🎧 New: AI-Generated Podcasts Turn your study notes into engaging audio conversations. Learn more

Urinevormend Apparaat Ziekteverschijnselen PDF

Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...

Summary

Dit document beschrijft de ziekteverschijnselen van het urinevormend apparaat bij dieren. Er wordt ingegaan op symptomen zoals veel plassen, geen urineproductie, en abnormaal urine, evenals mogelijke systematische symptomen. Verschillende diagnostische methoden voor het onderzoeken van urine- en nierproblemen worden besproken. De tekst behandelt ook chronische nierfalen en gerelateerde aandoeningen, inclusief symptomen en diagnose.

Full Transcript

Hoofdstuk urinevormend apparaat ziekteverschijnselen **Ziekten urinevormend apparaat** Symptomen van urinevormend apparaat kunnen ontstaan door afwijkingen aan nieren, urineleiders, blaas of plasbuis. Afwijkend plasgedrag: - Veel plassen (polyurie) - Geen urineproductie - Persen op urine...

Hoofdstuk urinevormend apparaat ziekteverschijnselen **Ziekten urinevormend apparaat** Symptomen van urinevormend apparaat kunnen ontstaan door afwijkingen aan nieren, urineleiders, blaas of plasbuis. Afwijkend plasgedrag: - Veel plassen (polyurie) - Geen urineproductie - Persen op urine - Moeizaam plassen - Frequent kleine beetjes plassen - Ongewenst urineverlies (incontinentie) Abnormale urine: - Bloed in urine - Pus in urine Systematische symptomen: - Braken - Veel drinken (polydipsie) - Niet drinken - Niet eten (anorexie) - Buikpijn - Afwijkende geur uit bek - Algeheel ziek (algehele malaise) - Verhoging van ureum in bloed (uremie) **Onderzoek afwijkingen urinevormend apparaat** Met behulp van röntgenfoto's, echografie, bloedonderzoek, urineonderzoek en nemen biopten. Urineonderzoek: - In eerste instantie kan dit spontane urine zijn, wat wilt zeggen urinemonster is opgevangen vanuit spontane urinelozing, het beste mid-stream omdat met de eerste urine spoelen ook bacteriën uit plasbuis en vulva of voorhuid mee wat onderzoek kan belemmeren - Bij urineonderzoek wordt gekeken naar: - Soortelijk gewicht (sg), een maat voor het concentrerend vermogen van nier, normaal sg voor urine van hond is tussen 1.025-1.050, voor kat 1.035-1.050 (sg van water is 1.000) - De pH; zuurtegraad, bij aantal bacteriële ontstekingen of bepaalde steenvorming in blaas is stijging van pH te zien - Uiterlijk van urine, helderheid, bloed of pus? - Aanwezigheid afwijkende stoffen zoals eiwit, glucose, ketonlichamen of bloed - Eventuele aanwezigheid kristallen - Eventuele aanwezigheid ontstekingscellen en rode bloedcellen - Voor het opvangen van de urine moet rekening gehouden worden dat het zo schoon mogelijk gebeurd zodat urine goed beoordeeld kan worden - Wanneer urine afwijkend is kan nodig zijn urine steriel op kweek te zetten voor een BO(bacteriologisch onderzoek) en een ABG(antibiogram waarbij gekeken naar welk antibioticum bacterie gevoelig is) - Hiervoor moet blaas punctie plaatsvinden, bij kat vrij eenvoudig maar bij hond lastig vanwege minder goed te fixeren van blaas, bij reu kan met katheter urine uit blaas worden gehaald en bij teef een punctie onder echo begeleiding **Chronische nierfalen** - Meest voorkomende aandoening, ook wel CIN (chronische interstitiële nefritis) genoemd - Voorkomen op iedere leeftijd maar vaker bij oudere dieren, vooral oudere katten - Hierbij verbindweefselen de nieren en wordt daardoor op den duur kleiner, onregelmatiger van vorm en harder (verschrompelnieren) - Met juiste zorg kunnen ondanks slechte prognose voor lange termijn nierpatiënten nog voor aantal maanden tot jaren goede kwaliteit van leven hebben Nierfalen: - De glomerulaire filtratie verminderd (proces waarbij uit bloed voorurine wordt