Forensische Psychiatrie Samenvatting PDF

Summary

This document is a summary of forensic psychiatry, covering topics such as the introduction to forensic psychiatry, internment, expertise, and treatment. It touches upon different aspects of the field, including various types of disorders like psychoticism, mood disorders, and addictions, and their relation to crime. It also deals with trauma, personality disorders, intellectual disabilities, and neurocognitive disorders. Furthermore, the document examines people who have committed crimes of a sexual nature, and women who have committed crimes.

Full Transcript

Forensische Psychiatrie samenvatting HOC 1: Inleiding​ 4 1. Wat is forensische psychiatrie?​ 4 1.1 Geschiedenis forensische psychiatrie​...

Forensische Psychiatrie samenvatting HOC 1: Inleiding​ 4 1. Wat is forensische psychiatrie?​ 4 1.1 Geschiedenis forensische psychiatrie​ 4 1.2 Therapeutic Jurisprudence​ 4 2. Wat doet een forensisch psychiater?​ 5 2.1 Expertises (specifieker: vredegerecht)​ 6 3. Behandeling​ 6 3.1 Meerdere stelsels​ 6 3.2 Meerdere aanpakken​ 6 3.3 Meerdere werkdomeinen-> waar bevindt de behandeling zich plaats?​ 7 3.4 Meerdere doelgroepen-> verschillende profielen gaan we in aparte afdelingen steken​ 7 HOC 2: Internering en deskundigenonderzoek​ 7 1. Wat is een internering?​ 8 1.1 interneringswet (criteria/ voorwaarden v internering)​ 8 1.2 Wat na een internering?​ 8 2. Wat is het doel van deskundigenonderzoek?​ 9 2.1 Waarom deskundigenonderzoek?​ 9 2.2 Wanneer is er deskundigenonderzoek nodig ?​ 10 3. Deskundigen onderzoek voor internering​ 10 3.1 Is er een stoornis aanwezig ?​ 10 3.2 Is er causaliteit tussen de feiten en de stoornis?​ 10 3.3 Wat is het risico op recidive?​ 10 3.4 Wat is het advies voor behandeling?​ 10 4. Hoe goed werkt deskundigen onderzoek?​ 10 HOC 3: Gastles Em. Dr. Dillen Chris​ 11 1. Rechterlijke organisatie:​ 11 2. Basis paradigma​ 12 3. Schadebepaling in niet–strafrechtelijke context​ 13 3.1 Enkele topics: Differentiaal diagnose tussen: somatische symptoomstoornis, nagebootste stoornis en simulatie​ 13 3.2 Percentages​ 15 3.3 Hersentraumata-> dit deel heeft de prof niet besproken!! (dit zijn gwn de slides)​ 15 HOC 4: Psychopathologie deel 1​ 17 1. Psychotische stoornissen​ 18 1.1 Symptomen​ 18 1.2 Syndromen​ 18 1.3 Behandeling​ 19 1.4 Link met criminaliteit​ 19 2. Stemmingsstoornissen​ 19 2.1 Symptomatologie​ 19 2.2 Syndromen​ 20 2.3 Behandeling​ 20 2.4 Link met criminaliteit​ 20 3. Verslavingsstoornissen​ 20 1 3.1 Symptomatologie:​ 21 3.2 Syndromen: (deze komen uit dsm-5-> gaat van slecht naar slechter)​ 21 3.3 Behandeling:​ 21 3.4 Link met criminaliteit​ 21 4. Gedragsstoornissen​ 22 HOC 5: Psychopathologie deel 2​ 23 1. Trauma​ 23 2. Persoonlijkheidsstoornissen​ 24 3. Verstandelijke beperking (=vp)​ 26 4. Neurocognitieve stoornissen​ 27 HOC 6: Personen die zedenfeiten hebben gepleegd​ 28 1. Seksueel geweld​ 28 2. Het profiel van iemand die zedenfeiten pleegt​ 29 3. Behandeling voor plegers van zedenfeiten​ 31 4. Belgisch behandel landschap​ 32 HOC 7: Vrouwen die feiten hebben gepleegd​ 33 1. Casus (illustratief geen examenleerstof)​ 33 2. Algemeen​ 33 3. Profiel van vrouw die feiten pleegt​ 34 4. Behandeling voor vrouwen die feiten plegen​ 35 5. Belgische behandel landschap​ 36 HOC 8: Diversiteit in forensische psychiatrie​ 36 Inleiding: Dimensies van diversiteit​ 36 1. Culturele diversiteit​ 37 2. LGBTQIA+ diversiteit​ 38 3. Diversiteit in leeftijd​ 39 HOC 9: Behandelcontexten​ 40 1. Algemeen psychiatrisch landschap​ 40 1.1 Ambulante psychiatrie​ 40 1.2 Residentiële psychiatrie​ 40 1.3 Vlaamse psychiatrie​ 41 2. Forensisch psychiatrisch landschap​ 41 2.1 Penitentiaire psychiatrie (hoogste beveiligingsniveau v gevangeniszorg)​ 42 2.2 Forensisch Psychiatrische Centra (FPC’s) (high security psychiatrische zorg)​ 42 2.3 Forensisch psychiatrische afdelingen (Medium security units)​ 43 2.4 Algemeen psychiatrische afdelingen (medium security)​ 43 2.5 Forensisch mobiele teams (relatief nieuw)​ 43 2.6 Ambulante Forensische zorg (laag security-laagdrempelige zorg)​ 43 HOC 10: gastles: Jongeren Ontwikkelingsstoornissen​ 45 1. Forensische psychiatrie: jongeren​ 45 2. (Forensisch) zorgwekkende patronen bij jongeren​ 47 3. Ontwikkelingsstoornissen​ 49 3.1 ADHD​ 49 3.2 ADHD en criminaliteit​ 50 3.3 Autisme​ 50 3.4 ASS en criminaliteit​ 51 4. Forensisch traject en behandeling ADHD/ASS​ 52 samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 2 4.1 Theorie​ 52 4.2 Praktijk (moeilijk om theorie toe te passen in praktijk)​ 52 4.3 Toerekeningsvatbaarheid bij ADHD/ASS​ 52 HOC 11: Ethische overwegingen​ 54 1. Deontologie​ 54 2. Beroepsgeheim​ 54 3. In de praktijk​ 56 INFO EXAMEN​ 58 BIJHORENDE ARTIKELS​ 59 ​ 74 samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 3 HOC 1: Inleiding 1. Wat is forensische psychiatrie? = het raakvlak tussen psychologie en recht​ Artikel 71 Strafwetboek​ “Er is geen misdrijf wanneer de beschuldigde of de beklaagde op het tijdstip van de feiten leed aan een geestesstoornis die zijn oordeelsvermogen of de controle over zijn daden heeft tenietgedaan, of wanneer hij gedwongen werd door een macht die hij niet heeft​kunnen weerstaan.” -> gaat over toerekeningsvatbaarheid Bv. psychose: wanen-> dingen doen die die niet echt kan controleren-> heeft geen oordeelsvermogen​ Bv. pedofielie: ze weten dat het fout is maar hebben drang naar aantrekking tot kinderen​ Bv. verslaving: iem die diefstal pleegt om geld te krijgen om drugs te kopen-> heeft deze persoon controle over zijn daden?​ => Al deze beoordelingen zijn heel subjectief-> heeft de persoon controle over zijn daden of niet?​-> Moeilijk om in praktijk toe te passen want stoornissen zitten op een spectrum 1.1 Geschiedenis forensische psychiatrie Lombroso (links): psychiater en een vd grondleggers v criminologie-> stichter van biologisch determinisme->bep predisposities hebben meer kans om misdaden te plegen​ Krepling​(rechts): een vd grondleggers psychiatrie-> een vd eerste die classificatiesysteem van psychiatrische ziektes probeerde opstellen-> die sprak toen al van forensische psychiatrie als aparte tak en toerekeningsvatbaarheid psychiatrie is een recente stroming-> forensische psychiatrische patiënten en psychiatrische patiënten werden op dezelfde hoop gegooid-> weggestoken in instellingen Pas recenter is het criminologisch werkveld beginnen stilstaan over of een persoon toerekeningsvatbaar is (de psychologie was hier al langer mee bezig)​-> vroeger was het een priester die hierover moest beoordelen maar nu verschuiving nr het medische veld 1.2 Therapeutic Jurisprudence = een begrip vd criminologie omdat het aansluit bij forensisch werkveld = het therapeutische of anti-therapeutische effect vh rechtsysteem Ons rechtssysteem heeft 2 functies: - maatschappij beschermen - vergelding stuk in-> gevangenissen werken niet (mensen komen er slechter uit dan ze erin gingen)? maar toch blijven we ze gebruiken-> hoe gaan we die schade beperken? zorgen dat er meer therapeutische dan niet-therapeutisch dingen inzetten-> een forensische psychiatrische behandeling gaat proberen vanuit de gevangenis: - de kwaliteit v leven vd patiënt te verbeteren - de maatschappij te beschermen door aan recedive beperking te doen -> daarom goed samenwerken met het rechtssysteem MAAR soms moeilijk want paar verschillen tssn verschillende werkvelden samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 4 1)​ Medisch vs juridisch: -​ Cultuur: We komen uit heel andere cultuur medisch: paternalistische cultuur-> gericht op hoe kunnen we deze persoon helpen juridisch: cultuur van oppositie-> verschillende partijen tegen elkaar debatteren (concurrentie)​ -​ Zwart wit denken: Rechtssysteem wilt graag ja of nee van ons (toerekeningsvatbaar of niet?) medisch is meer grijs (spectrum) -​ Asymmetrische relatie: psychiaters geven advies, leggen verslag neer, voeren behandeling uit rapporteren de behandeling-> maar de rechter moet uiteindelijk beslissen (psychiaters hebben niet echt controle) bv: je bent iem in gevangenis aant behandelen en ineens wordt die naar andere gevangenis gestuurd en je weet van niks -> de relatie is niet gestroomlijnd, ze liggen naast elkaar -​ Beroepsgeheim: als psychiaters behandelen mogen ze niks vrijgeven over patiënten, maar ze moeten eigenlijk justitie op de hoogte houden-> wat vertellen ze exact en wat niet? Conflict!​ 2)​ Medisch vs maatschappelijk: -​ Stigma: wordt gevoed door slechte raportgeving vd pers bv: psychopathie wordt veel in de media gebruikt als sensatie​ -​ Publieke opinie: hierdoor wordt de publieke opinie ook bepaalt​ -​ Politieke schommelingen: de politiek bepaalt hoeveel geld er naar de psychiatrie en criminologie gaat -​ Bescherming vd maatschappij: we moeten soms mensen in gevangenis steken voor bescherming maatschappij​ -> Risico denken: als psychiater moet je niet enkel denken aan wat het beste is voor je patiënt maar ook de maatschappij 2. Wat doet een forensisch psychiater? Breed gezien in 2 delen opsplitsen​ ​ expertises​: Betrokken voor er een veroordeling/internering heeft plaatsgevonden en dan moeten ze expertises (=deskundigenverslagen) maken en nadenken over de toerekeningsvatbaarheid ​ behandeling​: als er een veroordeling heeft plaatsgevonden om de door de rechter bepaalde behandeling uit te voeren -> 2 heel verschillende functies-> moeten we gescheiden houden want er is beroepsgeheim en je mag de 2 rollen niet bespreken met elkaar 2.1 Expertises (specifieker: vredegerecht) = Een aparte tak​waar volgende zaken worden bepaald: (vaak betrokken bij psychiatrie) 1. gedwongen opname: wnr er wordt ingeschat dat psychiatrische zorg noodzakelijk is maar patiënt weigert-> dan gedwongen opname -> moet worden ingeschat door arts​ Die gaat kijken naar 3 dingen: ​ ​ is er psychiatrische stoornis aanwezig?​ ​ Is de psychiatrische stoornis gelinkt aan gevaar (zichzelf of omgeving)?​ ​ weigert de persoon de gepaste behandeling?​ Bv. Iemand met een psychose heeft weinig ziekte inzicht-> gevaarlijke situaties samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 5 Ze willen gedwongen opnames hervormen, en strikter zijn met wie er mag beslissen wie er in opname moet (de artsen) -> want er zijn teveel mensen in gedwongen opname -> hierdoor is er geen plaats voor mensen die vrijwillig in opname willen ->maar mensen mogen niet geweigerd worden door ziekenhuis -> dus ziekenhuis moet hun in isolatiecellen steken wegen te weinig bedden of kamers​ 2. Bewindvoering v goederen = Een bewindvoerder neemt beslissingen over goederen (vb. geld) vd patiënt, dit is steeds in het belang van deze persoon. Hij vertegenwoordigt de beschermde persoon bij bepaalde handelingen of staat hem bij. vb. iem heeft bipolaire stoornis en in manische episode gaat hij veel gokken en geld uitgeven-> psychiater gaat bepalen of persoon hun eigen financiën kan beheren (bewindvoering v goederen) -> familielid (of advocaat) wordt aangesteld om bewindvoerder te zijn over het geld van die patiënt.