Samenvatting Artikels 2023-2024 met Aanvulling 3 PDF
Document Details
Uploaded by Deleted User
Tags
Summary
Dit document is een samenvatting van artikelen over klinische psychologie, met nadruk op een manifest. Het bespreekt de basisprincipes en argumenten rond de rol van wetenschap in klinische psychologie, evenals de kritiek op de huidige praktijken. De document omvat een discussie over de trainingsmethode binnen klinische psychologie.
Full Transcript
Artikel I: Manifesto for a science of clinical psychology -- Mcfall =================================================================== **[\ ABSTRACT]{.smallcaps}** Artikel gaat over een voorstel dat klinische psychologen een **manifest** toepassen - DOEL: [klinische psychologie bevorderen tot...
Artikel I: Manifesto for a science of clinical psychology -- Mcfall =================================================================== **[\ ABSTRACT]{.smallcaps}** Artikel gaat over een voorstel dat klinische psychologen een **manifest** toepassen - DOEL: [klinische psychologie bevorderen tot toegepaste wetenschap] - Manifest bestaat uit 1 hoofdprincipe & 2 gevolgtrekkingen: **HOOFDPRINCIPE**: wetenschappelijke klinische psychologie is de enige legitieme & acceptabele vorm van klinische psychologie Tegenargumenten: - Totdat de wetenschap alle antwoorden heeft (is nu nog niet), moeten we terugvallen op onze **intuïtie en klinische ervaring** - MAAR: stelt dat wetenschap set van antwoorden is, maar het is eerder een [set van processen] en methoden om tot antwoorden te komen - Intuïtie zal [nooit] sneller tot antwoorden leiden dan wetenschap - Klinische wetenschap & klinische praktijk zijn **2 versch vakgebieden** (model van Boulder) - MAAR: er is maar [1 vorm] KP zit gegrond in wetenschap, uitgeoefend door wetenschapper en gehouden aan dezelfde rigoureuze standaarden - Alles minder = **pseudowetenschap** - Wetenschap en praktijk kunnen niet zonder elkaar - Als we **niet overeenkomen over wat wetenschappelijk is**, hoe kunnen we dan oordellen over de wetenschappelijke waarde van klinische praktijken - MAAR: ongeldig argument we moeten gwn [objectieve, kritische evaluaties] geven - Wetenschap heeft een [zelfcorrigerend systeem] **1^STE^ GEVOLGTREKKING**: psychologische diensten mogen niet publiekelijk gebruikt worden totdat ze voldoen aan deze 4 criteria gaat over nood aan **kwaliteitsbewaking** 1. De exacte [aard] v/d dienst moet [duidelijk beschreven] zijn 2. Veronderstelde [voordelen] moeten [expliciet beschreven] zijn 3. Die voordelen moeten [wetenschappelijke bewezen] zijn 4. Mogelijke [negatieve bijwerkingen] die groter zijn dan de voordelen, moeten empirisch [uitgesloten] zijn mogen niet bestaan 'kwaliteit', 'competentie' zijn maatschappelijke termen geworden, maar psychologen negeren ze zelf gevolg van slechte kwaliteit: psychologen zullen [verworpen] worden **Validiteit** = kwaliteit - Als iemand faalt om validiteit te garanderen mag GEEN wetenschapper genoemd worden - Tegenargument : de 4 criteria zijn onrealistisch en te duur - MAAR: dit weerspiegelt [self-fulfilling prophesy] = als we deze opvatting als waar aanschouwen, zullen we dit nooit als fout zien, ookal is het werkelijk fout Patiënten mogen **enkel die behandelingen krijgen dat effectief** zijn bewezen door wetenschap - Omdat niet bewezen behandelingen [nadelige effecten] kunnen hebben - Wat WEL mag: onbewezen behandelingen mogen gedaan worden, maar alleen onder [gecontroleerde experimentele condities] - GEVOLG: patiënten reageren slecht ze verwachten dat psychologen al hun problemen kunnen oplossen omdat de KP zichzelf laatste jaren heeft [overschat\ ] **2^DE^ GEVOLGTREKKING**: het belangrijkste doel van doctorale opleidingen binnen de klinische psychologie moet zijn om de meest competente wetenschappers te maken MAAR: het is niet duidelijk wat de meest efficiënte manier is om klinische psychologen te trainen tot wetenschappers - De structuur van de training staat niet open voor verandering maakt het moeilijk Er zijn vier belangrijke problemen: 1. Boulder model heeft als doel om "**scientist-practitioners**" op te leiden, maar dat is verwarrend en misleidend - Deze [dualiteit] moet vervangen worden door model dat nadruk legt op het [verenigde doel] training/opleiding 2. Wetenschappelijke training moet zich niet bezig houden met het voorbereiden van studenten voor specifieke jobs - Men moet focussen op het puur opleiden van [goede wetenschappers in algemeen] 3. Er is te veel focus op feitenkennis & aantonen van bekwaamheid ipv het bezitten van wetenschappelijke vaardigheden - Kenmerken van goede wetenschappelijke opleiding: (1) nauwkeurigheid, (2) geleerdheid, (3) flexibiliteit in kritisch denken, (4) probleemoplossend denken 4. Er moet meer wetenschappelijke integriteit zijn - Als klinische psychologie integriteit wil hebben, moet wetenschappelijke training [geïntegreerd] worden over [versch contexten & taken heen\ ] **!** Hét ultieme criterium voor goede opleidingsprogramma's: *hoe goed hun afgestudeerden functioneren als individuele klinische wetenschapper* - **"Cargo Cult Science"** = 'wetenschappen' dat geen wetenschappen zijn - **Wetenschappelijke integriteit** (=transparantie & eerlijkheid) mist in deze 'wetenschappen' - Bv: je moet kunnen zeggen wat beperkingen zijn **[HET MANIFEST ALS EEN ROEP VOOR ACTIE]{.smallcaps}** Niets gaat hetzelfde zijn in de toekomst, alles gaat veranderen er komt een [breekpunt] aan: - Sommige psychologen gaan geobsedeerd worden door kwaliteit - Degenen die zeiden dat kwaliteit onmogelijk is worden dan achtergelaten artikel ii: psychotherapy, the humanistic (& effective) treatment -- wampold ============================================================================ We gaan mechanismen van psychotherapie zien & psychotherapie vergeleken met andere therapieën 1. **[CLASSIFICEREN VAN HEALING PRACTICES]{.smallcaps}** Er zijn 3 grote classificaties van genezingspraktijken (=healing practices): *1.1 [Explanatory systems]* - **Biologisch** - **Psychologisch** hierbinnen zijn er veel versch verklaringen voor dezelfde stoornissen (door de versch scholen; psychotherapie, behaviorisme, humanisme) - **Supernatuurlijk** bv religie, spiritualiteit *cbt = cognitieve gedragstherapie* Afbeelding met tekst, diagram, schermopname, cirkel Automatisch gegenereerde beschrijving *[\ ]1.2 [Wetenschappelijke validiteit]* **Wetenschappelijke validiteit** = is gebaseerd op de principes van het medische model - **Specificiteit** = een behandeling werkt door de biologische mechanismen erachter Kritiek op wetenschappelijke validiteit (L) 1. Het is een zwakheid omdat [sommige criteria wel en andere niet wetenschappelijk] zijn - **Psychologische behandelingen** WEL wetenschappelijk - **Generieke psychotherapie** NIET wetenschappelijk; bv supernatuurlijk 2. Kritiek op het feit dat [CBT voor PTSD als wetenschappelijk valide] wordt gezien - CBT niet gebaseerd op psychologisch onderzoek/theorie - En als er toch verandering zou zijn komt door placebo effect ***!