geproduceerd), doordat het aantal functionele nefronen van nier verminderd is - Vanwege enorme reservecapaciteit ontstaan pas symptomen als ong. 80% van niermassa niet meer werkt - De glomerulus is een groepje haarvaartjes met daar omheen een kapsel, bevindt zich in de nefron (functionele eenheid) van de nier en filtert het bloed Polydipsie en polyurie (pu/pd): - Door verminderde filtratie zal afvalstoffen zoals ureum en creatinine niet worden uitgescheiden (nierinsufficiëntie), ook is nier niet goed meer in staat om vocht uit voorurine terug te resorberen (urine wordt minder geconcentreerd) wat het dier compenseert door meer te drinken (polydipsie) - Het meer drinken en plassen (polydipsie en polyurie) is te zien bij meerdere ziekten zoals Cushing en suikerziekte, afgekort wordt deze combinatie pu/pd genoemd - Spreken van polydipsie wanneer hond meer dan 100 ml/kg lichaamsgewicht drinkt op een dag, sommige honden met polydipsie drinken onder deze grens meer zijn wel meer dan vroeger gaan drinken (als het dier niet van voer veranderd is want dit kan voor waterbehoefte verandering zorgen) - Bij kat spreken we van polydipsie wanneer het meer drinkt in vergelijking dan vroeger, katten drinken van nature weinig Bepalen soortelijk gewicht (sg) urine: - Met bepalen soortelijk gewicht van urine kan het concentrerend vermogen van nier worden ingeschat - Als nier niet goed de urine concentreert zal het soortelijk gewicht van urine dalen - Als een dier te weinig drinkt heeft de urine een hoog soortelijk gewicht Verschijnselen nierfalen: - Afhankelijk van stadium - Polyurie - Polydipsie - Minder eetlust - Vermageren - Kunnen optreden: braken, diarree, sloomheid, snel moe, slechte vacht en slechte adem - Bij ernstige nierfalen: skeletafwijkingen ten gevolge van botontkalking Urineonderzoek nierfalen: - Vaak laag soortelijk gewicht door onvermogen van nieren om voldoende water terug te resorberen - Bepalen hoeveelheid eiwit vanwege dat het iets zegt over eventuele nierschade en ernst hiervan - Bij beschadiging filtratiemembraan van glomerulus kunnen eiwitmoleculen erdoorheen en komen dan in urine terecht Bloedonderzoek nierfalen: - Verhoogde concentratie ureum en creatinine in bloed (nierwaardes) - Gevolg van verminderde nierfunctie is niet goed uitscheiden van ureum en creatinine dat zich opstapelt in het bloed - Ureum: - Gevormd uit ammoniak en afvalproduct van aminozuurstofwisseling - Niet constant, kan hoger zijn na eiwitrijke maaltijd, koorts, bij injectie of na gebruik glucocorticosteroïden - Bij verminderde nierfunctie zien we uremie, maar lichte uremie kan meerdere oorzaken hebben - Creatinine: - Afvalproduct van spierstofwisseling - Redelijk constant en niet beïnvloed door dieet - Hoogte van creatininegehalte in bloed zegt iets over de nierfunctie maar niks over de oorzaak - Mogelijke oorzaken kunnen liggen in; in structuren voor nieren, in nier zelf of in structuren na nier - Andere test voor het opzoeken van eventuele schade aan nieren is bepalen van SDMA in bloed, deze waarde eerder verhoogd dan creatinine waardoor nierinsufficiëntie in vroeger stadium opgespoord kan worden - Tekort aan kalium en overmaat in fosfaat in bloed kan ook ontstaan door verslechterde filtratiewerking van nier bij zeer ernstig aangetaste niet kan ook productie hormoon EPO tekortschieten waardoor bloedarmoede ontstaat Behandeling nierfalen: - Gericht op het functionele nierweefsel dat nog aanwezig is goed mogelijk te ondersteunen en sparen - Belasting van nieren beperken door: - Speciaal dieet met beperkte hoeveelheid eiwit en fosfaat - Kunnen fosfaatbinders geven om overschot fosfaat in bloed te beperken - Remmen van bloeddruk van aanvoerende slagaders in nieren door ACE-remmers te geven