​ ​ 3. Bewindvoering v persoon vb. iem die beginnende dementie heeft en niet in staat is om voor zichzelf te zorgen-> psychiater gaat bepalen of persoon bv naar zorgcentrum moet-> forensisch psychiater gaat dan helpen beslissen of persoon dit moet of niet samen met advocaat en dan moet persoon verplicht naar zorgcentrum​ Correctionele rechtbank gaat toerekeningsvatbaarheid beslissen (les 2) -> andere rechtbanken gaan later worden besproken 3. Behandeling 3.1 Meerdere stelsels Niet enkel gedetineerde komen in behandelingscircuit, sommige die niet perse in gevangenis moeten kunnen nog steeds verplichte behandeling krijgen-> vrijheid onder voorwaarden​ Niet alle details kennen van de puntjes maar gwn rode draad dat niet enkel gedetineerde behandeling krijgen 3.2 Meerdere aanpakken ​ RNR en GLM->2 vd belangrijkste modellen ​(behandel tools) -​ RNR: risk-need-responsivity model R. risk: kans dat de persoon gaat hervallen N. need: wat heeft persoon nodig v behandleing R. responsivity sluit de behandeling goed aan bij de patiënt​ Als reactie daarop=>​ -​ GLM: good lives model: focust op de sterktepunten vd persoon. hypothese dat iemand met zijn verschillende levens noden voldaan wordt is er geen reden om feiten te plegen-> persoon zijn noden zo goed mogelijk vervullen zodat persoon geen misdaden moet plegen​ -> in praktijk gaan 2 modellen vaak samen (soms moeilijk want we moeten maatschappij beschermen maar ook personen hun noden zoveel mogelijk vervullen-> kan tegenspreken)​ ​ residentieel of ambulant​ ​ Groep of individueel: één op één gesprekstherapie of groepstherapie (voordeel want mensen bijeen zetten die gelijkaardige feiten hebben gepleegd en kunnen elkaar beter verstaan)​ ​ Farmacotherapie: medicatie (niet enigste behandeling, ook psychotherapie)​ ​ Psychotherapie: vooral leren met stoornis om te gaan ​ ​ Psycho-educatie: soms moeten we basiskennis uitleggen aan patiënten of omgeving want niet iedereen heeft dat meegekregen van thuis bv. emotieregulering bv: boosheid reguleren​ samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 6 3.3 Meerdere werkdomeinen-> waar bevindt de behandeling zich plaats? -​ Penitentiaire psychiatrie: in de gevangenis -​ Forensisch Psychiatrisch Centrum -​ Forensisch Psychiatrische Eenheden -​ Algemene psychiatrische diensten -​ Forensische mobiele teams: team komt naar het huis vd patiënt -​ Forensische ambulante diensten: patiënt gaat zelf naar psychiater bv 1x per week​ -> later hele les aan wijden 3.4 Meerdere doelgroepen-> verschillende profielen gaan we in aparte afdelingen steken - Minderjarige niet in dezelfde leefgroep als meerderjarige - Personen met zedenfeiten vs geen zedenfeiten​ - Afdelingen voor vrouwen en mannen vaak gescheiden​ - Laagbegaafde vaak ook aparte afdeling samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 7 HOC 2: Internering en deskundigenonderzoek wat doet een psychiater-> nu gaan we vooral focussen op de expertises (alles wat plaatsvond voordat iemand een veroordeling of internering heeft gehad) even stil staan bij wat er afspeeld in het hoofd v een psychiater: Verschillende denkwijzen: ​ Psychotherapeutisch denkkader (psychologische achtergrond) - Cognitieve-gedragstherapie (CGT)-> bep cognities sturen bep gedrag bv: exposure therapie - Experiëntiële therapie-> client centred werken: cliënt echt leren kennen, werken aan relatie therapeut en cliënt - Systeemtherapie-> cliënt zien als deel v groter systeem (vb: gezinsverband) - Psychodynamische therapie-> vroeger psychoanalyse-> focus onderbewustzijn, cliënt ruimte geven om te spreken en dan gaat die zelf tot inzicht komen ​ Biologisch denkkader (geneeskundige achtergrond) - Classificaties-> kunnen we het classificeren? - Neurobiologie-> kunnen we oorzaak vinden in hersenscan, bloedafname..? - Farmacotherapie-> kunnen we medicijnen voorschrijven? classificatiesystemen: belangrijke opmerking: mensen zijn te complex om in hokjes te steken, toch is er een nood naar classificatie -​ Diagnostic and Statistical Manuel 5th Edition Text Revision (DSM-5-TR) van APA-> amerikaans -​ International Classification of Diseases 11th Edition (ICD-11) van WHO-> world health organisation-> veel breder, gaat ook over somatische ziektes 1. Wat is een internering? = een straf vervangende maatregel-> iemand is niet veroordeeld omdat die niet voldoende toerekeningsvatbaar was -> is van onbepaalde duur-> iem heeft geen einde in zicht, er is geen duur aangeplakt, kan wel 10j duren (bij veroordeling wel einde bv: 6m gevangenisstraf) 1.1 interneringswet (criteria/ voorwaarden v internering) a) een betrokkene die een misdaad of wanbedrijf heeft gepleegd die de fysieke of psychische integriteit van derden aantast of bedreigt;-> geweldsdelicten, seksuele delicten, stalken/belaging, moordzaken -> dus voldoende ernstige misdaden (bv: geen diefstal) b) die op het ogenblik van de beoordeling aan een geestesstoornis lijdt die zijn oordeelsvermogen of de controle over zijn daden tenietdoet of ernstig aantast; -> als iemand psychotisch is en leeft in andere realiteit, die valt iemand aan op straat omdat die zich bedreigt voelde (vb: als iemand onder invloed is van alcohol en drugs) c) bij wie het gevaar bestaat dat hij als gevolg van zijn geestesstoornis, eventueel in samenhang met andere risicofactoren, opnieuw misdrijven zoals vermeld in (a) zal plegen.-> er moet een risico zijn dat het nog is opnieuw kan gebeuren-> psychiater gaat inschatten adhv risicotaxatie of klinische inschatting nieuw in de interneringswet: die voorwaarden v internering moeten worden bekeken in een forensisch psychiatrisch deskundigenonderzoek OF of dat actualisatie van eerder uitgevoerd deskundigenonderzoek heeft plaatsgevonden. Als er niet genoeg info is om beslissing te maken-> Klinische observatie doen -> hiermee betere diagnostiek kunnen doen samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 8 1.2 Wat na een internering? lot van een geïnterneerde wordt beslist door: kamer ter bescherming vd maatschappij (zijn enkel bezig met dossiers van geïnterneerde)-> Onderdeel van SURB (strafuitvoeringsrechtbank) die beslissen over waar geïnterneerde wordt geplaatst- -> Psychiatrische annex gevangenis: zoals gevangenis maar met verplichte therapie enz -> Plaatsing in forensische instelling -> Invrijheidstelling op proef: risico is laag genoeg, behandeling is ambulant-> mag thuis behandeld , worden KBM gaat ook zorgen voor opvolging van geïnterneerde 1.3 Het profiel van een geïnterneerde - Ongehuwde werkloze mannen van Belgische afkomst tussen 26-45 jaar - vooral geweldsdelicten die gepleegd worden - Psychiatrische diagnostiek ​ Persoonlijkheidsstoornis (heeft grote comorbiditeit met andere stoornissen) ​ Psychotische stoornis (heel duidelijk ontoerekeningsvatbaar), ​ Verstandelijke beperking (persoon heeft beperkte inschattingen van wat oke en niet oke is-> bv iem is 30j maar mentale leeftijd is 12) ​ Parafiele stoornissen (heeft zin in seks, maar niet de capaciteit om in te schatten of andere persoon ook intresse heeft) ​ Verslavingsstoornis (als je onder invloed bent ben je niet toerekeningsvatbaar) -> Comorbiditeit!: vaak meerdere diagnoses 2. Wat is het doel van deskundigenonderzoek? ​ belangrijk dat ze uniformiteit bieden-> aantal psychiaters hebben template gemaakt obv ervaringen-> elk deskundige verslag zou dezelfde lay out volgen, dezelfde vragen beantwoord en op dezelfde manier nr een casus kijkt-> maar in praktijk is dit nog niet zo (vooral oudere psychiaters hebben hier moeite mee) ​ Begrijpbaarheid-> hoe maken we dat begrijpbaar voor iedereen? niet enkel voor rechter, maar ook advocaat, patiënt zelf etc ​ Controleerbaarheid-> Tegensprekelijk debat (alles wat je neerlegt mag de wederpartij zien en mag die daar een weerwoord op bieden) tegensprekelijkheid (art 7) (sinds 2016 in actie getreden): De persoon die aan een forensisch psychiatrisch deskundigenonderzoek wordt onderworpen kan zich, op elk moment, laten bijstaan door een vertrouwenspersoon of door een advocaat. Hij kan ook aan de gerechtelijke deskundigen schriftelijk alle voor het deskundigenonderzoek dienstige inlichtingen van de arts of psycholoog van zijn keuze overzenden. Deze arts of psycholoog wordt op de hoogte gebracht van de doelstellingen van het psychiatrisch deskundigenonderzoek. De gerechtelijke deskundigen spreken zich over deze inlichtingen uit alvorens hun conclusies te formuleren en voegen deze inlichtingen toe aan hun verslag. Een persoon die een deskundige onderzoek moet ondergaan mag ten alle tijde bijgestaan worden door een advocaat-> die zorgt ervoor dat u rechten worden nageleefd-> maar voor psychiater is moeilijk want voor psychiatrisch onderzoek heeft men openheid vd patiënt nodig voor een diagnose te stellen samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 9 tegensprekelijkheid art 8.1: Na afloop van zijn werkzaamheden stuurt de deskundige zijn bevindingen, waarbij hij reeds een voorlopig advies voegt, ter lezing aan de raadsman van de verdachte en aan het openbaar ministerie. Tenzij de rechter vooraf een termijn heeft vastgesteld, bepaalt de deskundige, rekening houdend met de aard van de zaak, een redelijke termijn waarbinnen de raadsman van de verdachte zijn opmerkingen moet maken. Behoudens andersluidende beslissing van de rechter of door de deskundige in zijn voorlopig advies bedoelde bijzondere omstandigheden, bedraagt die termijn ten minste vijftien dagen. De deskundige ontvangt de opmerkingen van de raadsman van de verdachte en desgevallend van zijn eigen deskundige vóór het verstrijken van deze termijn. De deskundige houdt geen rekening met de opmerkingen die hij na het verstrijken van deze termijn ontvangt. Second opinion: als je een verslag neerlegt als psychiater-> mag de tegenpartij het verslag laten nalezen door een arts die zij aanstellen om daar opmerkingen op te geven en terug te sturen-> psychiater moet deze opmerkingen adresseren 2.1 Waarom deskundigenonderzoek? -​ Adviseur van een onderzoeksrechter: bv: inschatting maken v geestetoestand -​ Bijstand strafonderzoek: bv: kwetsbare verdachten te beschermen-> bijstand geven -​ Vraag voor internering: een vd grootste taken v deskundigenverslagen-> straks uitgebreider zien -​ Getuige-deskundige: in rechtbank verschijnen als deskundige -​ Vraag voor VI: voorlopige invrijheidstelling-> iem die veroordeeld is waarbij ze overwegen om die invrijheidstelling te zetten-> maar nog twijfels over risco-> psychiater gaat inschatting maken -​ Einde internering: hoeft niet, maar kan-> als ze internering willen stopzetten nog is deskundigenonderzoek vragen 2.2 Wanneer is er deskundigenonderzoek nodig ? -​ Ernstige feiten: geweldsdelicten, seksuele delicten, moordzaken-> altijd deskundigenonderzoek -​ Zedenfeiten: verkrachting, exhibitionisme etc-> altijd deskundigeonderzoek -​ Agressieve feiten -​ Verdachten met psychiatrische voorgeschiedenis-> is er op dit moment psychiatrische problematiek? -​ Bij vreemde verklaringen: mensen zijn in de war, zeggen vreemde dingen -​ Bij onduidelijkheid 