Hoofdstuk I Het humanisme van de Renaissance PDF

Summary

This document provides an overview of the Renaissance and humanism in Europe. It looks at the concept of "Renaissance" and its relationship to the Middle Ages. It also examines the significance of Latin in the era and the role of Christian morality and theology in shaping humanism. Lastly it focuses on the rise of city-states in Northern and Central Italy during this period.

Full Transcript

Hoofdstuk I Het humanisme van de Renaissance 1.1 Begrippen a. "Renaissance" Jacob Burckhardt, Die Kultur der Renaissance in Italien (1860): aanduiding aparte periode (14e-16 e eeuw) Maar "Renaissance" ME, 9e en 12e eeuw ? Petrarca (1304-1374): breuk met zgn. donkere tijd, culturele hero...

Hoofdstuk I Het humanisme van de Renaissance 1.1 Begrippen a. "Renaissance" Jacob Burckhardt, Die Kultur der Renaissance in Italien (1860): aanduiding aparte periode (14e-16 e eeuw) Maar "Renaissance" ME, 9e en 12e eeuw ? Petrarca (1304-1374): breuk met zgn. donkere tijd, culturele heropstanding; geleerden spraken toen over la rinascità van de wereldgeschiedenis b. ”Humanisme" in de 19 e-21 e eeuw Filos. overtuiging: maakbaarheid en autonomie mens (bevrijdende ideologie via studie antieke beschaving), cf. "humaniora", cf. "humanistisch verbond"; waarden c. ”Humanisme" in de 15 e eeuw Ontwikkeling humanisme in Italië: umanista 15e eeuw, "zij die zich toeleggen op de antieke letteren en het antieke verleden" ("van de Renaissance", dus niet de hedendaagse invulling van het begrip; ook erkenning ME Ren.) 1.2 Algemene achtergronden a. Latijn: uitzonderlijke status "dode taal": scheiding van oorspronkelijke taalgemeenschap universele taal van de geleerden boodschap christelijke God ( Versio vulgata, H. Hiëronymus, 347-420) b. Belang Christelijke moraaltheologie kritische ingesteldheid t.o.v. de optelvroomheid – het uitvoeren van religieuze handelingen vooropgesteld en geïdentificeerd door theologen - en de scholastiek scholastiek = het christelijk filosofisch-theologisch stelsel van de ME, met als doel verbinden Bijbelse boodschap met het logische denken Klassieke Oudheid scholastiek ¹ zoeken naar waarheid scholastiek = ordening van wat vaststaat, verklaring en bevestiging dogmata, géén vernieuwing [Theologie: de theoretische bemiddeling tussen Gods wil en de belichaming daarvan in het denken en voorkomen van de kerk.] c. Noord- en Midden-Italië, tussen paus en keizer Na het verdwijnen van het WRR: Rome = centrum Christenheid Venetië, rijke stadstaat/Republiek met Byzantijns verleden N.-It. stadstaten (Milaan, Firenze, Genua...), deel HRR Ø rond 1300: 23 steden meer dan 20.000 inwoners in onderlinge competitie, los van de keizer Ø aanwezigheid resten KO (archeologie; manuscripten; recht) Ø zelfbewustzijn; aanknopen met Oudheid ("Senaat"; "consuls"...) Ø door Westers Schisma (1378-1417) ook los van de paus (feodale elite geëmancipeerd, ontstaan lekenpubliek met ook andere interesses dan godsdienst); minder integratie met clerus, lekengeleerdheid, cf. Dante (1265-1321) ’ ’ 1. Latijn 2. Centrale plaats Christelijke moraaltheologie 3. Ontstaan lekenelite in Italië = tekenend voor activiteit Human. v.d. Renaissance 1.3 Retoriek, kennis en geloof a. Moraal weten wat goed en slecht is de deugd kennen (kennis; intellect), maar ook beminnen (wil) het slechte kennen (kennis), maar ook verafschuwen (wil) waarheid zoeken en respecteren, verbinden kennis en emotie b. Manieren van verwoorden (spreken en schrijven) grote antieke vb’en, cf. 1 e eeuw voor de Westerse jaartelling (VWJ): Cicero; bewondering antieke cultuur uitdrukking van engagement (eenheid van eloquentia en virtus), lezer emotioneel betrekken, overtuigen het goede te willen aangepast taalgebruik is sociaal relevant (vb. juridische sfeer), zie stedelijk-commerciële context van N. Italië ’ Antieke Rome = belichaming human. ideaal van eenheid eloquentia en virtus; Rome = natuurlijke wil tot deugdzaamheid c. Middeleeuwse It. steden, "manieren van spreken" handel: belang juristen, notarissen, rechters... : taal, middel om samenleving te organiseren (cf. contracten) uitgebouwd onderwijs, taal centraal Firenze, centrum "studia humanitatis"; waarom? - aanvank. geen eigen universiteit (pas 1349), fragmentatie