waardoor goed werkende nefronen langer functioneel zijn, remt ook verlies van eiwit in urine - Dier ondersteunen door: - Smakelijke voeding toedienen om eetlust te bevorderen - Vocht toedienen (geven van intraveneus infuus om vochtbalans op peil te brengen en overmaat aan ureum en creatinine uit te spoelen, tijdelijke oplossing) **Acuut nierfalen** - Alle ziekten gepaard gaande met circulerende antigeen-antilichaamcomplexen kunnen acute ontsteking van glomeruli van nier geven - Deze antilichaam-antigeencomplexen worden gevormd door hechten van antigenen aanwezig bij een bacteriële infectie aan de antilichamen die geproduceerd worden door afweersysteem wanneer deze de infectie probeert te bestrijden. - Voorbeeld: abcessen, baarmoederontstekingen, prostaatabcessen, bloedvergiftiging of ontsteking aan hart - Antigeen kan ook viraal zijn of lichaamseigen - Deze antigeen-antilichaamcomplexen lopen vast in de glomerulus en veroorzaken een ontsteking daar - Meestal wordt geen urine meer geproduceerd en zijn ureum en creatinine sterk verhoogd - Therapie gericht op het op gang krijgen van urineproductie en prognose afhankelijk van oorzaak Aangetaste nierbuisjes: - Meestal veroorzaakt door zuurstoftekort in de weefsels en shock, bloedvergiftiging door bacteriële giftige stoffen en vergiftiging met zware metalen of antivries - Met name antivries komt voor doordat dieren het opnemen als antivries in huis openstaat of op de grond gelekt heeft en het een aantrekkelijke smaak heeft voor dieren Iatrogeen acuut nierfalen: - Door verstrekken medicijnen welke giftig kunnen zijn voor nier - Bijvoorbeeld NSAID's waarbij als dier achterliggende nierproblemen heeft of andere problemen zoals uitdroging of laag circulerend bloedvolume deze medicijnen nierfalen kunnen veroorzaken **Nierbekkenontsteking** - Oorzaak meestal bacterieel (vaak E. colibacteriën) - Bacterie meestal afkomstig uit blaas, kan ook via bloedbaan maar komt minder vaak voor - In acute gevallen: - Treedt weefselverval op van epitheel van nierbuisjes - Is een etterige ontsteking in de ruimte tussen de filters van nier te zien - Symptomen; algeheel ziek, koorts, geen eetlust, pu/pd en pijnlijke nierstreek - In chronische gevallen: - Treedt bindweefselvorming op - Bestaat vaak langer zonder dat verschijnselen van nierfalen gezien worden - Diagnose aan hand van bloedonderzoek (hoog aantal witte bloedcellen, hoog ureum en creatinine) en urineonderzoek (veel eiwitten, bloed, veel witte bloedcellen en nierepitheelcellen), een BO van urine is positief op bacteriën en behulp van echo kan verwijd nierbekken te zien zijn - Therapie bestaat uit toedienen van intraveneus infuus om urineproductie te verhogen en zo bacteriën sneller af te voeren en uremie te bestrijden, ook wordt langdurig antibiotica gegeven om infectie te bestrijden **PKD (polycystic kidney disease)** - Nierafwijking waarbij in de nier meerdere cysten ontstaan (holtes gevuld met vocht) - Meestal betreft meerdere cysten die het normale nierweefsel gaan verdringen - Vooral voor bij kat (Perzische kat erfelijke ziekte) - Bij fokken moet altijd gescreend worden d.m.v. echo of DNA onderzoek - Meestal geen symptomen tot zoveel nierweefsel is verdrongen dat nierinsufficiëntie ontstaat - Geen behandeling alleen symptomatisch zoals bij chronische nierfalen **Niertumoren** - Komt zelden voor - Zijn o.a. adenocarcinomen, lipomen, fibromen en fibrosarcomen - Kwaadaardige tumoren komen vaker voor dan goedaardige - Betreft meestal een nier soms beide - Als uit andere organen uitzaait is het meestal beide nieren betreffend - Symptomen: bloed in urine (door beschadiging weefsel), als tumor in beide nieren aanwezig is uremie - Diagnose d.m.v. bevoelen buik, echo en echogeleid biopt - Als beide nieren aangetast zijn is prognose ongunstig, ook als adenocarcinomen betreft vanwege uitzaaien **Ectopische urineleiders** - Aangeboren afwijking waarbij meestal een urineleiders (soms twee), niet in blaas uitmondt maar in plasbuis - Vaak is urineleider verwijd omdat urineleider zijn urine minder makkelijk kwijt kan in plasbuis dan in blaas, plasbuis rekt minder uit waardoor druk in urineleider te hoog is - Komt vooral voor bij hond - Symptomen bij pup al aanwezig; passieve incontinentie waarbij steeds kleine beetjes urine verliest, achterpoten zijn hierdoor nat en hond ruikt sterk naar urine - Diagnose aan hand van klinisch beeld en echo of uitvoeren van een blaasscopie - Behandeling is chirurgisch de urineleider op juiste plaats in blaas brengen **Blaasontsteking bij hond** - Vaak veroorzaakt door een bacteriële infectie met E.coli- en protausbacteriën - Betreft meestal opkruipende infectie vanuit plasbuis en soms afdalende infectie vanuit nierbekkenontsteking - Ontstaat ten gevolge van een weerstandvermindering - Belangrijke factor is niet goed leegplassen van de blaas waardoor resturine achterblijft, hierin kunnen de bacteriën zich vermeerderen - Andere factoren zijn; blaasstenen, incontinentie en glucose in urine - Door bacteriële infectie raakt blaaswand ontstoken - Symptomen; vaak kleine beetjes plassen en bloed in urine (urine is troebel pussig of rood) - Diagnose aan hand van klinisch beeld en urineonderzoek - pH meestal hoog is ten gevolge van bacteriële productie van ammoniak - in sediment (bezinksel urine) zijn rode en witte bloedcellen aanwezig - in geval van blaastenen of gruis kunnen kristallen aanwezig zijn - Eventueel kan ook BO en ABG worden ingezet en een echo gemaakt om stenen uit te sluiten - Therapie bestaat uit antibioticum geleide op BO en ABG **Blaasstenen bij hond** - Stenen in blaas - Wanneer dit heel fijn materiaal is spreken we van blaasgruis - Bestaat uit kristallen in een matrix van afgestorven cellen - Als kristallen grootste deel vormen spreken we van blaasstenen - Als matrix overhand heeft heet het een plug - Plug bestaat uit mix van afgestorven cellen - Gruis kan zowel door teef als reu nog wel worden uitgeplast - Stenen liggen vaak in blaas en kunnen niet uitgeplast worden vanwege grootte, enkele keer raakt deze steen toch in plasbuis en loopt dan vast - Vooral bij reu kan het vastlopen op het punt waar plasbuis uit bekkenholte komt en voren buigt of op de plek vlak voor het penisbotje - Bij teef loopt een steen zelden vast - Alle stenen veroorzaken plasklachten; bloed in urine, pijn of ongemak bij plassen en eventueel persen op urine bij afsluiting plasbuis Struvietstenen: - Struvietkristallen = magnesium-ammonium-fosfaatkristallen - Kunnen gevonden worden door het bekijken van een urinesediment - Ontstaan in basische urine (hoge pH), meestal veroorzaakt door bacteriële blaasontsteking - Diagnose aan hand van urineonderzoek - Door centrifugeren van urine, zakken de kristallen naar bodem waardoor ze in het sediment zichtbaar zijn - Soms gruis zo groot dat het als zand met blote oog te zien is - Grotere struvietstenen kunnen middels röntgenfoto of echo zichtbaar worden - Therapie bestaat uit bestrijden bacteriele blaasontsteking met antibioticum en het oplossen van de struvietkristallen/stenen met speciale dieetvoeders - Deze voeders verlagen pH van urine en lossen zodoende kristallen (sommige stenen) op - Ook belangrijk vochtafdrijving te bevorderen en de hond vaker uit te laten zodat het dier niet urine opspaart maar regelmatig uitplast Calciumoxalaatstenen: - Oorzaak van vorming onbekend - Meestal goed zichtbaar op rontgenfoto of op echo altijd zichtbaar - Enkele keer tegelijk struvietkristallen in urine te