3. Deskundigen onderzoek voor internering -> hier is de template op gebaseerd-> we gaan ons een aantal vragen stellen: 3.1 Is er een stoornis aanwezig ? -​ Op het moment van de feiten -​ Op het moment van de beoordeling: ​ psychiatrische anamnese uitvoeren-> vragen stellen en observeren bv: hoor je stemmen? ​ dossierstudie-> zoveel mogelijk info verzamelen-> hierin staat of persoon voorgeschiedenis heeft van stoornissen, IQ score, speciaal onderwijs gezeten? ​ vragenlijsten: psycholoog neemt vragenlijst af bv: depressie vragenlijst -​ Aard en ernst: hoe groot is de impact op functioneren? hoe ontregeld/agressief is iem? -​ Oordeelsvermogen of controle over daden 3.2 Is er causaliteit tussen de feiten en de stoornis? -​ Deels of volledig toerekeningsvatbaar-> Vroeger was het ja of nee-> nu is het niet, deels of volledig -​ Het is niet aan ons om te bewijzen of die feiten zijn gebeurd-> Niet onze taak om te bewijzen dat de persoon het heeft gedaan samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 10 3.3 Wat is het risico op recidive? -​ Risicotaxatie instrumenten: vaak door psychologen uitgevoerd, adhv vragenlijsten inschatting maken van hoog, gemiddeld of laag risico-> bepaald behandeling en wat rechter voor maatregelen gaat opleggen -​ moet niet perse dezelfde misdaad te zijn maar moet wel gelinkt zijn met de stoornis 3.4 Wat is het advies voor behandeling? -​ Setting: gelinkt aan recidiverisico-> hoog risico wordt behandeld in hoog beveiligde setting ! belangrijk om risico goed in te schatten want als je bv persoon met laag risico in hoog beveiligde setting plaatst, kan risico juist verhogen-> want persoon geraakt meer geïsoleerd, en je gaat dingen leren van je omgeving -​ Soort behandeling: bv: psychotische stoornis heeft antipsychotica nodig -​ Personen die zedenfeiten hebben gepleegd-> zitten in ander systeem (sinds dutroux)-> zijn andere zorgtrajecten voor 4. Hoe goed werkt deskundigen onderzoek? artikel: vanEs2020.pdf: systematic review die studies hebben geïncludeerd die mock trials doen waarbij ze groepen als jury erbij halen en kijken of bep deskundige verslagen invloed hebben op de beslissingsprocessen. ze maken het onderscheid tssn mense rea (toerekeningsvatbaarheid) actus rea (zijn de feiten ook gepleegd door deze persoon?) en het deskundigenverslag heeft impact op toerekeningsvatbaarheid (logisch) maar ook op de actus rea dus als er psychiatrische stoornis is vastgesteld gaan mensen anders kijken nr het bewijs dat er ligt (vingerafdrukken, getuigenissen) dan dat er geen stoornis is vastgelegd-> en welke stoornis is ook belangrijk! -> bij psychotische stoornis zijn ze milder dan persoonlijkheidsstoornis-> stigma speelt dus een grote rol in juridische context.-> Zelfs rechters worden hierdoor beïnvloed! artikel: Internering boekhoofdstuk.pdf samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 11 HOC 3: Gastles Em. Dr. Dillen Chris 1. Rechterlijke organisatie: Het rechtsysteem is opgedeeld in verschillende zuilen (naar gelang de aard vd problematiek) en horizontale gelaagdheid (de toegankelijkheid van bep rechtbanken) Rood: -​ politierechtbank (laagste niveau om in correctionele systeem binnen te komen) bv: verkeersongevallen -​ rechtbank v eerste aanleg: seksuele aanranding -​ hof v beroep: Als één van de partijen niet akkoord gaat met een beslissing van de eerste aanleg, kan ze hoger beroep aantekenen bij het hof v beroep -​ Hof v Assisen: bestaat niet continu, wordt samengesteld zaak per zaak. Het hof van assisen is bevoegd voor de zwaarste misdrijven zoals doodslag of poging tot doodslag, moord of poging tot moord, gijzelneming met dodelijke afloop,... Wit: Minderjarigen -​ jeugdrechtbank vb: uithandengeving: beschouwen deze persoon nog als minderjarige of functioneert die als volwassenen?-> door naar volwassen correctionele rechtbank -​ familierechtbank vb: problematische opvoedingssituaties-> wat gebeurt er best met het kind? ​ ​ vb: schade bij een kind maar niet voldoende bewijs voor correctionele rechtbank Geel: -​ Vredegerecht vb: gedwongen opname -​ burgerlijk-> waar alle geschillen tssn partijen behandeld worden die niet te maken hebben met de andere rechtbanken-> meestal met contracten (verzekeringen) Blauw: -​ arbeidsrechtbank: alles wat met arbeidscontracten te maken heeft -​ arbeidshof: stapje hoger als ze in beroep gaan lichtblauw: -​ raad van staat: bevoegd voor geschillen tssn overheidsdienst en persoon (rechtspersoon = vereniging) -> dus als ambtenaar een probleem heeft (bv arbeidsongeval)-> -​ Hof v Cassatie: !De regels in al die stelsels verschillend zijn-> hierdoor belangrijk om te weten wat alle stelsels zijn Deskundigenonderzoeken kunnen we hier overal doen: -​ Strafrecht (gerechtspsychiater)​ ​ ​ - Jeugdrechtbank/ familierechtbank -​ Ziektewetgeving (mutualiteiten, Riziv, ARB): ​ - Fonds voor Beroepsziekten (FBZ) -​ GGD​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ - Bestuur van de luchtvaart -​ Verzekeringsmaatschappijen (MME)​​ ​ - Kerkelijk recht -​ Arbeidsrechtbank​ ​ ​ ​ ​ - Burgerlijke rechtbank -​ Politierechtbank samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 12 2. Basis paradigma Wat houden deskundigenonderzoeken in?-> !het denken v e arts is ttl anders dan het denken v juristen RECHT: GENEESKUNDE: juristen denken in wit en zwart-> stoornis of niet artsen denken in 50 tinten grijs -> ze moeten -​ conflictmodel: 2 partijen die een geschil medisch dimensioneel denken vertalen naar hebben die tegenovergestelde willen zwart wit juridisch denken (hierdoor moet je als deskundige je -​ samenwerkingsmodel-> patiënt zo argumenten goed onderbouwen want goed mogelijk helpen model is hier tegensprekelijk) -​ tegensprekelijk debat: Als forensisch psychiater een gesprek wil hebben met de dader en de advocaat gaat antwoorden voor de dader-> moeilijk! Medisch < - > juridisch ​ Tegensprekelijkheid​: Als forensisch psychiater een gesprek wil hebben met de dader en de advocaat gaat antwoorden voor de dader-> moeilijk! ​ Beroepsgeheim​: de zaken die niks te maken hebben met de vraag (die u gesteld wordt voor de expertise) mogen eigenlijk niet aan bod komen-> moeilijk want kleine details kunnen relevant zijn in de psychiatrie ​ Normaliteit versus stoornis​: als psychiater iemand vaststeld met een stoornis-> dan komt persoon in aanmerking voor schadevergoeding of arbeidsongeschiktheid MAAR iemand die bv in rouw is is niet ‘ernstig genoeg’-> krijgt geen vergoeding dan-> zwart wit ​ Causaliteit: heel dikwijls gaat het niet over wat is de stoornis/schade is, maar heeft de stoornis/schade te maken met een bep gebeurtenis. bv. iem is depressief is 1j na een arbeidsongeval en in dat jaar heeft die een scheiding meegemaakt-> de schade die het gevolg is vh arbeidsongeval moet vergoed worden maar de schade die het gevolg is vd scheiding niet (is onrechtstreeks gevolg v arbeidsongeval) ​ -> Je moet dat uit elkaar halen-> die causaliteit is cruciaal Simpel gezegd: forensische psychiatrie= -​ feit (een delict of schadegeval)​ -​ stoornis​(is er een stoornis, en welke ernst?) -​ causaliteit (de vraag nr de causaliteit beantwoorden) Doelstelling in forensische psychiatrie​ ​ Duidelijkheid in toekennen van een diagnose voor niet-psychiaters én voor psychiaters​-> wij werken in dienst van juristen (ze moeten snappen wat je zegt)-> voor leken verstaanbare taal-> alles uitleggen en heel verstaanbaar en makkelijk maken ​ Werken volgens ruime universele aanvaarde diagnostische begrippen (uniformiteit)​bv. DSM-V ​ Controleerbaarheid toelaten (tegensprekelijkheid)-> de tegenpartij moet over dezelfde informatie beschikken zodat ze tegenargumenten kunnen stellen samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 13 DSM-V - een voordeel: A-theoretisch model->zuiver de kenmerken afchecken-> descriptief​/beschrijvend -> ​Operationele definitie met diagnostische criteria​ -> strikt genomen een Categoriaal systeem-> je mag eig geen dimensionel​e uitspraken doen 3. Schadebepaling in niet–strafrechtelijke context 3.1 Enkele topics: Differentiaal diagnose tussen: somatische symptoomstoornis, nagebootste stoornis en simulatie startpunt: Men kan lichamelijk niet voldoende de klachten verklaren 1.​ Zijn er lichamelijke klachten met een echte onderliggende medische aandoening? -> JA: + je kan aggravatie hebben (schep erbovenop) -> NEE 2.​ Worden de symptomen intentioneel geproduceerd? -> JA: niet bewust-> factitious disorder -> JA: wel bewust-> malingering -> NEE 3.​ Symptomen worden niet bewust geproduceerd-> somatische symptoom stoornis subvormen: pijn, persistent en conversie stoornis 4.​ Mensen die het idee hebben dat ze een ernstige ziekte noemden-> hypochondrie 5.​ aandoeningen die seksueel functioneren gaan beïnvloeden 6.​ probleem met perceptie vh uiterlijk Decision tree for differential diagnosis of somatic complaints in forensic psychiatry De essentie is dit vak zijn de eerste 3 differentiaal diagnoses: somatische symptoomstoornis, nagebootste stoornis en simulatie -> 2 schalen -​ drijfveer: wat die mensen aanzet om dat wel of niet te doen-> bewust/onbewust -​ productie vd symptomen: het uiten vd symptomen-> bewust/onbewust samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 14 A. Nagebootste stoornis (factious) ​ onbewust + bewust ​ opzettelijk veroorzaken of voorwenden van lichamelijke of psychische klachten ​ ​ de motivatie voor het gedrag is de rol van « zieke » op zich te nemen​ ​ externe bekrachtiging voor het gedrag (zoals geldelijk gewin, uit de weg gaan van wettelijke verplichtingen of verbeteren van het lichamelijk welzijn, zoals bij simulatie) is afwezig B. Simulatie (malingering) ​ bewust + bewust ​ Het opzettelijk produceren van valse of sterk overdreven lichamelijke of psychische symptomen ​ Externe motieven zijn de aanleiding vb. ontlopen vd militaire dienst, het vermijden v werk, het krijgen v financiële tegemoetkomingen, het ontlopen v gerechtelijke vervolging of het verkrijgen van drugs. ​ Onder bepaalde omstandigheden kan simulatie een uiting zijn van aanpassingsgedrag, bijvoorbeeld voorwenden van een ziekte in oorlogstijd als gevangene van de vijand. ​ Men dient sterk op simulatie verdacht te zijn indien een combinatie van een van de volgende verschijnselen wordt gevonden:​ 1.​ Voorkomen in medisch juridische situaties​ 2.​ Opvallende discrepantie tussen de beweerde stress toestand of beperkingen en de objectieve bevindingen​ 3.​ Gebrek aan medewerking tijdens het diagnostische onderzoek en bij het zich houden aan de medische voorschriften​ 4.​ De aanwezigheid van een antisociale persoonlijkheidsstoornis, vb. psychopathie ​ USA: 1 op de 6 proberen 'incompetence to stand trial’ te faken (ontoerekeningsvatbaarheid)= simulatie -> er wordt beoordeeld of je wel of niet in staat bent om voor een rechtbank te verschijnen-> je moet in principe jezelf kunnen verdedigen (als je niet snapt wat er allemaal aan het gebeuren is in de rechtzaak-> incompetent to stand trial-> mensen faken dit zodat ze gevangenis kunnen ontlopen-> worden opgestuurd nr internering) ◆Binnen forensische psychiatrie: 30% gaat simuleren!! is veel!