cult. leven (kloosters, boekhandels, families...) - autonomie t.o.v. kerkelijke hiërarchie, zeker tot Trente - kanselierschap voor umanisti (PR van de stad) - Coluccio Salutati (1331-1406), decennia lang kanselier + vita activa (politiek leven) vs. vita contemplativa (monastiek leven) + Grieks onderricht in Firenze + sterk geïnteresseerd in geschiedenis + zijn pupil Leonardo Bruni, 1369-1444 ( Historiarum Florentini Populi Libri XII), grondlegger human. geschiedschrijving 1.4 Maatschappelijke inplanting van de humanistische idealen a. In onderwijs nadruk op de vijf artes van de studia humanitatis (niet te verwarren met de "artes liberales") grammatica (een van de artes liberales) rethorica (idem) poetica geschiedschrijving (verleden) moraalfilosofie (deugden) ’ nadruk op taal en manieren van communiceren b. Vertaling in pedagogisch ideaal ideaal stedelijke Latijnse scholen: eloquentia en virtus burgerplicht; belang staat voorbereiding op universiteit (Cf. laatste jaar Latijnse "humaniora": "rethorica".) c. Vertaling in "civic humanism": humanisme en burgerschap burgerschap, republiek? (cf. Salutati, Bruni...; voorliefde voor het antieke Rome – maar dan de Republiek) "res publica", alg. belang van eigen stad, de eigen republiek maar ook umanisti in hofcultuur (vorsten en edelen): cf. 1528 Baldassare Castiglione (1478-1529), Il Cortegiano 1.5 Omgang met teksten a. Latijn = dode taal; niet alleen meer "voor" en "na", maar ook "toen” en "nu", defin. scheiding, geen persoonl. ervaring met het "toen", verschillende culturele werelden, KO vs. ME vs. REN. b. Zoeken naar sporen van die verleden culturele tijd van toen, collecteren (bibliotheken!), reconstrueren, analyseren, bestuderen, contextualiseren; historisch besef! c. Belang uniforme teksten; filologie, tekstkritiek; ad fontes (toegang krijgen tot "toen"); via studia humanitatis wedergeboorte cult. wereld KO d. Belang Grieks (val Constantinopel, 1453: kennis Grieks + manuscripten) e. Collecties eigentijdse Latijnse teksten, brede verspreiding, discussie f. Verspreiding dankzij drukkunst g. Ook vertalingen voor een breder publiek (belang "lezers") 1.6 De ontwikkeling van het humanisme benoorden de Alpen a. Stevige inplanting feodale en scholastieke cultuur: theologisch referentiekader stabieler (o.m. rol Leuven) ’ eigen lokale vorm studia humanitatis (theologie) andere stedelijke context en behoeften ’ stadselites hebben andere behoeften, minder op taal gericht b. Moderne Devotie (XIVe-XVe eeuw) als hefboom: Geert Grote (ca. 1340, verspreiding vanuit NO huidige Nederl. Persoonlijke, intensere geloofsbeleving Inspiratie voor stedel. onderwijsinitiatieven (Lat. Scholen) c. Drukkersateliers (contacten, netwerk – cf. Erasmus, "lieux de transit", verspreiding kennis en technieken) Dirk Martens (1446-1534), in navolging van Johannes Gutenberg [1397-1468] Christoffel Plantijn (1520-1589) d. Collegium Trilingue, 1517 (contacten) Alcalá de Henares ca. 1500 (kard. Jiménez de Cisneros) Uitstraling in de Nederlanden, hofcultuur (Margaretha van Oostenrijk, Mechelen; Maria van Hongarije, Brussel) Referentiepunt! e. Vorstelijke hoven (vb. Frans I, beschermheer Leonardo da Vinci – Leonardo da Vinci: zie de fresco van Rafaël op de achtergrond van deze PowerPoint, LdV als Plato, naast Aristoteles) ’ Ontstaan netwerk gelijkgezinden; uitwisseling, correspondentie, reizen 1.7 Erasmus (1469-1536) a. Contrast Italië en rest Europa veel minder scherp b. Pietas (cf. Moderne Devotie) c. Ad fontes bij de studia humanitatis én de studia divinitatis (handmatig kopiëren: fouten in teksten) Enchiridion militis Christiani ( Handboek van de christelijke strijder, 1504) - nut louter ceremoniële daden ? - Imitatio Christi Laus Stultitiae (1511) - tegen optelvroomheid, kritiek m'pij Novum Instrumentum (1516) - uitgave oorspr. Griekse Nieuwe Testament, met aantekeningen en vertaling in human. Latijn - waarom? - delicate aangelegenheid; fouten in Vulgaat Paraphrases (Nieuwe Testament, 1517) - waarom? Idealen Erasmus - evangelische boodschap - nastreven christelijke deugden - kritisch-filologische arbeid - humanistische correctie op de theologie (vanuit teksten en waarden) ’... Sola Scriptura, Hervorming ? ("Erasmista")

Use Quizgecko on...
Browser
Browser