zien - Niet op te lossen met dieetvoeding en moeten dus altijd chirurgisch verwijderd worden - Na operatie steen laten analyseren om type te bepalen om preventief een oxalaatvoorkomend dieet te geven - Dier meer laten drinken **Plasbuisobstructie** - Kan totaal zijn en tot acute uremie leiden - Bij gedeeltelijke obstructie leidt het tot veel en bemoeilijkt plassen - Waarbij bloed in urine kan zijn - Obstructie van plasbuis door steen, gruis of plug zal getracht moeten worden door het terug te spoelen naar blaas - Na terugspoelen in geval van een steen zal de blaas geopend moeten worden **Feline lower urinary tract disease (FLUTD)** Term voor alle aandoeningen van de lagere urinewegproblemen bij de kat, waarbij oorzaken zowel obstructief als niet-obstructief kunnen zijn. Blaasstenen bij de kat: - Meest voorkomende obstructieve oorzaak bij de kater is kristallen in blaas - Alle beetjes urine geven prikkeling aan blaaswand vanwege kleine blaas - Dier kan soms erg fel van stress zijn of juist erg suf door uremie - Meestal veroorzaakt door aanwezigheid van struvietkristallen - Diagnose aan hand van urineonderzoek - Therapie bij kat zonder obstructie bestaat uit geven van pijnstiller en richten op oplossen kristallen d.m.v. verzurend dieet, ook belangrijk dier meer te laten drinken voor spoelen van blaas d.m.v. water fontein (katten houden van stromend water), meer blikvoer met extra water, extra water bij brokken en meer drink bakjes - Bij poes: - Zelden obstructie - Alleen klachten van moeizaam plassen, vaak kleine beetjes plassen en bloed in urine - Meestal plast poes steeds op andere plekken in huis omdat kattenbak geassocieerd wordt met pijn en hoopt dat op andere plekken het geen pijn doet - Bij kater: - Obstructies regelmatig voor, vanwege plasbuis die steeds nauwer wordt - Beginnende klachten; moeizaam plassen, vaak kleine beetjes plassen en bloed in urine - Na een tijdje kan kater helemaal niet meer plassen, hierdoor raakt de kater erg onrustig, likt aan penis en kan grommen door het huis, mogelijk ook agressief reageren - Blaas is groot, hard en pijnlijk (niet op drukken vanwege risico scheuren blaas) - Is een spoedgeval (bij kater) en moet direct naar kliniek, wanneer plasbuis verstopt zit stapelen afvalstoffen op in het bloed en vergiftigt de kat zichzelf - Dient gekatheteriseerd te worden om obstructie te verheffen (vaak onder narcose vanwege pijn en ontspanning plasbuis) - Narcose heeft wel risico vanwege instabiliteit door hoeveelheid afvalstoffen in bloed - Na verheven van obstructie dient blaas via katheter zo veel mogelijk gespoeld te worden om zoveel mogelijk kristallen of pluggen uit blaas te verwijderen - Urinekatheter blijft gedurende 24 uur in plasbuis en wordt daarom vastgehecht waarbij de kater een kraag om heeft - Om uremie te bestrijden zal een intraveneus infuus gegeven worden waardoor ook blaas goed gespoeld zal worden - Na 24 uur wordt katheter verwijderd en gekeken of kat zelf kan plassen - Nazorg bestaat uit geven pijnstillers, antibioticum en preventief een struvietdieet - Als kater vaker last heeft van plasbuisobstructies kan nodig zijn een penisamputatie uit te voeren waarbij het laatste deel van de penis geamputeerd wordt waardoor de plasbuis veel wijder is - Blaasstenen komen vooral voor bij te dikke katers met weinig lichaamsbeweging die gevoerd worden met brokken met hoog gehalte magnesium Niet obstructieve oorzaken van FLUTD - Oorzaken zijn blaasontsteking, tumoren en idiopathische blaasontsteking - Bacteriële blaasontsteking maar in 10% van de gevallen van niet obstructieve FLUTD - Verschijnselen: moeizaam plassen, kleine beetjes vaak plassen en bloed in urine - Bij lichamelijk onderzoek meestal geen afwijkingen - Vaak kleine