 2. Gebrek aan kennis en macht om verandering teweeg te brengen. 3. Sociale en economische afhankelijkheid van de hogere standen. **c. Bevoorrechte groepen/standen:** - **Clerus** - **Adel** - **Stedelijke burgerij** (Uitdager van de standenmaatschappij en motor van verandering) **B. Humanisme (De Moderne Tijden: 1450-1648)** Zie zelfstudie 1 voor: - **Vier kenmerken van het humanisme** - **Erasmus en Lof der Zotheid** - **Uitvinding boekdrukkunst** - **Christoffel Plantijn** - **Wetenschappelijke revolutie en nieuwe methodes** **C. Overgangsperiode van Ancien Regime naar Hedendaagse Tijd (1648-1789)** **1. Vrede van Westfalen (1648):** - Herverdeling Europa in **katholieke en protestantse landen** na de godsdienstoorlogen (1568-1648). - **Machtsverschuiving** binnen Europa. **2. Doorbraak van het vorstelijk absolutisme:** - Zie zelfstudie 1 voor **Thomas Hobbes.** **3. Opkomst van nationale staten:** - **Unitaire staten** vormden zich (met actueel verband). Bevoorrechte Standen -------------------- **1. Clerus (dominant op platteland):** - De **clerus** omvatte alle geestelijken (priesters, nonnen, bisschoppen, paters). In de katholieke maatschappij van die tijd waren zij zeer invloedrijk. - De paus verleende hen een **bevoorrechte status**: - Vrijgesteld van **belastingen** en vaak eigenaar van grote landerijen. - Dit gaf hen een **elitaire houding** -- ze beschouwden zichzelf als hoger dan het volk. - **Tot in de jaren \'60** van de vorige eeuw werden missen in het **Latijn** voorgelezen en stond de priester met zijn rug naar de gelovigen, wat afstand creëerde. - **Kritiek**: Dit elitaire karakter hield stand, zelfs bij misbruikschandalen. Gevallen zoals dat van de bisschop van Heluwe toonden de arrogantie van de clerus ("het was toen gebruikelijk"). - De clerus speelde ook een belangrijke rol in **zorg en welzijn**: - **Armenhuizen, ziekenhuizen en universiteiten** werden door hen opgericht omdat de staat dit naliet. - Deze **liefdadigheid** werd grotendeels gefinancierd door katholieke instellingen. **2. Adel (dominant op platteland):** - De adel had een **overerfbare titel**. - **Soorten adel:** - **Koningshuis** -- hoogste adel. - **Landadel** -- kasteelheren die over lijfeigenen heersten. - **Zwaardadel** -- ridders en hun afstammelingen. - **Hofadel** -- hovelingen die in dienst stonden van de koning. - **Verandering vanaf de 15e eeuw:** - Koningen begonnen **adelstand toe te kennen aan rijke burgerlijke families**. - Kinderen uit de rijke burgerij studeerden aan **prestigieuze universiteiten** en kregen adellijke titels in ruil voor hun diensten aan de opkomende staatsinstellingen. - **Waarom?** De koningen hadden **intellect en kennis** nodig om staten op te bouwen. - **Vandaag** kan de koning nog steeds adellijke titels verlenen, vaak op **21 juli (nationale feestdag)**: - Adellijke titels zijn **gedemocratiseerd** -- elke Belg met verdiensten kan in aanmerking komen (bv. politici, bankiers, kunstenaars). - In 1965 startte een **inhaaloperatie** om evenwicht te brengen tussen Vlaamse en Franstalige adel. - De koning stelt de lijst van kandidaten op, maar de **regering keurt deze goed**. **3. Stedelijke burgerij (dominant in steden):** - De stedelijke burgerij **verschilde van de clerus en adel** doordat hun macht en status gebaseerd was op **eigen verdiensten** (vooral rijkdom uit handel). - **Twee redenen voor hun macht:** 1. **Economische groei** -- Handel over de Middellandse Zee en overzeese handel bracht hen grote rijkdom. 2. **Stadsstaten** -- Steden zoals Gent, Brugge en Ieper ontwikkelden zich tot **machtige stadsstaten** met een eigen leger, munt, bestuur en rechtssysteem. - Deze steden waren omwald en hieven **tol aan stadspoorten** (bv. Dampoort, Overpoort). - De burgerij vormde een **derde leidende stand** en daagde de bestaande macht van clerus en adel uit. Zelfstudie 2 - Oktober 2024: Economische en Politieke Ontwikkelingen ==================================================================== Mercantilisme vs Vrijemarkteconomie ----------------------------------- - **Mercantilisme (17e eeuw):** - Economisch systeem gericht op exportbevordering en importbeperking. Staten voerden hoge toltarieven