Kennen en Kunnen - MW als Beroep PDF

Summary

Dit document bevat informatie over reflecteren, beroepsbekwaamheid en verschillende leermethoden, zoals single-, double- en triple loop leren. Het legt uit waarom reflecteren belangrijk is voor maatschappelijk werkers, en beschrijft een model (het spiraalmodel van Korthagen) voor het analyseren van situaties en oplossingen te vinden. De documenten behandelen ook relevante begrippen zoals beroepsgeheim en brugfiguur voor maatschappelijk werkers.

Full Transcript

**Reflecteren** - Kennen en kunnen: De begrippen in een kleurtje in eigen woorden uitleggen - **Reflecteren:** Terugblikken op een ervaring **[(*handelen, denken, voelen, willen*)],** evenals *de [**context** ]*waarin deze plaatsvindt, en deze ervaring in het ***[bewustzijn]*** breng...

**Reflecteren** - Kennen en kunnen: De begrippen in een kleurtje in eigen woorden uitleggen - **Reflecteren:** Terugblikken op een ervaring **[(*handelen, denken, voelen, willen*)],** evenals *de [**context** ]*waarin deze plaatsvindt, en deze ervaring in het ***[bewustzijn]*** brengen, er [***betekenis***] aan verlenen en van daaruit keuzes maken voor ***[nieuwe perspectieven]*** - **Beroepsbekwaamheid:** De technische en beroepsmatige capaciteit, kennis en ervaring waarover gegadigden en inschrijvers moeten beschikken om de opdracht naar behoren uit te kunnen voeren. In eigen woorden uitleggen wat reflecteren is Reflecteren is terugkijken op wat je deed, dacht, voelde en wilde in een bepaalde situatie. Je haalt de ervaring naar boven, geeft er betekenis aan, en gebruikt dat inzicht om nieuwe keuzes en perspectieven te ontdekken. In eigen woorden uitleggen wat single-, double- en triple-loop leren is **Single loop leren:**\ [Dit gaat over het verbeteren van wat je doet door naar je gedrag te kijken]. Je vraagt jezelf af: \"Doe ik het goed?\" Het is vooral nuttig voor het aanleren van nieuwe vaardigheden of routinematige handelingen, zoals vragen stellen of fietsen leren. **Double loop leren:**\ [Hier kijk je niet alleen naar wat je doet, maar ook naar waarom je iets doet]. Je onderzoekt je overtuigingen en gevoelens. Je vraagt jezelf af: \"Doe ik het juiste?\" Dit helpt je begrijpen hoe je denken en gevoelens je gedrag beïnvloeden, en helpt vooral bij ethische of lastige keuzes. **Triple loop leren:**\ [Dit gaat nog een stap verder en vraagt: \"Doe ik dit om de juiste redenen?\" Je onderzoekt je diepere drijfveren en waarden]. Je vraagt je af of je keuzes echt van jou zijn of door iets anders worden gestuurd, vooral in complexe situaties. Het helpt je bewuste en ethische keuzes te maken Uitleggen waarom reflecteren voor een MW'er zo belangrijk is Reflecteren is belangrijk voor een maatschappelijk werker - begrijpen waarom ze bepaalde keuzes maken en hoe hun eigen gedachten en gevoelens hun werk beïnvloeden. - aanpak verbeteren - bewuster omgaan met lastige situaties en betere beslissingen nemen die echt helpen bij het ondersteunen van hun cliënten. - groeien in hun werk en ethisch handelen. Het spiraalmodel van Korthagen (inclusief de vijf fasen) uitleggen en\ toepassen Fase 1 = het handelen, situatie selecteren (de [feiten] -- de context) Zoek een **waardevolle/betekenisvolle ervaring die jou raakt, die blijft hangen** Wat was de situatie concreet? (beperk je tot relevante info: de feiten) Fase 2 = terugblikken (de beleving + reactie van de ander) - Wat wilde ik? - Wat dacht ik? - Wat voelde ik? - Schrijf niet gewoon 'Ik ben boos', maar wel 'Ik ben boos over...' - Hoe reageerde ik? - Wat zag ik bij de ander gebeuren en welk effect had dat op mij? Fase 3 = begrijpen van de beleving, het échte reflecteren - Wat veroorzaakte mijn ervaring? Van waar komt mijn **gedrag**, **gedachte**, **gevoel**...? Op het einde van fase 3 formuleer je een **leerdoel voor jou als toekomstig MW\'er**:  - Formuleer je leerdoel concreet, actief én als een resultaat dat je reeds bereikt hebt - Bv \"Ik geef mijn grenzen aan als een medestudent mijn notities vraagt.