🎧 New: AI-Generated Podcasts Turn your study notes into engaging audio conversations. Learn more

Hoofdstuk Verteringstelsel Ziekteverschijnselen - PDF

Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...

Summary

Dit document behandelt de termen, ziektes, en onderzoeksmethoden van het spijsverteringsstelsel voor dieren, inclusief de anatomie, diagnose en behandeling van problemen. Het geeft informatie over de spijsvertering bij een aantal soorten dieren.

Full Transcript

Hoofdstuk verteringstelsel ziekteverschijnselen **Termen ziekten van spijsverteringsstelsel -- mond, slokdarm, maag en darmen** Feces = ontlasting Braken = het met actieve spierbewegingen uitwerpen van de maaginhoud, vaak voorafgaande tekenen van misselijkheid of kokhalzen Kokhalzen = reflexmati...

Hoofdstuk verteringstelsel ziekteverschijnselen **Termen ziekten van spijsverteringsstelsel -- mond, slokdarm, maag en darmen** Feces = ontlasting Braken = het met actieve spierbewegingen uitwerpen van de maaginhoud, vaak voorafgaande tekenen van misselijkheid of kokhalzen Kokhalzen = reflexmatige spierbewegingen waarbij raspende, kokkende keelgeluiden worden gemaakt, treedt op bij irritatie van de keelholte en gaat vaak vooraf aan braken Loos braken = braakpogingen waarbij er niets geproduceerd wordt Fecaal braken = het opgeven van inhoud van het eerste deel van de dunne darm Projectiel braken = het opgeven van maaginhoud waarbij het braaksel met kracht en zee ver weg uitgespuugd kan worden (tot ongeveer een meter van het dier) Regurgiteren = het opgeven van maaginhoud zonder dat daar actieve spierbewegingen bij betrokken zijn, niet voorafgegaan door misselijkheid of kokhalzen Peristaltiek = de knijpende beweging van het maag-darmstelsel die het voedsel door het stelsel heen transporteert (darmmotiliteit) **Onderzoeksmethoden** - Röntgenfoto's - Vreemde voorwerpen aantonen - Bij verstopping (maar echo vaak beter beeld bij dit) - Echografie - Zinvolle informatie geven over de organen zonder heel belastend zijn, vind in algemeen plaats onder narcose - Endoscopie - Via mond wordt endoscoop ingebracht en kan bekeken worden tot aan de dunne darm - Colonoscopie - Via anus kan gekeken worden naar endeldarm, dikke darm en bij grotere honden deel van dunne darm - Langs kabel kan instrumenten aangebracht worden waarmee vreemd voorwerp kan weggehaald worden of biopsie kan genomen worden - Laparotomie - Ingreep waarbij buik geopend wordt om organen te kunnen onderzoeken - D.m.v. grote snede in buikwand kan organen betast en eventueel uit buikholte worden gehaald om goed te inspecteren - Een diagnostische operatie als verdacht wordt van tumor in buikholte, bij het eventueel vinden van deze tumor kan een bioptopname genomen worden voor een diagnose en prognose - Dan kan in overleg met eigenaar de tumor verwijderd worden en gaat het dan over op een chirurgische therapie - Laparoscopie - Gebruikt om buikholte te kunnen bekijken via een camera zonder dat het dier uitgebreid opengesneden hoeft te worden - Vaak uitgevoerd om buikholte te onderzoeken wanneer niet precies duidelijk is waar het probleem zich bevindt, om te voorkomen dat dier van punt van borstbeen tot bekken opengesneden hoeft te worden - Camera met lichtbron en flexibele glasvezelkabel maar aan stijve buis die via een kleine snede door de buikwand heen in de buikholte wordt gebracht, waarbij door een andere buis en een tweede gat lange dunne instrumenten in buik kunnen worden gebracht - Er wordt lucht in buik gepompt zodat organen verder van elkaar af komen te liggen - Hierbij kan eventueel biopsie genomen worden en zelfs worden bepaalde operaties uitgevoerd op deze manier (bijv. verwijderen van de eierstokken) **Ziekten van de mondholte** Symptomen die duiden op afwijkingen aan mondholte zijn; moeilijk eten/drinken, speekselen, pijn bij betasten, regurgiteren, afwijkende/stinkende geur uit bek, zwellingen, roodheid van slijmvlies en het verlies van tanden of kiezen. **Aangeboren kaak- en tandproblemen** Ontstaan door de aanwezigheid van een verkorte of verlengde boven/onderkaak, maar ook door verkeerde stand van tandelementen of door trauma. Bij groeiende dieren is belangrijk deze afwijking te corrigeren omdat anders ook het kaakbot aangedaan kan raken en op latere leeftijd klachten kunnen geven. Onderbeet: - Komt voor bij kortschedelige hondenrassen en bij Perzische katten waarbij het normaal is dat de onderkaak langer is dan de bovenkaak - Erfelijke afwijking - Onderkaak kan zoveel langer zijn dat de onderste hoektanden uit de mond steken en de huid van bovenlip irriteren - Therapie is het trekken van hoektanden of eventueel slijpen van de hoektanden Overbeet: - Komt voor bij langschedelige honden en korthaar katten waarbij het normaal is dat de onderkaak veel korter is dan de bovenkaak - Erfelijke afwijking - Onderkaak kan zoveel korter zijn dat de onderste hoektanden in het verhemelte prikken - Therapie is het trekken van hoektanden of eventueel slijpen van de hoektanden **Trauma aan kaak en tanden** Kaakfractuur: - Meest voorkomende fractuur van de kaak van de kat is een fractuur op de plaats waar de linker- en rechterhelft van de onderkaak bij elkaar komen, precies midden tussen de onderste snijtanden - Te zien dat onderhoektanden niet goed meer passen achter de bovenhoektanden en soms slijmvlieswondje te zien, ook kan onderkaak instabiel voelen en de twee helften enigszins los van elkaar bewegen - Diagnose aan hand van röntgenfoto - Therapie is onder narcose de onderkaakhelften met een stevig draad naar elkaar toe trekken waarna tussen 5-6 weken de fractuur genezen zal zijn en het draad verwijderd kan worden - Bij andere fracturen aan de kaak kan het dier zijn bek niet meer openen of sluiten, en is er soms heftige bloedingen uit de bek waarbij tanden/kiezen niet goed meer op elkaar staan/passen Kaakluxatie: - Meestal een kaakgewricht aangedaan en luxeert de kaak naar voren - Beeld is dier kan de kaak niet meer sluiten, de kaak staat scheef en is pijnlijk te bewegen - Diagnose aan hand van röntgenfoto - Therapie is terugzetten van kaak onder sedatie Verwondingen/corpora aliena: - Wonden worden meestal gehecht, als wond niet al te groot is kan ervoor gekozen worden niet te hechten vanwege dat wonden in de bek erg snel genezen - Door bijv. een splinter die overblijft in de bek kan er een ontsteking ontstaan, hierdoor zou een dier ziek worden, koorts krijgen en moeite hebben met bek openen, therapie hiervoor is het verwijderen van de splinter - Soms komt het voor dat een naald in de tong van de kat komt tijdens spelen met draadjes waar nog een naald aan zit, hierbij moet dit onder narcose verwijderd worden waarbij in ernstige situaties de tong geamputeerd moet worden **Ontstekingen aan de kaak en tanden** Stomatitis: - Is een ontsteking van de mondholte - Hieronder vallen de ontsteking van tong, tandvlees en lippen - Tandvleesontsteking komt het meeste voor - Kenmerkend is roodheid en zwelling vooral te zien bij de kiezen, dier heeft normale eetlust maar soms moeite met eten omdat kauwen pijn doet, in extreme gevallen kan het dier kwijlen Tandvlees(gingivitis) ontsteking wordt veroorzaakt door: - Een directe beschadiging van het mondslijmvlies: stukjes hout of botsplinters - Tandplaque en tandsteen - Parodontitis: een ernstige vorm van tandvleesontsteking waarbij het tandvlees loslaat en tanden en kiezen los komen te zitten waarbij ook het kaakbot wordt aangetast - Virusinfecties, vooral in verband met niesziekte bij kat - Systematische aandoening zoals ernstige uremie (verhoogd ureumgehalte in bloed), leukopenie(tekort aan witte bloedcellen) en vitaminetekort Tandplaque en tandsteen: - Tandplaque (tandplak) is een laagje eiwit afkomstig uit het speeksel vermengd met mond bacteriën die zich continu op de elementen afzetten, deze plaque kan mineraliseren(verharden) tot tandsteen - Door tandsteen trekt het tandvlees zich terug en komt een deel van de tandhals bloot te liggen - Door plaque en het tandsteen kunnen bacteriën het tandvlees binnendringen en daar ontstekingen veroorzaken - Normaal is er op overgang tussen slijmvlies en het element een kleine holte de socket, onder invloed van ontsteking kan de socket zich verdiepen tot een afwijkende pocket waarbij het slijmvlies losser komt te liggen, hier zullen voedselresten zich ophopen en plaque/tandsteen de diepte ingaan richting de wortel - Uiteindelijk zal de ontsteking zich uitbreiden naar het kaakbot en spreken we dan van een parodontitis, de tand of kies komt los te liggen en zal uitvallen, het kan een reden zijn om slechter te eten omdat het dier pijn ervaart tijdens eten - Vaak ruikt het dier uit de bek en kan het speekselen - Behandeling bestaat uit een uitgebreide gebitsbehandeling onder narcose waarbij vooral onder de pocket goed gereinigd wordt, losse aangetaste elementen dienen getrokken te worden waarna een goede tandverzorging thuis essentieel is (regelmatig poetsen, op botten kauwen en speciale dentalbrokken) Abces of fistel: - Pusvormende ontsteking in de wortelpunt - Door uitbreiding in omliggend weefsel kan element los zitten en uitvallen - Abces kan zich via kaakbot naar buiten banen waardoor fistel ontstaat - Soms ontsteking alleen te zien op röntgenfoto - Therapie bestaat uit verwijderen van het element en bestrijden van bijkomende infectie - In het tandvlees kunnen ook abcessen ontstaan wanneer bacteriën in diepe pockets nestelen en ongehinderd kunnen groeien, aanwezigheid van corpora aliena (voedselresten/haar) kan dit proces versterken en kan de abces leiden tot snel en uitgebreid botverlies Feline chronische gingivostomatitis (FCGS): - Ernstige ontsteking van het tandvlees en mondslijmvlies bij kat, er is sprake van gingivostomatitis (ontsteking van zowel tandvlees als mondholte) - Gingivitis = tandvleesontsteking - Klachten zijn niet willen eten of drinken vanwege pijn, vies ruiken uit bek en vaak etterige ontstekingsmateriaal in bek aanwezig - Oorzaak niet bekend maar erfelijk component aanwezig, komt vaak voor bij siamees, abessijn, pers en Maine Coon Chronische gingivostomatitis: - Hierbij kunnen bacteriën vanuit het tandplaque een rol spelen, ook kan aanwezigheid van virussen deze ontsteking in de hand werken; het feline calicivirus, feline herpesvirus, feline immunodeficiëntievirus (FIV) en het feline leukemievirus (FeLV) zijn mogelijke boosdoeners die getest moeten worden op aanwezigheid bij behandelen - Klachten zijn roodheid en zwelling van zachte weefsels, zweren op slijmvlies, zwelling van regionale lymfeknopen, variërende gradaties ontstekingen van weefsels rondom tand en afwijkingen aan tanden zelf - Diagnose aan hand van klinisch beeld en aanvullend onderzoek naar aanwezigheid specifieke virussen - Typisch beeld is een kan dat ondanks hygienische maatregelen van het gebit de problemen blijft aanhouden - Soms helpt immunosuppressoren (corticosteroïden) maar biedt geen duurzame oplossing vanwege bijwerkingen, wel kunnen ze op korte termijn gebruikt worden om verschijnselen te verminderen en verbetering in eetgedrag te bereiken - Antivirale middelen zijn enkele keren succes maar niet resultaat betrouwbaar - Antibiotica kan helpen tegen primaire of secundaire bacteriële infectie maar kan niet langdurig gebruikt worden - Geen enkel medicijn is curatief = neemt oorzaak weg, hierbij wordt dus aangeraden een chirurgische oplossing te gebruiken waarbij niet alleen aangedane tandelementen weggehaald worden maar het hele gebit. Hierbij bij enkele dieren een ontsteking in zachte weefsels blijft aanhouden wat met medicatie redelijk kan worden gereguleerd **Tumoren in de mondholte** Klinisch beeld van tumoren in mondholte kan zijn eetproblemen, speekselen en stank uit bek door weefselverval. Papillomen: - Goedaardige wratachtige tumoren verspreid over het slijmvlies van mondholte - Vooral bij jonge honden - Veroorzaakt door een papillomavirus - Verdwijnt meestal spontaan in 6-12 weken Epuliden: - Goedaardige woekeringen van het tandvlees veroorzaakt door chronische irritatie ervan - Vooral bij oudere honden bij boxer en buldoggen - Bij kauwproblemen kunnen de epuliden verwijderd worden maar moet rekening gehouden worden met kans op terugkering Kwaadaardige tumoren: - Vooral fibrosarcomen en plaveiselcelcarcinomen (vooral bij kat onder tong) - Tumor groeit snel maar onopgemerkt in verhemelte of tong - Symptomen zijn moeizaam eten en kwijlen - Als bek geopend wordt is er zwelling te zien, meestal onregelmatig en rauw of soms alleen een zweer - Mogelijk is het verwijderen van de tumor in zijn geheel, het behandelen met bestraling of inbrengen van radioactieve stoffen via injectie maar veelal wordt euthanasie geïndiceerd **Ziekten van de slokdarm** Symptomen die wijzen op afwijkingen van de slokdarm zijn; veelvuldig slikken, speekselen, kokhalzen en regurgiteren(opgeven van maaginhoud zonder actieve spierbewegingen waarbij bij braken wel spierbewegingen gebruikt worden). **Trauma en corpora aliena slokdarm** Een vreemd voorwerp in slokdarm is gevaarlijk vanwege dat bacteriën zich kunnen vermeerderen vanuit de slokdarm en er een dodelijke infectie kan optreden van het bloed of bijv. borstholte. Slokdarmobstructie: - Hierbij sluit een vreemd voorwerp de slokdarm af - Meestal balletjes of botten - Vaak loopt het voorwerp vast net achter het strottenhoofd voor de borstingang, boven het hart en voor de maagingang - Symptomen afhankelijk van plaats waar voorwerp vastloopt; herhaald slikken, kokhalzen, speekselen, strekken van kop en hals en onrustig - Gevaar voor perforatie (ook afgerond voorwerp) bij langere tijd vastzitten zal weefselsterfte van de rand in slokdarm ontstaan wat kan leiden tot een gat - Diagnose aan hand van bevoelen hals en maken van röntgenfoto en uitvoeren van slokdarmscopie - Behandeling is het verwijderen van het voorwerp met behulp van scopie en het hechten van eventuele scheuren, afhankelijk van plaats van voorwerp moet borstkas geopend worden. Het voorwerp maf niet doorgeduwd worden tot in de maag omdat dat kan leiden tot perforatie - Nabehandeling bestaat uit tijdelijk geven van vloeibaar voedsel en antibioticum tegen secundaire infecties, ook kan slijmvliesbeschermers gegeven worden die een beschermend laagje op het slijmvlies aanbrengen zodat deze minder aangetast wordt door chemische en mechanische irritatie - Soms komt reflux voor wat het slijmvlies kan irriteren **Ontstekingen slokdarm** Slokdarmontsteking: - Primaire infecties van slokdarm zijn zeldzaam - Meestal secundair ten gevolge van slokdarmbeschadiging - Symptomen; verminderde eetlust of geen eetlust, moeilijk slikken, speekselen, pijnlijke gestrekte hals en eventueel regurgiteren - Behandeling hiervan is oorzaak op te sporen en behandelen, ontsteking zelf kan behandeld worden door het geven van vloeibaar voedsel wat irritatie kan verminderen en braken kan voorkomen, daarnaast kan slijmvliesbeschermers toegediend worden voor ondersteunen van slokdarmwand - Kunnen complicaties zoals ruptuur of strictuur voorkomen Slokdarmstrictuur: - Een strictuur is dat daar waar de slokdarmwand is beschadigd bindweefsel vormt in plaats van slijmvlies wat zorgt voor een verkleining in diameter van de buis. - Ontstaat meestal na heftige slokdarmontsteking - Therapie is oprekken van strictuur met behulp van ballon, moet vaak meerdere keren herhaald worden met tussenpozen van enkele dagen tot weken **Functiestoornissen slokdarm** Megaslokdarm: - Is een sterk verwijde slokdarm die ontstaat doordat de spieren in de wand niet goed functioneren en verslappen - Gevolg is dat voedsel en vloeistof in slokdarm blijven staan waardoor deze verwijdt - Voorkomen bij; - Bestaan van vasculaire ring (aangeboren hartafwijking waarbij ring bloedvaten rondom luchtpijp en slokdarm is gevormd) - Een heftige slokdarmontsteking - Trauma van belangrijkste hersenzenuw - Erfelijke factoren - Vaak kan geen oorzaak aangewezen worden, sprake van idiopathische slokdarmprobleem - Verschijnselen zijn regurgiteren grote hoeveelheden vloeistof en voedsel, waarbij het passief terug uit slokdarm komt via neus of mond zonder actieve spierbewegingen, eigenaar kan filmpje maken om verschil tussen braken te bevestigen, ander verschijnsel is vermagering - Versliklongontsteking (longontsteking doordat voedseldeeltjes in longen terechtkomen) komt voor als complicatie - Op röntgenfoto is slokdarm te zien als een groot, zakvorming geheel - Bij geen oorzaak is symptomatische therapie de oplossing, dier moet leren om zittend van een verhoging te eten en drinken (zwaartekracht zorgt voor het zakken naar maag), ideaal is dan het dier te laten blijven zitten tot tien minuten na een maaltijd en tot twee na het gedronken heeft, maaltijden zijn kleiner en worden vaker gegeven. - Als reflux optreedt kan er maagzuurremmers gegeven worden naast medicijnen die peristaltiek bevorderen die maag sneller ledigt **Ziekten van de maag en darmen** De belangrijkste symptomen bij ziekten van de maag en darmen: - Braken - Diarree - Obstipatie - Koliek (buikpijn) Koliek (buikpijn): - Kan mild of heftig zijn - Mogelijk te zien aan; - Dier is rustiger - Kijkt naar buik of krabt aan buik - Bij heftige pijn, kreunt of jankt het dier - Niet willen liggen of lopen - Neemt vreemde houding aan; borst wordt op grond gehouden terwijl achterhand omhoog blijft (bidhouding) wordt gedaan omdat de buikorganen wat naar vorenzakken wat de buikholte vergroot en pijn enigszins verlicht - Bij voelen aan buik bij gezond dier kunnen de vingers vanaf de zijkanten tot in het midden bij elkaar brengen, wat wijst op ontspannen buikspieren, dier met buikpijn zal gespannen buikspieren hebben bij aanraking (defence musculaire/verdediging van spieren) - Kan ontstaan bij afwijkingen van de maag en darmen maar ook afwijkingen aan galwegen