Cursusmateriaal LES Wetenschap PDF
Document Details

Uploaded by TrendySkunk1777
Universiteit Antwerpen
Herman Koningsveld
Tags
Summary
Dit document beschrijft het standaardbeeld van wetenschap. Het behandelt de wetenschappelijke rationaliteit en de methode. De auteur legt uit dat wetenschappelijke theorieën gebaseerd zijn op logische argumentatie en observatie.
Full Transcript
Het verschijnsel wetenschap Herman Koningsveld Herziene en uitgebreide editie 1 1 1 1~ l [~ ~l l il~l~ ~[l[li~li~1 1 1 03 02 0616924 2 Boom 1Amsterdam ...
Het verschijnsel wetenschap Herman Koningsveld Herziene en uitgebreide editie 1 1 1 1~ l [~ ~l l il~l~ ~[l[li~li~1 1 1 03 02 0616924 2 Boom 1Amsterdam Het standaardbeeld van wetenschap 29 II Het hun eigen vak ook een eigen wetenschapsbeeld postuleerden. Toch denk ik dat het goed te verdedigen is om het op basis van de natuurwetenschappen standaardbeeld ontworpen beeld het standaardbeeld van onze cultuur te noemen, temeer daar ook in de sociale wetenschappen, de psychologie en de geschiedwe- tenschap velen zich juist aan dit beeld spiegelen. En ook technische weten- van wetenschap schappers zien zichzelf vaak heel graag als natuurwetenschappers, zij het dan 'toegepaste' wetenschappers. 12 [ij WETENSCHAPPELIJKE RATIONALITEIT Bij iedere 'ontwikkelde leek', en daartoe reken ik voorlopig ook alle weten- schappers, kunnen we meer of minder ver uitgewerkte ideeën aantreffen Het doel van de wetenschapsbeoefening is volgens het standaardbeeld de over wat wetenschap is. Ze maken deel uit van de vanzelfsprekendheden ontwikkeling van ware kennis over de ons omringende werkelijkheid. We- waarvan in het vorige hoofdstuk sprake was en leiden een probleemloos tenschap is de permanente zoektocht naar de waarheid. Iets preciezer ge- bestaan in een zolderkamertje van het bewustzijn. Soms, bijvoorbeeld in zegd: het gaat in het wetenschappelijk onderzoek om de vorming van ware inaugurele redes, in afscheidscolleges, in toespraken of interviews na het theorieën waarmee de empirische verschijnselen in de wereld om ons heen verklaard ontvangen van de Nobelprijs, in inleidende colleges en tijdens verjaar- kunnen worden. Wetenschap wordt dus verricht vanuit een waarheids- ofver- dagsfeestjes, pogen wetenschappers zulke ideeën te formuleren. Bij die klaringsperspectief. In het wetenschappelijk onderzoek wordt getracht de gelegenheden willen ze wel eens de buitenpositie innemen. In dit hoofd- wetten te ontdekken, die als het ware áchter de verschijnselen liggen die stuk wil ik proberen om uit die vanzelfsprekende ideeën die impliciet bij we om ons heen kunnen waarnemen. De onderzoekers willen de regels veel mensen in onze samenleving leven, een enigszins systematische we- ontdekken volgens welke die verschijnselen zich gedragen. Heb je die wet- tenschapsopvatting te destilleren. Ik noem dit het standaardbeeld van weten- ten eenmaal gevonden, dan kun je daarmee ook verklaren wat er gebeurt. schap, omdat diverse elementen ervan aansluiten bij intuïties van velen. Als je de wetten van de mechanica, over bewegende voorwerpen, eenmaal Als het goed is, moet u zich dus op een aantal punten in dit standaardbeeld hebt ontdekt, dan kun je de beweging van een steen die je boven de grond kunnen herkennen! Het gaat om een wetenschapsopvatting, die in onze loslaat, verklaren; je kunt uitleggen hoe de maan zich rond de aarde be- cultuur dominant is geworden. In paragraaf 1 zal ik de kern van het stan- weegt, je kunt begrijpen waarom in Scheveningen eb en vloed elkaar op daardbeeld bespreken, het idee van wetenschappelijke rationaliteit. Daarna gezette tijden afwisselen en je kunt verklaren waarom een kogel uit een ga ik in op de wetenschappelijke methode (paragraaf 2) en in de laatste para- kanon een bepaalde baan door de ruimte doorloopt.13 graafkomt de verhouding tussen wetenschap en politiek volgens het standaard- beeld aan de orde. 12 Maar laat er geen misverstand over bestaan: naar mijn mening is deze alom- Nog één opmerking vooraf. Voor de schildering van het standaardbeeld vattende pretentie van het standaardbeeld niet goed houdbaar. Sterker, zoals ik al in het voorwoord vermeldde, is dit falen voor mij aanleiding geweest om te pro- hebben de natuurwetenschappen, zoals scheikunde, natuurkunde, biolo- beren de technische wetenschappen als wetenschappen met een eigen karakter te gie en astronomie, model gestaan. Maar, zo zou men kunnen zeggen, dan onderscheiden van de natuurwetenschappen. kan het dus heel goed zo zijn dat bijvoorbeeld vliegtuigbouwkundigen, 13 Voor mij, als hbs' er, was het wonderbaarlijk hoe je metde toch zeer begrijpelij- sociologen, psychologen, bestuurskundigen of historici zich niet in dat ke theorie van de klassieke mechanica - er bestond een apart vak mechanica, naast natuurkunde-prachtig de banen van kogels kon voorspellen en verklaren. Maar beeld herkennen. En inderdaad, sinds het eind van de negentiende eeuw let op, in het tweede deel van dit boek zal duidelijk worden dat er iets heel anders zijn er steeds vooral sociologen, psychologen en historici geweest die voor nodig is om het gedrag van afgeschoten kogels te kunnen verklaren, namelijk de 30 Hoofdstuk rr Het standaardbeeld van wetenschap 31 Met behulp van de wetten van de genetica kunnen we al veel erfelijk- tenschappelijke rationaliteit, als kernstuk van het standaardbeeld, moeten heidsverschijnselen begrijpen; spijsverteringsprocessen in de lebmaag van verstaan. En ook het antwoord op deze vraag kan kort en bondig zijn: een koe kunnen we middels de fysiologische wetten verklaren; en de ver- in de wetenschappelijke theorievorming dient elke stap die gezet wordt schijnselen die zich voordoen in een reageerbuis als ik daarin ijzervijlsel en verantwoord of gerechtvaardigd te kunnen worden louter en alleen met zwavelzuur samenvoeg, kunnen met de wetten van de anorganische che- een beroep op door waarneming en experiment verzamelde feiten en/of door lo- mie worden uitgelegd. Maar ook het zelfmoordgedrag werd door Durk- gische argumentatie. Logica en feiten vormen de twee pijlers van de weten- heim verklaard met een beroep op de wetmatigheden van sociale integra- schappelijke rationaliteit. Zij regelen de vorming-de aanvaarding of de tie en het consumentengedrag kan met behulp van psychologische wetten verwerping-van theorieën in de wetenschap en maken het wetenschap- worden begrepen. pelijk onderzoek tot een rationele activiteit. Alleen kennis die zó tot stand Wetenschappelijke theorieën zijn nu netwerken van zulke wetmatige gekomen is, mag met recht betrouwbare kennis heten. Op beide pijlers moet verbanden, die voor een bepaald onderzoeksgebied gelden. De theorie ik wat dieper ingaan. van Newton wordt gevormd door het netwerk van wetten die voor bewe- De logicapijler eist dat het wetenschappelijk argumenteren, zoals dat gingsverschijnselen gelden en de fysiologische theorie is opgebouwd uit in voordrachten en artikelen te vinden is, volgens 'de regels der kunst' ver- de wetten die voor levensprocessen als spijsvertering, groei of ademhaling loopt. Dat wil zeggen dat er niet tegen de regels van de logica wordt ge- gelden. Zo brengen theorieën orde aan in een op zichzelf nogal chaotische zondigd. In wetenschappelijke discussies ziet men dan ook vaak dat men wereld van verschijnselen. Als we zwavelzuur toevoegen aan ijzervijlsel in elkaars redeneringen bekritiseert op hun '(on)logisch gehalte'. Tegenwer- een reageerbuis, nemen we allerlei dingen waar: het ijzer verdwijnt, het pingen als 'uit dat en dat mag je dit helemaal niet concluderen' of 'nu zeg buisje wordt heet, er ontwijkt een gas, en al die verschijnselen worden in je dit, maar zo-even zei je nog iets wat daarmee nauwelijks te verenigen onderlinge samenhang via de anorganische scheikunde verklaard. Zo le- is' zijn in die debatten aan de orde van de dag.'4 Het argumenteren hoort veren theorieën ons inzicht in de wereld om ons heen, ze verklaren hoe iets zich in een wetenschappelijke context dus aan logische regels te houden, gebeurt. anders kan een redenering niet op instemming van.de vakgenoten reke- Maar wetenschap is niet de enige manier om inzicht in die wereld te nen. Er moet, zo wordt vaak gezegd, zindelijk geredeneerd worden. Maar verschaffen. Ze bestaat in feite nog maar kort en er zijn vele andere ma- ook de gevormde theorieën moeten aan een logische eis voldoen, namelijk nieren waarop mensen hebben getracht inzicht in hun omgeving te krij- dat daarin geen tegenspraak (contradictie) mag voorkomen. Een theorie gen: door intuïtie, openbaring via een Heilig Geschrift, mystieke ervaring, moet, zoals dat heet, logisch consistent zijn. Als een theorie een logische mythische verhalen. En dan rijst natuurlijk de vraag waarin wetenschap inconsistentie vertoont, dan is zij alleen al om die reden onacceptabel en zich onderscheidt van die andere verklaringspogingen. Het antwoord van moet ze door een betere worden vervangen. het standaardbeeld luidt kort en bondig: wetenschap is een rationele onderne- De andere pijler van de wetenschappelijke rationaliteit, die van de feiten, ming in tegenstelling tot openbaring, mystiek of intuïtie. En dit antwoord is echter belangrijker omdat hij van inhoudelijke aard is. De logicapijler is brengt ons natuurlijk meteen bij de vraag wat we dan wel onder die we- 14 Voor mensen die niet direct met het wetenschappelijke debat vertrouwd zijn vormen de discussies tijdens openbare promoties een goede gelegenheid om technische wetenschap ballistiek. Hoe prachtig die theoretische mechanica ook in met dit aspect van de wetenschappelijke rationaliteit kennis te maken. Een heel elkaar zit, zelfs de baan van een tennisbal, geslagen door een beginneling, kan er bekende oppositielijn luidt aldus: 'Geachte promovendus, op pagina x van uw niet mee worden verklaard! Het beeld dat die mechanica met steeds ingewikkel- proefschrift stelt u dat en dat, maar op pagina y zegt u iets dat daar duidelijk mee der en uitermate uitdagende sommen bij mij schiep over de verhouding tussen in strijd is. Wilt u dat eens uitleggen?' Achter deze vraag van de Hooggeleerde theorie en werkelijkheid, bleek later een grandioze vertekening. Ik vermoed dat Opponens ligt natuurlijk het uitgangspunt dat je in je proefschrift niet logisch die vertekening nog in veel hoofden van 'ontwikkelde leken' is aan te treffen. tegenstrijdige dingen hoort te beweren. 