\" - NIET: \"Ik *ga* mijn grenzen aangeven.\" of \"Ik *kan* mijn grenzen aangeven.\" Fase 4 = fase van alternatieven ontwikkelen en daaruit één kiezen. - Zoek niet naar één mogelijkheid, maar naar **meerdere alternatieven** zodat jij als MW\'er kan groeien. - Wat zijn de voor- en nadelen van al deze verschillende alternatieven? - Kies **één alternatief** dat je als eerste uitprobeert. Fase 5 = uitproberen, handelen. De laatste fase omvat het uitproberen van het gekozen alternatief. - Wat wil ik bereiken met dit alternatief? Wanneer is mijn leerdoel bereikt?  Je test het alternatief uit en start meteen aan een nieuwe reflectieronde (vicieuze cirkel van reflecteren): Heeft dit alternatief nu het gewenste effect? **Beroepsprofiel** -- kennen en kunnen: --------------------------------------- ### Begrippen **Brugfiguur** - De maatschappelijk werker (MW'er) is een brugfiguur tussen de cliënt, diens omgeving en de samenleving. Het doel is om individuen en groepen te versterken zodat ze grip krijgen op hun situatie en kunnen participeren in de samenleving. **Een beroepsprofiel** - Een beroepsprofiel beschrijft de gemeenschappelijkheid van het beroep: de identiteit, kern en eigenheid. Het dient als referentiekader en richtlijn voor alle MW'ers, een soort kompas. **Deontologische principes** - Deontologie beschrijft de waarden en gedragsregels die gelden bij de uitoefening van het beroep, zoals integer handelen. Voorbeelden zijn beroepsgeheim, privacy, en zorgvuldig handelen. **Domein of werkterrein van de MW'er** - Maatschappelijk werk richt zich op mensen die problemen ervaren in hun leefomgeving en hier niet zelfstandig mee kunnen omgaan.\ Problemen kunnen zich voordoen op: - Micro niveau: Tussen mensen onderling. - Meso niveau: Tussen mensen en instanties of organisaties. - Macro niveau: Tussen mensen en de samenleving. **Ecologisch denkmodel** - Mensen ontwikkelen zich binnen een complex systeem van relaties. Gedrag wordt beïnvloed door verschillende niveaus van deze relaties. **Historiciteit** - Het gedrag van mensen wordt bepaald door hun levenservaringen, waarden en normen die ze meenemen in het heden. **Preventie** - Preventie richt zich op het voorkomen van problemen door vroegtijdig in te grijpen en situaties te verbeteren voordat ze escaleren. **Balanceren tussen veelvoudige belangen** - Maatschappelijk werkers balanceren vaak tussen het belang van de cliënt en de eisen of verwachtingen van de samenleving. **Drie kerndoelstellingen van het sociaal werk** - [Mensen tot hun recht laten komen]: Het volledig benutten van kansen en mogelijkheden voor persoonlijke ontplooiing. - [Mensen aan hun recht(en) laten komen]: Mensen krijgen waar ze recht op hebben, inclusief het aanspreken op hun burgerzin en verantwoordelijkheid. - [Bouwen aan sociale systemen]: Mensen ondersteunen om weer aansluiting te vinden bij de maatschappij en sociale participatie te bevorderen. **Sociale netwerkbenadering** Het uitgangspunt dat een cliënt problemen zelf oplost met hulp van zijn/haar netwerk. Dit vereist het onderzoeken, benutten en uitbouwen van de hulpbronnen in de omgeving van het cliëntsysteem. Indien nodig wordt een netwerk opgebouwd. **Specialiteiten van een maatschappelijk werker:** 1. **Generalistisch perspectief** - Dit omvat integrale hulpverlening waarbij aandacht is voor: - [De totale situatie van de cliënt] en de onderlinge samenhang van levensdomeinen (zoals wonen, werken, gezondheid, relaties). - De invloed van [historiciteit]. 