-> kost veel moeite om na te checken -> uitgebreid onderzoek doen om simulatie vast te stellen: - Psychologische testen: Mmpi - 2 (RF), 15 items Rey, SCL-90, neuropsychologie, BDHI, … - Klinische vaststelling: ​ > Absurde of atypische symptomen > Overmatig aandacht vestigen op ziekte > Inconsistenties in verloop C. Somatische symptoom disorder ​ onbewust + onbewust ​ Bij een somatisch-symptoomstoornis heeft iemand last van lichamelijke klachten met bijbehorende psychische klachten. 3.2 Percentages ! percentages in ene stelsel betekenen iets ttl anders dan in andere stelsel-> goed kijken welke context Schaderaming (je hebt veel vormen v schade, je hebt tijdelijke en blijvende ongeschiktheid): -​ fysiologische ongeschiktheid :-> Persoonlijke ongeschiktheid: het verlies v levenskwaliteit -​ Economische ongeschiktheid: professioneel leven -​ Huishoudelijke ongeschiktheid: bv na ongeval, fobie voor autorijden, geen inkopen kunnen doen -​ Hulp van derden: je zit in rolstoel, je hebt iemand nodig om te helpen-> professionele hulp -​ Esthetische schade: komt voor bij verkeersongevallen-> vb bij littekens in gezicht -​ Praetium dolores: pijn die beduidend meer is dan gemiddelde persoon met die aandoening, dan kan je bovenop die schade v aandoening een bijkomende vergoeding bijkrijgen voor bijkomende pijnen samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 15 Ziektewetgeving -> Begrip arbeidsongeschiktheid: ‘De werknemer die alle werkzaamheid heeft onderbroken als rechtstreeks gevolg van het intreden of het verergeren van letsels of functionele stoornissen waarvan erkend wordt dat ze zijn vermogen tot verdienen verminderen tot een derde of minder dan een derde van wat een persoon van dezelfde stand en met dezelfde opleiding kan verdienen door zijn werkzaamheid in de beroepencategorie waartoe de beroepsarbeid behoort, door betrokkene verricht toen hij arbeidsongeschikt is geworden, of in de verschillende beroepen die hij heeft of zou kunnen uitoefenen hebben wegens zijn beroepsopleiding.’ 3.3 Hersentraumata-> dit deel heeft de prof niet besproken!! (dit zijn gwn de slides) Schedeltraumata: voorheen: mild head injury DSM V: mild neurocognitive disorder due to Traumatic Brain Injury (mild NCD due to TBI) Situering MHI / MILD NCD due to TBI ◼ Totaal 180/100.000 inw. waarvan 15% sequelen op lange termijn (USA) ◼ Incidentie = Z. van Parkinson, MS, Guillain-Baré en Myasthenia Gravis samen (27.4/100.000 inw) ◼ leeftijd tussen 20-40 jaar arbeidsactief , in beginfase ◼ economische weerslag (rendement, ziektekosten, werkverlet, medico-legaal) Definitie(1) A. The criteria are met for mild neurocognitive disorder a. Evidence of significant cognitive decline from a previous leven of performance in one or more cognitive domains (complex attention, executive function, learning and memory, language, perceptual motor, or social cognition) based on: 1.​ Concern of the individual, a knowledgeable informant, or the clinician that there has been significant decline in cognitive function; and 2.​ A substantial impairment in cognitive performance, preferably documented by standardized neuropsychological testing, or in its absence, another quantified clinical assessment b. The cognitive deficits interfere with independence in everyday activities (i.e. at a minimum, requiring assistance with complex instrumental activities of daily living such as paying bills or managing medications) c. The cognitive deficits do not occur exclusively in the context of a delirium d. The cognitive deficits are not better explained by another mental disorder (e.g. major depressive disorder, schizophrenia) Definitie (2) B. There is evidence of a traumatic brain injury – that is, an impact to the head or other mechanisms of rapid movement or displacements of the brain within the skull ,with one or more of the following: 1, loss of consciousness 2, posttraumatic amnesie 3, disorientation and confusion 4, neurological signs (e.g. neuroimaging demonstrating injury , a new onset of seizures, a marked worsening of preexisting seizure disorder, visual field cuts, anosmia, hemiparesis) C. The neurocognitive disorders presents immediately after the occurence of the traumatic brain injury or immediately after recovery of consciousness and persists past the acute post injury period, Etiologie ◼ Acceleratie/deceleratie krachten met rotationele component ◼ diffuus axonale scheur letsels (DAI) ◼ onderzijde frontale lobi + voor en onderzijde temporale lobi samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 16 Diagnose ◼ Drie pijlers ◆ anamnese (gericht met kennis van het syndroom) (cave !! Mythe van bewustzijnsverlies / PTA) ◆ neuropsychologie (aandacht en concentratie) (géén standaardbatterijen) (premorbide functioneren !) ◆ NMR (gradiënt echo opnames, 15 en 35ms) Conclusie “ Mild brain injury is a misnomer, because the sequelae may be anything but a minor problem. Instead, the constellation of symptoms that make up postconcussive syndrome leads to a surprisingly high rate of disability” Mc Allister TW, 1994 VUB les 6 samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 17 HOC 4: Psychopathologie deel 1 Inleiding: Psychiatrie in detentie -> Hogere prevalenties van stoornissen in detentie populaties in vergelijking met algemene populatie bv: depressie t.g.v hun detentie -> Grote mate van comorbiditeit bv: verslaving -> Kwetsbare populatie: ze kunnen minder goed mee met sociale regels, problemen met inschattingsvermogen, agressiever-> voorzichtiger met deze doelgroep omgaan -> Causaliteit?-> Kan je zeggen dat psychiatrische stoornis criminaliteit veroorzaakt? is er een causaal verband-> NEE, maar er zijn wel aanwijzingen (er zijn associaties maar niet causaal perse) In het hoofd van een psychiater (EXA: niet alle hersenstructuren vanbuiten kennen of voor wat ze instaan) Biologisch denkkader ​ Classificaties-> we gebruiken het DSM-5 ​ Neurobiologie-> heel complex, we zien maar een vleugje in de les -​ Grote hersenstructuren: verschillende kwabben bestaan uit grijze stof en witte stof -> verschillende kwabben ingedeeld naargelang de functie-> onze hersenen ontwikkelen zich van achter naar voor (achter: motoriek, van voor: executief functioneren etc.) -> eerst ontwikkeld achterkant (leren lopen enz), en als laatste de prefrontale kwab (puberteit: reguleren emoties, impulsen controleren enz-> heeft link met criminaliteit) -​ limbisch systeem-> evolutionair het oudste, instincten, -> fight or flight (amygdala)-> gerelateerd aan angststoornissen -​ Neurotransmitters-> zenuwen communiceren adhv neurotransmitters -> adhv medicatie kunnen we neurotransmitters beïnvloeden en zo dingen corrigeren die mislopen in die huishouding ​ Serotonine: gelukshormoon, rol in spijsverteringstelsel en seks -> medicatie kan altijd bijwerkingen hebben, we kunnen niet enkel een persoon gelukkiger maken maar gaat ook invloed hebben op gewicht en libido -> hoe specifieker een medicament, hoe beter (minder bijwerkingen) ​ Dopamine: komt vrij als we nieuwe prikkels waarnemen, genot -> teveel aan dopamine: psychose (hallucineren) -> te weinig dopamine: depressie ​ Noradrenaline: energie, plannen en ondernemen -> te laag: lusteloos, depressief ​ Glutamaat en GABA: 2 systemen -> glutamaat stimuleert -> GABA remt af: vb alcohol stimuleert GABA-> hierdoor dempende werking op CZS -​ Inflammatie: ontstekingsreactie van lichaam-> als dit gebeurt in hersenen kan oorzaak zijn van psychiatrische stoornis ​ Farmacotherapie (EXA: niet de specifieke namen kennen van medicatie maar wel weten waarom we ze toedienen) samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 18 1. Psychotische stoornissen 1.1 Symptomen POSITIEVE SYMPTOMEN (abnormaal gedrag wat er niet hoort te zijn) -​ Hallucinaties: dingen waarnemen dat er niet zijn -​ Wanen: hardnekkige overtuigingen -​ Desorganisatie NEGATIEVE SYMPTOMEN (normaal gedrag dat afwezig is) (blijft langer hangen dan pos sym) -​ Afvlakking: emotionele afvlakking -​ Vertraging: motoriek, denken, spreken -​ Sociaal terugtrekken -​ Initiatiefverlies COGNITIEVE SYMPTOMEN problemen met:​ - Aandacht - Geheugen - Executief functioneren -> psychotische episode is 'toxisch' voor je brein-> hoe meer episodes, hoe meer schade -> hierdoor inzetten op preventie en snel behandelen -> Medicatie kan positieve symptomen aanpakken maar negatieve symptomen verergeren 1.2 Syndromen (psychose= toestandsbeeld-> maar dit toestandsbeeld kan kaderen in verschillende syndromen) 1. Schizofrenie: syndroom waarin je levenslang vatbaar blijft voor psychoses -> is een spectrum, levenslang 2. Kortdurende psychotische stoornis: kan uitgelokt worden door een trigger, en kan ook terug verdwijnen (voorbeelden van triggers: Postpartum (na bevalling), Drugsgeïnduceerd) 3. Waanstoornis: waansysteem zonder andere symptomen (+/- sym, cog sym) bv. erotomanie: overtuiging dat bekend persoon verliefd op hun is -> therapieresistent dus moeilijk te behandelen 4. Schizoaffectieve stoornis: psychoses + manische episodes (ze moeten apart voorkomen->niet overlappen) 5. Simulatie: stoornis faken bv. doen alsof je psychose hebt om straf te ontlopen 1.3 Behandeling - Ziekte-inzicht is beperkt bij psychoses-> beseffen niet dat ze psychotisch zijn-> hierdoor vaak gedwongen opnames -> is belangrijk bij verdere ziekteverloop om preventief te werken: goed slapen, geen drugs etc. - Antipsychotica is de medicatiegroep dat we gebruiken bij psychose-> vooral dopamine remmers ​ OUDE GENERATIES: heel algemeen werken-> veel bijwerkingen-> gaat positieve sym verbeteren maar negatieve sym verergeren ​ NIEUWE GENERATIES: veel specifieker werken-> minder bijwerkingen -​ Medicatietrouw: is moeilijk want mensen hebben veel bijwerkingen: gewichtstoename, afvlakking, trillen-> hierdoor willen mensen dit niet nemen -​ Depot: inspuiting in de spier-> werkt voor 4 weken (geeft langzaam af) ​ -> dan moet je niet elke dag pil nemen - Psychotherapie: niet om met psychotische klachten aan de slag te gaan; in het geval van actieve psychose helpt dit niet echt maar helpt wel bij de preventie van een psychose bv. leren trauma verwerken en zo aan psychose preventie doen samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 19 - Cognitieve training: adhv neuropsychologische testen helpen om cog sym tegen te gaan-> als mensen uit een psychotische episode komen laat je hun die testen uitvoeren-> kan cog sym verbeteren - Preventie: wat kan je doen om psychose te voorkomen? -> waarschuwingssignalen herkennen en tijdig ingrijpen 1.4 Link met criminaliteit -> is niet rechtlijnig maar wel associatie met gewelddadigheid-> geen causaal verband - opdeling tussen vroege versus late starters ​ vroege starters: hebben al feiten gepleegd voor eerste psychotische episode is opgetreden ​ late starters: starten met feiten na eerste episodes - Neurologische afwijkingen: mensen die doorheen de jaren zodanig aftakelen dat er neurologische schade gaat overblijven-> hierdoor ook tussen hun psychoses ontoerekeningsvatbaar - Comorbiditeit-> overlap met andere stoornissen vb. verslaving, persoonlijkheidsstoornissen, adhd het is een heel kwetsbare groep! 