32 Hoofdstuk II Het standaardbeeld van wetenschap 33 strikt formeel- hij heeft alleen betrekking op de vorm van de redenering. lega's moeten worden gerechtvaardigd en die rechtvaardiging eist onher- Daarom moeten we bij die feiten wat langer stilstaan. Een theorie over een roepelijk logische argumentatie en het aandragen van ook door anderen aspect van de wereld om ons heen, meestal empirische theorie geheten, moet waarneembare feiten. Zo'n onderzoeker zal dan niet meer naar zijn eigen opgetrokken zijn op een solide basis van feiten, die door systematische intuïties kunnen verwijzen -hij zal zijn stellingen met een beroep op fei- waarneming zijn verkregen en niet op gegevens waarover men via open- ten moeten waar maken. Het moge heel interessant zijn wat een onder- baring'5, intuïtie of mystieke ervaring, van horen zeggen of wat dan ook zoeker als Kekulé-de ontdekker van de benzeenring- in de kerstnacht bij meent te beschikken. Anders gezegd, een empirische theorie moet gefundeerd het haardvuur is overkomen, tegenover het wetenschappelijk forum moet zijn op de feiten. De waarheid van de theorie rust op de basis van waarneem- hij het materiaal aanreiken op grond waarvan zijn collega's zijn stellingen bare feiten. Als de feiten een theorie weerspreken, dan moet ze door een kunnen controleren. Het is deze gang van zaken, het rechtvaardigen van. andere worden vervangen. een nieuw stukje kennis tegenover vakgenoten, die in de wetenschapsfi- Voor ik nu verder ga met deze tweede pijler van wetenschappelijke rati- losofie het centrale punt van aandacht vormt-niet de strikt persoonlijke onaliteit, moet ik eerst een voor de hand liggend misverstand voorkomen. belevenissen van de ontdekkers. Wetenschappelijk onderzoek, dat kunnen Uit het bovenstaande zou men gemakkelijk het volgende idee van empiri- we hier al meteen aan vastknopen, is dus niet een zaak van het creatieve sche wetenschap kunnen krijgen: onderzoekers verzamelen systematisch, individu, maar een zaak van velen die een bepaalde discipline bevolken. via waarneming en experiment, relevante feiten en komen dan, logisch We kunnen pas met recht van een nieuw stukje kennis spreken, als dat redenerend, tot theorieën. Onderzoekers moeten zich immers louter door tegenover de wetenschappelijke groep met een beroep op de feiten is ge- logica en feiten laten leiden. Dit idee is echter onjuist. Het ontdekken van rechtvaardigd. Wetenschappelijke kennis is dus altijd een sociale aangele- steeds weer nieuwe stukjes kennis, de theorieontwikkeling, is veelal zeer genheid, het voortbrengsel van een groep. Later zal ik uitgebreid terugko- grillig en irrationeel. De creatieve activiteit waardoor wetenschappers tot men op dit sociale karakter van wetenschappelijke kennis. nieuwe empirische verbanden, wetten, theorieën, inzichten komen, is niet Nu terug naar die feiten. Zij vormen samen de empirische basis waarop in regels te vatten, maar juist losbandig. Onderzoekers zijn aangewezen het kennisbouwwerk rust en zijn het resultaat van een directe, onbevoor- op hun fantasie, hun dromen, hun verbeeldingskracht en hun intuïties. oordeelde, on vooringenomen of theorievrije waarneming. Dit waarnemings- Het kost hen bloed, zweet en tranen, hopend op een 'goddelijke vonk', begrip neemt in het standaardbeeld een centrale plaats in en verdient dan een uiterst irrationele gebeurtenis. Verhalen van grote geleerden over hun ook nadere uitleg. De waarneming in de wetenschap moet zo zijn, dat er goddelijke vonk illustreren dit voldoende. Deze ontdekkende activiteit tussen de waarnemer en dat wat hij wil waarnemen-zijn object-geen zou volledig onmogelijk worden als ze aan regels van logica en feiten zou storende invloeden optreden. Het gaat dus om een directe waarneming, worden onderworpen. Dan zou er immers nooit iets nieuws kunnen wor- een waarneming zonder gekleurde bril. De onderzoeker moet zijn eigen den ontdekt! theorieën, vooroordelen, overtuigingen bij het waarnemen thuis laten en Wanneer in het standaardbeeld dan ook gezegd wordt dat wetenschap de feiten moeten voor zichzelf spreken. Als hij daar, vanuit zijn eigen vi- een rationele activiteit is die steunt op de pijlers van logica en waargeno- sie, doorheen gaat praten dan hoort hij niet wat de feiten ons te vertellen men feiten, dan wordt het volgende bedoeld: op welke onnavolgbare wijze hebben en kan de waarheid niet worden ontdekt. Als de waarnemer vanuit onderzoekers ook tot hun nieuwe inzichten komen, áls ze die eenmaal zijn eigen vooroordelen naar de wereld gaat kijken ontstaat verdraaiing hebben dan zullen die nieuwe stukjes kennis tegenover het forum van col- of kleuring van de feiten en dit kan ertoe leiden, dat hij ziet wat hij graag wil zien en wat hem het beste uitkomt. Als een onderzoeker in zijn waar- 15 Zoals dat het geval is bij een scheppingstheorie over de wordingsgeschiedenis neming zijn eigen theorieën of waarden aan de wereld om hem heen op- van de aarde en de levende wereld, gebaseerd op Genesis i. legt, dan blijft er van de fundering van de kennis op onafhankelijke feiten 34 Hoofdstuk rr Het standaardbeeld van wetenschap 35 niets over. De empirische verifieerbaarheid of toetsbaarheid van de theorie zou verdwijnen en daarmee ook de kenmerkende rationaliteit van wetenschap. [z] DE EMPIRISCHE CYCLUS Aanvaarding van een nieuw stukje kennis wordt dan immers een kwestie Wetenschappelijke theorievorming wordt in het standaardbeeld vaak ver- van geloven in dezelfde vooroordelen als degene die dat nieuwe stukje ken- helderd aan de hand van de empirische cyclus: nis aandraagt. Een wetenschappelijke theorie zou dezelfde status krijgen als bijvoorbeeld het scheppingsverhaal. Onbevooroordeelde waarneming 3 is daarom de hoeksteen van de moderne wetenschap. Alleen dan kunnen 1 theorie, T 1 feiten optreden als een onafhankelijke scheidsrechter die over het lot van ~:::~~ ~\ h~~;~~~;- onze theorieën, over waar of onwaar, beslist. Voor die beslissing zal ieder- een -atheïst of christen, socialist of liberaal, jong of oud, man of vrouw, i verklaring zwart of wit-moeten buigen. We kunnen nu het volgende criterium voor / / confirmane \ \ wetenschappelijkheid formuleren: een theorie is wetenschappelijk als ze rust ~~~~~~- ~~~~~~~ op een fundament van feiten die door theorievrije waarneming zijn verkregen. ·empirische wetten; nieuwe empirische Tot slot moet ik ook hier weer even op een mogelijk misverstand atten- universele waar- wetten 1 4 ! nemingsuitspraken (universeel) deren. In de wetenschappelijke praktijk wordt tegen de eis van onvoor- ~ ingenomen waarneming nogal eens gezondigd. Niets menselijks is de wetenschapper vreemd. Maar dat wordt inderdaad als 'zondig' gebrand- confirmat/;·e inductie, voorspelling.. voorspelling merkt. De norm is theorievrijheid en die norm blijft gelden ook als ze soms toetsen wordt overtreden - het lot van alle normen. empirische basis; waarnemings- uitspraken figuurt Een bespreking van dit model stelt me in staat om verschillende andere elementen van het standaardbeeld te verduidelijken. ad 1. Alle empirische kennis gaat uiteindelijk terug tot een basis van waargenomen feiten, de empirische basis geheten. Deze basis beslist, zo- als gezegd, over waarheid of onwaarheid, dus over het lot van een theorie. Ze bestaat uit waargenomen feiten en die worden uitgedrukt in waárne- mingsuitspraken. Dit zijn uitspraken waarin iets wordt gezegd over een ein- dig aantal dingen. Ze staan tegenover universele uitspraken, die iets zeggen over een oneindige verzameling dingen, bijvoorbeeld 'alle dingen vallen als ze boven de grond worden los gelaten'. Verder komen er in waarne- mingsuitspraken alleen waarnemingstermen als beschrijvende termen voor. Een waarnemingsterm verwijst naar een voor iedere normale waarnemer 36 Hoofdstuk II Het standaardbeeld van wetenschap 37 direct waarneembare eigenschap, relatie of gebeurtenis. Enkele voorbeel- wet van Gay-Lussac, een experimentele wet die zegt dat temperatuur- den kunnen de begrippen 'waarnemingsterm' en 'waarnemingsuitspraak' verandering van een afgesloten hoeveelheid gas altijd leidt tot een recht verduidelijken: evenredige drukverandering bij gelijk blijven van de overige omstan- - deze bal is rood digheden - de wijzer van deze meter staat op stand 3,2 - op grond van een beperkte reeks waarnemingen van weerstand, span- - de temperatuur van deze vloeistof is 78,9 °C ning en stroomsterkte in een stroomkring komt men inductief of gene- - alle letters op deze pagina zijn zwart raliserend tot de wet van Ohm, die zegt, dat de stroomsterkte in een ge- - deze tafel is langer dan die leider recht evenredig