in om de binnenlandse productie te beschermen. - Rijkdom werd gemeten aan de hoeveelheid goud en zilver. - **Vrijemarkteconomie (Adam Smith, 1776):** - In *The Wealth of Nations* pleitte Smith voor **economische vrijheid**. Vraag en aanbod reguleren de markt zonder staatsinterventie. - Het principe van de **onzichtbare hand** stelt dat individuele belangen leiden tot collectieve welvaart. De Verlichting -------------- - **Vrijheid, gelijkheid en rationaliteit** vormden de kernprincipes van de verlichting. - **Montesquieu, Voltaire en Rousseau** pleitten voor **scheiding der machten** en volkssoevereiniteit. - **Kernkenmerken:** 1. **Vooruitgang door wetenschap en rede**. 2. **Gelijke rechten voor iedereen**. 3. **Scheiding van kerk en staat**. LES 3 ===== De herverdeling van Europa na de godsdienstoorlogen (1568-1648) en de Vrede van Westfalen (1648) ------------------------------------------------------------------------------------------------ - De godsdienstoorlogen, die voornamelijk tussen katholieken en protestanten plaatsvonden, eindigden met de **Vrede van Westfalen in 1648**. Dit markeerde een significante machtsverschuiving in Europa. - De Vrede van Westfalen leidde tot een geografische verdeling: - **Noorden van Europa**: voornamelijk protestants (Nederland, Zwitserland, Scandinavië, Engeland, delen van Duitsland) - **Zuiden van Europa**: overwegend katholiek (Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, de Zuidelijke Nederlanden) - De oorlogen waren niet alleen religieus gemotiveerd, maar ook sociaal-economisch en politiek van aard. - In de Zuidelijke Nederlanden, waar textielnijverheid floreerde, ontstond sociale onrust door economische crisis en concurrentie uit Engeland. Dit leidde tot opstanden tegen de katholieke kerk, resulterend in de **Beeldenstorm**. De doorbraak van het vorstelijk absolutisme ------------------------------------------- - Het vorstelijk absolutisme werd ondersteund door politieke filosofen zoals **Thomas Hobbes**. - Hobbes\' theorie stelt dat na periodes van chaos en oorlogen, mensen verlangen naar vrede, veiligheid en orde, wat kan worden gegarandeerd door een absolute leider. - **Vorstelijk absolutisme** betekent dat de vorst alle macht in handen heeft: de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht worden verenigd in één persoon. - Voorbeelden van absolute vorstenhuizen: - **Frankrijk**: Bourbons - **Rusland**: Tsaren - **Engeland**: Tudors - **Spanje**: Habsburgers - De absolute vorsten richtten centrale staten op vanuit hun hoofdsteden (bv. Versailles in Frankrijk, Londen in Engeland, Madrid in Spanje). Dit leidde tot de oprichting van nationale administraties, centrale banken, legers en politieke instellingen. Opkomst van de Europese nationale staten: de unitaire staten ------------------------------------------------------------ - Het proces van centralisering leidde tot de vorming van **unitaire staten**. - In landen als Frankrijk werden regionale verschillen opgeheven en werden taal, wetgeving en administratie uniform gemaakt. - Dit proces betekende ook het verlies van autonomie voor steden en regio\'s. - Unitaire staten, zoals Frankrijk, werden na de afschaffing van het absolutisme behouden. - In België werd de unitaire staat in 1831 opgericht. Later evolueerde België naar een federale staat, waarin de macht verdeeld is over het federale niveau, de deelstaten (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) en Europa. 4. **De vier basisbeginselen van de rechtsstaat** - De rechtsstaat ontstond in de 18e-19e eeuw als reactie op de nadelen van vorstelijk absolutisme, zoals machtswillekeur en machtsmisbruik. **Eerste principe: Individuele vrijheid** - **Natuurlijk recht**: het recht op individuele vrijheid vanaf de geboorte. - Bescherming van vrijheden zoals: - **Vrijheid van meningsuiting** - **Vrijheid van handelen** - **Vrijheid van godsdienst** - De overheid garandeert deze vrijheden. **Tweede principe: Rechtsgelijkheid** - Iedereen is gelijk voor de wet. Dit principe bestrijdt machtswillekeur. - **Rechtsgelijkheid** geldt zowel voor burgers als gezagsdragers. **Derde principe: Scheiding der machten (Trias Politica)** - De scheiding van de **wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht** voorkomt machtsconcentratie. - Voorbeelden: - **Wetgevende macht**: parlement (maakt wetten) - **Uitvoerende macht**: regering (voert wetten uit) - **Rechterlijke macht**: rechters (spreken recht bij conflicten) **Vierde principe: Tolerantie/verdraagzaamheid** - Tolerantie voor minderheden (etnische groepen, vrouwen, LGBTQ+-gemeenschappen). - Uitbreiding van de individuele vrijheid door erkenning van sociologische minderheden. De toepassing van de rechtsstaat in de hedendaagse periode ---------------------------------------------------------- - De rechtsstaat werd versterkt door de opstelling van **grondwetten** in: - **Verenigde Staten (1787)**: Bill of Rights - **Frankrijk (1789)**: Verklaring van de rechten van de mens en de burger - **België (1831)**: Belgische Grondwet - Vrijheidsrechten kunnen niet zomaar worden afgeschaft. In België is hiervoor een 2/3 meerderheid in het parlement nodig. **Vrijheid van meningsuiting en beperkingen:** - **Vrijheid van meningsuiting** werd quasi absoluut in 1831. Tijdens het interbellum leidde dit tot misbruik. - In 1981 werd de **antiracismewet** ingevoerd, uitgebreid in 2007, om grenzen te stellen aan haatspraak. **Internationale toepassing:** - **Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)** werd opgesteld in 1948. - **Europees Hof voor de Rechten van de Mens** en het **Belgisch Grondwettelijk Hof** bewaken de toepassing van grondrechten. Zelfstudie 3 - November 2023: Het Interbellum (1918-1940) ========================================================= Ruk naar Rechts (blz. 81-82) ---------------------------- - Na WOI ontstond sociale onrust en economische malaise. Extreemrechtse partijen, zoals **Rex**, groeiden. - De Belgische politiek kende veel regeringswissels tussen 1918 en 1940. Financiële en Economische Crisis (blz. 83) ------------------------------------------ - De jaren 1930 kenden massale werkloosheid door de beurscrash. Regeringen reageerden met **besparingen** die sociale spanningen verergerden. De Nieuwe Orde (blz. 86-91) --------------------------- - Extreemrechtse bewegingen streefden naar autoritaire regimes. Antisemitisme en nationalisme namen toe. - De socialistische **propaganda van het Plan van de Arbeid** probeerde arbeiders te verenigen. LES 4 ===== De toepassing van de rechtsstaat in de hedendaagse periode ---------------------------------------------------------- **Vrijheid van meningsuiting vanaf 1831 en de problematische toepassing in het interbellum** - De Belgische Grondwet van 1831 was **zeer vooruitstrevend**. Vrijheid van meningsuiting was nagenoeg onbeperkt. - **Enige beperking** in de 19e eeuw: **majesteitsschennis** (het beledigen van de koning). - **Internationale figuren** (zoals Karl Marx, Victor Hugo, Charles Baudelaire) vluchtten naar België vanwege de ruime interpretatie van de vrijheid van meningsuiting. - Eind 19e eeuw werd de absolute vrijheid van meningsuiting problematisch. Voorbeeld: - **Eduard Anseele**, socialistisch leider, werd veroordeeld wegens majesteitsschennis nadat hij een mislukte aanslag op koning Leopold II betreurde. **Interbellum (periode tussen de twee wereldoorlogen)** - Vrijheid van meningsuiting werd **afgeschaft in fascistische en communistische landen**. - Democratie bleef in België behouden, maar vrijheid van meningsuiting werd misbruikt: - Groepen zetten aan tot haat en geweld. - **Totalitaire systemen**: 1 volk, 1 mening (vb. Rusland, islamitische staten). - Geweld werd genormaliseerd. - Fascisten en communisten hadden **knokploegen** die geweld gebruikten. **Na WOII** - Bewustwording na de Holocaust leidde tot aandacht voor vrijheidsrechten. - In 1948 werd het **Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM)** ondertekend. - In 1959 werd het **Europees Hof voor de Rechten van de Mens** opgericht om deze rechten afdwingbaar te maken. - **Case**: Prinses van Monaco won een zaak rond privacy tegen paparazzi. **Grondwettelijk Hof in België (opgericht in 1980 als Arbitragehof)** - **Eerste taak**: Grondrechten beschermen en afdwingbaar maken (individuen kunnen klacht indienen bij schending door overheid). - **Voorbeeld**: Hoofddoekverbod in