of alvleesklier of prostaat Braken: Bij braken moet worden gelet op: - Duur - Hoe langer periode van braken is hoe groter de kans op ernstige ziekte - Gevaar voor uitdroging - Gevaar voor verhoging van pH in bloed door verlies van maagzuur waardoor tekort van zuren ontstaat - Frequentie - Hoe vaker per dag/week dier braakt hoe ernstiger afwijking is en kans op uitdroging - Productief of niet? - Als dier slechts braakneigingen heeft en loos braakt kan er sprake zijn van maagtorsie - Als dier onproductieve braakneigingen heeft met veelvuldig kuchende geluiden en kokhalzende beweging kan het duiden op probleem van luchtwegen en/of keel - Hoe ziet het braaksel eruit? - Als rode of bruine slierten in braaksel te zien is wijst dat erop dat er bloed bijgemengd is wat mogelijk ernstig is - Als bloedstolsels of puur bloed gebraakt wordt is het zorgwekkend - Als weinig braaksel geproduceerd wordt dat schuimig wit of geel is, is de maag leeg wat duidt op al langere tijd braken of braken op lege maag - Als lijkt op ontlasting met geur en uiterlijk, braakt het dier dunne darminhoud op wat te zien is bij darmafsluiting en een spoedgeval is - Algemeen ziek? - Andere symptomen? - Of er symptomen zijn die op afwijking van andere organen kunnen wijzen **Braken door afwijkingen van de maag** Acute maagontsteking: - Oorzaken kunnen zijn; bedorven voedsel, corpora aliena, bacteriële infectie, virale infectie, vergiftigingen en uremie(overmatige aanwezigheid van afvalstof ureum in bloed) - Symptomen; continue braken(bij lege maag alleen slijm en gal met soms bloed dat duit op beschadiging maagwand), sloomheid en uitdroging - Dieren willen drinken maar braken dit meteen weer uit - Vaak samen met darmontsteking (gelijktijdig diarree optreedt) - Therapie bestaat uit: - Aanbieden van vaker kleine beetjes licht verteerbaar voedsel, als dit uitgebraakt wordt kan overgegaan worden op 24 uur vasten waarbij water met kleine beetjes kan worden aangeboden - Het braken wordt gestopt met een antibraakmiddel per injectie - Maagbeschermers kunnen gegeven worden - Soms nodig om intraveneus infuus te geven met fysiologische zoutoplossing om uitdroging te verhelpen - Bij corpus alienum wordt voorwerp verwijderd d.m.v. maagoperatie of een scopie - Wanneer braken stopt kan gestart worden meerdere keren per dag licht verteerbaar en kleine beetjes voeding te geven Chronische maagontsteking: - Belangrijkste oorzaken zijn: - Mechanische beschadiging van maagwand (vreemp voorwerp of gras) - Medicijnen die slijmvliesdoorbloeding verminderen zoals aspirine, corticosteroiden en NSAID's - Chronische uremie (nierfalen) - Overproductie van maagzuur - Allergische reacties - Vertraagde maaglediging - Symptomen zijn chronisch braken, verminderde eetlust en sloomheid maar verder geen beeld van algemeen ziek zijn, soms komt pica voor (bewust eten van abnormale zaken zoals sokken of tennisballen) - Complicatie van chronisch braken kan slokdarmontsteking veroorzaken(reflux) - Belangrijk is regelmatig eten van kleinere maaltijden - Therapie is het toedienen van antibraakmiddelen en maagbeschermers, waarbij verdere behandeling afhankelijk is van oorzaak - Oorzaak NSAID's moet gestopt worden - Oorzaak overproductie maagzuur kan maagzuurremmer gegeven worden Maagtorsie: - Acute levensbedreigende aandoening waarbij maag in korte tijd sterk in omvang toeneemt - Vooral voorkomend bij grotere rassen zoals Duitse dog - Oorzaak niet helemaal bekend, vermoed wordt dat motiliteitsstoornissen en anatomie leiden tot maagtorsie - Primaire probleem is dat de maag draait om zijn lengteas wat leidt tot verminderde doorbloeding van maag en spanning op de ophangbanden. Dit doet pijn en hond wordt hierdoor misselijk en slikt lucht, waardoor de maag gaat opzwellen wat een braakreflex prikkelt. Als maag verder doordraait wordt de ingang van slokdarm in de maag afgesloten en kan de hond niet braken - Symptomen; loos braken, pijnlijke, dikke buik door opzwellen maag, bij kloppen op maag hoort men holle toon door de lucht en boeren lukt ook niet om gas te laten ontsnappen - Treedt vaak op na eten (en na het eten te hebben gespeeld of gerend) - Eerste hulp bestaat uit het geven van intraveneus infuus en het leeg hevelen van de maag door maagsonde via slokdarm in te brengen - Bij milde draaiing lukt dit nog, als niet lukt kan het helpen eerst de maag via buikwand aan te prikken om spanning van de maag af te krijgen, wat kan met een dikke naald door de buikwand in de maag te steken waarbij van belang is de maag goed te lokaliseren - Als uit röntgenfoto blijkt dat de positie van maag normaal is, kan men afwachten om te opereren voor het voorkomen van een terugval omdat een maagtorsie vrijwel altijd opnieuw optreedt - Als sonderen niet lukt of de maag gedraaid is moet de hond meteen geopereerd worden - Ook de milt stuwt erg doordat bloedafvoer is afgekneld, bij schade hierdoor aan milt moet deze ook verwijderd worden - Tijdens operatie wordt de maag teruggedraaid en in normale positie neergelegd waarbij de wand van de maag vastgehecht wordt aan de spieren van de buikwand, dit zal op den duur vergroeien waardoor niet nogmaals maagtorsie kan optreden - Als draaiing lang bestaat kan weefselverval (necrose) optreden waardoor giftige stoffen in bloedstroom terecht kunnen komen, ook kan er door afklemmen van aders naar maag shock ontstaan. Als het dier in shock is, is belangrijk zoveel mogelijk te stabiliseren met behulp van infuusvloeistof en zuurstofvoorziening voor de operatie plaats vindt vanwege verhoogd risico tijdens narcose - Preventie bestaat uit bewegings- en voederadvies - Grote honden dienen meerdere keren per dag kleine porties voer te krijgen - Voer moet licht verteerbaar zijn - Grote brokken (meer dan 3 cm) kunnen de kans verkleinen op maagdraaiing - Etensbak niet op vloer maar verhoging van 50 cm vanwege minder lucht inslikken - Liefst hond eerst uitlaten en daarna eten geven zodat