** 1.3 [Medische VS contextuele modellen]* **Contextuele modellen** = belang van [relatie] therapeut & patiënt + bekijkt de [bredere sociale context] van individu - Interpretatie van gebeurtenissen en hun betekenis zijn belangrijk hier **Medische modellen** = individualistisch, gebaseerd op [biologische oorzaken] - EBP is belangrijk hier *1.4 [Waar plaatsen we psychotherapie?]* Het gebruikt de [taal & onderzoek] v/d **wetenschap**, maar gebruikt de [methode] v/d **supernatuurlijke** 2. **[DE HUMANISTISCHE ASPECTEN VAN HET CONTEXTUELE MODEL]{.smallcaps}** *2.1 [Menselijke vaardigheden en psychotherapie]* Psychotherapie is gebaseerd op de sterktes van onze hersenen: 1. Het brein kan zich [perfect adapteren] 2. Het brein kan gebeurtenissen [interpreteren], [verklaringen en attributies] vormen 3. Het brein kan [taal] produceren - Door taal kunnen we *sociaal netwerk creëren* - Door taal kunnen we *de wereld interpreteren* 4. Het brein kan zich [inleven] in de interne staat van anderen (doelen, wensen, motivaties)\ = **Theory of mind** - Zorgt ervoor dat mensen **coalities** kunnen vormen *2.2 [Het veranderingsproces]* **Volkspsychologie** = de [maladaptieve verklaring] van patiënten over hun problemen - Ze zouden problemen hebben die [onvermijdelijk] zijn - Ze zijn [inactief] doen niks aan hun problemen - Patiënten [verwachten] een uitleg voor hun problemen DOEL psychotherapie = een **nieuwe adaptieve verklaring geven** aan patiënt DIT zet het veranderingsproces bij patiënt in gang - KERNELEMENTEN: **verklaring** & **behandeling** - De waarheid v/d verklaring is onbelangrijk voor resultaat psychotherapie - Het gaat meer over dat de patiënt de verklaring [accepteert], dan dat die ook waar is - Belangrijk voor therapeut om de verklaring v/d patiënt te [begrijpen], en die adaptief te maken Stappen van het proces: 1. **Remoralization** = de patiënt neemt de functionele/adaptieve verklaring over (\~geloven erin) 2. **Outcome expectations** 3. **Self-efficacy** MAAR wat zorgt ervoor dat patiënt de adaptieve verklaring effectief zal accepteren? 1. Verklaring moet [anders] zijn dan de heersende verklaring Maar mag NIET [té afwijkend] zijn 2. Als patiënt zich [begrepen voelt] meer kans tot acceptatie hangt af v/d patiënt zijn sociaal culturele context === \>\> psychotherapie valt niet te reduceren tot simpele informering, er moet acceptatie zijn *2.3 [Ondersteuning via onderzoek]* *VRAAG 1*: werkt psychotherapie? - Sommige onderzoeken: de effecten van psychotherapie zijn **niet meer dan placebo's** - Andere onderzoeken: psychotherapie is **heel effectief**, meer dan meeste medische EBP's - Effectiviteit van [.80] + heel [robuuste] score CONCLUSIE: psychotherapie is een goede practice, maar werkt niet voor iedereen *VRAAG 2*: zijn sommige psychotherapieën beter dan andere? **Dodo bird veronderstelling** = alle behandelingen zijn [even efficiënt] ze ontlenen effectiviteit allen aan gemeenschappelijke kenmerken - Bv: er zijn verschillende behandelingen voor PTSD, die even goed zijn *VRAAG 3*: wat is de evidentie voor specifieke psychologische processen? Onderzocht door 2 types onderzoek: - **Placebo studies** vereisen: - [Dubbel blind onderzoek] = patiënt & onderzoeker weet niet wie in welke conditie zit - Vaak niet mogelijk - [Ononderscheidbaarheid] - **Ontmantel designs** = het systematisch verwijderen van componenten v/d behandeling - Kijken per keer wat het effect is *VRAAG 4*: zijn engagement, vormen van alliantie & therapeut noodzakelijk voor succesbolle therapie? - **Engagement** in proces = [noodzakelijk] zorgt voor vertrouwen en voor acceptatie - **Therapeut** zelf = [noodzakelijk] evidentie dat het de therapeut belangrijker is dan soort behandeling - **Alliantie** (verbondenheid patiënt & therapeut) = [noodzakelijk\ ] *VRAAG 5*: wat kunnen we leren uit placebo onderzoek? - Vastgesteld dat de efficiëntie van vele behandelingen komen door het [placebo effect] - MAAR psychotherapie [blijft heel effectief] 3. **[CONCLUSIE]{.smallcaps}** Psychotherapie blijft [even, of zelfs meer, effectief] als medische practices - **Therapeutsiche interactie** (\~alliantie) is super belangrijk Humanistische en wetenschappelijke aspecten moeten niet recht tegenover elkaar staan ZELFSTUDIEVRAGEN: - Wat is het verschil tss medische en contextuele model? - Medisch: ziekte, biologisch, EBP - Contextueel: humanisme, narratief, rationeel ARTIKEL III: a conceptual and methodological analysis of the nonspecifics argument -- derubeis ============================================================================================== introductie: onderzoek naar effectiviteit van psychotherapie wordt verschillend aangepakt: 1. onderzoekers die effectiviteit nagaan van specifieke therapievormen bij specifieke stoornissen via RCT's 2. onderzoekers die nagaan of er überhaupt verschillen in effectiviteit zijn tussen therapievormen via meta-analyses 1. **[INLEIDING]{.smallcaps}** Therapieën verschillen in theorie, maar hebben dezelfde uitkomst - Komt door **niet-specifieke factoren** = factoren die alle therapieën gemeenschappelijk hebben - Bv: therapeutische relatie, psycho-educatie, helende setting, behandelingsrationale, behandelingsritueel - Elke therapie heeft deze niet-specifieke factoren, MAAR elke heeft ook eigen **specifieke factoren** = technische manoeuvres die therapeuten uitvoeren gebaseerd op hun theoretische oriëntatie Ondersteuning voor non-specifieke factoren hypothese: 1. **Dodo bird's verdict** = assumptie dat alle psychotherapieën [even effectief] zijn blijkt uit nulresultaten van vergelijkende studies van uitkomsten - Dit komt door de non-specifieke factoren 2. Statistische relatie tussen uitkomst en **Therapeutische relatie** = de [band] tss therapeut en cliënt - De band die men krijgt is niet uniek aan 1 vorm therapie 2. **[HET DODO BIRD'S DILEMMA]{.smallcaps}** Men stelt voor dit soort onderzoeken vaak de vraag *"Is therapie A superieur aan therapie B?"