is met het quotiënt van spanning en weerstand - deze steen is zwaarder dan die - hoewel we maar een beperkt aantal dingen hebben zien vallen, genera- - het water in dit pannetje kookt liseren we toch tot de universele wet 'als een voorwerp-waar en wan- Steeds gaat het om uitspraken over een eindig aantal dingen en steeds neer ook-wordt los gelaten dan valt het' is de waarheid of onwaarheid van deze uitspraken door eenvoudige waar- Dit zijn voorbeelden van wetten met een deterministische vorm: 'altijd als neming door iedere normale waarnemer vast te stellen. Aan de basis van x het geval is of zich voordoet (waar ook en wanneer ook), dan is y het ge- de theorievorming treffen we dus een verzameling van zulke ware waar- val of doet zich voor'. Maar er zijn ook universele statistische wetten. Ook nemingsuitspraken aan. Zij vormen the rock bottom of knowledge, zoals de hiervan een paar voorbeelden: logisch positivisten het noemden. De waarnemingsuitspraken vormen - hoewel we maar een eindig aantal keren met een dobbelsteen hebben een onbetwijfelbare fundering en de waarheid kan door iedereen worden gegooid, hebben we de wet geformuleerd, dat voor alle dobbelstenen, gecontroleerd. Twijfel aan die uitspraken is futiele 'Spielerei'. Dat het pa- waar een wanneer ook, geldt dat de kans om een 6 te gooien 1/6 is pier waarnaar u nu kijkt wit is en de letters erop zwart, is niet aan twijfel - voor alle mensen geldt dat de kans om mazelen te krijgen 0.72 is als men onderhevig. Het is die zekerheid die voor de empirische basis karakteris- aan mazelen is blootgesteld tiek is. En ook een paar sociologische voorbeelden: ad 2. Empirische wetten ontstaan uit de verzamelde feiten door inductie, - voor alle samenlevingen geldt dat de kans dat iemand zwakbegaafd is ook wel inductieve generalisatie of gewoon generalisatie genoemd. Over 0.4 is als er in een samenleving geen incesttaboe bestaat deze inductieve methode zijn boekenkasten vol geschreven en al heel snel - altijd als een kind uit een onvolledig gezin komt is de kans op delin- raken we verzeild in een enorm technisch-vooral logisch-technisch-de- quentie groter dan wanneer het uit een volledig gezin komt bat. Dat is hier zeker niet de bedoeling. De kern is: inductie betekent dat Als we naar de eerste vier voorbeelden kijken, dan valt er iets op. De men de stap maakt van een eindig aantal waargenomen feiten naar een voorbeelden van de raven en de vallende voorwerpen zou je alledaagse oneindige verzameling feiten, die dus principieel nooit allemaal waarge- voorbeelden kunnen noemen. De begrippen 'raaf', 'zwart', 'voorwerp' en nomen kunnen worden. Anders gezegd: op grond van een eindig aantal 'vallen' horen tot de kennisvoorraad van iedereen. Het zijn alledaagse waarnemingsuitspraken generaliseert men tot een universele waarne- waarnemingstermen. Maar de begrippen uit de andere twee voorbeel- mingsuitspraak of empirische wet. den - 'druk', 'temperatuur', 'stroomsterkte', 'weerstand' -zijn, zoals ze in Enkele voorbeelden: die wetten voorkomen, van een andere orde. Het gaat niet om waarne- - hoewel we slechts een eindig aantal raven hebben waargenomen, gene- mingstermen, maar om experimentele begrippen. Het gaat om kwantitatieve raliseren we toch tot 'alle raven zijn zwart' grootheden, waarvan de waarde wordt vastgesteld in een experiment. Ie- - op grond van een eindig aantal waarnemingen van de druk en de tem- dereen zal zich waarschijnlijk nog de tabelletjes herinneren uit het eerste peratuur van een afgesloten hoeveelheid gas komt men inductief tot de hoofdstuk over electriciteitsleer bij natuurkunde, waarin waarden voor 38 Hoofdstuk II Het standaardbeeld van wetenschap 39 bijvoorbeeld stroomsterkte en weerstand in een draad staan. Die waarden de empirische basis dus extra steun aan de experimentele wet. Merk dus zijn het resultaat van waarnemingen met behulp van meetapparatuur, zo- nu al het verschil op tussen deze twee situaties: de praktische situatie, waarin als een ampèremeter. Het gaat om het aflezen van meters. Er is een speciale een stukje kennis een probleemloos uitgangspunt vormt, en de theoretische meetopstelling gemaakt in het laboratorium, zodat men dat wat men wil situatie, waarin juist dat stukje kennis het probleem is! meten ook inderdaad meet en waarin storende factoren worden buitengesloten. ad3. Nu kunnen we ons voorstellen dat er voor verschillende gebieden Dit is typerend voor een experiment: het meten van een grootheid onder experimentele wetten zijn gevonden. Bijvoorbeeld de wetten van Boyle, zodanige condities dat verstoring van de meting wordt verhinderd. De wet Mariotte, Van der waals en Gay-Lussac voor het gedrag van gassen in een van Ohm en die van Gay-Lussac worden dan ook experimentele wetten ge- afgesloten ruimte; de wetten van Ohm, Kirchhoff, Coulomb, Joule en an- noemd. En dit zijn eigenlijk de wetten waarom het, in eerste instantie al- deren voor elektrische verschijnselen; de wetten van Mendel, statistisch thans, gaat in de wetenschap. Ook de valwet in haar kwantitatieve gedaan- van aard, voor overervingsfenomenen; de wetten van Bunsen over kleu- te is een experimentele wet-hierboven is zij kwalitatief geformuleerd. ring van de vlam door chemische elementen of de wetten van Balmer en Nog even terugkomend op dat tabelletje uit het eerste natuurkunde- Paschen voor het emissiespectrum van waterstof. boek; even verder staat vaak een grafiek, waarin de bij elkaar horende Wat betekent het nu dat er op zulke onderzoeksgebieden theorievorming waarden van stroomsterkte en weerstand met kruisjes zijn aangegeven en plaatsvindt? Wel, de experimentele wetten in een onderzoeksgebied zeg- door die kruisjes is vervolgens een vloeiende lijn getrokken. Die kruisjes gen iets over wetmatige verbanden op het niveau van de waarneembare geven individuele waarnemingen of metingen aan, de vloeiende lijn de en meetbare verschijnselen, vaak het fenomenologisch niveau geheten en ex- universele experimentele wet. Het trekken van die vloeiende lijn is de in- perimentele wetten heetten vroeger dan ook vaak fenomenologische wetten. ductieve stap van empirische basis naar experimentele wet. Theorievorming is er op uit om de mechanismen op te sporen die achter die waar- Maar als zo'n wet eenmaal is ontdekt-en het voorbeeld uit het natuur- neembare regelmatigheden zijn aan te treffen. Gaat het in eerste instantie dus kundeboek geeft een veel te simplistische indruk van datontdekken!1 6 - dan om experimentele wetten, het einddoel is die theorievorming. Een theorie kan men die ook gebruiken om voorspellingen over toekomstige ver- moet een dieper inzicht geven in de verschijnselen, waarvan het waarneem- schijnselen te doen. Men kan bijvoorbeeld eenvoudig voorspellen welke baar gedrag in experimentele wetten is vastgelegd. Nog weer iets anders stroomsterkte er in een draad met een weerstand van a Ohm zal ontstaan, gezegd: experimentele wetten formuleren de waarneembare oppervlaktestructuur als men een spanning van b Volt aanbrengt. Bij een voorspelling zet men van een gebied van verschijnselen; de theorie, met haar theoretische wetten, brengt dus de stap van experimentele wet naar empirische basis. de onderliggende dieptestructuur in kaart. Dit voorspellen kan, globaal gesproken, met twee bedoelingen gebeu- Dit idee van wetenschappelijke theorievorming begon mij voor het eerst ren. De voorspeller wil zijn voorspelling gebruiken om in een praktische si- te dagen in de vierde klas bij scheikunde. In de derde klas had je ontzet- tuatie te kunnen handelen, situaties waarvoor bijvoorbeeld een elektricien tend veel experimentele wetten geleerd over stoffen die een reactie met el- komt te staan. In dat geval wordt de experimentele wet als een onproble- kaar aangaan, waarbij gassen ontweken, neerslagen met zeer verschillende matisch stuk van onze kennis gezien, op grond waarvan de elektricien kleur werden gevormd en de temperatuur soms opliep. Dan denk ik vooral zijn technische arbeid verricht. Maar hij kan ook een theoretische bedoeling aan de wetten die het gedrag van zuren, basen en zouten vastleggen. In de hebben: hij wil kijken of zijn voorspelling uitkomt om op die manier zijn vierde klas kwam daar ineens de theorie van Bohr met het atoommodel experimentele wet opnieuw te toetsen aan de feiten. In het laatste geval verleent bij. Ineens was er een theorie in termen van een atoomkern met protonen en neutronen met daaromheen bewegende elektronen op verschillende i6 Als ik later het karakter van een technische wetenschap bespreek, zal duidelijk afstanden van die kern. Daarmee werden de valenties van de verschillende worden wat er bij het ontdekken van zulke experimentele wetten allemaal aan de orde is. Zie vooral hoofdstuk vrn. elementen verklaarbaar en kreeg je inzicht in hun mogelijkheden om met 40 Hoofdstuk II Het standaardbeeld van wetenschap 41 elkaar te reageren. Dat alles was wel in een hele reeks experimentele wet- later, in hoofdstuk VII, zullen we op deze vraag terugkomen. Het idee van ten vastgelegd, maar de theorie van Bo hr bracht dat allemaal in een samen- de theorievorming in de natuurwetenschappen moge zo duidelijk zijn. hangend geheel onder door de onderliggende mechanismen tevoorschijn Maar, zo kan men zich afvragen, wat wordt nu met die theorievorming te toveren. De dieptestructuur stelde je in staat om dat wat in die wetten gewonnen? Het is natuurlijk leuk en boeiend om allerlei sprookjes over gezegd werd ook te begrijpen; je kreeg inzicht in die fenomenen, een in- dieptestructuren te bedenken, waar heel kleine deeltjes, atomen, ionen, zicht, dat voor mij eigenlijk een soort esthetische ervaring van schoonheid moleculen en vaak nog veel kleinere deeltjes in actie zijn, maar praktisch bood -een theorie die ontroerde! gezien lijkt de theorie overbodig. De experimentele wetten hebben voor- Die theorie van Bohr introduceerde een hele serie nieuwe begrippen, spellende kracht en die wordt naar het schijnt niet vergroot door de the- die hun betekenis ontleenden aan hun onderlinge samenhang en die ver- orievorming. Dus wat is het nut ervan? Men kan vele sprookjes bedenken wezen naar verschijnselen die helemaal niet meer direct waarneembaar waarmee bijvoorbeeld de wetten van Balmer en Paschen verklaard kunnen waren. Het ging nu over microscopische of theoretische grootheden in worden, maar waarom moet het sprookje van Bohr nu ineens een weten- plaats van de macroscopische, waarover het in de experimentele wetten schappelijke theorie genoemd worden? gaat. En het ging over theoretische processen, waarbij bijvoorbeeld ele- ad 4. Pas als we naar het vierde element van de empirische cyclus kijken, menten streven naar de edelgasconfiguratie. De theorie van Bo hr gaat over kunnen we deze vraag beantwoorden. 