hond na eten kan rusten **Braken door afwijkingen van de darmen** Darmafsluiting: - Een totale passagebelemmering van de darminhoud - Mogelijke oorzaken: - Mechanisch (vreemd voorwerp) - Tumor - Strictuur - Invaginatie (hierbij stulpt een stuk darm in het achterliggende stuk darm) - Dynamisch (darm heeft geen normale bewegelijkheid en ligt stil ook wel paralytische darmafsluiting genoemd mogelijk ten gevolge van bepaalde medicatie of langdurige narcose) - Hierdoor ontstaat vochtophoping in de darmen waardoor dieren misselijk worden door de prikkeling van de darmwand en lucht in gaan slikken wat het proces erger maakt doordat de darm meer gaat uitzetten en tenslotte stil ligt - De stilstaande inhoud gaat rotten en door de druk zal oedeem optreden, waardoor de wand gevoelig is voor bacteriën en toxinen, wat dan weer kan zorgen voor ontsteking, weefselsterfte en perforatie van darmwand - Door deze drukverhoging gaat het dier braken (reflectoir braken) waarbij eerst maaginhoud en vervolgens deel van darminhoud wordt uitgebraakt (ruikt als ontlasting, fecaal braken) - Verschijnselen zijn: - Frequent braken (soms aantal keer per uur) - Dier is slomer en zieker - Dier eet niet en droogt snel uit - Fecaal braken - Dier kan in shock raken en moet bij verdenking naar dierenarts - Diagnose te stellen aan hand van buik bevoelen waarbij de volle darmlissen gevoeld wordt en zelfs soms de obstructie, ook met röntgenfoto en echo aan te tonen, met een echo is te zien of het een paralytische of mechanische darmafsluiting is en of er sprake is van een tumor, invaginatie of vreemd voorwerp - Therapie bestaat uit het toedienen van intraveneus infuus en daarna het dier te opereren om obstructie op te heffen - Bij paralytische darmafsluiting kan medicatie gegeven worden die darmbeweging stimuleren - Bij mechanische obstructie mag nooit die medicatie gegeven worden vanwege dat de druk op de darmwand alleen maar zou toenemen **Braken door ziekten buiten het maag- darmkanaal** Braken kan ook veroorzaakt worden door: - Nierfalen - Alvleesklierontsteking - Lever- en galwegproblemen - Stress - Vergiftiging **Diarree** Bij diarree moet gelet worden op: - Duur en frequentie - Hoe vaker en langer diarree aanhoudt, hoe groter kans op uitdroging (kans op verlies van elektrolyten en kalium) - Hoe ziet de diarree eruit? - Slijm, bloed? - Kleur van ontlasting - Brijig of waterdun? - Continu of periodes van betere ontlasting? - Symptomen andere organen? - Algemeen ziek? - Leeftijd? - Bij jonge pups en kittens direct controle vanwege levensbedreigende virusinfecties en sneller kans op uitdrogen **Dikke darm- of dunnedarmdiarree** In beide gevallen kan diarree gepaard zijn met meer windjes laten, gras eten, braken en buikpijn. Vaak ook darmgeluiden te horen zonder fonendoschoop. Dunnedarmdiarree: - De frequentie van het ontlasten normaal of licht verhoogd - Het dier niet perst op de ontlasting - Het dier op termijn flink kan vermageren Dikkedarmdiarree: - De frequentie van ontlasten sterk verhoogd, per dag wel tot 10-20 keer - Het dier meer perst op de ontlasting - Vers bloed of slijmlaag op ontlasting - Dier vermagert niet op termijn door de diarree **Acute dunne diarree** - Meest voorkomende oorzaak is voedsel gerelateerd, waarbij door de bacteriën aanwezig in het voedsel de normale darmflora wordt verstoord en in meeste gevallen vanzelf voorbijgaat - Therapie is het geven van licht verteerbaar voedsel in kleinere hoeveelheden meerdere keren per dag, vasten wordt niet geadviseerd vanwege dat het niet bevorderlijk is voor darmotiliteit en darmcellen voor een groot deel afhankelijk zijn van voedingsstoffen die langskomen en dan het herstel dus langzamer gaat - Om verlies van vocht en zouten te compenseren moet het dier voldoende drinken, hiervoor kan ORS (oral rehydration solution) gegeven worden wat bestaat uit vocht en lichaamszouten - Symptomen; dier is slomer, eet slechter en braakt tegelijk. Als dier zieker wordt dient hulp gezocht te worden - Soms is onschuldige virale infectie oorzaak, vaak genezen de dieren zelf na uitzieken **Chronische dunnedarmdiarree** Vijf oorzaken voor chronische dunnedarmdiarree: - Parasieten - Giardia - Spoelwormen - Darmontsteking door voedselintolerantie - Bepaalde eiwitbronnen of toevoegingen aan voer - Braken, slechte eetlust, buikpijn - Vooral op jongere leeftijd - Diagnose d.m.v. eliminatie dieet of hypoallergene voeders - Exocriene pancreasinsufficiëntie (alvleesklier) - Bacteriële overgroei - Meestal gevolg van eerdere antibioticumgift of langdurige diarree waarbij functionele darmflora wordt gedood en slechte bacteriën overhand krijgen - Diagnose d.m.v. BO+ABG van ontlasting, E.coli is normale darmbacterie en niet perse veroorzaker, ook salmonella dragen veel honden zonder klachten maar kunnen infectie geven op mensen van gezin - Therapie is toedienen van antibioticum gericht tegen de bacteriële overgroei gedurende vier weken - Afwijking van darm zelf **Parasieten** Giardia: - Protozoaire ziekte - Kenmerkt zich door waterdunne tot slijmerige diarree met een sterke geur - Besmetting vindt plaats via met ontlasting besmet drinkwater - In ernstige gevallen is er eiwitverlies waardoor het dier vermagert en vochtophoping en vrij vocht in buikholte optreedt - Diagnose d.m.v. ontlasting onderzoek met een sneltest waarin giardiaparasiet kan worden aangetoond in 20 minuten - Therapie bestaat uit geven van specifieke antiparasitaire middelen, waarbij belangrijk herinfectie te voorkomen d.m.v. omgeving en dier goed reinigen en voorkomen dat het dier eigen achterkant likt en daarna vacht en het her verspreidt - Een zoönose waarbij eigenaar dient zelf goede hygiëne toe te passen Spoelwormen: - Toxocara canis bij hond - Toxocara cati bij kat - Twee soorten spoelwormen die regelmatig voorkomt en ook klachten kan geven bij mens - Infectie overgebracht via eieren die het lichaam verlaten via ontlasting - In zomer