2. **Handelen** - Doelbewust en krachtgericht gedrag, waarbij de focus ligt op concrete en praktische problemen. Het helpt cliënten om hun sterke kanten te ontwikkelen en verantwoordelijkheid te nemen. - **Krachtgerichte hulpverlening** - Het erkennen dat iedereen sterke kanten heeft, ook al zijn deze soms verzwakt - Werken aan concrete en praktische problemen. - Verantwoordelijkheid op maat bieden, wat kan zorgen voor spanningsvelden. 3. **Reflecteren** 4. **Methodisch handelen** - Hulpverlening systematisch, doelgericht en zorgvuldig aanpakken. Dit betekent: - Systematisch: Geen belangrijke aspecten over het hoofd zien. - Doelgericht: Duidelijke doelen stellen en hierop sturen. - Zorgvuldig: Handelen binnen de beroepsethiek. **Internationale ontikkelingen, actualiteit en verkiezingen** -- kennen en kunnen: ---------------------------------------------------------------------------------- ### het belang van mensenrechten en kinderrechten in sociaal werk uitleggen. **Mensenrechten:** - Rechten waarop iedereen aanspraak kan maken, ongeacht nationaliteit, overtuiging, geslacht of wettelijke status. - Essentieel in sociaal werk voor het waarborgen van basisbehoeften zoals onderwijs, vrijheid en veiligheid. - Sociale rechtvaardigheid en het verminderen van ongelijkheid zijn belangrijke doelen. **Kinderrechten:** - Gebaseerd op het Internationaal Kinderrechtenverdrag (sinds 1992 van kracht in België). - Verdeeld in vier categorieën: - Overleving: recht op voeding en gezondheidszorg. - Ontwikkeling: recht op onderwijs. - Bescherming: recht op bescherming tegen uitbuiting en mishandeling. - Participatie: recht om gehoord te worden**.** ### hoe actuele (politieke) beslissingen een effect kunnen hebben op het welzijn van de cliënten van een MW'er. **Verwevenheid sociaal werk en politiek:** - Politieke beslissingen hebben directe invloed op kwetsbare groepen. - Voorbeelden: - Bezuinigingen in de sociale zekerheid kunnen leiden tot meer armoede. - Strengere migratiewetten hebben gevolgen voor vluchtelingen en asielzoekers. **Wat betekent dit voor een maatschappelijk werker?** - De MW'er moet opkomen voor de meest kwetsbare mensen in de samenleving. - Het is belangrijk om actuele gebeurtenissen en politieke beslissingen te volgen om hun impact te begrijpen en hierop te anticiperen. ### Begrippen en data 4 kernwaarden in het sociaal werk: - **Sociale cohesie** - Samenhang binnen een groep of maatschappij, waarbij iedereen een plekje vindt, ongeacht verschillen. - **Mensenrechten** - Rechten waarop iedereen aanspraak kan maken, ongeacht nationaliteit,\ overtuiging, geslacht, wettelijke status - [1948: Universele verklaring van de rechten van de mens] - [Internationaal Kinderrechtenverdrag] - **Empowerment en emancipatie** - [Empowerment]: Mensen in hun kracht zetten en hen (opnieuw) zelf te laten deelnemen aan de maatschappij - [Emancipatie] is het streven naar een volwaardige plaats in de samenleving vanuit een achtergestelde positie - Gelijkwaardigheid en diversiteit - Respect voor gelijkwaardigheid: ieder mens, ongeacht, leeftijd, ras, taal, geloof, afkomst, mogelijkheden\... is gelijkwaardig **Sociale rechtvaardigheid:** In een sociaal rechtvaardige samenleving heeft elke mens, ongeacht zijn