* - Slechte vraag: **hetzelfde resultaat ≠ hetzelfde mechanisme** - Je weet hiermee ook niet in welke **conditie/omstandigheden/context** de behandeling wordt gegeven is van groot belang Alternatief: vertrekken uit 1 probleem en effectiviteit van verschillende behandelingen ten aanzichte van dit probleem onderzoeken leidt tot 2 patronen van bevindingen *2.1 [Wanneer één psychotherapie wint van de andere psychotherapie]* Weinig evidentie voor, MAAR wel evidentie dat voor sommige stoornissen bepaalde therapieën beter werken: - **OCD**: exposure en responspreventie - **Paniekstoornis**: cognitieve gedragstherapie - **PTSD**: exposure therapie - **Sociale fobie**: cognitieve gedragstherapie in groep Deze verschillen liggen NIET aan non-specifieke factoren, want er zijn meerdere replicaties voor deze superioriteitseffecten, maar WEL aan specifieke factoren indien ze enkel beïnvloedt werden door non-specifieke factoren, zouden we enkel therapeutische equivalentie terugvinden in evidentie *2.2 [Wanneer de race tussen twee therapieën gelijkstand is]* Als 2 soorten therapie gelijk effect hebben, wordt dit als [evidentie] gezien voor non-specifieke factoren logisch - MAAR nog steeds [mogelijk] dat ze via specifieke factoren werken, op basis van hun eigen theorie, maar gewoon zelfde uitkomst hebben verschillende, maar even effectieve methodes - Want: als de equivalentie van uitkomsten tussen 2 psychotherapieën voldoende bewijs is voor de non-specifieke factoren-hypothese, dan zouden we ook moeten veronderstellen dat psychotherapieën en even effectieve medicamenteuze behandeling via dezelfde non-specifieke mechanismen werken wat we dus ook niet denken 3. **[DE THERAPEUTISCHE RELATIE EN SYMPTOOMVERLICHTING]{.smallcaps}** **Therapeutische alliantie/band** = de collaboratieve band tss therapeut & patiënt wordt beschreven als non-specifieke factor - Ook wel **werkalliantie** genoemd - Meeste onderzoek naar therapeutische alliantie vanuit psychodynamische of interpersoonlijke therapieën Er is [positieve relatie] tss therapeutische alliantie & symptoomverbetering (.22-.26) - Men onderzocht dit door meerdere therapieën te meten de specifieke factoren werden hier dus NIET gemeten - Wanneer men alleen naar de **specifieke factoren** kijkt resultaten zijn [minder sterk] Het is cruciaal dat onderzoek gebeurt naar de [effecten] van therapeutische relatie over [versch therapieën] heen Het is algemeen aanvaard dat wanneer therapeuten geen goede therapeutische relatie kunnen opbouwen met hun cliënt, ze geen succesvolle therapeutische veranderingen zullen kunnen teweegbrengen blijven nog veel vragen over - Wat is de oorzaak voor de variabiliteit in de mate van alliantie? 4 mogelijkheden: 1. **De therapeut** is grootste oorzaak voor variantie - Wel evidentie dat dit sowieso een rol speelt -\> maar vraag is: zijn er specifieke gedragingen v/e 'goede' therapeut die we kunnen identificeren + aanleren? 2. **De cliënt** is grootste oorzaak voor (goede) band - mogelijkheid dat [goede cliënten] vormen [goede relaties] is geen constructief iets, want wat ben je dan met cliënten die moeilijke band vormen 3. **De interactie** tss therapeut & cliënt is grootste oorzaak voor (goede) band - Sommige type cliënten [interacteren beter] met bepaalde types therapeuten 4. **De hoeveelheid voordeel** dat cliënt krijgt uit therapie is grootste oorzaak voor (goede) band - De band komt hier voort uit het voordeel/progressie dat cliënt maakt - Hier is alliantie een [resultaat] eerder dan een oorzaak - Voor deze hypothese zijn tegenstrijdige bevindingen gevonden Er is dus mogelijkse bias: dat goede resultaten band vormen i.p.v. omgekeerd hier is verder onderzoek over nodig nog een mogelijkheid: therapeuten determineren tot bepaalde graad de kwaliteit van alliantie, dus de alliantie medieert de therapeutische effecten op uitkomsten - Weinig goede evidentie voor: wel bevestiging van significant therapeutisch effect op de uitkomst, ook correlatie tussen alliantie in 3^e^ sessie en uitkomst maar geen link tussen therapeutische effecten en alliantie Belangrijk: eigenlijk zouden ook andere variabelen onderzocht moeten worden die het therapeutisch effect kunnen verklaren, naast alliantie 4. **[CONCLUSIE]{.smallcaps}** Specifieke effecten van psychotherapie zijn sterker dan algemeen geloofd - Een gelijkende uitkomst van therapieën betekent niet meteen dat ze dit via non-specifieke factoren behalen - Door gebrek aan uitgebreid onderzoek is stelling dat alliantie een strenge causale factor is voor therapeutische verandering betwijfelbaar artikel iv: the misleading dodo bird verdict: how much of the outcome variance is explained bij commen and specific factors? -- de Felice ========================================================================================================================================= Dit is een meta-analyse die het dodo-bird verdict onderzoekt geeft redenen uit empirisch onderzoek waarom we sceptisch moeten zijn over het dodo-bird verdict uit bulk van empirische literatuur blijkt dat 30-70% van therapie-effecten verklaart wordt door non-specifieke factoren en slechts 5-15% specifieke factoren maar: onderzoek vanuit assumptie dat specifieke & niet-specifieke factoren **onafhankelijk** zijn van elkaar - in realiteit zijn er wel correlaties tussen 1. **[INLEIDING]{.smallcaps}** Sommige auteurs steunen de non-specifieke factoren hypothese anderen geloven meer in specifieke factoren Zelfs een debat over de [betekenis] van "specifieke" en "niet-specifieke/algemene" factoren: - **empirische raamwerk**: bestudeert de twee helemaal [onafhankelijk] - Stellen dat er [strikt onderscheid] is tss beiden - extra complexiteit: veronderstellen dat 86% v/d uitkomst bepaald wordt door cliënt/levensfactoren - Stelt dat er **additiviteit** is: de effecten van beide kunnen zomaar opgeteld worden - **klinische raamwerk**: bestudeert de twee als [afhankelijk] - Er kan zelfs een interactie effect zijn, maar dit kan enkel wanneer beiden een stukje variantie verklaren van 1 afhankelijke variabele - Stellen dat er [vage overgang] is tss beiden TOT NU: vaak onderzoek gedaan o.b.v. empirisch raamwerk - MAAR als je het onderzoekt als 2 strikt gescheiden factoren, krijg je onzuiver beeld je [weet] [niet hoe] ze initieel van elkaar [afhankelijk] zijn doel van dit werk: begrijpen of er evidentie is in de literatuur voor een empirische relatie tussen specifieke & niet-specifieke factoren zodat: 1. we de meest gepaste methodologische procedure kunnen gebruiken voor data-modelling 2. we de significantie kunnen bepalen v/d percentages van uitkomstvariabiliteit die verklaard worden door specifieke & niet-specifieke factoren 2. **[HYPOTHESE]{.smallcaps}** methode: **systematische literatuurreview**: we proberen de potentiële inaccuratie te ontdekken, terwijl we bij een meta-analyse gewoon 2 soorten onderzoek zouden vergelijken (zien als afhankelijke vs. onafhankelijke factoren) *"Mogen de specifieke & niet-specifieke factoren weldegelijk als onafhankelijk gezien worden?"