gemeenschapsscholen. - Beslissingen zijn afhankelijk van **interpretatievrijheid** van rechters. - **Tweede taak**: Toetsing van wetten, decreten en besluiten aan de grondwet. - **Wetten** = Federaal niveau. - **Decreten** = Vlaams/deelstaatniveau. - **Besluiten** = Gemeentelijk/provinciaal niveau. - **Belangrijke rol** in dossiers rond asiel, migratie en inburgering. Het Verlichtingsdenken (Zelfstudie 2) ------------------------------------- **Beperkingen op vrijheid van meningsuiting: Antiracismewet van 1981 en uitbreiding in 2007** **Voorgeschiedenis: Migratiegeschiedenis na WOII** - België haalde in de jaren \'50-\'70 **gastarbeiders** uit Italië, Marokko, Turkije, Tunesië en Algerije. - **Full employment** in België: Belgische bevolking koos zachte sectoren; migranten werkten in zware industrie. - Overheid verwachtte dat migranten **terug zouden keren**, daarom geen integratiebeleid. - **Economische crisis in 1973** leidde tot migratiestop in 1974. - Migratie ging door via **gezinshereniging** en **asiel**. **Racisme in de jaren \'70** - Toenemende werkloosheid trof vooral ongeschoolden (autochtone Belgen en migranten). - **Racisme** nam toe, vooral in grootsteden. - **Antiracismewet van 1981**: - Strafbaar stellen van **discriminatie**, **aanzetten tot haat en geweld** op basis van ras, afkomst of huidskleur. - **Problemen**: - Lichte straffen. - Zelden vervolging door gebrek aan politie-inzet. - **Uitbreiding in 2007**: - Verbod op aanzetten tot haat en geweld op basis van **geslacht, gender, seksuele geaardheid, geloof, politieke overtuiging, leeftijd**. - **Voorbeeld**: Veroordeling in 2020 voor islamofobe uitspraken tijdens betoging. **Invloed van het Grondwettelijk Hof** - Het Hof speelt een grote rol in het beschermen van minderheden. - Sommige partijen willen de macht van het Hof inperken vanwege hun **\'activistische\'** houding. - Democratie wordt minder bedreigd dan de **rechtsstaat**, omdat grondrechten sneller worden ingeperkt dan stemrechten. Zelfstudie 4 - Pariteit, Kernkabinet en Staatssecretarissen =========================================================== Pariteit in de Federale Ministerraad ------------------------------------ - **Pariteit** betekent een gelijke verdeling van Nederlandstalige en Franstalige ministers. Dit voorkomt dat een taalgemeenschap domineert. - **Staatssecretarissen** vallen niet onder deze regel. - Beslissingen worden genomen op basis van **consensus**. Samenstelling en Taken van het Kernkabinet ------------------------------------------ - Het kernkabinet bestaat uit de premier en vicepremiers. Dit informele orgaan behandelt gevoelige dossiers voor ze naar de ministerraad gaan. - Het kernkabinet zorgt voor **beleidscoördinatie** en voorkomt blokkades. De Rol van Staatssecretarissen ------------------------------ - **Staatssecretarissen** ondersteunen ministers en behandelen specifieke beleidsdomeinen. - Ze nemen **geen deel aan de ministerraad**, tenzij hun dossier besproken wordt. - **Voorbeeld:** De staatssecretaris voor Asiel en Migratie behandelt asieldossiers onder de minister van Binnenlandse Zaken. **Conclusie** Van de renaissance en verlichting tot de economische crisissen van de 20e eeuw -- deze zelfstudies bieden inzicht in hoe politiek, economie en maatschappelijke ontwikkelingen de basis legden voor de moderne samenleving. LES 5 & 6 ========= []{#_Toc186378284.anchor}De vastlegging van de taalgrens en de indeling in vier taalgebieden (1962-1970) - In 1962 werd de taalgrens definitief vastgelegd. In 1970 werd België ingedeeld in vier taalgebieden (zie illustratie \"België op kaart\" in het handboek *De weg naar een Federaal land*, blz. 306): - **Het Nederlandstalig gebied**: omvat de provincies Limburg, Antwerpen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen (57,6% van de Belgische bevolking). De officiële taal is Nederlands. - **Historische schets van de vernederlandsing van Vlaanderen**: - Na de onafhankelijkheid van België in 1830 en de Belgische Grondwet van 1831 (met vrijheid van taalgebruik), ontstond de verfransing van de Vlaamse elite. - **19e eeuw**: Vlaamse beweging ontstond als reactie op de verfransing, met als doel de invoering van Nederlands