identiteit, recht op en toegang tot de basisbehoeften zoals onderwijs, vrijheid en veiligheid **Vluchteling** Een vluchteling is iemand die een 'gegronde vrees' heeft voor vervolging op basis van: - Ras - Godsdienst - Nationaliteit - Politieke overtuiging - Het behoren tot een bepaalde maatschappelijke groep - Personen zonder nationaliteit (staatslozen) die vanwege deze vrees niet kunnen terugkeren naar hun land van verblijf, vallen ook onder deze definitie. **Gegronde vrees** - Gegronde vrees voor vervolging kan ontstaan door: - Eerdere gevangenschap vanwege overtuigingen en de dreiging om opnieuw opgepakt te worden. - Het behoren tot een minderheid die systematisch wordt bedreigd met gevangenschap, ontvoering of moord. - Zware discriminatie op basis van bijvoorbeeld seksuele geaardheid of gender **Vluchtelingenverdrag' sinds 1951** - Bepaalt wanneer iemand erkend kan worden als asielzoeker of vluchteling. - Kern: mensen mogen niet worden teruggestuurd naar landen waar ze gevaar lopen **Waarden en normen** -- kennen en kunnen: ------------------------------------------ ### Kan je de begrippen in een kleurtje in eigen woorden uitleggen **Waarden** Belangrijke idealen en overtuigingen die de basis vormen voor gedragsregels binnen een groep. Ze geven richting aan wat men als waardevol beschouwt in het leven. **Normen** De praktische gedragsregels die voortvloeien uit waarden. Ze zijn toepasbaar en meetbaar en bepalen hoe mensen zich in bepaalde situaties horen te gedragen. **Clientparticipatie** De actieve deelname van cliënten aan het proces van hulpverlening, van de totstandkoming tot de afronding. Het doel is een gezamenlijke inspanning tussen cliënt en hulpverlener voor betere kwaliteit van hulp. **Veerkracht** Het vermogen van een mens of systeem om een goed bestaan te leiden en zich, ondanks moeilijke levensomstandigheden, positief te ontwikkelen op een sociaal aanvaardbare wijze **Steeling-effect** Het proces waarbij iemand sterker wordt door de tegenslagen die hij of zij heeft meegemaakt. Dit leidt tot nieuwe inzichten, veranderingen en een andere kijk op het leven. **Kwantitatieve transitie** Een structurele verandering waarbij de etnisch-culturele diversiteit sterk toeneemt. Dit wordt vaak veroorzaakt door migratie. **Kwalitatieve transitie** Diversiteit binnen diversiteit. Er ontstaan verschillen binnen gemeenschappen, die groter kunnen zijn dan de verschillen tussen gemeenschappen. ### 4 basiswaarden van graduaat maatschappelijk werk opsommen en uitleggen - **Empowerment en emancipatie** - **Sociale cohesie** - **Mensenrechten** - **Gelijkwaardigheid en diversiteit** ### drie veerkrachtbeschermers opsommen en een voorbeeld geven Veerkracht: Het vermogen van een mens of systeem om een goed bestaan te leiden en zich, ondanks moeilijke levensomstandigheden, positief te ontwikkelen op een sociaal aanvaardbare wijze. belangrijke conditie/voorwaarde voor empowerment - **Positieve persoonlijkheidskenmerken** - Vaardigheden, intelligentie, gevoel van zelfwaarde, positieve ingesteldheid \... - **Steunend gezinsmilieu** - Ouders, gezinscohesie \... - **Externe ondersteuningssystemen** - Een leraar, MW'er, begeleider, goede vrienden \... **Beroepsgeheim** -- Kennen en kunnen: -------------------------------------- ### beroepsgeheim stappenplan **Stap 1: Wat is jouw functie?