2. Stemmingsstoornissen 2.1 Symptomatologie DEPRESSIE: -​ min 1 kernsymptoom: somberheid en/of anhedonie (interesseverlies) -​ gebrek aan energie en vertraagde motoriek -​ Slaap en eetlust-> kan toenemen of afnemen -​ Cognitief: concentratieproblemen, geheugenproblemen -​ Suïcidaliteit -​ Psychose: tijdens depressie kijkt men door donkere bril-> kan zo intens zijn dat het bijna psychotish is-> psychose kan ook voorkomen tijdens depressie MANIE: -​ Heel Energiek en felle motoriek-> veel praten, hak op de tak -​ Weinig eten en slapen -​ Risicovol gedrag, impulsiviteit -​ Psychotische proporties aannemen bv. grootheidswaanzin 2.2 Syndromen 1. Depressieve stoornis: min 6 weken depressieve symptomen 2. Postpartum depressie: periode na bevalling symptomen van depressie 3. Bipolaire stoornis: afwisselende episodes van depressie en (hypo)manie -​ Type 1: depressieve episodes en manische episodes -​ Type 2: depressieve episodes en hypomane episode-> manie is minder intens 2.3 Behandeling - Ziekte- inzicht is redelijk goed, bij depressie beter dan manie - Medicatietrouw? Antidepressiva: depressie-> sneller hulp zoeken, therapie bereidheid etc. Stemmingsstabilisatoren: manie-> moeilijker, stemmingsstabilisatoren (medicatie) zorgen voor afgevlakte emoties-> willen medicatie niet meer nemen vb. lithium wel moeilijk want risicovol als je het niet goed neemt (niet consistent of teveel) -> hierdoor antidepressiva (tegen depressie) combineren met antipsychotica (tegen manie) - Psychotherapie: Belangrijke rol-> we gaan depressie eerst behandelen met therapie (niet medicatie), leren omgaan met depressie, leren voorkomen etc. - Preventie: hervalpreventie plan opstellen, wat heeft het uitgelokt? kunnen we dat voorkomen? samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 20 2.4 Link met criminaliteit Depressieve stoornis-> niet zo een groot verband (men is platgeslagen, geen energie voor criminaliteit) -​ Cognitieve distorties: zo een donkere bril dat cognities zijn vervormd bv. extended suicide: moeder is suicidaal en is overtuigd dat kind ook dood moet omdat die niet alleen kan leven -​ Psychose: mensen die stemmen horen in combinatie met depressie is heel gevaarlijk!-> hogere suïcidaliteit -​ Kwetsbare populatie-> depressie komt veel voor in forensische populaties bv. minder sociaal contact in gevangenis Bipolaire stoornis-> vooral in manische toestand, dan is er veel impulsiviteit -​ Comorbiditeit: vooral verslaving is heel voorkomend (drugsgebruik link met impulsiviteit) -​ Psychose en manie: gevaarlijke overlap! 3. Verslavingsstoornissen Verslavende middelen: Alcohol, Benzodiazepines, GHB-> werken in op GABA, dus dempend Opioïden, Heroïne, Opium-> gaan lichaamseigen pijnstillers stimuleren-> pieken in hormonen die je nooit kan evenaren op een natuurlijke manier-> verslavend want je gaat niet meer reageren op normale hormoonpieken van lichaam en je wordt tolerant Cocaïne, Amfetamines-> stimulant, veel energie, amfetamine zit in rilatine LSD, Psyloscibine, Ketamine, Ayahuasca, XTC/MDMA-> hallucinaties veroorzaken, bewustzijn veranderen Cannabis/hasj-> THC is de verslavende stof en trippende stof, CBD is ontspannend en kan geen kwaad Designerdrugs vb: Flakka-> combinaties v verschillende middelen: combo van dempend en stimulerend-> goedkoop er verslavend Lachgas-> nog relatief nieuw Gedragsverslavingen: Gokken, Gamen, Seks, Porno-> geen kunstmatige pieken zoals bij middelengebruik maar volgt zelfde stramien-> kwa behandeling zelfde lijn, maar moeilijk om groepen samen te nemen want er liggen andere connotaties-> bv: alchol verslaving en drugs verslaving, is heel anders! 3.1 Symptomatologie: ! verschil tss psy afh&fys afh, maar ze komen meestal samen voor 1. Psychische afhankelijkheid -​ je wordt getraind om het gedrag/middelen te willen herhalen-> je voelt DRANG -​ drang kan opkomen als reactie op iets (trigger: bv ruiken van sigaret) of willekeurig-> drang gaat nooit meer weg! moet je mee leren leven, mee leren omgaan-> verslaving blijft deel van je kwetsbaarheid 2. Fysieke afhankelijkheid -​ ONTWENNING-> kan gevaarlijk zijn (bij alles wat dempende werking heeft-> ontwenning gaat zorgen voor switch en piek in stimulatie zenuwstelsel-> in extreme mate: epilepsie of delier -​ TOLERANTIE op-> steeds hogere dosis/meer nodig voor zelfde effect 3. Verlies van controle -​ mensen hebben zelf het gevoel dat ze de controle verliezen over hun gedrag 4. Negatieve gevolgen -​ op meerdere levensgebieden: vrienden verliezen, job verliezen etc. -​ onlangs besef negatieve gevolgen kan je NIET stoppen-> omgeving kan dit niet begrijpen omdat ze die drang niet voelen samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 21 3.2 Syndromen: (deze komen uit dsm-5-> gaat van slecht naar slechter) -​ Intoxicatie: persoon is onder invloed van bep. stof -​ Ontwenning: persoon die fysieke symptomen heeft na het stoppen van bep. stof -​ Misbruik: mensen die niet dagelijks drinken, maar alcohol als coping gebruiken -​ Afhankelijkheid: verslaving, kan niet zonder 3.3 Behandeling: Ziekte-inzicht: wisselend-> soms ontkenning en soms herkenning v probleem Ontwenning: eventuele medicatie geven om ontwenningssymptomen te verminderen Hervalpreventie: na ontwenning vooral inzetten op hervalpreventie!-> adhv psychotherapie: mensen motiveren om te stoppen (0 tolerantie is ideaal Psychofarmaca: sommige stoffen kunnen drang beperken maar zeker niet volledig! -​ Vb: Antabus: als je dit pilletje neemt en je drinkt alcohol wordt je ziek Comorbiditeiten: verslaving komt niet geïsoleerd voor!-> slechte SES en beginnen drugs te gebruiken om daarmee om te gaan-> mag je niet in een vacuüm behandelen (contextualisering) 3.4 Link met criminaliteit - Complexe associatie!-> ‘war on drugs’: criminaliteit & verslaving op dezelfde stapel gegooid en zwaar bestraffen-> Helpt niet! ​ Causaliteit: - wordt men eerst verslaafd en gaat men dan in criminaliteit, - of komt men eerst in criminaliteit en wordt men dan verslaafd? ​ Gemeenschappelijk-oorzaakmodel: oorzaken criminaliteit en verslaving zijn gelijkaardig: armoede, psychische kwetsbaarheid - Drijfveren: ​ Economisch: diefstal plegen om verslaving te financieren ​ Intoxicatie: onder invloed misdaad plegen ​ Neurologische afwijkingen: na langdurig gebruik ga je neurologische schade krijgen bv: Korsakoff - Recidiverisico: middelengebruik is breed gelinkt aan hervalrisico, krijgt veel aandacht in behandeling ​ -> verslaafden doen er alles aan om toch aan drugs te geraken-> strenge controle is nodig - Comorbiditeiten met andere stoornissen 4. Gedragsstoornissen 1. Periodiek explosieve stoornis Symptomatologie -​ Recidiverende agressie uitbarstingen -​ Niet in verhouding tot situatie -​ Geen impulsbeheersing-> geen controle over eigen emoties -​ Geen externe motivatie-> dus niet als je agressie inzet om ‘geldige’ redenen, bv: wraak Comorbiditeit-> vaak kaderen in andere diagnoses bv. hersenschade, adhd Differentiaaldiagnose-> bij welke stoornis passen deze symptomen nog?-> andere opties bekijken bv. antisociale persoonlijkheidsstoornis die bewust ‘ontploft’ om zijn zin te krijgen 2. Kleptomanie Symptomatologie -​ Recidiverende diefstal-> drang naar stelen -​ Geen impulsbeheersing-> weinig controle over (overlap m verslavingsstoornissen) -​ Gevoelens van lust/voldoening/opluchting na de diefstal (spanningsontlading) -​ Geen externe motivatie of wraak -> Zeldzaam samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 22 Comorbiditeit of differentiaaldiagnose : bv. persoonlijkheidsstoornissen 3. Pyromanie Symptomatologie -​ Recidiverende brandstichting-> drang nr brandstichten -​ Geen impulsbeheersing-> geen controle over -​ Gevoelens van lust/voldoening/opluchting -​ Geen externe motivatie of wraak -> Weinig onderzoek over -> Slechts 40% van brandstichters heeft pyromanie 4. Munchausen-by-proxy Variant van de nagebootste stoornis-> iemand in omgeving ziek maken om aandacht te krijgen -​ Gedrag: bewust -​ Drijfveer: onbewust-> beseffen dat ze het doen, maar niet echt waarom ze het doen Grote "dark number"-> moeilijk om in te schatten hoeveel mensen hieraan lijden, is moeilijk vast te stellen -> samenhang met Isolatie en eenzaamheid-> zoeken dus aandacht omdat ze zich eenzaam voelen Comorbiditeit: vaak overlap met persoonlijkheidsstoornissen 5. Pseudologia fantastica (staat niet in DSM) Pathologisch liegen Symptomatologie -​ Recidiverend en disproportioneel liegen-> liegen zonder reden -​ Zelfmisleiding-> ze gaan de leugens geloven die ze vertellen-> Deel van de identiteit -​ Niet bewust-> controleverlies ->Geen officiële diagnose -> komt vaak voor bij fraudedelicten Differentiaaldiagnose: persoonlijkheid stoornis, waanstoornis samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 23 HOC 5: Psychopathologie deel 2 vorige les ging over episodische stoornissen (HOC4) deze les gaat meer over levensloop stoornissen-> hele tijd aanwezig 1. Trauma Heel breed begrip-> omvat veel Wat is hechting: manier dat we in relatie staan met mensen in onze omgeving-> ontstaat door relatie met opvoeder -> De eerste 1.000 dagen zijn belangrijk voor hechting, als baby -> geadopteerde babys: vaak problemen met hechting als biologische ouders verwaarlozend waren ​ Veilige hechtingsstijl: als je op +30% vd keren goed bent afgestemd op emoties vh kind ​ Onveilige hechtingspatronen: als je inconsistent reageert, mishandeld, verwaarlozing - Vermijdend: ouders waren verwaarlozend ​ -> vragen geen hulp aan mensen, moeilijk hechten, relaties vermijden, zelfstandig - Afhankelijk: ouders reageerden onvoorspelbaar, inconsistent ​ -> heel afh v andere, willen nooit single zijn maar altijd in relatie, people pleaser - Gedesorganiseerd: ​ -> combinagtie vd 2: soms mijden en soms heel afh zijn Wat is trauma: = Psychisch letsel veroorzaakt door een schokkende gebeurtenis” -> onveilige hechting is ook trauma ​ Primair: je maakt de schokkende gebeurtenis zelf mee ​ Secundair: hulpverleners die elke dag getraumatiseerde patiënten helpen ​ Emotioneel of Fysiek-> bv. trauma door bep. ziekte ​ Kinderen vs volwassenen: gaan daar op andere manier mee om ​ Eenvoudig vs complex: heeft het eenmalig plaatsgevonden of meerdere keren? Impact van trauma Mentale gezondheid-> veel stoornissen gelinkt aan trauma: - (c)PTSS, Depressie/suïcidaliteit, Psychose, Persoonlijkheidsstoornissen -> Intelligentie: opgroeien in slechte omstandigheden heeft negatief effect op IQ! Lichamelijke gezondheid -> trauma is gelinkt aan chronische aandoeningen: hart- en vaatziekten, obesitas, diabetes etc. -> trauma kan stresssysteem ook beïnvloeden - Werkgeschiktheid: arbeidsongeschiktheid - Sociale relaties: gelinkt aan hechting-> moeite met relaties door onveilige hechting 2. Persoonlijkheidsstoornissen Wat is persoonlijkheid? = “Een interactief aanpassingsproces tussen een individu en diens omgeving, resulterend