* - proberen op die manier het gat tussen gecontroleerde studies en praktijk te verkleinen door wat basisregels te stellen over de relevantie van verschillende uitkomst-moderatoren 3. **SYSTEMATISCHE LITERATUURREVIEW** onderzoek betreft 2 meest wijdverspreide psychotherapie-benaderingen: - psychodynamische therapie - cognitieve gedragstherapie - vanuit zowel klinische als empirische literatuur is het duidelijk dat specifieke en niet-specifieke factoren [niet] als onafhankelijk kunnen beschouwd worden - praten in termen van relatieve percentages in verklaring van variantie door specifieke en niet-specifieke variabelen is zinloos! aangezien de variantieanalyse dysfunctioneel is 4. **[DISCUSSIE EN CONCLUSIE]{.smallcaps}** Er is een [gebrek aan onafhankelijkheid] ze zijn dus meer afhankelijk dan dat men eerst dacht Een shift in paradigma is nodig: 1. We moeten van **additieve** naar **multiplicatieve modellen** gaan - doordat ze afhankelijk zijn van elkaar, kun je de effecten NIET zomaar optellen, multiplicatieve modellen houden rekening met zowel de interacties tussen variabelen, maar ook hoe ze evolueren [doorheen de tijd] - stap verder: creëren v/e multiplicatieve index voor het kwantificeren v/d joint action tussen specifieke & niet-specifieke factoren 2. we moeten gaan van **lineaire causaliteit** naar **zelf-organisatie** processen tussen die variabelen en hun veranderingspatronen - omdat lineaire causaliteit de complexiteit negeert de betekenis van de ene variabele hangt af van de andere, ze interageren met elkaar 3. We moeten van **onafhankelijke variabelen** naar **patronen van verandering** gaan idee: dodo-bird effect stelt dat elke therapie een winnaar is heeft geleid tot onderzoek in functie v/h beschermen v/d effectiviteit van onze eigen therapiescholen i.p.v. dienen als creatieve impuls om het proces van therapie te begrijpen we hebben een onterechte kloof gemaakt tss specifieke en niet-specifieke factoren = **BaF** (**basic assumption op fight-flight**) mentaliteit gekarakteriseerd door angst voor het beschermen van de identiteit van hun eigen psychotherapie-benadering of professionele identiteit - zorgt voor collectieve [stagnatie] verwachting: Dodo-bird effect zal verworpen worden door het toewijzen v/d meest veelbelovende therapie of therapeutische attitude voor gegeven klinische conditie gepersonaliseerde psychotherapie gegrond in gedetailleerde casusformatie en procesmonitoring Het Dodo Bird effect: VERWERPEN! - we moeten proberen **brede-spectrum strategieën** voor verandering identificeren o.b.v. meta-analytisch onderzoek, zodat we een [gedeelde ontologie] hebben over verschillende therapiescholen heen Artikel v: common vs specific factors in psychotherapy: opening the black box -- mulder ======================================================================================= artikel gaat over debat tss algemene VS specifieke factoren als oorzaak van therapie-effecten - idee: i.p.v. blijven onderzoeken doen vanuit die **dichotomie** tussen specifieke & niet-specifieke effecten, moeten we onderzoek doen naar [nieuwe psychotherapieën]: e-therapie, transdiagnostische behandelingen, psychotherapie componenten studies, bevindingen van neurobiologie 1. **[INLEIDING]{.smallcaps}** doel: bespreken van debat in psychotherapie onderzoek: 'werken psychotherapieën primair door specifieke factoren beschreven in de manual, of via factoren gemeenschappelijk aan meeste therapieën?' Twee centrale bevindingen in literatuur: 1. Psychotherapie is beter dan [ongestructureerde interacties] en [geen therapie] 2. Specifieke psychotherapieën [verschillen NIET in effectiviteit] - suggereert dat gedeelde factoren over verschillende therapieën mogelijks het groot therapeutisch mechanisme zijn Het feit dat algemene factoren dé oorzaak van verandering zijn in vraag gesteld door andere onderzoeken leidt tot tweedeling in psychotherapie-theoretici: - **niet-specifieke factoren**: ze leggen nadruk op relatie, verwachting v/d patiënt en proces - **specifieke factoren**: ze leggen nadruk op procedurele technieken - let op: niet-specifieke factoren moeten niet beschouwd worden als [niet-intentioneel]! 2. **[ONEENSHEID OVER DE BASIS VAN PSYCHOTHERAPIE]{.smallcaps}** veel onderzoek gedaan over **treatment outcome** (=uitkomstonderzoek) weinig onderzoek over **mechanismen van therapie** - komt omdat psychotherapie-onderzoek is overgenomen vanuit medische benadering, met categoriale diagnoses, RCT's & uitkomstonderzoek Sleutelkenmerken van bestaande literatuur: 1. CBT is dé dominante therapie - komt overeen met evidence-based psychotherapie - is heel gestandaardiseerd (manual) - veel trainingsmogelijkheden voor 2. CBT is effectief voor range aan problemen maar: enige evidentie dat de positieve effecten van CBT [vervagen over tijd ] 3. We weten weinig over HOE therapieën werken, voor wie, onder welke omstandigheden,.. - Zorgt voor [kloof] tss psychotherapeutische onderzoekers & praktijkbeoefenaars 4. Onzekerheid over dat verandering aan specifieke VS algemene factoren ligt belangrijk: NIET omdat therapieën [effectief] zijn bewezen dat ze [definitief gevalideerd] zijn validering zou evidentie vereisen dat niet alleen de benadering zo voordelig is als verwacht, maar ook dat de voordelen veroorzaakt worden door de mechanismen zoals gesteld door de benadering en in de gedragingen v/d therapeut APA heeft zelfs die dichotomie gemaakt: gaat terug naar historisch debat: - Skinner: behaviorisme: medisch model specifieke leerprocedures zijn basis voor verandering (\~specifieke factoren) - Rogers: humanisme: contextueel model accepterende