Politieke Communicatie en Journalistiek 2024-2025 Cursus PDF

Summary

These slides are lecture notes for a course on political communication and journalism, covering various aspects such as course overview, key concepts, functions, problems, and threats, and weekly tests and projects. The lectures are part of a Bachelor of Communication course at the University of Amsterdam.

Full Transcript

POLITIEKE COMMUNICATIE EN JOURNALISTIEK Politieke Communicatie en Journalistiek 2024-2025 Bachelor Communicatiewetenschap College of Communication Universiteit van Amsterdam Hoorcollege Week 1 Knut De Swert ([email protected] ) /...

POLITIEKE COMMUNICATIE EN JOURNALISTIEK Politieke Communicatie en Journalistiek 2024-2025 Bachelor Communicatiewetenschap College of Communication Universiteit van Amsterdam Hoorcollege Week 1 Knut De Swert ([email protected] ) / Rachid Azrout ([email protected] ) Vandaag Cursusoverzicht:  Wie, wat, wanneer en waarom? Wat is Politieke Communicatie? Key concepts in PC&J, Mediasystemen Functies, problemen en bedreigingen PC&J Wie? Knut & Rachid Elif (Hoorcolleges) (coördinatie) [email protected] Cursusoverzicht: werkgroepen Werkgroepdocenten Elif Kılık Hülya Ateş Emma van der Goot Fien Reerds Cursusoverzicht: wie komt er? Coördinatie en hoorcolleges met af en toe gastdocenten Cursusoverzicht: wat gaan we doen? Week 1: Algemene inleiding PC&J, Key concepts Week 2: Verkiezingen, media & politiek (systeem) (met Alessandro Nai) Week 3: Politieke participatie en protest (opgenomen video) Week 4: Personalisering en infotainment Week 5: Populisme & polarisatie (met Linda Bos & Patrick van Erkel) Week 6: Internationale journalistiek Week 7: Uitdagingen voor de toekomst van PC&J (met Marina Tulin) Structuur van de cursus Alle informatie kan je vinden in het werkboek (zie Canvas) Basistructuur: 7 hoorcolleges: Theorie, voorbeelden, verschillende gastdocenten 6 werkgroepen: 3 doelen: verduidelijken van de cursusstof (theorie, teksten), voorbereiding van de opdrachten en het toepassen van theorie op recente en concrete situaties. Enkele basisregels: Hoorcolleges: Je bent niet verplicht te komen, wel heel welkom (let op voor wisselende locaties!) Slides komen online vlak voor of vlak na het hoorcollege Opname van het hoorcollege is en blijft beschikbaar in de catalogus (zie Canvas). Niet te gebruiken als livestream. Hou er rekening mee dat de opnames geen goede weergave geven van video’s of interactie tussen studenten en docent. Opdrachten: Wekelijkse MC test - Gaat over teksten en hoorcolleges. - Elke week bij de start van de werkgroep (kom daarom zeker niet te laat!) - Grotendeels in het Nederlands - Via Canvas (laptop meebrengen), INDIVIDUEEL. - Score en antwoorden: vrijdagavond - Je 4 beste resultaten (van 6) tellen mee - Vragen worden door ons gecheckt (ook achteraf) - Telt voor 10 procent mee, je moet dit onderdeel apart halen! Er is een herkansingsopdracht voorzien. Wekelijkse test: type vragen Multiple choice, 5 vragen, meestal ook 5 antwoordopties De vragen hebben niets te maken met het type vragen op het tentamen. Doel = testen of je (met aandacht) voorbereid bent. Niet: inhoudelijke testen of je de stof begrijpt of kan toepassen Soms bijzonder simpel: welke methode? Hoe lang was de video? Over welk land ging de tekst? Focus=zaken die je je normaal gezien zou herinneren Slechts een handvol vragen zijn misschien iets moeilijker (om een 10 te halen dus, wat vrij vaak gebeurt). Opdrachten: Pol Com Project Doel:  Kennis en vaardigheden uit de cursus gebruiken om een politiek communicatieplan te maken voor een organisatie en thema naar jouw keuze, gebaseerd op de cursusinhoud, de context van je keuze en je eigen creativiteit.  