in een karakteristiek patroon van gedrag, denken en voelen” - manier waarop wij in het leven staan, zowel in relatie tot onszelf als in relatie tot anderen - Temperament: kan je al zien bij jonge kinderen-> te maken met u aanleg; bv. verlegen of druk - Persoonlijke geschiedenis: gaat ook bep. invloed hebben op je persoonlijkheid -> Trauma/ hechting DSM-5: -​ Zelf: identiteit en zelfsturing (emotieregulatie) -​ Interpersoonlijk (hoe je in relatie staat met anderen): empathie en intimiteit samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 24 -​ empathie =/= medeleven -> verschillende soorten empathie: -​ cognitieve: wat je denkt, voorstelling van in de schoenen te staan-> “theory of mind”; verstoord bij autisten -​ affectieve: meevoelen als iemand verdrietig is-> werkt wel bij autisme -​ psychopathie: gebrek aan affectieve empathie -​ intimiteit: laten we mensen toe in ons leven? vertrouwen Wat is een persoonlijkheidsstoornis? =“ Een duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen dat duidelijk afwijkt van wat binnen de cultuur van de betrokkene wordt verwacht” -> vaag, want we weten niet wat er in elke cultuur wordt verwacht Op wat gaan we letten breed gezien bij diagnose?: -​ Cognities, Affectiviteit, Interpersoonlijk functioneren, Impulsbeheersing Complexe diagnostiek -​ Levensloop in kaart brengen -​ Vragenlijsten afnemen -​ Klinische inschatting: gesprekken met patiënt -​ Hetero-anamnese: ook bij familie/omgeving v patient verhaal horen Persoonlijkheidsstoornissen zijn opgedeeld in clusters naargelang gemeenschappelijke kenmerken: Cluster A: teruggetrokken, bizarre types - Paranoïde persoonlijkheidsstoornis: heel achterdochtig, vermijdende hechting - Schizotypische persoonlijkheidsstoornis: teruggetrokken, bizarre mensen/overtuigingen, kan psychotisch overkomen-> =/= psychose! (een psychose is episodisch, deze pers. is heel u leven) - Schizoïde persoonlijkheidsstoornis: heel teruggetrokken, geen behoefte aan relaties, kluizenaar Cluster B: moeilijke types (zien we het vaakst in forensische psychiatrie terugkomen) - Histrionische persoonlijkheidsstoornis: graag in middelpunt vd aandacht staan, situaties creëren om aandacht te krijgen (bv. munchausen), hebben niet echt controle over gedrag - Borderline persoonlijkheidsstoornis: hebben vaak complex trauma uit jeugd, chronisch gevoel v leegte, weinig connectie met eigen identiteit, gebrekkige emotieregulatie, suïcidaliteit - Narcistische persoonlijkheidsstoornis: opgeblazen eigenwaarde, hebben graag touwtjes in handen, veel opscheppen-> maar onder het oppervlakte hebben ze heel fragiel zelfbeeld, gevoel van niks waard te zijn-> ze maken hele schil rond zich die ze gaan cultiveren-> ze hebben weinig zelfinzicht - Antisociale persoonlijkheidsstoornis: verzetten zich tegen relatie m andere/autoriteit, roekeloos gedrag, impulsief gedrag, zitten weinig in met de mensen rondom hen-> vertonen veel crimineel gedrag Cluster C: angstige types - Vermijdende persoonlijkheidsstoornis: schamen zich snel, vermijden sociale interacties - Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis: passen zich aan om in relatie te blijven, heel afh v andere - Dwangmatige persoonlijkheidsstoornis: vroeger OCD, netjes, sterk geweten, patronen maken Psychopathie -> Psychopathy Checklist-Revised: meest gebruikt om te diagnosticeren, bestaat uit 2 factoren: - Factor 1: persoonlijkheid-> dit is in de behandeling moeilijker te behandelen ​ Facet 1: interpersoonlijke problemen ​ Facet 2: affectief - Factor 2: gedrag-> kunnen we met behandeling meer impact op hebben ​ Facet 3: impulsiviteit ​ Facet 4: antisociale levensstijl -> dat je psychopathie niet kan behandelen is een mythe! samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 25 Behandelmogelijkheden - Ziekte-inzicht: mensen met persoonlijkheidsstoornissen kunnen wel ziekte inzicht worden aangeleerd-> je kan het niet genezen, maar je kan ze leren om er mee om te gaan - Psychofarmaca: nog geen evidentie dat medicatie helpt bij persstoornissen, maar kan symptomen verlichten bv: iem heeft depressie-> antidepressiva - Psychotherapie: aantal modellen die vaak gebruikt worden: ​ Dialectische gedragstherapie: ontw voor mensen met borderline, werkt goed maar mensen moeten stabiel genoeg zijn (bv geen zelfmutilatie of actieve verslaving), kan ook voor antisociale/narcistische pers. maar er moet bereidwilligheid zijn! ​ Schematherapie: populair in NL, je gaat schema's identificeren (schema: manier waarop je reageert dat voorkomt uit vroeger) ​ Mentalisation-based therapie: psychoanalyse, verplaatsen in het hoofd v anderen, leren mentaliseren (overschouwen wat je impact is op je omgeving en jezelf) - Preventie?: kinderen beter opvangen (gezonde hechtingsstijl ontw)-> maatschappelijke kwestie -> bv: kinderdagverblijven Link met criminaliteit - Toerekeningsvatbaarheid: complex bij pers.stoornis-> bepalen vd ernst en linken aan de feiten? ​ Impulscontrole en gewetensfunctie: door gebrek aan geweten hebben ze problemen met inschatten dat het eigenlijk niet oké is bv: vrouw die bedden in brand stak-> stak gwn dichtbijzijnde bed in brand, maakte niet uit dat er persoon in bed lag of niet-> geen geweten! -> veel discussie in praktijk! is iem zonder geweten dan ontoerekeningsvatbaar? ​ Alexithymie: mensen die emoties v andere/zichzelf niet kunnen lezen-> hebben dat niet geleerd als kind ​ Coping: mensen die feiten plegen omdat ze gebrekkige emotieregulatie hebben bv: brandstichting - Psychopathie ​ Vroege en gevarieerde criminele carrière-> jong beginnen en veel verschillende feiten ​ Meer wangedrag vertonen ​ Recidive gekoppeld aan factor 2 (gedrag) 3. Verstandelijke beperking (=vp) Wat is intelligentie? opsplitsen in intellectueel functioneren + adaptief functioneren - Intellectueel functioneren ​ IQ tests: rekening houden met culturele achtergrond persoon-> Beperkingen ​ Gemiddelden: IQ=100 -> hangt samen met opleidingsniveau - Adaptief functioneren ​ Conceptuele vaardigheden ​ Sociale vaardigheden ​ Praktische vaardigheden Classificatie - Combinatie van intellectueel en adaptief niveau - Gradatie-> gekoppeld aan hulpverlening, dus diagnose is belangrijk: Licht, Matig, Ernstig, Zeer ernstig ​ -> IQ zegt niet alles! kan beïnvloed worden door andere factoren Schaal emotionele ontwikkeling-> als kind doorlopen we dezelfde fases en mensen met verstandelijk beperking zijn blijven steken in zo een fase-> en hun emotionele landschap wordt gekenmerkt door een v die fases-> moeten we rekening mee houden bij behandeling en omgaan 1. Adaptatiefase: 0-6 maanden: babys passen zich volop aan aan de wereld, ontdekking van eigen lichaam en directe omgeving-> tactiel (aanrakingen), geen emotieregulatie dat gebeurt van buitenaf samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 26 -> verbaal kan je niet veel doen met deze mensen 2. Socialisatiefase: 6- 18 maanden: wereld rondom hen ontdekken, simpele woorden, kleine vormen v interactie, vooral bezig met zichzelf mensen van fase 1&2-> niet toerekeningsvatbaar voor het plegen v feiten-> hebben daar geen concept v 3. Eerste individuatiefase: 18-36 maanden: al meer concept vd andere persoon, vertonen meer gedrag in interactie met anderen, kunnen betere inschatting maken van wat hun gedrag is, maar hebben geen gewetensfunctie-> toerekeningsvatbaarheid is hier ook ingewikkeld 4. Identificatiefase: 3-7 jaar: gesprekken voeren, leren over wat de impact v hun gedrag is, leren met emoties omgaan-> toerekeningsvatbaarheid hangt hier af vd casus! 5. Realiteitsbewustwordingsfase: 7-12 jaar: -> Toerekeningsvatbaarheid hangt hier af vd casus! Behandeling (heel persoonsgebonden)(Licht VP komen we wel vaak tegen in de zorg) - Ziekte-inzicht proberen vergroten-> leren wat hun valkuilen zijn - Psychofarmaca: een symptomatische functie (je kan VP niet genezen, enkel symptomen verminderen), men gaat antipsychotica gebruiken om mensen te dempen, kalmeren - Psychotherapie: je moet het goed aanpassen aan de graad v VP, visueel/tactiel ipv verbaal - Psycho-educatie: aanleren wat juist en fout gedrag is Link met criminaliteit - Toerekeningsvatbaarheid ​ Impulscontrole en gewetensfunctie, Alexithymie en coping: hangt af v graad VP - Hoge prevalentie bij geïnterneerden-> Vooral lichte beperkingen (veel mensen in gevangenis hebben lichte VP, kan samenhangen met SES-> lagere opgeleid= minder IQ + armoede - Seksueel grensoverschrijdend gedrag: zijn mensen met het brein ve kind en lichaam ve volwassenen-> hebben wel seksuele noden maar hebben moeite met normen aan te leren over seksueel gedrag - Inschatting recidiverisico ​ Zeer gevarieerd-> veel verschillende graden v VP ​ Nood aan aangepaste instrumenten voor mensen met VP (risicotaxatie instrumenten) 4. Neurocognitieve stoornissen neurologische stoornis die voor beperkte cog vaardigheden gaan zorgen symptomatologie - Geheugenproblemen - Executief disfunctioneren: (in prefrontale kwab: plannen maken, impulsen beheersen) ​ Ontremming ​ Impulscontroleverlies ​ Emotiedisregulatie - Verwardheid - Hallucinaties-> komt door schade aan visuele cortex - Persoonlijkheidsveranderingen vb: phineas gage - Psychiatrische comorbiditeit: depressie, angststoornis, psychotische stoornis, delirium syndromen - Dementiële beelden-> mensen worden ouder door goede geneeskunde maar hersenen worden ouder ​ Ziekte van Alzheimer, Syndroom van Korsakoff (dementie door chronisch alcoholmisbruik), Frontotemporale dementie (heel vroeg persoonlijkheidsverandering), Ziekte van Parkinson Delirium: neurologische aandoening waardoor mensen in de war geraken (ontwenning, dementie)-> visuele hallucinties, verwarring-> zeldzaam: Excited delirium syndroom!-> aanvallen v extreme agressie - Niet-aangeboren hersenletsel (NAH): na accident fysiek letsel-> gedragsverandering samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 27 - Epilepsie-> soms stellen mensen crimineel gedrag tijdens epilepsie aanval-> postictale periode: periode v verwarring na aanval-> kan leiden tot agressief/crimineel gedrag Behandeling - Ziekte-inzicht-> heel afwisselend, soms helder en soms verward - Psychofarmaca: kan helpen om gedrag te reguleren, maar kan soms brein meer beschadigen - Psychotherapie?-> minder want je kan schade afremmen maar niet omkeren - Preventie is belangerijk hier!