en oprechte relatie van therapeut zijn nodig voor groei (\~algemene factoren) 3. **[PARADIGMATISCHE VERSCHILLEN]{.smallcaps}** Specifieke & algemene factoren lijken onverenigbaar omdat ze voortkomen uit **verschillende paradigma's** - [Specifieke]: - Obv medisch model - Het doel is om symptomen te reduceren - Sterk positivistisch - [Algemene]: - Obv contextueel model - Het doel is om welzijn van individu te garanderen ( niet perse symptoomreductie) - Constructivistisch 5. **[LIMITATIES VAN BESTAAND EVIDENCE BASE ONDERZOEK]{.smallcaps}** Voorstanders van specifieke factoren: vooral onderzoek gedaan naar gerandomiseerde onderzoeken (RCT) voor specifieke fact limitaties: 1. Men prioriteert interne validiteit boven externe validiteit - Bevindingen zijn NIET generaliseerbaar 2. RCT uitgevoerd in onderzoekscontext verschilt van hoe het in de praktijk zal worden toegepast 3. Publicatiebias - Positieve uitkomsten worden [vaker] gepubliceerd - Er zijn dus te veel "bewezen effect sizes" in literatuur 4. Soorten therapie + scala aan uitkomsten dat wordt gemeten is zeer smal - Gaat altijd over [symptoomvermindering] - LT-effecten, versch tss patiënten,... vaak [niet] gemeten 5. Als specifieke factortheorie klopt, zou adherence (aan manual) voor betere resultaten zorgen - GEEN evidentie voor - [Therapeutische alliantie] zou beter voorspeller zijn maar kan ook consequentie van goede uitkomst zijn i.p.v. oorzaak, confounder van succes therapie & tevredenheid CL 6. Psychotherapeutisch onderzoek is duur en moeilijk - Er zijn maar klein aantal studies 6. **[EEN VALSE DICHOTOMIE?]{.smallcaps}** Het onderscheid tussen algemene & specifieke factoren is minder streng dan gedacht: 1. **Specifieke factortheorieën** stellen dat OOK algemene factoren [belangrijk] zijn 2. **Algemene factortheorieën** stellen striktere definitie van bonafide therapie met strengere training 3. **Algemene factortheorieën** stellen dat sommige specifieke factoren [effectiever] zijn dan andere voor bepaalde stoornissen 4. **Beide** ondersteunen dat **modererende factoren** belangrijk kunnen zijn 5. nieuwe concepties over psychopathologie (comorbiditeit, continuüm) moedigden tests voor **transdiagnostisch behandeling** aan - = gebaseerd op aandacht voor gemeenschappelijke onderliggende veranderingsmechanismen over stoornissen heen 6. Beide ondersteunen een gelijkaardige benadering van **EBP model**: APA model voor EBP sluit aan voor beide toevoeging: procesdimensie= collaboratief keuzes maken, individuele casusformulering, ongoing monitoring, feeding back into research (reflexief) - we moeten de vraag naar specifiek vs. niet-specifiek reframen naar: wat zijn de algemene principes van [therapeutische verandering]? 7. **[TOEKOMSTIGE RICHTLIJNEN]{.smallcaps}** *[Overzicht]* - Er is niet genoeg bewijs voor een oplossing v/h debat naar specifieke VS algemene factoren - CBT wordt bekritiseerd stelt de verkeerde vragen - Niet-specifieke factoren model heeft een anything-goes strategie, met te weinig aandacht voor effectieve factoren Wat doen om het veld vooruit te helpen? 1. [Strengere kwaliteitscontrole] in opleiding & praktijk 2. [Afstappen] van tunnelvisie in [algemene factoren] ook specifieke factoren zijn belangrijk 3. Focussen op [werkingsmechanismen] van psychologische therapie ipv het debat 4 benaderingen die nuttig zijn in de toekomst: 1. *[Transdiagnostische behandelingen]* = bij behandeling van versch diagnoses wordt er op de **onderliggende gemeenschappelijke** **pathologische processen** gefocust ipv op de symptomen - [Uniforme protocollen], ipv verschillende voor elke stoornis - Vb. emotieregulatie componenten, cognitieve herbeoordeling, emotioneel bewustzijn training - [Effectief] bewezen voor verschillende stoornissen - Vaak gebruikt in [groepstherapie\ ] *6.2 [Psychotherapeutische component studies]* = identificeren welke specifieke ingrediënten bijdragen aan therapie-uitkomsten Twee mogelijkheden: 1. **Ontmantelingsonderzoeken** = de [volledige behandeling] wordt vergeleken met behandelingen die minstens [1 element] hebben [verwijderd] 2. **Additieve onderzoeken** = [1 element] wordt [toegevoegd] aan een reeds [bestaande behandeling] kijken of dat het uitkomst bevordert bewijst dat effectieve behandelingen en tests onze therapieën kunnen verbeteren, maar we zien wel niet echt verschillen bij dismantling studies, kleine verschillen voor additieve studies (miss door alliance met toevoeging) *6.3 [E-therapieën]* = **online therapieën** - Gaande van volledig self-guided naar real-time interacties met een therapeut via internet - Hebben voor sommige stoornissen [gelijkaardige] uitkomsten als face-to-face, voor andere [slechtere] - Idee: therapeutische relatie kan soms ook overbodig zijn maar: e-therapie levert wel een symbolische vorm van relatie, is cruciaal voor engagement en adherence Voordeel: doordat men hier makkelijk dingen kan weglaten (=*ontmantelingsonderzoek*), kan je zien welke componenten écht essentieel zijn om uitkomst te veranderen 4. *[De nood aan diepgaand klinisch onderzoek]* men moet psychotherapeutisch onderzoek integreren in een bredere klinisch psychologische theorieën van pathologie - Idealiter gaat men shiften naar translationele wetenschap van menselijke veranderingsprocessen: belang van ontwikkeling van expliciete klinische wetenschappelijke raamwerken 6. **[PSYCHOTHERAPEUTISCH ONDERZOEK]{.smallcaps}** Bredere context: - **Uitkomstonderzoek**= geprioriteerd - **Procesonderzoek**= staat achter - Houdt het dodo bird effect in stand - Emergent thema: **embodied nature** van menselijke wezens belichaamde natuur/cognitie, spoort aan om bio-gedragsmatige verklaringen in rekening te brengen voor gedragsverandering idee: kijken hoe klinische interventies de temporale dynamieken van breinnetwerken beïnvloeden, en hoe die therapeutische effecten generaliseren naar andere stoornissen *7.1 [Training en klinische praktijk]* Hoe moet training eruit zien? pragmatische optie: blijven trainen in CBT Maar: zowel oefenen op [algemene factoren] (warmte, empathie,..) als op specifieke principes van CBT - **Hybride methode**: standaard training principes + additionele modules gefocust op specifieke technieken voor verschillende aandoeningen waar bewijs voor is - Ze moeten leren [sceptisch] zijn over bestaande therapieën effectiviteit is geen validatie - Inclusie van niet-specifieke factoren zorgt voor meer onderzoeksfocus op psychotherapieprocessen *7.2 [Toekomstig klinisch onderzoek in psychotherapie]* Omdat in vergelijkende outcome-trials de uitkomsten voor verschillende therapieën klein zijn, moeten [steekproeven] in studies naar verschil in therapieën [heel groot] zijn moeilijk - Underpowered designs gaat blijven het dodo-bird effect bevestigen - mogelijke oplossing: psychotherapie initiatief in public health services & managed care kunnen platform bieden om effect op grote groepen te bestuderen 7. **[CONCLUSIE]{.smallcaps}** Het debat tss specifieke VS algemene factoren is [minder dichotoom] (streng) dan gedacht - Aangetoond dat **algemene factoren** belangrijk zijn om uitkomst te verbeteren - MAAR ook **specifieke factoren** alleen zijn zij moeilijker te onderzoeken In toekomst moeten we meer [begrijpen] hoe therapieën werken versch technieken voor nodig (e-therapie,..) ZELFSTUDIEVRAGEN: - *Welke 2 bevindingen liggen aan basis van het debat?