17 De theorie stelt ons namelijk niet een abstracte natuur en kan prachtig verklaren hoe de elementen Natrium alleen maar in staat om de experimentele wetten, die er al bestaan voor en Chloor zich met elkaar kunnen verbinden, maar de wereld van het NaCl het betreffende gebied, te verklaren, maar ook om nieuwe af te leiden! Met van de chemicus is dan wel enorm ver verwijderd van die van keukenzout behulp van het sprookje van de kinetische gastheorie kunnen we bijvoor- in een zoutvaatje. beeld experimentele wetten afleiden over het gedrag van een gas in een vat Op analoge wijze kunnen we de kinetische gastheorie opvatten als de met semi-permeabele wanden, wetten over osmoseverschijnselen dus. Na- theorie die de dieptestructuur onder de wetten van Boyle, Mariotte en tuurlijk hebben die nieuwe wetten eerst de status van hypothese. Maar we Gay-Lussac formuleert-een theorie over kleine deeltjes, gasmoleculen kunnen uit zo'n hypothese voorspellingen afleiden over waarneembare en met een bepaalde grootte en snelheid, die onderling met elkaar botsen en meetbare gebeurtenissen en aan de hand daarvan kunnen we haar toetsen met de wand van het vat waarin ze zitten. In de theoretische wetten van aan de empirische basis. Als de hypothese in voldoende mate de toets aan deze theorie gaat het over de verandering van energie en moment van de de hand van de feiten heeft doorstaan, als zij voldoende op de feiten ge- botsende moleculen. En vanuit die theorie kunnen we een macroscopisch fundeerd blijkt, dan krijgt zij de status van een experimentele wet, die nu verschijnsel als de volumeverandering bij temperatuurverandering onder op haar beurt weer probleemloos kan worden gebruikt in praktische situ- constante druk begrijpen als manifestatie van onderliggende processen. aties. Maar dit betekent ook, dat daarmee de theorie, die eerst een sprookje De atomistische elektriciteitsheorie levert ons de theoretische verkla- leek, nu vaste voet in de feiten heeft gevonden. Indirect, via de toets van ring van de op dat terrein ontdekte experimentele wetten, de moleculaire de hypothese, ontvangt ook de theorie steun van onderaf, van de basis. De genetica doet dat voor Mendels wetten, de moleculaire spectroscopie voor theorie raakt betrokken op de wereld om ons heen en is niet langer meer die van Bunsen en Bohrs theorie voor de wetten van Balmer en Paschen. een sprookje. Het gebouw van wetenschappelijke kennis krijgt een steeds In de theorievorming wordt dus een systeem van theoretische begrip- solidere grondslag in de empirische realiteit. pen en wetten gevormd, een theorie, die verschijnselen op het fenome- Tot slot van deze bespreking van de empirische cyclus moeten we nog nologische niveau verklaart. Zo geeft de theorie een dieper inzicht in de 17 Althans enigszins. In de wetenschapsfilosofie heeft de vraag in hoeverre die wereld om ons heen-of gaat het juist niet meer om die wereld om ons theoretische objecten, bijvoorbeeld elektronen, ook echt bestaan, gedurende de heen, maar om een in het laboratorium aanwezige, abstracte wereld? Veel laatste decennia een grote hoeveelheid literatuur voortgebracht. 42 Hoofdstuk II Het standaardbeeld van wetenschap 43 bij een belangrijk punt stilstaan. Tot nu toe hebben we aangenomen dat de de prullenbak'. Sterker, ten opzichte van de geschetste gang van zaken voorspellingen, die uit de hypotheses kunnen worden afgeleid, kloppen zou dat heel irrationeel zijn. Door aan de theorie vast te houden komen we juist met de feiten en dat de hypothese en indirect dus ook de theorie daardoor nieuwe verschijnselen op het spoor. De mechanismen daarachter kunnen in de bevestigd zal worden. Maar wat moet er gebeuren als die voorspellingen theorie worden ingebouwd. De theorie groeit en het inzicht in het gedrag niet uitkomen? Wat als er sprake lijkt te zijn van weerlegging of falsifica- van gassen wordt vergroot. En let op, we zeggen niet zomaar 'Nou ja, dan tie? De theorie naar de prullenbak? geldt Boyle-Gay-Lussac alleen voor ideale gassen'. Nee, we kunnen juist In grote lijnen zijn twee antwoorden mogelijk en in de praktijk worden vanuit onze atomistische benadering ook verklaren waarom die geldig- ze ook in deze volgorde gegeven. In eerste instantie zal men op zoek gaan heid tot ideale gassen is beperkt. Als we nu zouden waarnemen, dat voor naar fouten in het onderzoek zelf, bijvoorbeeld waarnemingsfouten. De een afgesloten hoeveelheid verzadigde waterdamp Boyle-Gay-Lussac zou fout ligt dan dus bij de onderzoeker, niet bij de theorie. Tijdens het waar- gelden, dan zou dát juist fout zijn! Zou men met een beroep op de feiten nemen kunnen veel dingen fout gaan: de waarnemer kan zich vergissen, een theorie voortijdig afschrijven, dan zou men zichzelf dus de weg naar de omstandigheden waaronder het experiment werd uitgevoerd waren verdere theorievorming versperren. We zouden als het ware steeds op het- niet zoals ze hoorden te zijn of het instrumentarium had een mankement. zelfde beginniveau blijven steken. Juist de bestaande theorie suggereert Zorgvuldige reproductie van de waarneming, bij voorkeur door derden, wegen naar vernieuwing van de theorie. Ze bezit een heuristiek, een sug- moet tot correctie van zulke fouten leiden. 18 gestieve kracht, die aan de theorievorming een eigen dynamiek geeft. We Maar als dit niet het geval is, dan moet er wel een fout in de theorie zit- zullen op dit voor het onderzoek zo uitermate typerende aspect nog ver- ten. Theorie weg en opnieuw beginnen? Laten we weer het voorbeeld van schillende malen terugkomen. de kinetische gastheorie bekijken. Stel we stuiten op een hele reeks expe- Theorieën zoals we die hier ten tonele gevoerd hebben noemen we no- rimentele resultaten, die niet kloppen met de wet van Boyle-Gay-Lussac, mologisch omdat ze opgebouwd zijn uit de theoretische wetten voor een PxV=nxRxT. Er moet dus iets met de theorie gebeuren, maar wat? De wet bepaald onderzoeksgebied (nomos =wet). Wetenschap is volgens het stan- van Boyle-Gay-Lussac klopt prima, zolang de moleculen in een afgesloten daardbeeld, dat hier met behulp van de empirische cyclus (figuur 1) is ge- hoeveelheid gas maar voldoende afstand van elkaar houden. Maar als dat tekend, nomologische wetenschap. niet meer zo is, bijvoorbeeld doordat we in ons experiment het volume steeds kleiner maken, dan gaat de vanderwaals-attractiekracht, die mole- WETENSCHAP EN WAARDEN culen theoretisch altijd op elkaar uitoefenen, een merkbaar effect krijgen. Het volume, dat wij in het experiment meten, is dan groter dan het vo- Na deze beschouwing over het karakter van (natuur)wetenschap als zo- lume dat de moleculen in werkelijkheid ter beschikking staat en daardoor danig, wil ik nu de standaardopvatting schetsen over de verhouding tus- klopt de wet van Boyle-Gay-Lussac niet meer. Daarom moeten we deze ex- sen wetenschap en haar omgeving, in het bijzonder tussen wetenschap perimentele wet clausuleren: zij geldt alleen voor ideale gassen, waarin de en politiek. Ik noem dat de praktische kant van het standaardbeeld van moleculen op grote afstand van elkaar bewegen. Voor niet-ideale gassen, wetenschap. Oorspronkelijk werd de discussie hierover gevoerd onder de waarin de vanderwaalskrachten een rol spelen, moet een geamendeerde noemer 'Het probleem van de waardevrijheid'. gaswet worden geformuleerd. Dit is dus heel iets anders dan 'theorie in In paragraaf 1 hebben we al een voorschot op deze discussie genomen: wetenschappelijke theorievorming staat onder controle van een onafhan- 18 Al blijkt uit de geschiedenis van de wetenschap, dat het tot stand brengen kelijke scheidsrechter, de feiten, en in waarneming en experiment mag van unanimiteit over het resultaat van een waarneming vaak tot heftige debatten niets anders spreken dan die feiten. Meer specifiek geformuleerd mogen heeft geleid, waarbij soms zelfs goochelaars werden ingeschakeld om eventuele 'trucjes' te ontdekken. waardeoordelen de vaststelling van de feiten niet beïnvloeden; wetenschap- 44 Hoofdstuk II Het standaardbeeld van wetenschap 45 pellj'k onderzoek behoort waardevrij te geschieden. Als waardeoordelen van po- of maatschappelijke debat. In het inleidende hoofdstuk maakte ik er al litieke, religieuze of morele aard de feiten