-> Vergrijzende maatschappij dus meer en meer neuro stoornissen ​ -> rusthuizen/gevangenissen beter voorbereiden voor grote instroom Link met criminaliteit Traumatisch hersenletsel -​ 40-50% van gedetineerden heeft traumatisch hersenletsel -​ Hogere kans op agressie Dementiële beelden -​ Hogere kans op agressie -​ Seksuele ontremming Epilepsie-> Postictale verwardheid samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 28 HOC 6: Personen die zedenfeiten hebben gepleegd 1. Seksueel geweld Wat is seksueel geweld? = Sexual violence is any sexual act, attempt to obtain a sexual act, or other act directed against a person’s sexuality using coercion, by any person regardless of their relationship to the victim, in any setting -World Health Organisation Prevalentie Slachtoffer Bevragingen: in belgie-> brede waaier: aanranding, verkrachting, geflasht geweest etc. -​ 64% van Belgische bevolking-> 81% van vrouwen, 48% van mannen -> 10-20% van minderjarige meisjes, 5-10% van minderjarige jongens - Nog hoger voor LGBTQIA+ populatie Justitiële cijfers-> wie is er ook werkelijk veroordeeld vr seksuele feiten-> veel lager dan slachtoffer bevragingen -​ Dark number-> zedenfeiten die nooit aangegeven worden aan politie (groot getal!) -​ Grey number-> feiten die worden aangegeven maar niet veroordeeld Impact Slachtoffers: - Mentale gezondheid: negatieve impact - Fysieke gezondheid: urologische of gynaecologische problemen Economisch - Kosten aan justitie en gezondheidszorg: 3 triljoen in Amerika-> Tewerkstelling Maatschappelijk: als maatschappij dragen we bij aan seksueel geweld door bv positie dat vrouwen hebben in maatschappij-> onveiliger dan mannen-> vrouwen moeten zich bechermen tegen seksueel geweld door niet te laat buiten te komen, niet te bloot te kleden, etc. -> als ze dit niet doen en ze worden aangerand is het ‘hun eigen schuld’ mannen hebben meer moeite met aangeven van misbruik van ze schamen zich hiervoor Belgisch strafrecht Hervorming seksueel strafrecht (1 juni 2022 )-> belangerijkste verschillen met daarvoor: - Individuele seksuele integriteit en seksuele zelfbeschikkingsrecht-> heb je toestemming gegeven? - Seksuele meerderjarigheid: 16j maar telt niet in geval v incest, 14j mag maar enkel met max 3j leeftijdsverschil - Individualisering van strafmaten - Decriminaliseren sekswerk-> sekswerkers meer beschermen over welke feiten gaat het dan?-> opgedeeld in 2 hoofdstukken: Hoofdstuk I/1 = Misdrijven tegen de seksuele integriteit, het seksuele zelfbeschikkingsrecht en de goede zeden” - Afdeling 1 ​ Verkrachting ​ Aantasting van de seksuele integriteit ​ Voyeurisme + niet-consensuele verspreiding van seksueel getinte inhoud: naaktfotos verspreiden - Afdeling 2 ​ Benaderen van een minderjarige voor seksuele doeleinden ​ Seksuele uitbuiting van minderjarigen met het oog op prostitutie ​ Beelden van seksueel misbruik van minderjarigen samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 29 - Afdeling 3 ​ Inhoud van extreem pornografische of gewelddadige aard ​ Exhibitionisme Hoofdstuk III bis/1 = “Misbruik van prostitutie” ​ Pooierschap: iem onder druk zitten om in prostitutie te gaan ​ Reclame maken voor prostitutie ​ Het openbaar aanzetten tot het zich prostitueren 2. Het profiel van iemand die zedenfeiten pleegt Algemeen Heterogene groep-> veel verschillende profielen, hoe gaan we die categoriseren? - Op basis van de feiten ​ Hands-on: aanraken v persoon ​ Hands-off-> niet aanraken v persoon-> Internet Plegers is ook specifieke groep - Op basis van slachtoffer ​ Minderjarig/meerderjarig ​ Intrafamiliaal/extrafamiliaal - Op basis van onderliggende drijfveren: waarom pleegt iem die feiten? bv: pornoverslaving, pedofiel Psychiatrische comorbiditeit-> ligt heel hoog - Persoonlijkheidsstoornissen (27-76%)-> vooral cluster B - Verslavingsstoornissen (19-67%)-> vooral seks veslaving - Stemmingsstoornissen (6.6-43.8%) - Traumatisch verleden-> zedenpleger heeft 3x meer seksueel geweld meegemaakt dan niet zedenpleger, 2x meer fysiek geweld, 4x meer emotionele verwaarlozing en 13x meer verbaal geweld!!-> heeft waarschijnlijk te maken met reden dat iem zedenpleger is geworden - Seksuele stoornissen Seksuele stoornissen (! niet iedereen die zedenfeiten heeft gepleegd heeft seksuele stoornis) - Volgens DSM 5-TR ​ Parafilie vs parafiele stoornis -> alle seksuele fantasieën die niet als de norm gezien worden-> maatschappijlijk bepaald (bv in 1980 stond homoseksualiteit daat ook in) bv: fetischisme-> aangetrokken tot ongewone materialen of lichaamsdelen (heel breed) ​ Wat met BDSM? -> is geen probleem mee, moeten we niet classificeren als stoornis! enkel al het mensen schaad-> onderscheid maken: -​ parafilie= niet problematisch ​- parafiele stoornis=wel problematisch - Volgens ICD-11 (ander diagnoseinstrument) -> seksueel masochisme, fetisjisme en fetisjistische travestie-> eruit gehaald -> seksueel sadisme stoornis is gebleven-> maar enkel als het wordt gedaan bij mensen die daar niet hebben over ingestemd - Chronofiliën: seksuele aantrekkingskracht naar specifieke leeftijdsgroep ​ Pedofilie (prepubertair)-> er zijn nog geen secundaire geslachtskenmerken-> 50% v plegers bij minderjarige heeft pedofilie (maar 1% vd mensen die pedofiele stoornis heeft gaan feiten met minderjarige plegen) ​ Hebefilie (peripubertair): vroeg puberteit ​ Efebofilie (peri/postpubertair): in puberteit, na puberteit-> 15-17j samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 30 - Hyperseksualiteit: zodanig grote seksuele nood, dat je daar overmatig mee bezig bent-> verminderende impulscontrole-> soort v verslaving-> medicatie gebruiken om seksuele drive te verminderen Vrouwelijke plegers Minderheidsgroep-> Vermoeden van hoge dark number (veel mannen durven het niet te zeggen) -> 2,2% (justitiële cijfers) vs. 11,6% (slachtofferbevraging) Verschillende subtypes - Adolescente slachtoffers: bv. Juf met leerling (!worden minder gestraft als genders waren omgedraaid) - Met mannelijke mededader: bv. stiefvader misbruikt kinderen en ze is medeplichtig - Prepubertaire slachtoffers bv. moeder met haar zoon - Binnen een bredere criminele carrière bv. vrouwelijke pooier ->maatschappelijk 2 soorten reacties op vrouwen die zedenfeiten plegen: ​ ‘ni overdrijven, het is niet zo erg’ ​ ‘het is een monster, sluit ze op!’ Vrouwen worden gezien als warm, zorgend-> die feiten passen niet in dat beeld-> of we minimaliseren de feiten zodat ze nog in het kader passen OF we maximaliseren het en zien het als een uitzondering en dat het gewoon een monster was Stigma “Sluit ze op en gooi de sleutel weg”-> normaal dat je daar als individu over denkt, maar gevaarlijk als maatschappij -> Media rapportage->speelt belangerijke rol-> bv. terminologie dat ze fout gebruiken ​ -> polariseren ipv informeren Vooroordelen-> ‘‘mensen kunnen niet behandeld worden’’,”het zijn allemaal pedofielen”,”we moeten hardere straf geven!”-> gevangenis werkt niet…-> we moeten ze behandelen! Door publieke opinie-> overhaaste wetgeving (in belgië valt het mee) vb. Amerika: sex offender register-> iedereen kan opzoeken wie er ooit seksuele feiten heeft gepleegd ​ -> dochter v senator was aangerand-> heeft die wet toen ingevoerd (emotioneel gehandeld) Sociale isolatie-> zorgt voor extra stigmatisatie-> hangt samen met hervalµ 3. Behandeling voor plegers van zedenfeiten Algemeen Theoretische kaders: gebruiken we veel in de praktijk -​ Risk-Need-Responsivity: meeste gebruikt, meest evidence based, RISK-> kijken nr hervalriscio en daarop intensiteit v behandeling afstemmen-> van ambulant/psychiatrisch ziekenhuis/forensisch psychiatrisch centrum-> NEED-> Wat behandelen we in de behandeling?-> dingen die specifiek gelinkt zijn aan recidiverisico, als we dit aanpassen gaat het risico naar beneden bv. verslavingsproblematiek, seksuele stoornissen, emotieregulatieproblemen RESPONSIVITY: aanpassen aan het individu -​ Good Lives Model: je blijft je basis behouden v risk-need-responsivity maar ook andere behandeldoelen toevoegen maar vanuit de sterktes gezien-> wat heeft deze persoon nodig om beter leven te leiden -> zelfde manier v werken maar ander perspectief Behandelsetting: hangt sterk af v land-> UK: binnen gevangenis, BEL: behandeling buiten gevangenis (is effectiever, maar vaak komen ze toch in gevangenis terecht en dan hebje niks) - Psychotherapie: individuele + groepsgesprekken - Psychofarmaca: komen we later op terug samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 31 Wat werkt? - Impact op recidivecijfers-> behandeling werkt!-> daling v 30% - Intramuraal (minder effectief) vs. extramuraal (hier kan je behandeling effectief toepassen) - Groepstherapie vs. individuele therapie-> allebei significant (vooral in combinatie) - De therapeut: warme en empathische houding hebben - Werken met ontkenners-> therapeuten willen hier niet aan beginnen maar het is wel mogelijk - Werken met specifieke behandel noden Psychotherapie Modellen - Klassieke CGT-> terugvalpreventiemodel is hieruit voortgekomen, met de basis van RNR ​ -> meest gebruikte maar best ook andere therapieën gebruiken! - Schematherapie: in NL veel voorkomend - Cliëntgerichte therapie: cliënt gericht behandelen-> meer gericht op emotieregulatie/traumaverwerking - Psychodynamische therapie: mentalisatietheorie - Integratieve therapie: gaan verschillende stromingen combineren vb. alexithymie aanpakken (onvermogen om emoties te herkennen) Psychofarmaca - Psychiatrische comorbiditeiten-> behandelen met medicatie bv: psychose->antipsychotica - Libidoremmers-> om seksuele drive te verminderen en meer controle over gedrag ​ Antidepressiva: libido verlagen is meest voorkomende bijwerking-> MAAR kan ook omgekee rd effect hebben-> bv enkel effect op erectiele disfunctie en niet op libido, hierdoor steeds extremere prikkels opzoeken en meer feiten plegen-> goed opvolgen dus ​ Antipsychotica: werkt ook libidoremmend maar extreme medicatie dus enkel gebruiken als er ook sprake is van psychotische comorbiditeit ​ Hormoonremmers: zwaarste categorie medicatie-> 0 reduceren v testosteron (gebruikt bij transvrouwen)-> heel effectief maar geeft wel bijwerkingen: zweten, gewichtstoename, borsttoename bij mannen, osteoperose, hart-en vaatziekten, hersentumor -> in praktijk wordt deze medicatie vooral ‘gedwongen’ toegediend (als iemand deze behandeling weigert als deze wordt aanbevolen door psychiater, dan stopt de behandeling en moeten ze terug nr de gevangenis) Recente studie: ondanks het gevoel dat ze gedwongen zijn om medicatie te nemen, hebben ze wel positieve ervaring-> meer rust & controle COSA = Circles of Support and Accountability Canadese origine-> man had zedenfeiten gepleegd en is na vrijkomen gesteund door priester en kerkelijke gemeenschap-> hebben het niet goedgepraat wat hij heeft gedaan (accoutability) maar ze wouden hem steunen zodat hij niet zou hervallen opgedeeld in 2 cirkels: ​ buitencirkel: behandelaars, psychiater, psycholoog ​ binnencirkel: vrijwilligers die zich engageren om gesprekken te hebben met zedenfeit pleger mooie resultaten!-> Recidivereductie-> moeten we op inzetten! 4. Belgisch behandel landschap Extramuraal (buiten gevangenismuren) Samenwerkingsakkoord (1998) als reactie op dutroux-> Post-Dutroux tijdperk -> dit kwam doordat alles justitieel behandeld werd door de federale overheid en de zorgverlening werd verleend door de Vlaamse overheid-> ze hadden andere beleiden, verschillende teams etc.