De bedoeling is dat het plan heel divers is, met meerdere kanalen, acties en dat het zowel publiek als politieke actoren aanspreekt. Werk hier heel de cursus lang aan! Opdrachten Gespreid over de 8 weken: Wekelijkse MC tests (10%) PolCom Project (30%) + Tentamen: Dinsdag 17/12 (60%) Deze opdrachten (en het tentamen uiteraard) moeten allemaal ook apart gehaald worden (=5.5 of meer) Het tentamen En… Wat moeten we weten voor het tentamen? Het tentamen Alle inhoud van de hoorcolleges, inclusief de gast- colleges. De powerpoint slides zijn belangrijk! De cursusliteratuur. Geen details, wel wat in de lessen besproken is, en het grote plaatje. Inhoud uit de werkgroepen: de 3 vragen in elke werkgroepsessie + Praktische toepassingen.  Slides en collegeopnames op Canvas Inhoud digitaal (campus) tentamen 2 delen van het tentamen: 1) Concepten/definities: vooral in eigen woorden, en ook eigen voorbeelden kunnen geven. 2) Enkele open vragen (kennis, maar vooral verbanden en inzicht, toepassen en argumenteren) Cursusoverzicht: waarom? - Interesse voor PC&J opwekken - PC&J-theorieën beter leren kennen - PC&J-kennis kritisch kunnen benaderen en toepassen op concrete situaties - Je mening kunnen vormen over PC&J en erover met vrienden en familie kunnen discussiëren met behulp van goede argumenten (en ook echt iets bijbrengen) En nu … het daadwerkelijke college van vandaag Wat is Politieke Communicatie? Politieke Communicatie = “de interacties tussen politiek, media en het publiek” POLITIEK PUBLIEK MEDIA Wat is Politieke Communicatie? Het gaat dus om relaties tussen politieke actoren, media/journalisten en burgers. Vaak is de vraag: wie geeft de richting aan bij deze relaties? Wie controleert wie? Focus op machts- relaties! Wat verwachten we van de media? (Vrije) media als vierde macht Functies van de media in een (ideale) democratie (McNair, 2011) 1) Informatie (monitoring, informeren van het publiek) 2) Educatie (uitleggen wat feiten en events betekenen) 3) Waakhond: Controle en rapportering over wat de overheid (of bedrijven) doet. 4) Platform: media als een virtuele plaats waar ideeën kunnen uitgewisseld worden. 5) Kanaal: Politieke boodschappen en meningen moeten een kans krijgen, media stellen daarvoor plaats ter beschikking. Everywhere the same? Nee, hoe deze functies betekenis krijgen, uitgevoerd worden, etc. verschilt per context. In de Tweede Kamer zitten (heel) veel partijen (15!). Nederland heeft altijd een coalitie regering. Nederland heeft een zeer sterke publieke omroep. (Traditioneel) sterk politiek parallellisme. Slechts twee partijen in het Congres. Altijd één partij is aan de macht. Een hele zwakker publieke omroep. (Traditioneel) zwak politiek parallellisme. Maar we kunnen iets zeggen over patronen in contexten: Politieke and media systemen Politieke systemen Meerderheidsdemocratieën Consensusdemocratieën ‘Plurality voting system’ Proportionele representatie Twee-partijen systeem Meer-partijen systeem Eén-partij regeringen Coalitie regeringen Macht geconcentreerd bij de Macht gedeeld tussen uitvoe- uitvoerende macht rende en wetgevende macht ‘Individualized pluralism’ ‘Organized pluralism’ Media Systems Comparing Media Systems (Hallin & Mancini, 2004) Hallin en Mancini: Media Systemen Vergelijking op basis van historische ontwikkelingen van zowel het politieke als het media systeem Vier media dimensies, drie modellen: 27 Liberal model Ook wel het Noord Atlantische model Canada, Groot Brittanië, Ierland, VS Vroege democratisering met ‘moderate pluralism’ Vooral meerderheidsdemocratieën Liberalisme, zwakke verzorgingsstaat Vroege ontwikkeling van massa-circulatie commerciële pers Neutraal (maar sterk