gaan kleuren, wordt de onajhan- even op attent, dat in zo'n debat problemen aan de orde zijn, waarin fei- kellj'kheid van de wetenschap aangetast. Wetenschap kan dan niet meer met telijke, morele en gevoelsmatige aspecten onontwarbaar met elkaar zijn recht pretenderen betrouwbare kennis ('certified knowledge') te leveren. verweven. En inderdaad, irritant aan de inbreng van wetenschappelijke Dit is, kort en bondig, de visie van het standaardbeeld op de verhouding deskundigen is vaak dat ze het louter over de feitelijke aspecten hebben tussen wetenschap enerzijds en politiek, religie en moraal anderzijds. De en dat hun gezag ertoe kan leiden dat de andere facetten geen serieuze onafhankelijkheid tussen beide domeinen wordt door vriend en vijand aandacht krijgen -pr_aktische problemen worden dan plat geslagen. Op als een groot maatschappelijk goed gezien, zo voeg ik nu alvast toe. La- deze kwestie kom ik bij de bespreking van de technische wetenschappen ten we wat preciezer kijken. In het wetenschappelijk onderzoek horen de terug, omdat het vooral de technische wetenschappers zijn, bijvoorbeeld feiten voor zichzelf te spreken, verdraaiing of verkleuring is voor een we- biotechnologen, veeteeltkundigen, milieuwetenschappers of toxicologen, tenschapper een doodzonde. Ik meen dat iedereen het-meer of minder die als wetenschappelijk experts in de openbaarheid functioneren. intuïtief-met deze stelling eens zal zijn. Als wetenschapper behoor je je De tweede opmerking is deze. Als we zeggen dat wetenschap waardevrij object aan het woord te laten. Daarom neemt het streven naar objectiviteit, hoort te zijn, dan betekent dat niet, dat wetenschapsbeoefening een anar- het streven niets dan de feiten aan het woord te laten, ook een centrale chistische bezigheid is. Integendeel, die wetenschappelijke activiteit kent positie in in het standaardbeeld in zijn praktische gedaante. In onderzoek haar eigen waarden: niets dan de feiten, logische consistentie, streven naar horen subjectieve meningen, overtuigingen, waarden en politieke idealen objectiviteit en waardevrijheid! Deze laatste waarde betekent, dat externe geen rol te spelen. waarden buitengesloten horen te worden; waardevrijheid is dus zelf een Hier zijn twee opmerkingen op hun plaats. Soms hoort men de kritiek, waarde die in de beoefening van de wetenschap hoog gehouden wordt. dat het persoonlijke, het emotionele, het geëngageerde uit de wetenschap Objectiviteit en waardevrijheid vormen de centrale waarden van het zou zijn verdwenen omdat men streeft naar objectiviteit. Vaak ook wordt standaardbeeld in zijn praktische gedaante, zoals logica en feiten de twee dan de persoon van de wetenschapper op gevoelsarmoede of emotieloos- pijlers van de interne wetenschappelijke rationaliteit vormen. Onder- heid geattaqueerd. Rationaliteit is dan bijna een vies woord voor een han- staand drieluik kan de standaardvisie op de verhouding tussen weten- delingsdomein dat door mannen wordt gedomineerd. Ik kan deze kritiek schap en politiek verder verhelderen. nog steeds niet goed begrijpen. Mijn allereerste intellectuele opwinding ontstond toen ik de strijd aanbond met een wiskundevraagstuk in ik meen de derde klas, waarvan de leraar zei, dat het oplosbaar was met de wiskun- politieke dekennis van de eerste klas, maar dat wij er naar alle waarschijnlijkheid beslissingen: zuivere politieke wetenschap: beslissingen: niet in zouden slagen de oplossing te vinden. En dan de geweldige emo- scheppen van neutraal toepassing tie die je ervoer als het je lukte! Over de esthetische ervaring toen ik voor voorwaarden het eerst kennismaakte met een natuurwetenschappelijke theorie, Bohrs atoommodel, heb ik het al gehad. En de enorme bevrediging als heel in- figuur2 gewikkelde experimenten goed verlopen of als je erin slaagt een chemi- sche verbinding te synthetiseren! Wetenschap boeit, ontroert, engageert, Als men van wetenschap zegt dat ze waardevrij hoort te zijn, dan wordt is leuk, interessant en uitdagend. niet bedoeld dat het scheppen van de voorwaarden om bepaald onder- Ik denk dan ook dat deze kritiek ergens anders thuishoort, daar waar zoek te kunnen verrichten een waardevrije aangelegenheid zou zijn. In- wetenschappers zich, gewapend met hun kennis, mengen in het politieke tegendeel, de beslissing om middelen, mensen en geld vrij te maken voor 46 Hoofdstuk rr Het standaardbeeld van wetenschap 47 bijvoorbeeld het onderzoek in de theoretische optica, is een politieke be- lecte groep van wetenschappers beslist hierover, maar de burgers van een slissing die gebaseerd is op waarden-op opvattingen over de zin van fun- democratische samenleving. damentele natuurwetenschap en over wat goed is voor de samenleving. Dit drieluikmodel beeldt zo twee heel belangrijke dingen uit. In de Het linkerluik representeert dus een politieke ruimte. Zo wordt het ene eerste plaats legt het een ruimte voor onafhankelijke wetenschap vast, die veld van onderzoek niet of in mindere mate mogelijk gemaakt en het an- vaak de wereld van de feiten wordt genoemd. Daarin is het onderzoek gevrij- dere juist wel. Is zo'n beslissing echter eenmaal genomen, dan hoort het waard van politieke, religieuze of morele inmenging. Kerk, Staat, Politieke aldus mogelijk gemaakte onderzoek waardevrij te zijn en niet gestuurd te Partij of maatschappelijke Beweging hebben binnen het middelste luik worden door enige externe beïnvloeding. geen enkele zeggenschap. In de tweede plaats wordt ook de autonomie Het onderzoek vindt dus in een vrije, autonome ruimte plaats, een ruimte van de politiek verdedigd, een wereld van waarden. Politieke problemen, of waarin de onafhankelijkheid van wetenschappelijk onderzoek is geïnstitutio- het nu om boringen in de Waddenzee, om de introductie van genetisch naliseerd. Deze ruimte wordt door het middelste luik gerepresenteerd. gemanipuleerde voedingsmiddelen of om de integratie van allochtonen In concreto moeten we hier aan het universitaire onderzoek denken. De gaat, zijn geen feitelijke problemen. De daarbij relevante feiten kunnen universiteit is in onze samenleving het instituut bij uitstek waar het on- door wetenschappers worden aangedragen. Maar als het om beslissingen afhankelijke onderzoek plaatsvindt. Uiteraard zijn er ook andere institu- gaat die oplossingen moeten brengen, heeft de wetenschap niets extra's ties waar onafhankelijk onderzoek wordt verricht, zoals het Rijksinstituut in te brengen. Praktische oplossingen zijn immers, net als praktische pro- voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne of het Nederlands Instituut voor blemen, driedimensionaal en moeten dus niet alleen maar aan feitelijke, Oorlogsdocumentatie, maar ik zal als het over onafhankelijk wetenschap- maar ook aan normatieve en emotionele eisen voldoen. De politiek wordt pelijk onderzoek gaat steeds op het universitaire onderzoek doelen. dus ook afgeschermd tegen een zichzelf verkeerd taxerende, zichzelf over- Binnen het middelste luik zijn de onderzoekers de baas; zij laten zich schattende wetenschap! Dit dualisme van feiten en beslissingen is voor het door niets anders leiden dan logische argumentatie en waargenomen en standaardbeeld heel kenmerkend. experimenteel vastgestelde feiten. Zij bepalen welke problemen in het vakgebied de hoogste prioriteit hebben en zij bepalen welke antwoorden Hiermee hoop ik het standaardbeeld, eerst in zijn interne structuur en op die problemen wetenschappelijk verantwoord zijn. De ontwikkeling daarna in zijn relatie tot de politiek in brede zin, helder weergegeven te van nieuwe begrippen, wetten, theorieën, meet- en analyse-instrumenten hebben. Ik neem aan dat de lezer zich in verschillende onderdelen heeft is hun taak. Politicus, dominee, priester, werkgever, werknemer noch ac- herkend, aangezien dit beeld een maatschappelijk goed verankerde posi- tievoerder heeft hier inspraak. tie bekleedt. Toch zijn we nog niet klaar. Het interessante is immers dat dit Wat er ten slotte met de resultaten van dat onderzoek in de praktische we- standaardbeeld zelf niet neutraal is, maar een normatief karakter heeft. Dit reld gebeurt, is daarentegen niet aan de wetenschappers, maar aan ons al- beeld is een visie, die zegt hoe wetenschap eruit behóórt te zien en hoe de verhouding lemaal. Dit is een politieke beslissing. Het rechter luik symboliseert, net als tussen wetenschap en samenleving hóórt te zijn. Het is zelf wat men noemt een het linker, de politieke openbaarheid. Daarmee is natuurlijk niet alleen rationele reconstructie. Natuurlijk is het niet zomaar achter een bureau door de Staten Generaal bedoeld, maar ook de pers, het maatschappelijk debat een stel wetenschapfilosofen uit de vrije hand ontworpen. De eerste weten- en de maatschappelijke actie. De resultaten van het wetenschappelijk on- schapsfilosofen waren allemaal vakwetenschap per en reconstrueerden wat derzoek, zo wordt het ook wel geformuleerd, zijn neutraal en kunnen ten er naar hun mening in het natuurwetenschappelijk onderzoek gebeurde. goede en ten kwade, om te genezen en te doden, om te onderdrukken en Overtuigd als ze waren van het rationele karakter van die wetenschap, in te bevrijden worden ingezet. Hoé dat gebeurt is een politieke, buitenwe- tegenstelling tot dat wat door theologen of speculatieve filosofen (zie on- tenschappelijke vraag, die in het rechterluik is ondergebracht. Niet de se- der) als 'waarheid' werd aangedragen, ontwierpen ze een rationele recon- 48 Hoofdstuk II Het standaardbeeld van wetenschap 49 