-> moeilijk! -> samenwerkingsakkoord opgesteld tssn federale en vlaamse overheid-> ze zijn verschillende behandelingen instanties gaan aanwijzen voor plegers v zedenfeiten samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 32 - Centra Algemeen Welzijn-> heel breed - Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG)-> psychologische/psychiatrische hulp -> deze 2 hebben specifieke behandelgroepen voor mensen die zedenfeiten hebben gepleegd -> ze gaan ambulante zorg toedienen - Universitair Forensisch Centrum-> kenniscentrum die instaat voor behandeling v de plegers -> second opinions, eigen behandelingen en onderzoek-> hebben veel expertise - Residentiële psychiatrie-> in Vlaanderen zijn er 4 ziekenhuizen met specifieke behandelruimte voor plegers => dit is netwerk voor zedenfeit plegers en justitie gaat hier mee beroep op doen en hen doorverwijzen Maar er vallen nog steeds mensen door de mazen vh net-> komen dan terecht in gevangenis Intramuraal (binnen gevangenismuren) Decreet van 2013: regelt algemene hulpverlening binnen de gevangenis-> niet specifiek voor zedenfeit plegers-> een goede behandeling geven in de gevangenis is moeilijk :( Versprokkelde initiatieven - CGG Kempen (Hoogstraten en Merksplas)-> biedt specifieke behandelprogramma's aan in gevangenis - Spectra (Hasselt)-> samenwerking CAW&CGG: kortdurende behandeling voor mensen op te vangen in eerste deel v hun gevangenistraject - I.T.E.R. (Brussel)-> brusselse kenniscentrum: werkboek ontwikkeld waarbij mensen in gevangenis opdrachten maken, opsturen en zo in gesprek gaan over hun feiten Pilootproject Feniks: als je iets v behandeling wil aanbieden in gevangenis moeten mensen op andere afdeling zitten zodat er voldoende veiligheid gegarandeerd kan worden-> maar je moet dan wel inzetten op behandeling want anders kan het averechts werken en de ideeën en cognitieve distorties versterken *cognitieve distorties= alle vervormingen die ze geven aan hun feiten om het te minimaliseren vb. “ze was minderjarig maar ze wou het zelf” -> pilootproject is georganiseerd in Dendermonde door CGG Adentro-> Eerste aparte unit samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 33 HOC 7: Vrouwen die feiten hebben gepleegd 1. Casus (illustratief geen examenleerstof) Annet Jeugd->Adoptie vanuit Sri Lanka toen ze 8m was->toen ze 10j was Misbruikt door adoptievader -> toen ze bij nieuw pleeggezin kwam: veel Gedragsproblemen Vroeg volwassen leven-> Zelfbeschadigend gedrag, Relationele instabiliteit, Instabiele levensstijl Behandeling: Gedwongen opnames, Gedragsproblemen, Wegloopgedrag Indexdelict-> hoe komt ze in forensische zorg terecht? verpleegkundige: “Je kan maar beter een abonnement nemen”-> Geweld naar verpleegkundige -> ze heeft sterk verminderd toerekeningsvatbaarheid Diagnostiek: Borderline persoonlijkheidsstoornis & Alcoholmisbruik Eerste TBS-kliniek (onze equivalent van internering) -> Gedragsproblemen en Relatie met behandelaar Tweede TBS-kliniek: -> Relationele problemen, Zware zelfverwonding Afdeling chronische patiënten -> Meer rust, Gerichtere behandeling 2. Algemeen Blik op vrouwen Maatschappelijk-> we leven in patriarchie-> veel systemen zijn ontwikkeld door en voor mannen ​ -> bv: autos en testchrashdummies zijn altijd mannelijk Psychiatrisch: Diagnostiek: borderline overmatig veel ij vrouwen, antisociale meer bij mannen-> is er echt zo een groot verschil of hoe wij die kenmerken classificeren-> bij mannen meer kijken naar antisociaal gedrag en bij vrouwen nr relationele gedrag bv. ADHD bij mannen, ADD bij vrouwen-> vrouwen krijgen veel later diagnose, of maskeren symptomen Behandeling: medicatie ook op mannen afgestemd Justitieel: ook justitie is meer ontwikkeld voor mannen-> vrouwen worden milder gestraft (idee v niet bedreigend) of juist heel erg gestraft (monster)-> strafmaten zijn niet in verhouding, zoals bij mannen Prevalentie - 4-5% van Belgische gedetineerden-> Wereldwijde stijging (vooral gewelds feiten) -> Waarom? in laatste decennia worden vrouwen meer gelijkwaardig behandeld als mannen-> moeten niet meer thuis zitten als huisvrouw-> hebben leer zelfstandigheid-> maar geen sluitende conclusies waarom het stijgende is Aard van de feiten (hier zijn er wel populatieverschillen tssn mannen en vrouwen) V: Relationele motieven (reactief)-> meer bekende slachtoffers (familie, vrienden etc) M: instrumentele motieven Gewelddadig gedrag-> Reactief en Indirect (vb vernieling v bezittingen) Grootste aandeel: -​ Brandstichting -​ Levensdelicten (infanticide: doden v e kind->postpartum), verzet tegen abusive relatie samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 34 3. Profiel van vrouw die feiten pleegt Algemeen Late starters met criminele carriere -> Met vroege piek! rond vroege puberteit (V beginnen vroeger met puberteit dan M) Bredere problematiek: hebben ook op meerdere levensgebieden problemen Lagere recidivecijfers dan M plegers met gelijkaardige feiten -> komt door verschil in uitstroom: V gemiddeld veel langer in behandeling dus M die vrij zijn hebben al meer tijd gehad om nieuwe feiten te plegen -> meer mortaliteit bij V, dus hierdoor ook niet kunnen recidiveren Gedetineerde vrouwen Kwetsbare populatie-> vrouwen in detentie hebben hogere zorgnood dan M Meer sociale isolatie-> minder bezoek, minder netwerk (als een V in gevangenis terecht komt zal het wel zeer erg zijn en gaat vrouw meer netwerk kwijtgeraken dan M met zelfde feiten) - Hogere psychiatrische morbiditeit: 90% met min 1 diagnose -> Suïciderisico, Zelfbeschadigend gedrag Moederschap: gevangenissystemen voor vrouwen die zwanger zijn of een jong kind hebben-> andere noden dan M gedetineerde - Gezamenlijke opsluiting: binnen V gevangenis geen onderscheid mogelijk, omdat ze met zo weinig zijn -> psychiatrische problemen of niet, geinterneerde of niet, voorhechtenis of niet -> problemen want veel verschillende profielen Trauma - Torenhoge prevalentie-> meer dan 90% (meer dan M) -​ kans is groter dat ze rechtstreeks slachtoffer zijn v geweld in verleden -​ kans is groter op seksueel geweld - Link met ernst van feiten-> hoe zwaarder trauma, hoe ernstiger de feiten zijn - PTSS prevalentie van 30% Psychiatrische morbiditeit - Gender bias in diagnostiek-> vrouwen worden vaak milder behandeld, tenzij feiten ernstig zijn, dan worden ze veel harder aangepakt dan mannen die dezelfde feiten hebben gepleegd - Complexe problematiek-> meer complexe verhalen, meer problemen, kwetsbare groep - welke stoornissen zijn meer prevalent?: -> Internaliserende stoornissen: angststoornissen, depressie (externaliserende s: M) -> Borderline persoonlijkheidsstoornis: problemen met emotieregulatie-> door slechte copingstrategieën in het forensisch veld terechtkomen Psychopathie -> Lagere prevalentie dan bij mannen als men de PCL-R test gebruikt voor diagnos-> aangeraden lager cut off score te gebruiken-> M:25-27, V:23-> maar bestaat nog geen consensus over verhoogde psychopathie score voor vrouwen is slechte predictie voor geweld (M wel goede predictie) -> onze klinische inschatting voor risico op geweld bij V is heel slecht-> we denken dat ze niet gewelddadig zijn - Ander profiel (dan vrouwen zonder psychopathie) ​ Meer instrumenteel geweld ​ Meer onbekende slachtoffers ​ Gevarieerde criminele carrière samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 35 4. Behandeling voor vrouwen die feiten plegen Algemeen - Langere behandelgeschiedenis dan M (hangt samen met recidiverisico->zie eerder) - Hogere mortaliteit-> meer suïcidepogingen (M meer geslaagde pogingen) - Vaker fysiek geweld-> reactief - Vaker zelfbeschadigend gedrag - Belastender voor personeel (dan M)-> vereist betere opleiding Risicotaxatie - Gender bias-> risicotaxatie instrumenten ontwikkeld vr M-> Slechte voorspeller voor geweld bij V - Risicofactoren: ​ Trauma-> weegt meer door bij V dan bij M bj recidiverisico ​ Problemen binnen sociale relaties: V zijn meer sociaal geïsoleerd en sociale relaties hebben nog zwaardere impact op recidiverisico - Beschermende factoren ​ Sociale relaties: goed sociaal netwerk werken nog beschermender dan bij M ​ Coping en intelligentie: weegt zwaarder door bij V dan bij M als beschermende factor - Aangepaste instrumenten vr V: FAM bij HCR- 20 Gender-responsieve zorg-> waar gaan we extra op inzetten bij V populatie? - Relationele veiligheid: proberen begrijpen waar iem vandaan komt, in gesprek gaan en zo escalatie te voorkomen->! niet perse bezig zijn met restrictieve maar relationele bv: borderline-> door slechte hechting kunnen ze geen gezonde relaties aangaan met andere-> dus focussen om goede relatie te creëren tssn hulpgever en patiënt: ​ 1. Veiligheid 2. Betrouwbaarheid 3. Keuzevrijheid 4. Samenwerking 5. Empowerment - Behandelfocus ​ Traumabehandeling-> veel V hebben trauma, dus echt op inzetten ​ Rol van sociale relaties-> extra ! bij V ​ Zelfbeschadigend gedrag-> goeie balans tussen restrictief zijn en vrijheid geven-> moeilijk medicatie - Gender bias in onderzoek-> medicatie afgestemd op M - sommige medicatie-> schadelijk bij zwangerschap -> soms zelf zo schadelijk dat het schade kan brengen aan fertiliteit (menopauze kan ook vr destabilisatie zorgen) 5. Belgische behandel landschap Intramuraal - 9 Belgische gevangenissen met een gedeelte voor V -> Geen open regime-> V hebben hierdoor minder toegang tot bep diensten -> Gezamenlijke opsluiting: alles soorten V bijelkaar - 3 gevangenissen met psychiatrische afdelingen voor V: Haren, Brugge en Gent - Toegang tot gezondheidszorg: vrouwen hebben andere zorgnoden dan mannen-> bv gynaecologische klachten, gesprekken over fertiliteit Extramuraal High security: hoge behandel nood en hoog beveiligingsrisico-> FPC Antwerpen, PC Zelzate Medium security:-> Bierbeek, Namen, Sint-Truiden Beschut wonen-> Bierbeek samenvatting Forensische psychiatrie (Emer Devoldere) 36 HOC 8: Diversiteit in forensische psychiatrie Inleiding: Dimensies van diversiteit 3 dimensies waar we over gaan spreken: culturele diversiteit, gender/seksuele oriëntatie diversiteit en leeftijdsdiversiteit-> is laatste jaren veel onderzoek over geweest waar val je zelf binnen die dimensies?-> bril waarnaar je naar de wereld kijkt -> je hebt in die dimensies meerderheden en minderheden -> als je vanuit meerderheidspositie leeft ga je minder aandacht hebben voor minderheidsposities minority stress model ontwikkeld in 2003 (Ian Mayer) = in kaart brengen hoe stressfactoren effect hebben op mentale/fysieke gezondheid -> als je deel bent v minderheidsgroep: unieke set stressfactoren die unieke bijdrage doen aan mentale/fysieke gezondheid ​ Distale stressoren: extern (micro agressies, macroagressies, racisme, manier dat maatschappij niet is aangepast aan hun) ​ Proximale stressoren: intern-> als reactie op externe (genderdysforie) -​ coping-> op welke manier gaan mensen om met stresserende factoren in je leven (kan ook beschermend werken) -​ social support-> kan je terugvallen op mensen of niet? (beschermend of niet) Wat is intersectionaliteit? We leven niet in een vacuüm-> alle verschillende dimensies lopen over elkaar/overlappen -> dus vb: zwarte vrouw-> extra seksime EN extra rasisme-> telt op! 1. Culturele diversiteit Wat verstaan we hieronder? prof was hier heel vaag over dus heb wikipedia gebruikt: “Culturele diversiteit is de verscheidenheid aan cult

Use Quizgecko on...
Browser
Browser