* - Absolute effectiviteit = psychotherapie is beter dan geen therapie - Verschillende specifieke therapieën verschillen weinig/niet in effectiviteit - *Wat is het verschil in paradigma bij specifieke & algemene factoren?* - [Specifieke]: positivisme - [Algemene]: constructivisme - *Wat zijn de beperkingen van de wetenschappelijke evidentie?* - Zwakke correlaties - Weinig info over procesonderzoek - Populaties zijn vaak niet representatief - *Waarom spreken we van een valse dichotomie?* - Aanhangers van specifieke factoren benadrukken ook het belang van common factors en omgekeerd - Beide benaderingen erkennen het belang van EBP Artikel VI: rebooting psychotherapie research and practice to reduce the burden of mental illness -- Kazdin & blase =================================================================================================================== 1. **[INTRODUCTIE]{.smallcaps}** Artikel pleit voor een grondige herstructurering van de GGZ - Desondanks toenemende [kwantiteit] & [kwaliteit] van onderzoek, neemt de hoeveelheid mentale problemen over het algemeen NIET AF - Hoe gaan we dit oplossen? 2. **[VERMINDEREN VAN DE LAST VAN MENTALE STOORNISSEN]{.smallcaps}** **Delivery model**/**toedieningsmodellen** = de manier waarop psychologische interventies worden geleverd aan individuen/groepen (bv: groepstherapie, online therapie, individuele therapie,..) [Vier dingen] die tonen dat [verschillende delivery modellen] nodig zijn: *2.1 [Voorkomen van mentale stoornissen]* Mentale stoornissen **komen heel veel voor** - MAAR toch sluiten cijfers grote groep uit: degenen die [net niet] aan alle criteria van stoornis voldoen - Zij hebben ook last van mentale stoornis, maar w niet meegenomen - Prevalentie is [afhankelijk] van cultuur, etniciteit, SES, immigratiestatus *2.2 [De kost van mentale stoornissen]* De kosten (geld) zijn **heel hoog** - Zowel [financiële] als [persoonlijke] kosten - [Negatieve relatie] mentale stoornis en inkomen *2.3 [Mensen die hulp nodig hebben]* Cruciale manier om de last van mentale stoornissen te verminderen de beschikbaarheid van interventies; de meesten krijgen GEEN behandeling **\ ** *2.4 [Mensen die hulp bieden]* Person-power problem: te weinig mensen die behandeling krijgen en specifieke groepen die hier tekort aan hebben Oplossing voor person-power probleem [meer hulpverleners] nodig = **person-power probleem** - MAAR dit alleen lost het probleem NIET op!: - Hangt ook af van **geografische factoren**: in drukke stad meer mogelijkheden dan dorp - **Niet** omdat er meer hulpverleners zijn, dat mensen **meer hulp gaan zoeken** - **Teweinig hulpverleners die matchen** met culturele & etnische kenmerken van etnische minderheden - Dit zorgt voor een [extra barrière] 3. **[INDIVIDUELE PSYCHOTHERAPIE IN RELATIE TOT DE LAST VAN MENTALE STOORNISSEN]{.smallcaps}** Psychotherapie is een nuttig toedieningsmiddel: - Psychotherapie heeft [veel vooruitgang] gemaakt - Psychotherapie is een [dominant model] van toedieningsmodellen Geschiedenis van **psychoanalyse** grote impact gehad op psychotherapie: 1. Er werd [theorie] ontwikkeld rond de problematiek van patiënt 2. Er werd [methodologie] ontwikkeld om de belangrijkste principes te ondersteunen - Leidde tot standaard dat je RCT moest gebruiken 3. Men hanteerde [1-op-1] therapie (\~medische model) - Dit domineert nog steeds - Geen kritiek op model van individuele therapie - Maar additionele delivery modellen zijn nodig voor het oplossen van de zorglast 4. **[ONTW VAN PORTFOLIO VAN MODELLEN VOOR HET LEVEREN VAN INTERVENTIES]{.smallcaps}** [Behandeling & preventie] gaan hand in hand\ Model moet genoeg capaciteit hebben om velen te bereiken - 5 modellen die in het portfolio kunnen passen: *4.1 [Technologie]* Technologie biedt veel mogelijkheden: 1. **Het internet** - Kan veel mensen bereiken & kost weinig & makkelijk te behouden - Hier kan men [uitgebreide literatuur] vinden over stoonissen 2. **Telefoneren** - = [telementale psychotherapie] - Volledige wekelijkse sessies door de telefoon - Kan veel mensen bereiken & meer mensen zetten therapie door & minder barrières dan face-to-face (bv sociale angst) 3. **Smartphones** - Deze soort therapie heeft versch vormen: - Via [SMS] - Via een [app] = **'Mobile Therapy'** (=app die patiënten hun mood meten doorheen de dag - Via ondersteunende [video's/geluidsberichten] - Kan veel mensen bereiken & kost weinig & interactief & anoniem *4.2 [Gebruik van speciale settings]* Voordeel nemen van [plaatsen] waar individuen die hulp nodig hebben, [sowieso zijn] - Deze zijn zwakker dan echte therapie, maar helpen wedegelijk - Vooral [gericht] op mensen die in 1^ste^ instantie [niet op zoek waren] naar behandeling - Bv: de huisarts die advies geeft om te stoppen met roken is effectief voor 2,5% *4.3 [Kansen voor non-professionals]* Hulp krijgen van niet-professionals kan ook gunstig zijn - Kost niks & geen directe confrontatie met 'zware' hulp - Bv: hulp van ouders *4.4 [Zelfhulp]* = individu neemt zelf controle en [implementeert zelf een interventie] - Bv: boeken lezen, video's kijken, dagboek-schrijven - Kan veel mensen bereiken & kost niks **Groep zelfhulp** = samenkomen met mensen die [gelijkaardige] problemen hebben vaak zelfs geleid door een niet opgeleid groepslid *4.5 [Media]* = **entertainment educatie** = programma's op radio/televisie maken thema's bespreekbaar - Men ontwikkelt [karakters] die bepaalde problemen en sociale rollen