structie van met name de natuurkunde, die hun als model én als empirisch filosofen, die zeggenschap claimen over mens en maatschappij. Het doel is materiaal diende. Wetenschap hóórt de feiten en niets dan de feiten te la- 'the search fora neutra! system of formulae, fora symbolism freed from the ten spreken, wetenschap hóórt waardevrij te zijn, wetenschap hóórt objec- slag ofhistorical languages; and also the search fora total system of con- tiviteit na te streven, wetenschappelijke onafhankelijkheid hóórt te zijn cepts. Neatness and clarity are striven for, and clark distances and unfatho- gewaarborgd. Inderdaad, dit zijn normatieve uitspraken over hoe weten- mable depths are rejected. In science there are no "depths"; there is surface schap behoort te worden verricht, uiteraard in de veronderstelling dat de everywhere: all experience forms a complex network, which cannot always praktijk hiermee in overeenstemming kon worden gebracht. Al in het vol- be surveyed and can often be grasped only in parts. Everything is accessible gende hoofdstuk zal blijken, dat die veronderstelling problematisch is. to man; and man is the measure of all things. [... ] The scientific world- Maar wat is, zo luidt dan toch de hamvraag, de rechtvaardigz"ngvan deze we- conception knows no unsolvable riddle'. Tegenover een wereldbeschouwing, die tenschapsopvatting? Er zijn in het verleden, en soms ook nu nog, heel andere rust op diepe, onverifieerbare en dus ook oncontroleerbare waarheden van theologen manieren geweest om kennis van de wereld om ons heen te verzamelen, en.filosofen, stelt de Wiener Kreis de wetenschappely"ke wereldbeschouwing met de waarom is een van die manieren niet standaard geworden? Een interessant empirische, op logica en feiten gebaseerde wetenschap als basis. Wetenschappelijk antwoord op deze vraag is gegeven door een groep wetenschappers, die denken dus als alternatief voor het theologische en het speculatief-filoso- zich vormde rond de fysicus Moritz Schlick in 1925 in Wenen. Deze Wiener fische. Hier ligt in de kern het antwoord op de rechtvaardigingsvraag: we Kreis bestond uit wetenschappers uit heel verschillende disciplines, maar moeten het standaardbeeld van wetenschap omhelzen als een van de kostbaarste gedurende hun wekelijkse discussieavonden werden ze zich er steeds ontdekkingen, omdat die wetenschap ons de middelen kan geven om ons individuele meer van bewust, dat ze een gemeenschappelijke visie op wetenschap en en sociale leven rationeler in de zin van redelijker in te richten en daarmee bevrijden samenleving hadden. Deze werd in 1929 door de logicus Rudolph Carnap, we ons van de onredelijke macht van Kerk en Staat. De wetenschappelijke we- de wiskundige Hans Hahn en de socioloog Otto Neurath geformuleerd in reldopvatting biedt zo een weg naar emancipatie, bevrijding van achterhaalde het manifest Wissenschaftliche Weltauffassung. Der Wiener Kreis. Dit manifest autoriteiten. Daarin ligt haar legitimatie. kan met recht de geloofsbelijdenis van het logisch positivisme worden ge- Nog in 1967 verdedigde Carnap een 'wetenschappelijk humanisme', noemd en ik zal het hier kort samenvatten.19 waarmee hij hoopte dat er een dag zou komen waarop de sociale weten- Het alledaagse leven wordt, in de tijd waarin het manifest verschijnt, schappen zo ver zouden zijn ontwikkeld dat het voor de mens mogelijk in hoge mate gedomineerd door normen en waarden die verankerd zijn zou worden zijn maatschappij redelijk en vrij van elke ideologie in te in de autoriteit van Kerk of Staat. Individuele levenssferen van huwelijk, richten.2° De uitdrukking 'wetenschappelijk humanisme' verraadt echter seksualiteit, opvoeding en onderwijs én publieke domeinen van economie meteen, dat er iets mis is met de verstrekkende stellingen uit het positi- en politiek worden beheerst door ideeën die gefundeerd zijn in boven de vistisch manifest. De term 'humanisme' duidt er immers op dat er in dat mensen ui ts tij gen de machten, waardoor ze immuun zijn voor kritiek. Kerk wetenschappelijke wereldbeeld bepaalde waarden, fundamentele opvat- en Staat zijn de grote autoriteiten; zij bepalen hoe de wereld van het gezin tingen over menselijkheid en mens-zijn op individueel en maatschappe- tot de samenleving, geïnterpreteerd hoort te worden. Tegenover deze situ- lijk niveau, figureren. Maar zulke waarden kunnen, juist ook volgens de atie plaatst de Wiener Kreis de wetenschappelijke wereldbeschouwing, waarin positivisten, nooit uit de empirische basis worden afgeleid. De positivisten de grondgedachten van de Verlichting zijn terug te vinden. Het moet af- hebben, net als eerder de marxisten met hun wetenschappelijk socialis- gelopen zijn met de zogenaamd diepzinnige waarheden van theologen en me, hun hand overspeeld, wanneer ze suggereren dat hun humanistisch 19 Ik gebruik hier de Engelse vertaling, opgenomen in M. Neurath en R.S. Cohen 20 Zie W. Stegmüller, 'Homage to Rudolph Carnap', in R.C. Buck en R.S. Cohen (red.), Otto Neurath: Empiricism andSociology, Dordrecht, 1973, p. 306. (red.), Boston Studies in the Philosophy ofScience, vol. VIII, Dordrecht, 1971. 50 Hoofdstuk n Het standaardbeeld van wetenschap 51 wereldbeeld wetenschappelijk mag heten. Een wereldbeeld bevat ideeën, van diezelfde eeuw voorvechters van een Arische fysica, tegenover de, door idealen en waarden die richting moeten geven aan het doen en laten van hun zo genoemde, joodse van Albert Einstein. De waarheid werd ontleend mensen in het dagelijks leven. Dat kan nooit op wetenschappelijke wijze aan 'het wetboek van de Arische fysica'. 21 opgebouwd worden; waarden kunnen nooit uit feiten worden afgeleid, dat is Wetenschap biedt dus niet een op feiten gebaseerde nieuwe interpre- immers de kern van het dualisme, dat we zo-even bespraken. tatie van waarden als gerechtigheid en naastenliefde, zoals het humanis- Niettemin denk ik dat we uit het manifest wel degelijk een bepaalde me, maar een onbevooroordeelde manier van kijken naar de wereld. Een rechrvaardiging voor het standaardbeeld kunnen halen, maar dan moe- wetenschappelijke wereldbeschouwing, waarin 'beschouwing' 'waarne- ten we de uitdrukking 'wetenschappelijke wereldopvatting' bescheidener ming' betekent. Daarin botst ze met de Autoriteiten en daarin ligt haar interpreteren. Wat de Wiener Kreis naar mijn idee aanprijst is het op we- bevrijdende kracht. Het antwoord op de hamvraag, dat door de logisch tenschappelijke wijze naar de wereld kijken, een wetenschappelijke houding positivisten is gegeven, verwijst dus naar deze praktische betekenis van aannemen tegenover de wereld om je heen. Men pleit, in termen van het wetenschap. Op het gebied van de kennis van de wereld om ons heen be- vorige hoofdstuk, voor de wetenschappelijke houding als levenshouding! staan geen diepe waarheden, niet die van partij-ideologen en evenmin die Al die levenspraktijken als opvoeding, gezondheid, met elkaar samenle- van theologen. Daar is alles oppervlakkig en controleerbaar. Het weten- ven, onderwijs, materiële productie en politiek worden in de tijd van het schappelijk kijken naar de wereld leverde steeds weer feiten op, die niet manifest ideologisch gestuurd door Kerk en Partij. Op al die terreinen ver- strookten met de feiten die Kerk, Partij of Staat (vaak vielen die laatste kondigen deze Autoriteiten waarheden die afgeleid zijn van dogma's en twee samen) tevoorschijn toverden en waarvan zij de waarheid claimden. niet berusten op empirische feiten. Het manifest roept mensen op om zélf, Het wetenschappelijk kijken leverde dus kritiek op die Autoriteiten, niet op onafhankelijke wijze, wetenschappelijk naar die praktijken te kijken direct op hun ideologie, maar op het feitelijk niveau. Het gaat dan om in- en erover na te denken. Er wordt dus niet een alternatieve wereldbeschou- directe ideologiekritiek. wing voorgesteld, maar, veel bescheidener, een wetenschappelijke in plaats van Het is van belang hier even bij stil te staan. Vaak denkt men dat je ideo- een dogmatische manier om naar de wereld om je heen te kijken, een manier die in logieën ook alleen maar met ideologieën of met normatieve argumenten het standaardbeeld is neergeslagen. De botsing tussen wetenschap en Au- kunt kritiseren. Dat is echter onjuist. Altijd leidt een heersende ideologie toriteiten draait om de vraag wie de zeggenschap krijgt over de kennis van ook tot feitelijke uitspraken over de ons omringende werkelijkheid, tot de wereld om ons heen, wie krijgt het recht op de waarheidsclaim-de weten- uitspraken met een waarheidsclaim dus. En op dat niveau wordt de weten- schap, die haar waarheden wil baseren op feiten die door waarneming en schappelijke manier van kijken naar die wereld een kritische manier van experiment zijn verkregen en die in principe door iedereen gecontroleerd kijken. Ze ondermijnt langs indirecte weg heersende ideologieën. Hierin kunnen worden, of de Kerk, die haar waarheden fundeert op Gods Woord, ligt de emanciperende kracht van empirische wetenschap. Een heel simpel waarin je moet geloven, of de Partij, die haar waarheden fundeert op een voorbeeld: wetenschappers hadden vastgesteld dat masturberen niet tot politieke ideologie? Klassieke voorbeelden zijn uiteraard de debatten tus- een of andere ernstige ruggenmergziekte leidt. Een kleinschalige, maar sen Galileï en de Kerk en die over Darwins evolutietheorie. Maar naast de ingrijpende bevrijding voor een masturberend jongetje". ten slotte, want Kerk heeft ook de Partij, die van de nazi's en die van de communisten, de nog lang bleef heimelijk de angst. 