blaas - Bij urineonderzoek vaak bloed in urine en geen kristallen - Behandeling bestaat uit pijnstillers en meer laten drinken **Stress** Katten en honden kunnen door stress in huis plassen en bij urineonderzoek zijn dan meestal geen afwijkingen waargenomen. Als verder geen andere klachten aanwezig zijn kan eigenaar beter kijken naar mogelijke stress factoren in huis zoals: - Voldoende schuilplaatsen - Bij meerdere dieren voldoende eetplekken en ruimte elkaar te vermijden - Eventueel middelen gebruiken die gemoedtoestand van dier beïnvloeden (medicatie, voeding of feromonenspray) **Blaastumoren** - Diverse tumoren mogelijk zoals goedaardige papillomen en leiomyomen, zelden kwaadaardige tumoren waarbij daarvan blaashalscarcinoom meest voorkomt - Kunnen blaasontsteking veroorzaken vanwege rondom tumor makkelijker urine in blaas kan blijven staan - Echo vaak nodig voor diagnose - Opletten op eventuele uitzaaiingen naar lokale lymfeknopen - Therapie is chirurgisch verwijderen van aangetaste deel van blaas waarbij prognose afhankelijk van aard en locatie tumor - Als tumor te dicht op blaashals zit kan er soms niet geopereerd worden **Blaasverlamming** - Kan ontstaan door trauma van het ruggenmerg of door schade aan uittredende zenuwen waardoor zenuwvoorziening van blaas gestoord raakt - Veel voorkomende oorzaak is overrekking van spierlaag in blaaswand, kan optreden tijdens plasbuisobstructie waarbij druk in blaas zo hoog is dat spierlaag verlamd raakt en blaasverwijding ontstaat - Blaas kan niet meer goed samentrekken en vult zich met urine - Bij navoelen van blaas valt op dat deze groot en makkelijk leeg te drukken is - Therapie bestaat uit toedienen van diergeneesmiddel dat samentrekken blaaswand stimuleert - Bij vermoeding blaasverlamming is belangrijk om te voorkomen dat blaasverwijding optreedt door blaas met de hand vaak leeg te drukken en/of blaaskatheter te plaatsen **Blaasscheur** - Meestal gevolg van trauma - Hierbij stroomt urine buik in - Klachten zijn onrust, pijnlijke buik en meestal niet meer plassen - Na aantal uur zal buik in omvang toenemen en dier raakt sloom - Diagnose kan d.m.v. buikpunctie (onder echogeleiding) en/of uitvoeren röntgencontrastonderzoek met lucht of jodium in blaas spuiten waarbij kapotte blaas lucht/jodium vrij in buik terechtkomt - Behandeling bestaat uit chirurgisch sluiten van blaas waarbij prognose afhankelijk van omvang en lokalisatie scheur **Incontinentie (ongewenst urineverlies)** Verdeeld in passieve incontinentie en actieve incontinentie: - Actieve continentie - Sprake van gecontroleerd urineverlies; het dier weet dat het in huis plast - Oorzaak meestal gelegen in blaas zelf, enkele keren ook te zien bij pu/pd, maar ook gedragsproblemen kan oorzaak zijn bijv. dementie, sproeiende kater of gestreste kat - Onderliggende oorzaak behandelen - Passieve incontinentie - Sprake van ongecontroleerd urineverlies; het dier weet niet dat het in huis plast - Komt redelijk vaak voor bij hond maar zelden bij kat - Mogelijke oorzaken; onvoldoende werking sluitspier blaas, overloopblaas door blaasverwijding en oorzaken gelegen buiten sluitspierblaas zoals ectopische urineleiders - Ouderdom kan ook oorzaak zijn evenals te zien bij jonge gesteriliseerde teven of jonge gecastreerde reuen - Ook te zien bij pelvic bladder waarbij blaas deels in bekkenholte ligt en weerstand van plasbuis klein is - Therapie is levenslang toedienen van diergeneesmiddel dat sluitspier van blaas versterkt - Bij blaasverwijding door sterke overblaasvulling kan sluitspier tijdelijk tekortschieten wat leidt tot overloopblaas, mogelijk als gevolg van verlamming blaasspieren, de hond zal proberen te persen zonder urineverlies

Use Quizgecko on...
Browser
Browser