** - **Vraag**: Heb je beroepsgeheim, discretieplicht of ambtsgeheim in deze situatie? - **Beroepsgeheim**: Je mag niets delen van wat je in vertrouwen te weten komt. Dit geldt bijvoorbeeld voor maatschappelijk werkers, artsen, of therapeuten. - **Discretieplicht**: Je mag alleen informatie delen binnen je organisatie als het nodig is voor je werk. Dit geldt bijvoorbeeld voor leerkrachten of ambtenaren. - **Ambtsgeheim**: Specifiek voor ambtenaren, zoals politieagenten. Informatie mag alleen gedeeld worden als het nodig is voor de functie. **Stap 2: Wat is de functie van de andere persoon?** - **Vraag**: Heeft de persoon met wie je wilt overleggen beroepsgeheim, discretieplicht of ambtsgeheim? - Als de persoon **ook beroepsgeheim** heeft (bijvoorbeeld een collega-hulpverlener), kun je in sommige gevallen informatie delen. - Als de persoon **discretieplicht** heeft (bijvoorbeeld een leerkracht), gelden strengere regels. Je mag meestal niets delen zonder toestemming. - Als de persoon **ambtsgeheim** heeft (bijvoorbeeld de politie), kun je alleen informatie delen als er een wettelijke grond is. **Regels voor delen van informatie**: - **Van beroepsgeheim naar beroepsgeheim**: Mag alleen met toestemming of binnen een team. - **Van beroepsgeheim naar discretieplicht**: In principe niet toegestaan. - **Van beroepsgeheim naar ambtsgeheim**: Alleen als er een wettelijke verplichting of noodzaak is. **Stap 3: Is er een noodtoestand?** - **Vraag**: Zijn er drie voorwaarden voor een noodtoestand aanwezig? 1. **Acuut en ernstig gevaar**: Iemands fysieke of psychische integriteit is in direct gevaar. 2. **Onmiddellijke actie nodig**: Je kunt niet wachten om in te grijpen. 3. **Geen andere oplossing**: Het gevaar kan niet op een andere manier worden afgewend. **Stap 4: Heb je zwijgplicht, spreekrecht, zwijgrecht of spreekplicht?** - **Zwijgplicht**: Je mag niets delen. Dit is de standaardregel. - **Spreekrecht**: Je mag iets delen (bijvoorbeeld ernstige strafbare feiten), maar het hoeft niet. - **Zwijgrecht**: Je mag ervoor kiezen om niets te zeggen, ook al vraagt een rechter dit. - **Spreekplicht**: Je bent verplicht om iets te melden, bijvoorbeeld bij een noodtoestand. **Stap 5: Wat is je conclusie?** - **Vraag**: Wat ga je wel of niet doen in deze situatie? - Als je zwijgplicht hebt: Deel niets, maar bespreek het probleem met je cliënt. - Als je spreekrecht hebt: Maak een afweging of je iets meldt, bijvoorbeeld bij misdrijven. - Als je spreekplicht hebt: Deel de informatie omdat er direct gevaar is. ### Kan je de begrippen in een kleurtje in eigen woorden uitleggen. **Beroepsgeheim**\ Verplichting om vertrouwelijke informatie van cliënten geheim te houden, bedoeld om de vertrouwensrelatie te beschermen. Schending is strafbaar (art. 458 SW). **Zwijgplicht**\ De standaardregel binnen het beroepsgeheim: vertrouwelijke informatie mag niet gedeeld worden, tenzij bij uitzondering zoals noodtoestand of toestemming. **Noodzakelijke vertrouwensfiguren**\ Professionals die zonder vertrouwelijkheid hun werk niet kunnen uitvoeren, zoals artsen, maatschappelijk werkers en tolken. **Discretieplicht**\ Verplichting om geen informatie te delen buiten de organisatie, tenzij strikt noodzakelijk of met toestemming van de betrokkene. **Ambtsgeheim**\ Specifieke vorm van discretieplicht voor ambtenaren; informatie delen is alleen toegestaan binnen de werkcontext en op basis van "need to know". **Deontologische code**\ Een geheel van normen en regels die goed en integer gedrag binnen een beroep beschrijven en nastreven. **Spreekplicht**\ Verplichting om informatie te delen bij een noodtoestand, wanneer direct ingrijpen noodzakelijk is om ernstig gevaar te voorkomen. **Spreekrecht**\ Het recht om informatie te delen bij specifieke ernstige misdrijven, zonder verplichting. **Zwijgrecht**\ Recht van een hulpverlener om vertrouwelijke informatie niet te delen, ook niet tegenover een rechter. **Noodtoestand**\ Situatie waarin direct ingrijpen noodzakelijk is vanwege acuut, ernstig gevaar dat niet anders kan worden afgewend. **Verplicht tot meest gepaste hulp**\ Verplichting van hulpverleners om binnen de grenzen van hun rol de best mogelijke oplossing te bieden. **Procureur des Konings (parket)**\ De juridische instantie waar meldingen in geval van een noodtoestand of ernstige situaties naartoe gaan in plaats van naar de politie. **Schuldig verzuim**\ Strafbaar nalaten van hulp bieden aan een persoon in ernstig gevaar, terwijl hulp mogelijk was. **Hulpverleningsplicht**\ Verplichting van professionals, zoals artsen, om in noodsituaties hulp te bieden, ook buiten de beroepspraktijk. **Gezamenlijk beroepsgeheim**\ Beroepsgeheim dat gedeeld wordt binnen een team van hulpverleners, waarbij informatie alleen intern mag worden uitgewisseld als dit noodzakelijk is. **Gedeeld beroepsgeheim**\ Beroepsgeheim dat wordt gedeeld met andere teams of organisaties, waarbij informatie alleen met toestemming van de cliënt mag worden uitgewisseld. **Les gastspreker kindermishandeling** -- kennen en kunnen ---------------------------------------------------------- ### Meerdere concrete voorbeelden van gevolgen voor het slachtoffer van kindermishandeling op korte én op lange termijn kunnen geven. **Korte termijn gevolgen:** - Fysiek: blauwe plekken, lichamelijke letsels, zwangerschap (seksueel geweld).., - Mentaal: depressie, zelfdoding, emoties, angstig.., - Sociaal: verstoord sociaal functioneren, enorm wenselijk gedrag, contact vermijden.., - Ontwikkeling: motorische/spraak achterstand, **Lange termijn gevolgen:** - Psychisch: PTSS, dissociatie, verslaving, zelfverwonding, zelfdoding, mentale aandoeningen. - Maatschappelijk: 1/3^e^ overlevers heeft geen/lichte klachten, 2/3^e^ heeft ernstige psychische klachten. Invloed op sociale zekerheid en arbeidsmarkt. - Meer dan de helft van de gevangenispopulatie is getuige van intra familiaal geweld ### Kunnen uitleggen waarom kinderen.., niets doen wanneer ze geconfronteerd worden met kindermishandeling + voorbeelden +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Kinderen | Omstaanders | | | | | - Geen vertrouwen | - Onwetendheid | | | | | - Angst | - Willen niet ''moeien" / niet | | | hun verantwoordelijkheid | | - Schuldgevoel | | | | - Zien de ernst niet | | - Schaamte | | | | - Niemand willen beschuldigen | | - Onwetendheid | | | | | | - ''geen taal'' | | +===================================+===================================+ | Plegers/daders | Hulpverlening | | | | | - Niet beseffen dat het fout is | - Geen bewijs | | | | | - Schrik voor gevolgen | - Vertrouwensband pleger | | | | | - Schaamte | - Beroepsgeheim | | | | | - Verslaving/psychische | - Bang gevolgen (hunzelf en | | problematiek | slachtoffer) | +-----------------------------------+-----------------------------------+ ### Concreet kunnen uitleggen welke valkuilen er zijn voor hulpverleners wanneer ze geconfronteerd worden met mishandeling. - Blindelings stappen ondernemen zonder het te bespreken met het kind of ouders - Bang zijn voor de gevolgen (jezelf en slachtoffer) - Beloven op het goede einde (je mag nooit iets beloven) ### Kunnen uitleggen waarom je geen rangorde kan bepalen ("Wat is erg, wat is minder erg?") bij de gevolgen van kindermishandeling. - Iedere overlever ervaart bepaalde soorten mishandeling anders je kan dit dus niet bepalen met een rangorde

Use Quizgecko on...
Browser
Browser