22 waarheid geclaimd. Lysenko ontwikkelde in de jaren twintig van de vo- rige eeuw een 'proletarische biologie', die in overeenstemming was met 21 Zie Alan D. Beyerchen, Wetenschap in Nazi-Duitsland. De roep om een Arische fy- de marxistische ideologie, in tegenstelling tot de verfoeilijke 'burgerlijke sica, Utrecht, 1982. 22 Nog een ander simpel voorbeeld. Op dinsdag 16 november 2004 merkte biologie'. De critici van Lysenko's theorie waren hun leven niet zeker. Phi- bisschop Simonis in Het elfde uur op dat het geweten als een soort mysterie in lipp Lenard (Nobelprijs 1905) en Johannes Stark werden in de jaren dertig het hart van mensen zetelt. Drie dagen eerder, op 13 november, stond er in de 52 Hoofdstuk II Het standaardbeeld van wetenschap 53 Wetenschap botste niet alleen met verschillende Autoriteiten over de procreatie, de gezondheid en ziekte, het gezinsleven, de opvoeding, het waarheidsclaim, over theoretische vragen dus. Dit kunnen we de theoreti- onderwijs, het inrichten van de vrije tijd, de sportbeoefening, de voeding, sche botsing noemen, waarin het ging om de zeggenschap over de theorie- de landbouw, de industriële productie, het verkeer, de reiniging van het vorming. Talloos zijn echter ook de botsingen geweest tussen wetenschap milieu, het plannen en besturen. Er heeft een enorme verwetenschappelijking en met name de Kerk over de zeggenschap over praktische problemen, zoals de van de samenleving plaatsgevonden. Dat waartoe de Wiener Kreis opriep, bescherming van je boerderij tegen blikseminslag, de bescherming tegen in zijn bescheiden interpretatie, is werkelijkheid geworden. De moderne besmettelijke ziektes of het voorkomen van ongewenste zwangerschap. religie heet juist modern mede omdat ze geleerd heeft zich terug te trek- Voor al die problemen bood de Kerk een oplossing. Maar er kwamen alter- ken uit het terrein van de kennis van de ons omringende wereld, omdat ze natieve oplossingen die op wetenschappelijke kennis waren gebaseerd: de de waarheidsclaim aan de wetenschap heeft gelaten. Kerk en Partij erken- bliksemafleider, vaccins, de pil. Wetenschap bood niet alleen een andere nen in onze moderne cultuur dat deze het terrein van de onafhankelijke manier om naar de wereld te kijken, maar ook een andere manier om te wetenschap is geworden. Het wetenschappelijk kijken naar de wereld is handelen in die wereld, om praktische problemen aan te pakken. Op deze een vanzelfsprekendheid geworden.23 praktische botsing kom ik in hoofdstuk XI terug, bij de bespreking van tech- nische innovaties. 23 Maar toonr het door onze Minister van Onderwijs en Wetenschap bepleite debat tussen evolutionisten en moderne creationisten niet aan, dat dit toch niet helemaal waar is? Dit zou alleen zo zijn als die creationist een ouderwetse creatio- Volgens de logisch positivisten kan de rechtvaardiging voor het weten- nist zou zijn, iemand dus die de begrippen 'Schepper' en 'Schepping' definieert in schappelijk kijken naar de wereld om ons heen dus gevonden worden in de hun bijbelse, dus religieuze betekenis. Maar, áls we het idee van het bepleite debat ideologiekritische werking daarvan, die niet via een alternatief ideologi- überhaupt serieus willen nemen, dan moet het natuurlijk gaan om een moderne sche claim, maar via de waarheidsclaim verloopt. In het wetenschappelijk creationist. Zo' n creationist wil een theorie ontwerpen-een 'Inrelligent Design Theory' - die ten slotte de confrontatie met de evolutietheorie moet kunnen door- kijken naar de wereld krijgt die wereld de status van empirie! staan. 'god de schepper' is dan een in eerste instantie speculatieve, theoretische Maar nu is het 2006. Wetenschap heeft in onze maatschappij de posi- term, zoals bijvoorbeeld 'quark' dat lange tijd geweest is. En áls er dan ooit een tie verworven van algemeen erkende, onafhankelijke kennisproducent: creationistische biologie ontstaat, die werkelijk qua voorspellende en verklarende wetenschap heeft, als het om empirische kennis gaat, het alleenrecht op kracht met de evolutietheorie kan wedijveren, dan zal de theoretische term 'god de schepper' de status hebben van termen als 'variatie' en 'selectie'. Van 'De God de waarheidsclaim verworven. Kerk noch Partij tornen hieraan. En, uiter- van Abraham, Izaäk en Jacob' of'De Vergevende God' of'De God, die Liefde is', zal aard daarmee samenhangend, het wetenschappelijk kijken naar de wereld deze theoretische grootheid even ver verwijderd zijn als de theoretische termen en de problemen die zich daarin voordoen is op eigenlijk alle praktische uit het neodarwinisme. Nee, áls men het idee van een creationistische theorie se- levensterreinen geïnstitutionaliseerd. Welke praktijk men ook voor ogen rieus neemt, dan zal God de Schepper daarin zeker ontbreken. haalt, steeds zal men, als het om de vaststelling van de waarheid gaat, we- tenschap tegenkomen -de persoonlijke verzorging, het seksuele leven, de Wetenschapskatern van De Volkskrant een weergave van een onderzoek naar de onrwikkeling van het geweten bij peuters door Simone de Schipper, Brave bur- gertjes doen hun ouders na. Het geweten is in hoge mate het resultaat van imitatie! Niks mysterie. Zo'n theologische uitspraak over de aard van het geweten kan aan- leiding geven tot bijvoorbeeld mysterieuze, oncontroleerbare opvoedingspraktij- ken. Een wetenschappelijk kijken naar dat geweten en zijn ontwikkeling kan dan een kritische functie hebben in de zin van mijn bescheiden inrerpretatie van de wetenschappelijke wereldopvatting. Het kritisch rationalisme van Karl Popper 55 III Het kritisch vinden. Het is een restant van een primitief soort denken dat ons steeds weer doet zoeken naar een van ons onafhankelijke instantie, die voor iets rationalisme van moet zorgen wat we zelf niet kunnen en waar we kennelijk toch hardnek- kig naar verlangen, namelijk zekerheid-the quest for certainty. Tegenover deze fundamentalistische kennisopvatting stelt Popper nu Karl Popper zijn kritisch rationalisme. Wetenschappelijke kennis ontstaat volgens hem niet van onderaf, vanuit de feiten, maar van bovenaf. Wetenschap- pers creëren theorieën als kunstwerken, als sprookjes om in termen van het vorige hoofdstuk te spreken, en zij doen dat in antwoord op theoreti- De Oostenrijks-Engelse filosoof Karl Raimund Popper (1902 -1994) heeft sche problemen waar ze tegenaan lopen in hun werk. Leven, aldus Poppers als wetenschapsfilosoof de ideeën van de logisch positivisten op verschil- adagium, is altijd weer problemen oplossen. Wetenschappelijk leven is het lende punten bekritiseerd. Zijn Logik der Forschung is hier zijn belangrijkste oplossen van theoretische problemen. Maar het kan uiteraard niet bij een werk. Als politiek filosoof schreef hij het monumentale The Open Society and sprookje blijven. Nee, wil een sprookje kandideren voor de titel 'weten- its Enemies, een boek dat gelukkig ook buiten de filosofische wereld grote schappelijke theorie', dan moet het aan een cruciale eis voldoen: het moet bekendheid en invloed heeft. 24 Aan beide aspecten van zijn werk zal ik in met een beroep op de feiten weerlegd kunnen worden; het moetJalsificeerbaar zijn. dit hoofdstuk aandacht schenken. Maar eerst wil ik een globale uitleg ge- In antwoord op de theoretische problemen waar ze mee te maken krijgen, ven van het begrip 'kritisch rationalisme'. mogen wetenschappers dus van bovenaf, met hun eigen ratio, een theorie Volgens de logisch positivisten moet onze kennis van de wereld om ons creëren -vandaar de term 'rationalisme'. Maar deze activiteit staat onder heen gefundeerd zijn op de resultaten van waarneming en experiment om controle van de feiten. Een theorie die niet kan botsen met de feiten, kan wetenschappelijk te mogen heten. Dit wordt de empiristische kennisopvatting nog zo mooi en ontroerend zijn, ze verdient niet de naam 'wetenschappe- genoemd. De feiten vormen dan zoals gezegd the rock bottom of knowledge. lijk'. Een theorie moet dus kritiseerbaar zijn aan de hand van de feiten -het En hoewel absolute waarheid niet mogelijk is, omdat er altijd een induc- rationalisme van Popper is daarom een kritisch rationalisme. tieve, generaliserende stap nodig is om tot universele kennis te komen, Als een theorie de confrontatie met de feiten heeft doorstaan, wordt kan een theorie wel steeds verder door nieuwe feiten worden bevestigd ze voorlopig aanvaard. Er is geen enkele reden om te veronderstellen dat of geconfirmeerd, zodat toch een zeer hoge mate van waarschijnlijkheid, die theorie ook een volgende toets succesvol zal doorstaan. Onze kennis praktische zekerheid kan worden bereikt. Door deze fundering op feiten is altijd voorlopig en 'zekere kennis' ligt dan ook buiten onze macht. En onderscheidt wetenschap zich van pseudo-wetenschap, die gebaseerd is op wanneer een toets mislukt, moet de theorie vervangen worden door een emotie, intuïtie, vooroordeel, traditie, openbaring of speculatie. betere. We kunnen als kritisch rationalist wel een betere van een minder Popper wijst deze empiristische kennisopvatting af. Eigenlijk moeten goede theorie onderscheiden, maar we kunnen nooit een theorie als onbe- we dit radicaler zeggen: Popper is een verklaard antifundamentalist in zijn , twijfelbaar kwalificeren. Zelfs al zou ze dat zijn, dan zouden we dat nooit kennisopvatting. Hij verwerpt het idee dat er zoiets als een vast fundament kunnen weten. zou bestaan waarop ons kennisbouwwerk rust. Het empirisme is daarom In de volgende paragraaf zal ik Poppers wetenschapsfilosofie a_a n de een vorm van fundamentalisme en kan dus in Poppers ogen geen genade hand van drie thema's bespreken: de grens tussen wetenschap en niet-we- tenschap, de empirische basis en de theorievorming. In paragraaf 2 volgt 24 Zie voor zijn wetenschapsfilosofie verder Conjectures and Refutations, Londen, een bespreking van Poppers politieke filosofie. 