via taalwetten. - **1932**: Nederlands werd de officiële voertaal in Vlaanderen (onderwijs, gerecht, leger, administratie). - **Redenen voor vernederlandsing**: - **Sociaal-economisch**: Vlaanderen haalde Wallonië economisch in (haven van Antwerpen, mijnindustrie in Limburg). - **Politiek**: Vlaamse beweging, nationalisme (Vlaams Nationaal Verbond - VNV, 1933), en de druk van extreemrechts (zoals Vlaams Belang). - **Het tweetalig gebied Brussel**: tweetalig (Nederlands en Frans) sinds 1963 (zie illustratie blz. 306-307 in *De weg naar een Federaal land*). - **Verfransing van Brussel**: - Begon eerder dan in Vlaanderen (15e eeuw, Bourgondische vorsten en Franse kroon). - Franse overheersing (1789-1799) en Belgische unitaire staat versnelden de verfransing. - Sociologische druk: sociale mobiliteit en werkgelegenheid stimuleerden Franstalig onderwijs. - **1963**: Tweetaligheid in Brussel door Vlaamse eisen (Vlaamse marsen op Brussel in 1961). - **Recente evoluties in Brussel**: - Onvoldoende toepassing van taalwetgeving. - Multiculturele bevolking (70% buitenlandse origine, 180 nationaliteiten). - Slechts 5% van de Brusselse bevolking heeft Nederlands als moedertaal. - **Het Franstalig gebied** (Wallonië). - Wallonië omvat een klein Duitstalig gebied (Oostkantons, 70.000 inwoners, sinds 1919 toegevoegd na WOI). - **Het Duitstalig gebied**: Klein gebied in de Oostkantons, Duitstalige minderheid. Het federaliseringsproces: de zes staatshervormingen ---------------------------------------------------- - **Staatshervormingen**: 1970, 1980, 1988, 1993, 2000-2001, 2010-2011. - **Kenmerken van het proces**: - **Gemeenschapsconflicten** en politieke crisissen. - Opkomst van nationalistische partijen (zoals N-VA en Vlaams Belang). - Tegenstellingen tussen unitaristen en federalisten. - Verdeeldheid tussen Vlamingen, Walen en Brusselaars. - **Overdracht van macht**: - **Bevoegdheden**: cultuur, onderwijs, welzijn, gezondheid (naar gemeenschappen) en economie, ruimtelijke ordening, milieu (naar gewesten). - **Financiën**: deelstaten ontvangen financiële middelen van de federale staat. - **Instellingen**: parlementen en regeringen op regionaal en gemeenschapsniveau. Uitgangspunten van een federale staat ------------------------------------- - **Macht is verdeeld** tussen federatie en deelstaten (verhouding 60/40 ten gunste van de federatie). - **Beschermingsmechanismen**: - Geen enkele taalgroep mag een andere overheersen of discrimineren. Het federale niveau ------------------- - **Bevoegdheden van de federatie** (p233): Binnenlandse Zaken, Defensie, Justitie, Economie, Sociale Zekerheid, enz. - **Het federale parlement**: - **Kamer van Volksvertegenwoordigers**: - Bestaat uit Nederlandstalige en Franstalige taalgroepen. - **Beschermingsmechanismen**: 1. **Alarmbelprocedure**: 3/4 van een taalgroep kan behandeling van een wet opschorten. 2. **Grondwetswijzigingen**: vereisen een 2/3 meerderheid. - **Federale regering**: - **Paritaire samenstelling** (evenveel Franstalige als Nederlandstalige ministers). - **Consensusbesluitvorming**: beslissingen worden unaniem genomen. []{#_Toc186378288.anchor}De drie gemeenschappen en de persoonsgebonden bevoegdheden - **Gemeenschappen**: - **Vlaamse gemeenschap**. - **Franse gemeenschap**. - **Duitstalige gemeenschap**. - **Bevoegdheden**: cultuur, onderwijs, gezondheidszorg, jeugdbescherming, enz. - **Tweeledige gemeenschapsvorming in Brussel**: - Vlaamse en Franse gemeenschap kunnen instellingen oprichten en financieren (bv. AB en Botanique). - **Brusselnorm**: 75% van Vlaamse subsidies gaat naar onderwijs. []{#_Toc186378289.anchor}De drie gewesten en de grondgebonden bevoegdheden - **Gewesten**: - **Vlaams Gewest**. - **Waals Gewest**. - **Brussels Hoofdstedelijk Gewest**. - **Bevoegdheden**: ruimtelijke ordening, economie, energie, sociale huisvesting (zie *De weg naar een Federaal land*, blz. 187-255). - **Beschermingsmechanismen voor Vlamingen in Brussel**: - **Paritaire samenstelling** van de Brusselse regering (2 Nederlandstalige en 2 Franstalige ministers). - **Alarmbelprocedure** in het Brussels Parlement (17 Nederlandstalige leden gegarandeerd). \*Belgisch labyrint -------------------