hebben - Kijkers/luisteraars *relaten* hieraan en [leren] hieruit - Kan veel mensen bereiken 5. **[ESSENTIËLE PROBLEMEN VAN HET PORTFOLIO]{.smallcaps}** Zijn de opties vandaag voldoende om de last van mentale stoornissen de reduceren NEEN; factoren die [additionele impact] kunnen hebben (in toekomst): *5.1 [Preventie]* **Preventieve interventies** voor mentale stoornissen zijn nodig in het portfolio - We moeten het begin van mentale stoornissen [voorkomen], zodat er [minder nood] is voor [behandeling] ZO reduceren we de last We moeten niet alleen de behandelingen uitbreiden, maar OOK de preventies! *5.2 [Assessment]* Reduceren v/d last van mentale stoornissen begint bij **beter onderzoek naar het monitoren** van de stoornissen - We moeten een [nationale database] hebben van mentale stoornissen, omdat het een [basisniveau] biedt - Zo kunnen we de mate v/d last van patiënt vastleggen & zien of er veranderingen over tijd zijn - Zo kunnen we ook hypotheses testen over mogelijke invloeden op de stoornis *5.3 [Contextuele invloeden op de last-reductie van mentale stoornissen]* Er zijn **heel veel contextuele barrières** voor personen om hulp te zoeken/krijgen - Sommige zijn aangevoeld, sommige zijn reëel - Bv: wetgeving, geld, verzekering, politiek... Belangrijk om deze factoren te erkennen: - Er is [samenwerking] nodig van organisaties om voor verandering te zorgen in beleid en wetgeving die de toegankelijkheid van mentale gezondheid services beïnvloeden - Door contextuele invloeden kunnen we [nieuwe delivery modellen] ontwikkelen die [variëren in kost] *5.4 [Potentiële spanningen binnen professionele training]* Het [trainen] van hulpverleners kan de ontwikkeling van een breder portfolio net hinderen\ Drie vraagstukken in de klinische psychologie: 1. **Accreditatie** van opleidingen = welke therapie geldt als een [échte therapie]? 2. **Wie** gaat de interventies **uitvoeren**? - Mensen met diploma? geen evidentie dat zij meer effectief zijn 3. **Jobs** en **terugbetaling** voor klinische interventies **\ ** 6. **[SAMENWERKING MET ANDERE DISCIPLINES]{.smallcaps}** Om de last van mentale stoornissen te reduceren, moeten versch disciplines **samenwerken** om de [complexiteit] te omzeilen Disciplines die kunnen samenwerken: *6.1 [Mathematische modellering]* **Wiskunde** kan helpen in het oplossen van [complexe problemen] - Hoe begin van stoornis voorkomen? - Hoe acute stoornis behandelen? - Hoe chronische & episodische stoornissen behandelen? methodes om hierop in te spelen variëren als een functie van deze uitdagingen *6.2 [Technologie]* De drie grootste gebruiken van technologie: 1. Technologie kan [interventies bieden] & [plaatsen bereiken] die onmogelijk zijn voor face-to-face therapieën 2. Technologie kan behandeling bieden met [minder], [weinig], of [geen therapeutsich contact] 3. Technologie bied [feedback] voor ZOWEL patiënt als voor de interventie zelf MAAR: je mag niet denken dat technologie een "echte" persoon vervangt dat is niet het doel *6.3 [Dieet en voeding]* Voeding heeft een [invloed] op [cruciale psychologische processen] kan zo mentale gezondheid verbeteren *6.4 [Epidemiologie en public health]* **Epidemiologie** = studie die de verschillende factoren van het [optreden], [verspreiding], [preventie] en [beheersing] van de ziekte bestudeert **Public health** = vakgebied dat het bevorderen van gezondheid bestudeert - Beide focussen ze op de [distributie] v/d stoornis, [factoren] betrokken bij risico & preventie, [populatie-gebaseerde interventies] - Populatie-geb interventies zijn niet voldoende: vele mensen worden zo uitgesloten - Men moet ook interventies hebben die een grotere groep omvatten *6.5 [Algemene notitie]* Er zijn ook nog vele andere disciplines waarmee men kan samenwerken 7. **[CONCLUSIE]{.smallcaps}** Het voorkomen van mentale stoornissen is groot veel mensen krijgen geen hulp - Alleen meer hulpverleners helpt NIET Men moet meer focussen op het verminderen van incidentie & prevalentie - Door toedieningsmodellen te verbreden moeten variëren in prijs, focus, effecten,... - **Zwakke** interventies met **groot** bereik zijn **\>** dan **sterke** interventies met **klein** bereik ZELFSTUDIEVRAGEN: - *RCT werd gezien als de gouden standaard, hebben de auteurs deze visie ook?* - Gedeeltelijk, maar we moeten onze focus verbreden - Niet enkel op klinische effectiviteit focussen, maar ook op kosteneffectiviteit & disseminatie - *Welke wijzigingen zijn cruciaal om een ruimer toegankelijk zorgaanbod te creëren?* - Meer technologisch, niet alleen 1-op-1 - Meer inzetten op 0^de^ lijn: ouders, familie,... artikel vii: challenges and opportunities in global mental health: a research-to-practice perspective -- wainberg ================================================================================================================= 1. **[ABSTRACT]{.smallcaps}** **Global mental health** = de manier waarop mentaal welzijn bevorderd kan worden in niet-westerse landen OF landen met lagere gemiddelde inkomens - Meerendeel van mensen die mentale gezondheidszorg nodig hebben schieten tekort in hoge kwaliteit services 4 prioriteit-gebieden voor specifieke aandacht om 1) het mentale gezondheidszorg-gat te dichten & 2) verbeteren van toegang tot hoge-kwaliteit mentale gezondheidsservices wereldwijd: 1. Verminderen van pervasief stigma 2. Bouwen van mentale gezondheid systeem behandeling & onderzoekscapaciteit 3. Implementeren van preventieprogramma's om incidentie van mentale stoornissen te verkleinen 4. duurzame upscaling voor public health systemen om toegang tot mentale gezondheidszorg te verbeteren a.d.h.v. evidence-based interventies 2. **[INLEIDING]{.smallcaps}** Er is groot 'gat' van mensen die geen behandeling (kunnen) krijgen desondanks er veel EBP interventies efficiënt zijn gebleken in milieus met gelimiteerde-bronnen, ook kosten-effectiviteitsstudies tonen economische waarde van preventie en behandeling van stoornissen in die settings **LMIC** = low- and middle-income countries\ **HIC** = high-income countries\ **GMH** = global mental health\ **NCD** = niet overdraagbare stoornissen - *Mental Health Gap Action Programme Intervention Guide* = stellen rechtlijnige, gebruikersvriendelijke, diagnose-specifieke klinische richtlijnen voor het verschaffen van EBPs - *Richtlijnen bedoeld voor niet-gespecialiseerde gezondheidszorg voorzieners* - Desondanks is implementatie van