gecommercialiseerde) pers  intern pluralism Sterke professionalisering (niet-geïnstitutionaliseerde zelfregulering) Weinig overheidsbemoeienis  markt georiënteerd Democratic corporatist model Ook wel het Noord Europese model België, Denemarken, Duitsland … Nederland Vroege democratisering met ‘moderate pluralism’ Vooral consensusdemocratieën (meer-partijen stelsels) Sterk georganiseerde sociale groepen, corporatisme Sterke verzorgingsstaat en economisch overheidsingrijpen Vroege ontwikkeling van massa-circulatie pers Historisch sterke politiek parallellisme met extern pluralisme (maar nu meer intern) Sterke professionalisering (geïnstitutionaliseerde zelf- regulering) Sterke overheidsbemoeienis  as financier en beschermer van persvrijheid Polarized pluralist model Ook wel het Mediterrane model Griekenland, Italië, Portugal, Spanje (& Frankrijk) Late democratisering met sterke polarisering Zowel meerderheids- als consensusdemocratieën ‘Organized pluralism’, met sterke rol politieke partijen ‘“Dirigisme”, periodes met autoritaire regimes Lage circulatie krantn  elite geörienteerde pers Sterke politiek parallellisme  pluralisme is extern Zwakke professionalisering  meer aandacht voor ideo- logie dan professionele normen Sterke overheidsbemoeienis  controle + ‘savage deregulation’ Media systems Achterhaald Te Westers Niet empirisch … Maar … nog steeds interessant om naar de aparte dimensies te kijken en die te vergelijken. Pluralisme en onafhankelijkheid Nauw verwant aan politiek parallellisme is pluralisme. = Dat de verschillende stemmen aan bod komen in de media. Onderscheid tussen intern en extern pluralisme: Intern  Pluralisme binnen elk medium. Extern  Pluralisme tussen verschillende media, dus in het media systeem in z’n geheel. In elk functionerende democratie moet een voldoende niveau aan pluralisme aanwezig zijn (intern of extern). Onafhankelijkheid van journalistiek is een belangrijke voorwaarde voor pluralisme. Onafhankelijkheid kan worden bereikt door: De overheid die zich “passief” afzijdig houdt (negatieve vrijheid). De overheid die “actief” journalistiek steunt (positieve vrijheid). Actieve overheid steun Zie Plessing (2017). Zuid-Afrika heeft een probleem met diversiteit en pluralisme in de media. De 4 grote private mediabedrijven zullen het niet oplossen.  Interessante context (o.a. stijgende leescijfers)  Inspiratie uit verschillende landen, zoals Nederland, Scandinavië en West-Afrikaanse landen.  Hoe? Overheidssteun (geen controle) voor onafhankelijke journalistiek en media. Middelen: Subsidies (structurele doelen, duurzaamheid), helpen samenwerken, regionale hubs, journalistieke opleidingen, projectfinanciering, faciliteiten voor journalisten, etc. Negatieve vrijheid? Vrijheid van meningsuiting, vrijheid van de pers. Dus geen censuur, politieke inmenging op redacties, etc. I.e., geen controle van de overheid. Subtielere methode van controle? Propaganda is een groot probleem in liberale democratieën (Zollmann, 2019). “propaganda can […] thus be understood as the forming of texts and opinions in support of particular interest and through media and non-media mediated means with the intention to produce public support and/or relevant action” - Met de “particular interest” afkomstig van degene die profiteren van het huidige systeem: Overheden, Big Corp. - En journalisten werken hier niet noodzakelijk bedoeld aan mee. Hoe kunnen we propaganda zichtbaar maken? Indicatoren van propaganda in nieuws media: Interest linked frames  Benadrukken van bepaalde perspectieven Omission of criticism  Niet het volledige beeld geven Labelling and demonising  Woordkeuze om een zekere betekenis mee te geven aan actoren en gebeurtenissen