examen biomoleculen en energie.docx

Wanneer men de magnesiumconcentratie verhoogt, zal de hydrolyse van ATP tot ADP 2. In welke figuur wordt een esterbinding voorgesteld? 3. In mono-onverzadigde vetzuren is de dubbele binding doorgaans gelokaliseerd tussen 4. Het overdragen van het elektronenpaar van NADH~2~^+^ op moleculair...

Wanneer men de magnesiumconcentratie verhoogt, zal de hydrolyse van ATP tot ADP 2. In welke figuur wordt een esterbinding voorgesteld? 3. In mono-onverzadigde vetzuren is de dubbele binding doorgaans gelokaliseerd tussen 4. Het overdragen van het elektronenpaar van NADH~2~^+^ op moleculaire zuurstof genereert 5. De glycerolfosfaat-shuttle vinden we NIET in 6. Gereguleerde enzymen katalyseren 7. De anabole tegenhanger van de glycogenolyse is 8. Dit vetzuur is Afbeelding met tekst, whiteboard, schermopname, ontwerp Automatisch gegenereerde beschrijving Een w6-vetzuur 9. Bij welk type regulatie zijn een kinase en een fosfatase betrokken? 10. Welke stelling over aminozuren is FOUT? - We kunnen alle 20 aminozuren inbouwen in eiwitten - We kunnen alle 20 aminozuren synthetiseren - We kunnen alle 20 aminozuren afbreken 11. Onverzadigde vetzuren met n-aantal koolstofatomen en x-aantal dubbele bindingen hebben als brutoformule 12. Cholesterol wordt voorgesteld in 13. Welk enzym katalyseert de voorgestelde reactie?  Pyruvaatcarboxylase 14. De voorgestelde molecule is de precursor voor de synthese van Afbeelding met tekst, whiteboard, tekening, schets Automatisch gegenereerde beschrijving Glycogeen 15. Dit vetzuur is  Een essentieel vetzuur 16. Een enzym dat dubbele bindingen introduceert in vetzuren noemen we 17. Welke reactie is het meest exergonisch? 18. Wanneer elektronen de elektronentransportketen doorlopen worden 19. Hoeveel substraatniveaufosforylaties zijn er in de krebcyclus 20. Oxaalacetaat is 21. De tekenen en symptomen van albinisme worden veroorzaakt door 22. Maltose is een disacharide opgebouwd uit 23. hierboven ziee je de structuur van D-ribulose 24. Wanneer 2 moleculen elkaars spiegelbeeld zijn, spreken we van enantiomeren 25. Het belangrijkste voorraadssuiker in planten is 26. Cholesterol wordt in de bloedbaan getransporteerd 27. De reactie gekatalyseerd door het pyruvaatdehydrogenase is 28. Welke overerving volgen de overgrote meerderheid van erfelijke metabole ziekten? 29. Welk proces vereist energie? 30. Ontkoppelaars van de oxidatieve fosforylatie 31. Het isocitraatdehydrogenase katalyseert 32. Door de emulgerende werking van galzouten op monoglyceriden en vetzuren ontstaan in het lumen van de darm 33. Welke moleculen zijn GEEN bouwstenen van cellulaire membranen? 34. In welke tekening wijst de pijl het anomere koolstofatoom aan? 35. Triglyceriden uit vetcellen worden beschikbaar gesteld als 36. Welke stelling over voedingsetiketering is JUIST? 37. Waar werkt het alpfa-amylase in op de polysachariden uit onze voeding? 38. De krebcyclus zal op volle toeren draaien als 39. Welke pathway wordt in deze figuur weergegeven door de pijl aan cijfer 5? Glycolyse 40. Welke stelling is FOUT? Bij dalende lichaamstemperatuur zal in bruin vetweefsel 41. Thio-esterbindingen zoals in het krebcyclusintermediair succinyl-CoA zijn energierijk. De hydrolyse van deze verbinding is zeer exergoon omdat 42. In de krebcyclus wordt fumaraat omgezet in malaat ΔG^0^ van deze reactie is gelijk aan -3,80 kj/mol. Dit betekent dat bij evenwicht er 43. De snelheid van de oxidatieve fosforylatie wordt opgedreven door 44. Het toevoegen van een enzym aan een reactie heeft als gevolg 45. In de eerste reactie van de glycolyse wordt de fosforylering van glucose gekoppeld aan de hydrolyse van ATP 46. De totaalreactie van de krebcyclus is 47. Vetzuuroxidatie vindt plaats 48. Fosfofructokinase behoort tot de klasse van 49. Pyruvaatcarboxylase wordt geactiveerd door 50. De glycemische index is gelijk aan 100 voor 51. De voorgestelde ringstructuur van glucose is 52. De twee monosacharide-eenheden van sucrose zijn verbonden via een 53. Anorganische fosfaat (Pi) wordt gestabiliseerd door 54. Welke van de onderstaande polysachariden bevat O-Béta-(1,4)-glycosidische bindingen tussen de monosacharideneenheden? 55. In de glycolyse wordt dihydroxyacetonfosfaat omgezet in glyceraldehydefosfaat. ΔG^0^ van deze reactie is gelijk aan 7,53 kj/mol. In de cel bij 37°C zijn er voor elke molecule GAF wel 7 molecules DAF. In de cel is ΔG in deze reactie gelijk aan 56. Afbeelding met tekst, klok, nummer, whiteboard Automatisch gegenereerde beschrijving Hierboven zie je een afbeelding van arabinose Arabinose is Een aldopentose 57. De aminozuren die ingebouwd worden in eiwitten zijn 58. Voor een exergone reactie is ΔG^0'^ Kleiner dan 0 59. Welke stelling over de opname van glucose door de darmepitheelcel is FOUT? - Het transport is satureerbaar - Het transport is actief - Het transport is afhankelijk van kaliumionen aanwezig in het darmlumen 60. Het product van de vetzuuroxidatie is