duurt dit ong. 3 weken - In de winter niet tot het warmer wordt - Eieren kunnen buiten jarenlang overleven - Dieren kunnen besmet worden op volgende manieren: - Oraal via mond opnemen van eieren van de wormen - Via de placenta en/of moedermelk - Eten van besmette prooidieren - Belangrijk bij jonge kittens/pups op jonge leeftijd al te ontwormen bij pups vanaf 2 weken oud en bij kittens vanaf vier weken oud - Bij jonge dieren kan het zorgen voor dunnedarmontsteking waarbij een ''wormbuikje'' gezien wordt door ophoping van gas in de darmen - De behandeling moet vaak regelmatig herhaald worden, meestal dienen volwassen dieren minstens vier keer per jaar ontwormd te worden - Bij mensen kunnen larve niet uitgroeien tot volwassen vorm, het kan zorgen voor astmaklachten of oogproblemen vooral bij kinderen **Enteropathie** Enter = darm Pathie = ziekte - Dit kan niet infectieuze darmontsteking of lymfeklierkanker zijn - Vaak sprake van eiwitverlies via darmwand (protein loosing enteropathie PLE) - Via bloedonderzoek te zien dat er tekort aan albumine en globulines is en diagnose wordt definitief gesteld d.m.v. darmbiopten - Bij chronische darmontsteking is er ontsteking van de dunne darm, veroorzaakt door een te actief afweerapparaat in de dunne darm wat bij zowel hond als kat voorkomt. - Wordt ook wel inflammatory bowel disease (IBD) genoemd - Klachten zijn braken en diarree - Bij hond is er ook buikpijnaanvallen, misselijkheid, borrelbuik, winden laten en gras eten - Soms slijm en bloed in ontlasting - Diagnose aan hand van darmbiopten - Afweerapparaat kan met medicatie worden onderdrukt en er kan aangepaste voeding worden gegeven **Chronische dikkedarmdiarree** Vier oorzaken voor chronische dikkedarmdiarree: - Parasieten - Dikkedarmontsteking - Tumoren - Motiliteitsstoornissen **Zweepwormen** - Trichuris vulpis is een zweepworm die leeft in de blindedarm en voorste deel van de dikke darm van honden - Besmetting vind vooral plaats op plekken waar honden samenkomen zoals pensions, hondenshows en uitlaatveldjes - De worm hecht zich aan het slijmvlies van de darm waardoor klachten van irritatie en ontsteking aan darmwand ontstaat; terugkerende brijachtige diarree met slijm en soms bloed - Bij ernstige en langdurige infectie kan het bloedverlies leiden tot bloedarmoede en jongen dieren kunnen zelfs aan de infectie sterven - Eieren eenvoudig te vinden met ontlastingsonderzoek wat gedaan moet worden op gedurende drie dagen omdat eieren niet continu uitscheiden - Therapie bestaat uit het behandelen van het dier met een antiparasiticum - Eieren blijven twee tot drie jaar infectieus in omgeving en zijn erg moeilijk te bestrijden met schoonmaakmiddelen waardoor herinfectie snel optreedt, ontlasting dient dagelijks verwijderd te worden ook bij uitlaten van hond **Dikkedarmontsteking** - Kent een acute en chronische vorm en komt vaker voor bij de hond dan bij kat - Meestal sprake van immuungemedieerde achtergrond waarbij ontstekingen ontstaan als gevolg van een ontregeld immuunsysteem - Diagnose aan hand van klinisch beeld en biopten van darmwand om vast te stellen welke vorm - Acute dikkedarmontsteking verdwijnt vaak spontaan met enkele dagen - Chronische dikkedarmontsteking kan spontaan in remissie gaan maar ook behandeld worden - Dikkedarmontsteking door voedselintolerantie heeft als therapie eliminatie dieet of hypoallergeen voer - Als dier niet goed op voedselverandering reageert kan er sprake zijn van immuungemedieerde dikkedarmontsteking waarbij een specifieke NSAID gegeven kan worden, dit werkt alleen bij dikkedarmontsteking niet algemene darmonstekingen, meestal binnen 2 weken positief effect en na 2-3 maanden moet het worden afgebouwd, als er geen effect is of diarree komt terug moet er darmbiopten genomen om darmtumoren af te sluiten - Deze specefieke NSAID heeft mogelijk nare bijwerkingen; verminderde traanproductie, huidontsteking, gewrichtsproblemen, tekort witte bloedcellen en galwegontstekingen - Mocht een van deze bijwerkingen opduiken moet direct gestopt worden **Tumoren van de dikke darm** - Vooral coloncarcinoom (colon=dikke darm) en lymfeklierkanker - Klachten zijn; diarree of klachten door obstructie/ingroei - Diagnose d.m.v. echo en biopten via scopie - Mogelijk goedaardige poliepen die geen diarree geven maar vooral bloed op ontlasting en persen op ontlasting - Behandeling is chirurgisch verwijderen van poliep of tumor **Abnormale motiliteit** - Bij jonge honden erg actief tijdens een lange wandeling - Hierbij is eerste ontlasting nog normaal maar daarna steeds dunner waarbij aan het einde alleen nog maar wat slijm eruit komt - Oorzaak is een onderdrukking van de normale samentrekkingen in dikke darm waarbij ontlasting wordt uitgescheiden voordat darm in staat is water uit te halen - Therapie is toedienen van medicatie halfuur voor de wandeling waardoor normale motiliteit bevorderd wordt - Ook wel aangeduid met irritable bowel syndrome (IBS) **Obstipatie** - Ophoping van ontlasting in dikke darm - Oorzaak kan vreemd voorwerp, passagebelemmering door stricturen of vernauwing van bekkenholte door oude fracturen zijn - Vezelarme voeding kan zorgen voor te weinig prikkeling dikke darm waardoor peristaltische beweging onvoldoende op gang blijft - Vaak treedt obstipatie op ten gevolge van verlamming van (een deel van) de dikke darm - Vooral bij katten - Symptomen; persen op ontlasting terwijl geen ontlasting komt, soms verliest dier nog dunne ontlasting in huis, door prikkeling in darmen kunnen ze reflectoir braken en soms niet eten - Bij bevoelen van buik wordt harde ontlasting gevoeld tot soms voor in de buik - Als hele endeldarm vol zit moet dit geleegd worden door rectaal klysma (smerend middel) in te brengen en de ontlasting klein te masseren waarna met een vinger rectaal de ontlasting eruit gehaald kan worden (in meeste gevallen onder sedatie) - Bij kleine hoeveelheid ontlasting vlak voor anus kan