Herken je hierin overeenkomsten met framing? En dat wordt in het algemeen door alle (niet-)politieke actoren gedaan, dus wat maakt het propaganda? Macht? Maar dit geeft ons wel gereedschap om te onderzoeken welke belangen dominant doorkomen in de media. Veranderingen door de tijd? Terug naar media systemen  Constant door de tijd? In lijn met grotere maatschappelijke trends (individualisering, ontzuiling, de crisis van politieke partijen, grotere volatiliteit van kiezers (= meer zwevende kiezers), commercialisering etc.) Belangrijk voor de relatie tussen media en politiek is het idee van mediatisering. Algemene idee: Hoe media steeds belangrijker worden. Strömbäck  De vier fasen van mediatisering. Het zijn allemaal PROCESSEN: Mediatisering (Strömbäck, 2008) The four phases of mediatisation (Strömbäck, 2008) Eerste fase: Mediatie Derde fase = Wwanneer media het Media worden zo onafhankelijk dat andere belangrijkste kanaal actoren zich aan de media gaan aanpassen. worden tussen politiek Media dominant, maar nog buiten de politiek. en burgers. Politici moeten hun mediavaardigheden Tweede fase: bijschaven om aan te passen aan de media Media worden logica (= het volgen van de stijl, inhoud, onafhankelijker. opbouw en ritme van de media). Professionelere Vierde fase: journalistiek. De politiek past zich niet alleen aan, maar Het politieke systeem internaliseert de medialogica over. is nog steeds De medialogica wordt zo deel van het politieke dominant. proces (bijvoorbeeld beoordelen van thema’s Media geven niet om beleid rond te voeren) zomaar boodschap- Media zijn nu niet meer extern aan de politiek, pen meer door, ze ze zitten in de kern van de politieke. selecteren en verwer- Politici die zich moeten verantwoorden voor ken die nu eerst. het volk, zijn het meest kwetsbaar. Nuance (van deze dominantie van media) Mediatisering is duidelijk vast te stellen, maar de vierde fase is niet overal bereikt: - Geen globale of louter stijgende trend - Media gaan nooit de politieke functies willen/kunnen overnemen - Matiging van de mediatisering afhankelijk van het politieke en media-systeem Maar: ook op sociale media volgen veel politici de media logica! Vergeet ook andere factoren niet: Ideologie speelt nog een rol Er zijn in de maatschappij vaak meerdere politieke breuklijnen, die de media zelden willen/kunnen overbruggen Media impact is vaak schijn, want gestart vanuit de politiek Ook NGOs kunnen iets op de agenda plaatsen, dat lijkt dan via de media te komen. Misschien zijn politieke actoren vooral slim, en wachten ze hun moment af? En een “nieuwe” trend: digitalisering Digitalisering is niet te ontkennen een belangrijke trend. Maar Hallin and Mancini zijn vooral historisch gefocust. Humprecht et al. (2022) bekijken mediasystemen met empirische blik. Vanwege digitalisering een ietwat andere “benadering” … … inclusiviteit van de media markt  e.g., focus op bereik van online nieuws onder verschillende groepen. … politiek parallellisme  e.g., digitalisering creëerde condities waarin parallellisme zou kunnen toenemen. … journalistieke professionalisme  e.g., ook een focus op online responsiviteit naar het publiek. … rol van de staat  e.g., ook focus op media vrijheid. And what do they find? “Configuraties” binnen modellen zijn wat veranderd. Laag politiek parallellisme in democratisch-corporatistische landen. En laag in overheidssteun gepolariseerde-pluralistische landen Verdwijnen van het liberale mode.  Nu vervangen door een hybride model. Interessant gezien het oude liberale model vaak werd gezien (normatief) als waar de andere systemen heen (zouden) moeten bewegen. Bedankt voor de aandacht! 

Use Quizgecko on...
Browser
Browser