EBP afgezwakt, door: - Tekort aan gezondheidswerkers - Capaciteitstekort - Stigmatisatie - isoleren van mentale gezondheidsdiensten apart van fysieke gezondheid 3. **[INTEGREREN VAN BEHANDELING VAN ALGEMENE MENTALE STOORNISSEN IN PRIMAIRE ZORG]{.smallcaps}** **Mentale gezondheidsinstanties** die [gebaseerd] zijn in [primaire zorg] of community gezondheidscentra ontbreken - Geld zeker voor mensen in LMIC hebben beperkte toegang tot zorg - Om de dekking van services te vergroten proberen verschillende landen te bewegen naar community mental health care maar zij kunnen die grote vraag niet opvangen door verschillende tekortkomingen - Onderzoek is aan het avanceren over hoe we mentale gezondheid best integreren in primaire zorg in LMICs Grootschalige plannen om dit te realiseren: - *Comprehensive Mental Health Action Plan:* zorg voor zowel frequente als ernstige stoornissen, preventie en promotie - *Programma for Improving Mental health carE* = samenwerkingsverbond van versch onderzoeksinstituten Onderzoeken in HICs indiceren dat behandelen van mentale stoornissen & andere NCDs (non-communicable diseases) [samen] [effectiever] dan de stoornissen bij comorbiditeit apart te behandelen maar: weinig innovaties op grote schaal of brede geografische gebieden in LMICs meeste focus op basic behandeling, terwijl gespecialiseerde behandeling nodig is, specifiek voor chronische ziekte (vaak comorbide met mentale stoornissen) *3.1 [community behandeling van ernstige en aanhoudende mentale stoornissen]* Er moet ook aandacht besteed worden aan de 'gap' bij **ernstige mentale stoornissen** - 90% v/d mensen met schizofrenie worden NIET behandeld - Primaire zorg moet gap opvullen door effectieve zorgpakketten te leveren in samenwerking met gespecialiseerde services - Er is [implementatieonderzoek] nodig: we moeten weten hoe we interventies in reeds bestaande diensten kunnen implementeren *3.2 [Stigma]* Vertraging/weerhouding van mentale zorg heeft ook te maken met **lage kennis** van mentale stoornissen en **vooroordelen/discriminatie** tegen mensen met mentale stoornissen - Nood aan rigoureus grootschalig onderzoek naar anti-stigma interventies, hoe stigma zit bij patiënten & gedragsverandering rond mentale gezondheidsstigma *3.3 [Preventie van mentale stoornissen]* Behandeling alleen is niet genoeg om de 'gap' op te lossen **preventie** is nodig Vijf groepen waar preventie cruciaal is: 1. **Kinderen** - Hier [beginnen] de meeste [stoornissen] zich te [ontwikkelen] - Als je dit voorkomt, voorkom je stoornissen op latere leeftijd ook! - MEER kinderen in LMICs hebben mentale stoornis, maar meeste onderzoek gebeurde op kinderen van HIC [schoolinterventies] vooral bij HIC - [Kindermishandeling] (geweld, seksueel misbruik,..) resulteren vaak in langdurige mentale problemen op latere leeftijden - TOCH is dit [onderherkend] 2. **Vrouwen** - [Positieve relatie] tss mentale gezondheid mama & mentale gezondheid kind - Moeder stoornis kind grotere kans op ook een stoornis - Belang van [prenatale interventies] (voor de geboorte) 3. **Gediscrimineerden** - O.a. vrouwen bij [partnergeweld] en [genderongelijkheid] 4. **Geforceerde migranten** 5. **LGBTQ+ leden** - Zij ervaren meer sociale angst, exclusie,.. [meer vatbaar] voor mentale stoornissen 4. **[PRIORITAIRE GEBIEDEN VOOR ONDERZOEK]{.smallcaps}** Vier barrières die aandacht nodig hebben: *4.1 [Capaciteitsvergroting]* Er is **tekort aan getrainde gezondheidswerkers** - Oplossing **task-sharing** = taken die eerst experts deden, worden nu [geleerd] aan '[getrainde] [leken'], zodat er meer kan gedaan worden - Meer onderzoek naar nodig om te optimaliseren Maar ook tekort aan **onderzoekers** gelimiteerde vooruitgang door [beperkt onderzoek in LMICs], behoefte aan lokaal onderzoek voor interventies/services in specifieke context[\ ] *4.2 [Verminderen van stigma rond mentale stoornissen]* 1 v/d meest significante barrières in het reduceren van de mentale gezondheid gap Sociale exclusie die voorkomt uit stigma heeft gevolgen: 1. [Slechte hersteluitkomsten] & [lage levenskwaliteit] voor mensen met mentale stoornissen 2. Mensen [durven geen 1^ste^ stap] naar hulp te zetten 3. Zorgt voor [misconceptie] dat mentale stoornissen niet te genezen zijn 4. Minder prestige voor deze jobs, zorgt voor nog meer human resource tekorten onderzoek is noodzakelijk, geen huidig goed onderzoek *4.3 [Een geïntegreerd raamwerk voor de preventie van mentale stoornissen]* Men heeft beseft steeds meer dat preventie cruciaal is\ te weinig onderzoek naar preventieprogramma's in LMICs specifiek focussen op kwetsbare groepen: kinderen, moeders, LGBTQ *4.4 [Schaalvergroting, duurzaamheid, en beleid ]* Nood aan **schaalvergroting van EBP's** (=[uitbreiding] van een interventie om een grotere populatie te bereiken) - Belangrijk dat zorgsystemen behandeling voor elke patiënt, over volledig spectrum van diagnoses voorzien, belangrijk om via onderzoek te determineren: - Wat de beste paden zijn voor leveren van uitgebreide community mentale gezondheidszorg - Hoe deze interventies op schaal brengen - Hoe toepassen van lokaal gegenereerd onderzoek voor ontwikkeling & testen van protocollen voor nieuwe, resource-effectieve systemen voor mentale gezondheidszorg Om het **beleid** te informeren, moet men **kosten-baten analyses** maken van het behandelen van mentale stoornissen DOEL: [beleidsveranderingen] maken om optimale toedieningsstrategieën te ondersteunen, en zo de 'gap' te verkleinen 5. **[CONCLUSIE]{.smallcaps}** Voorheen te weinig financiering voor mentale gezondheid t.o.v. het leed dat het veroorzaakt, maar 2 significante events die leiden tot een shift in internationale ontwikkelingscommunity & commitment om mentale gezondheid globaal aan te pakken: 1. World Bank bevestigd mentale gezondheid als een globale ontwikkelingsprioriteit 2. Mentale gezondheid was expliciet beschreven in de Sustainable Development Goals, de ontwikkelingsagenda v/d Verenigde Naties die globale & nationale agenda's zullen begeleiden de komende 15 jaar **Capaciteitsvergroting** voor onderzoekers & beleid is nodig om de [barrières] van [preventie] en [behandeling] te overkomen in LMIC - GMH onderzoek moet constant terugkoppelen naar beleidsmaking, zodat EB programma's kunnen schaalvergroten - GMH onderzoekers moeten samenwerken met overheden om hun zo goed mogelijk te informeren over hoe te helpen met de transformatie