soms met alleen klysma het ontlasten op gang gebracht worden - Nabehandeling bestaat uit gebruik van laxeermiddelen en geven van vezelrijke voeding **Ziekten van de anus** Myiasis: - Bij dieren waarbij ontlasting aan anus blijft zitten kunnen vliegjes eitjes leggen in ontlasting - Vooral bij warm weer - Eitjes komen uit en larven (maden) gaan zich wegvreten door huid en onderhuid wat leidt tot weefselschade - Vaak bij konijn - Behandeling is verwijderen van alle maden en pijnstiller en antibioticum (ernstige gevallen euthanasie) Buikvliesontsteking: - Kan ontstaan als gevolg van chemisch trauma, door vreemd voorwerp, als voortzetting van ontsteking orgaan in buikholte of door aanwezigheid van tumoren in buikholte - Bij niet steriel uitgevoerde operaties kan buikvliesontsteking optreden - Opzichzelfstaande buikvliesontsteking is vrij zeldzaam maar kan veroorzaakt worden door micro-organisme zoals feline coronavirus dat FIP veroorzaakt bij kat - Symptomen zijn: - (ernstige) buikpijn - Braken - Koorts - Er lekt vocht uit het buikvlies dat zich ophoopt in buikholte - Door pijn zal darm reflectorisch niet meer bewegen en hoopt er gas, vocht en ontlasting op, in dit vocht zijn elektrolyten aanwezig - Ook word veel vocht van het bloed en weefsels naar de darmholte getrokken - Pijn en vochtverlies kunnen tot shock leiden - Défence musculaire (verharding van spieren bij bevoelen buik) - Bij sprake van bacteriële infectie van buikvlies (septische buikvliesontsteking of septische buik) is er een zeer ernstig ziektebeeld dat levensbedreigend is, therapie hiervoor is erg intensief met onzekere prognose. Afhankelijk van oorzaak moet deze indien mogelijk weggenomen worden waarna na herstel van het buikvlies verklevingen ontstaan met de ophangbanden in buikholte **Ziekten van exocriene alvleesklier** Alvleesklier heeft een exocrien deel en een endocrien deel waarbij het endocriene deel hormonen afscheidt aan de bloedbaan en exocriene deel onderandere verteringsenzymen produceert. **Alvleesklier ontsteking (exocrien)** - Kan acuut en chronisch verlopen waarvan beide mild of ernstig kunnen zijn - Ernstige alvleesklierontsteking vaak gepaard met weefselsterfte van alvleesklier en complicaties zoals nierfalen en lage bloeddruk - Meestal idiopathisch - Steriele ontsteking die zichzelf in stand houdt, alvleesklierenzymen verteren cellen uit voedsel waarbij als de alfvleesklier zelf kapot gaat deze enzymen vrij komen en de cellen van de alvleesklier verteren - Belangrijke oorzaak bij hond; te vetrijk voeding - Belangrijke oorzaak bij kat; FIP en infectie met toxoplasmaparasiet Ziektebeeld alvleesklier ontsteking bij hond: - Vaker acute vorm - Verschijnselen; geen eetlust, braken, diarree, buikpijn en soms uitdroging - Bij buikpijn in bidhouding staan - Enige manier van diagnose is het nemen van alvleesklierbiopt maar als ontsteking lokaal zit kan deze gemist worden - Behandeling afhankelijk van ernst van ontsteking, therapie bestaat uit bieden van vloeistoftherapie (om doorbloeding alvleesklier te ondersteunen), geven van pijnstilling (geen NSAID's), dieetmaatregelen hoeveelheid vet in voeding en toevoegen van alvleesklierenzymen aan voeding - Als dier ernstig braakt, anti-braak middelen - Bij aanwezigheid abcessen op echo kan antibiotica toegediend worden Ziektebeeld alvleesklier ontsteking bij kat: - Vaker chronische vorm - Verschijnselen; geen eetlust, zwakte, braken en vermageren (bij acute vorm vaak uitdroging, ondertemperatuur en soms koorts) - Belangrijke doodsoorzaak bij kat - Komt vaak tegelijk voor met diabetes mellitus, kat met suikerziekte moet altijd getest worden op alvleesklierontsteking - Echo manier van diagnose stellen - Therapie zelfde als bij hond, met verschil dat bij kat vaak corticosteroïden nodig zijn vooral bij chronische vorm vanwege samen voorkomen met een galwegontsteking en dunnedarmontsteking, ook kan eetlustopwekkende medicijnen en maagzuurremmers nodig zijn **Exocriene pancreasinsufficiëntie (EPI)** - EPI is het falen van de productie van de spijsverteringsenzymen van de exocriene alvleesklier - Vaker bij hond dan kat - Ontstaat doordat cellen van de exocriene alvleesklier verschrompelen meestal met onbekende reden (soms als reden chronisch geworden alvleesklier ontsteking of adenocarcinoom) en begint meestal tussen 1-5 jaar oud, is progressief - Vermoedelijk speelt genetische aanleg (vooral Duitse herder) en auto-immuunziekten een rol - Uit zich in te lage productie van spijsverteringsenzymen en leidt tot onvoldoende vertering van voedsel en opname van voedingsstoffen uit darm, dit zorgt ervoor dat eetlust toeneemt maar meestal alsnog niet voldoende kan eten om niet te vermageren, vacht is dog en ontlasting in grote hoeveelheden die te dun is - Diagnose aan hand van verteringsonderzoek van ontlasting en bloedonderzoek - Therapie is het geven van licht verteerbare, vetarme voeding en kunstmatig mengsel van alvleesklierenzymen in voer, zolang deze enzymen aan voeding toegevoegd worden is vertering vrijwel normaal (therapie is dus levenslang) **Alvleeskliertumoren** - Adenocarcinomen - Verschijnselen; braken, vermageren en geen eetlust - Door afbraak weefsel kan ook EPI optreden - Slechte prognose i.v.m. meestal niet mogelijk operatief te verwijderen en snel uitzaaiend **Ziekten van lever en galwegen** - Herkennen van leveraandoening is vrij moeilijk, wel is er een belangrijk verschijnsel; icterus, ofwel geelzucht, geelzucht is zichtbaar door een geelverkleuring van de slijmvliezen en huid - Andere symptomen; geen eetlust, sloomheid, braken, slecht uithoudingsvermogen, diarree en vermageren - Omdat lever rol speelt in veel stofwisselingprocessen, zijn bij leverproblemen ook problemen van andere organen - Lever kan ook secundair betrokken raken bij ziekten van andere organen - Bij primaire leverontsteking vaak klachten van braken en diarree te zien - Bij bloedonderzoek kan aanwijzingen op leverbeschadiging gevonden worden **Geelzucht** - Geelverkleuring van de slijmvliezen door ophoping van bilirubine - Kan ontstaan door; - Verhoogde afbraak rode bloedcellen - Afwijking van lever - Afwijking van galwegen - Geelzucht zonder ernstig bloedarmoede wordt altijd veroorzaakt door ziekte aan lever of galwegen - Ophoping bilirubine waar te nemen als verkleuring in bloed, geel worden van plasma of serum treedt eerder op dan verkleuring van slijmvliezen en huid - Bij verdenking van ziekten aan lever of galwegen dient uitgebreid onderzoek plaats te vinden **Aanvullend onderzoek** - Bij bloedonderzoek worden de leverenzymen en galzuren bepaald waarbij soms vast te stellen is dat de lever afwijkend is maar niet precieze aard of primair of secundair - Bepaling van leverenzymen in plasma berust erop dat bij leverschade deze enzymen aan het bloed worden afgegeven, het duidt op leverschade maar niet welke ziekte - Galzuren worden in lever gevormd uit cholesterol en via gal uitgescheiden waarbij de lever ze weer verwijderd uit het bloed en afgeeft aan de gal, bij afwijking verhoogd de galzuren in het bloed - Verschil tussen informatie is dus dat de galzuren informatie geven over leverfunctie en leverenzymen informatie geven over ernst van eventuele leverbeschadiging - Bij sommige chronische leverziekte is de leverfunctie zo slecht dat de galzuren hoog zijn terwijl enzymen normaal zijn - Bij acute leverziekten zien vaak veel leverschade (hoge leverenzymen) terwijl functie normaal is (lage galzuren) - Vaak wordt ook albumine bepaald bij verdenking van leverproblemen, bij chronisch functieverlies van de lever zal productie van albumine verminderd zijn, ondanks grote reservecapaciteit kan het na een tijdje leiden tot een groot tekort van deze eiwitten wat leidt tot vochtophoping en vrij vocht in buikholte (het zegt dus iets over hoelang het probleem speelt) - D.m.v. echo kan grootte van lever en structuur worden bepaald evenals mogelijke afwijkende massa's, echo moet voor biopsie worden gedaan zodat de massa's onder echobegeleiding kunnen worden aangeprikt **Spoedgevallen lever en galwegen** Spoedgevallen zijn onderandere: scheur door trauma(zowel lever als galblaas of galgangen) of een aandoening, bloedende tumoren en vergiftigingen. **Leverontsteking bij hond** - Niet een aandoening maar reactiepatroon van de lever met sterfte van levercellen met een primaire of secundaire ontsteking - Acuut of chronisch met variatie aan oorzaken - Kan primaire ziekte zijn, maar ook betrokken bij ziekten van andere organen (reactielever) - Verschijnselen; sloomheid, gebrek aan eetlust, braken, diarree, vaak pu/pd (veel plassen/drinken) en vermageren - Vaak geen geelzucht - Bloedonderzoek duidt op verhoogde enzymen en galzuren, definitieve diagnose via echo en leverbiopt **Leververanderingen door corticosteroïden** - Onder invloed van corticosteroïden stapelen zich in de levercellen glycogeen op - Hierdoor vergroten de levercellen en ontstaat een vergrote lever - Leverfunctie niet veranderd en zijn dan geen klachten van lever - Therapie is behandeling van bijnierziekte of stoppen van corticosteroïden toediening, duurt vier weken voor verandering in lever herstellen - Bij meten leverenzymen zien vaak een verhoging, bij verhoging altijd afvragen of dit veroorzaakt wordt door medicijngift, ziekteproces of leverziekte, er zijn laboratorium testen om mogelijkheden van elkaar te scheiden **Leververvetting bij kat** - Tijdens vasten kan bij kat leververvetting optreden - Komt regelmatig voor en is de reden dat een kat niet lang zonder eten kan, als kat niet eet moet snel ingegrepen worden - Wanneer kat niet eet, gaat hij zijn vetvoorraad aanbreken als energiebehoefte, producten die bij deze vetafbraak ontstaan hopen zich op in de lever - Dikke katten ontwikkelen sneller leververvetting, het is dus gevaarlijk als een dikke kat niet eet - Door slechte leverfunctie waarbij de lever steeds minder in staat is om gifstoffen uit bloed te verwijderen gaat kat zich steeds beroerder voelen, eetlust wordt minder en kan uiteindelijk hieraan sterven - Als een kat dus niet eet moet hij onder dwang gevoerd worden, liefst met eiwitrijke voeding, bij extreme gevallen kan maagsonde nodig zijn - Primaire oorzaak dient ook behandeld te worden - Vanwege deze reden mogen katten niet te snel afvallen omdat dan ook leververvetting ontstaat - Bloedonderzoek wijst op verhoogde leverwaarden en galzuren **Galgangontsteking bij de kat** Acute galgangontsteking bij kat: - Ontsteking van galwegen gepaard gaande met infiltratie van galwegen net neutrofiele granulocyten (witte bloedcellen) - Meestal bacteriële infectie (bijv. E. coli) die waarschijnlijk opkruipt vanuit darm - Verschijnselen; niet eten, geelzucht, koorts en braken - Diagnose d.m.v. bloedonderzoek, echo (verdikte galblaaswand) en punctie van galblaas - Behandeling is het geven van antibiotica gedurende 4 weken Chronische galgang-leverontsteking bij kat: - Ontsteking van galwegen gepaard gaande met infiltratie van galwegen met lymfocyten (bepaald type witte bloedcellen) - Als galwegen ontstoken raken doen eigenlijk ook altijd cellen van lever mee - Meest voorkomende leveraandoening bij kat - Ontstaat geleidelijk en in periode van maanden tot jaren alle galwegen aantast - Hierbij treedt verwijding en verbindweefseling van galwegen op wat uiteindelijk doorgaat in leverweefsel - Pas in laat stadium ontstaan klachten; wisselende eetlust, soms braken, vermageren en soms geelzucht - Oorzaak onbekend (mogelijk begint met infectie en overgaat tot immunologische ziekte) - Diagnose d.m.v. bloedonderzoek (ontsteking zichtbaar waarbij galzuren verhoogd), een echo en leverbiopt - Therapie is bestrijden van ontsteking in galgangen met medicinale toediening en antibioticum i.v.m. risico op of bestaan van secundaire bacteriële infecties, soms ook afweer onderdrukkende middelen gegeven

Use Quizgecko on...
Browser
Browser