1963 en Objective knowledge. An Evolutionary Approach, Oxford, 1972. Zie voor zijn politieke filosofie ook The poverty of historicism, Londen, 1957. 56 Hoofdstuk m Het kritisch rationalisme van Karl Pop per 57 theorieën als die van Adler, Freud en Marx enerzijds en die van Einstein [ 1 j POPPERS WETENSCHAPSFILOSOFIE aan de andere kant. De wereld stroomt werkelijk over van bevestigingen Demarcatie van de drie eerstgenoemde theorieën.Je hoefde de krant maar op te slaan Oorspronkelijk verdedigden verschillende leden van de Wiener Kreis een of je werd overspoeld door feiten die Marx' theorie van de geschiedenis, extreme stelling over het onderscheid tussen wetenschappelijke en niet- die voorspelde dat het kapitalistische systeem aan zijn eigen tegenstrijdig- wetenschappelijke uitspraken over de wereld om ons heen. Een uitspraak heden ten onder zou gaan, verifieerden. In Wenen was die theorie destijds was volgens hen alleen wetenschappelijk, als hij gefundeerd was op of enorm populair, niet in de laatste plaats door die grote empirische steun, geverifieerd werd door de feiten. Zo niet, dan was zo'n uitspraak zinloos. door al die 'zie je wel'-ervaringen. En welk menselijk gedrag Popper ook Popper is het met beide punten oneens. aan zijn baas, Adler, voorlegde, die kon dat steeds weer met behulp van In de eerste plaats is zijn waardering van niet-wetenschappelijke ideeën, zijn theorie over het minderwaardigheidscomplex verklaren. Alle gebeur- theorieën of uitspraken veel positiever. Niet-wetenschappelijke beelden tenissen die Popper aandroeg bleken bevestigingen van deze theorie en over de werkelijkheid, zoals die bijvoorbeeld in mythes of filosofische spe- leken haar zo te versterken-alles paste, niets botste. Op grond van het culaties of ook in een scheppingsverhaal zijn neergelegd, kunnen heel zin- criterium voor wetenschappelijkheid van de logisch positivisten zouden vol zijn. Zij kunnen het nadenken over de wereld stimuleren en soms zelfs deze theorieën dus volkomen terecht aanspraak mogen maken op de titel in falsificeerbare theorieën worden omgevormd. Sterker, wetenschappers 'wetenschappelijk'. moeten het vaak een tijd lang doen met wilde speculaties-sprookjes-als Een theorie als die van Einstein is daarentegen heel speculatief en erg voorlopige antwoorden op theoretische problemen waarmee ze worden ver van de feiten verwijderd. Het meest opvallende verschil is bovendien geconfronteerd. Natuurlijk streven zij uiteindelijk naar weerlegbare the- dat deze theorie het optreden van bepaalde gebeurtenissen verbiedt; ze is orieën, maar een speculatief voorstadium lijkt vaak onontbeerlijk. Popper niet verenigbaar met bepaalde waarnemingsresultaten, die je zónder die kent dus een duidelijke functie toe aan speculatie over de wereld, al is dat theorie juist verwacht zou hebben! Einsteins theorie voorspelt, anders ge- uiteraard geen vrijbrief voor het verkondigen van dogma's met de claim zegd, gebeurtenissen die tot op dat moment in het kader van de toen voor- van wetenschappelijkheid. De vooruitgang van menselijke kennis wordt handen theorieën onvoorstelbaar waren. Die uiterst riskante voorspelling door deze ontwikkelingsgang gekenmerkt. Als men niet-wetenschappe- hield in dat lichtstralen zonder massa door een zware massa als die van de lijke ideeën over de werkelijkheid zinloos acht, kan men dus nooit recht zon, worden aangetrokken, hetgeen inderdaad nog nooit vertoond was. doen aan deze dynamiek, die door verschillende voorbeelden kan worden Op 29 mei 1919 voerde Eddington in de Sahara een experiment uit dat geïllustreerd. De atoomtheorieën van verschillende Griekse filosofen, het deze voorspelling bevestigde. Einsteins theorie had zodoende een poging idee van de beweging van de aarde rond de zon (door de empirist Bacon tot weerlegging- en dat is bij Popper een empirische test- doorstaan. nog een fictie genoemd), de deeltjestheorie van het licht en de vloeistof- De eigenschap het optreden van een bepaald feit te verbieden, onder- theorie van de elektriciteit-ze zijn allemaal in brave wetenschappelijke scheidt een wetenschappelijke van een niet-wetenschappelijke theorie. theorieën terecht gekomen. Anders gezegd, om wetenschappelijk te mogen heten moet een theorie Maar belangrijker is eigenlijk het tweede punt waarmee Popper het on- falsificeerbaar zijn. Theorieën als die van Marx en Adler zwemmen in een eens is. Het idee dat de wetenschappelijkheid van een theorie is gelegen zee van bevestigingen, maar het feit dat ze niets verbieden, dat alles er dus in het feit dat ze door empirische feiten wordt bevestigd-dus dat weten- in past, is nu juist hun zwakte en maakt ze tot niet-wetenschappelijke ken- schappelijkheid bepaald wordt door verifieerbaarheid of confirmeerbaar- nissystemen. Zulke theorieën, die nooit in conflict met de feiten kunnen heid- is volgens Pop per onhoudbaar. Als medewerker van de Oostenrijkse komen, waarin elk feit dat je aandraagt ingepast kan worden, lijken op het psychiater Alfred Adler ontdekte Popper een merkwaardig verschil tussen eerste gezicht misschien heel wat, maar leveren ons niet de minste ken- 58 Hoofdstuk rn Het kritisch rationalisme van Karl Popper 59 nis op; ze zijn leeg, niet informatief. Popper illustreert dit met een simpel tie, de onwankelbare basis voor de empirische kennis zou moeten leveren, voorbeeld. De uitspraak 'het gaat regenen' kan nooit in botsing komen is, zo stelt Popper, een mythe. Waarneming is altijd theoriegeladen. Zonder met waargenomen feiten. Welk 'regenachtig feit' je ook aandraagt-of het enig theoretisch raamwerk (a point ofview, zoals Pop per het noemt) is über- op r,, nu wel of niet regent-het past altijd. Zo'n uitspraak degenereert als haupt geen waarneming mogelijk. Een theorieloze waarnemer kan nog zo het ware en bezit geen enkele kennisinhoud. Zo is het ook met die altijd lang met open ogen rondlopen, hij ziet eenvoudig niets. Alle waarneming maar weer bevestigde theorieën. In hun onaantastbaarheid, hun onweer- vereist een begrippenkader dat als verwachtingspatroon functioneert, hoe legbaarheid verliezen ze hun betekenis, hun inhoud. elementair of primitief ook. Pas vanuit zo'n conceptueel raamwerk wordt Het logisch positivistische criterium voor wetenschappelijkheid-veri- waarneming mogelijk. Theorievrije waarneming bestaat bijgevolg niet ficatie door een zo breed mogelijke empirische basis- laat dus theorieën en daarmee moet ook het idee van voor zichzelf sprekende feiten worden toe tot het domein van de wetenschap die juist geen empirische kennis opgegeven! De gedachte dat we in de feiten een objectieve scheidsrechter verschaffen. Nee, alleen theorieën die falsificeerbaar zijn en die pogingen zouden kunnen vinden die over het lot van onze theorieën zou beslissen, tot weerlegging met succes hebben doorstaan, dienen op voorlopige ba- is onhoudbaar. sis als wetenschappelijke theorieën te worden aanvaard. We hebben met Stellen we ons eens voor dat we het advies van een naïef empirist zou- onze wetenschap dus niet de waarheid in pacht, maar als we onze theo- den opvolgen en onze geest zouden reinigen van alle theoretische noties rieën steeds opnieuw aan strengere testen onderwerpen, dan leidt dat wel die zich daarin bevinden. Zouden we de feiten dan in hun ware gedaante, tot de op dat moment best mogelijke benadering van de waarheid. En daar onbeïnvloed, kunnen waarnemen? Helaas, iemand die deze aanwijzing zullen we het mee moeten doen. Vele bekende wetenschappers, onder wie zou opvolgen-al is onduidelijk hoe dat zou moeten-zou als een blinde Nobelprijswinnaars als Monod en Medawar, die eerder het wetenschap- ronddolen, ook al mankeert er niets aan zijn zintuiglijke apparatuur. De pelijkheidscriterium van de logisch positivisten omarmden, beweerden terugkeer naar een soort puur, nog onbeïnvloed stadium van de pasge- later door Pop per uit de droom te zijn geholpen. Het idee dat wetenschap- boren baby is vergeefs. Baby's zijn niet van meet af aan waarnemers, laat pelijke theorieën gefundeerd zouden zijn op een rotsbodem van feiten, is staan waarnemers van de 'echte feiten', zelfs de baby's met die grote open een restant van het fundamentalistisch denken. En bovendien is die rots- ogen niet, waardoor je zo vertederd kunt worden. Ze moeten juist leren bodem een illusie, zoals we nu zullen zien. waarnemen en dat leren betekent precies, dat ze hun geest met theoretische noties, met begrippen en patronen vullen. Pas door begripsvorming leert een De empirische basis baby iets zien. Voordat een kind rode, groene of gele blokken kan waarne- Het idee van een vaste, onwankelbare basis van empirische feiten, verza- men, moet het leren wat rood, groen en geel betekent. Het moet zich eerst meld door onvooringenomen waarneming en experiment, waarop het een primitieve kleurentheorie of een netwerk van kleurbegrippen hebben kennisgebouw is opgetrokken, vormt dé hoeksteen van het standaard- eigen gemaakt om te kunnen beseffen dat het in een veelkleurige wereld beeld zoals dat in het vorige hoofdstuk is geschetst. Het is deze hoeksteen leeft. Het is niet met zo'n theorie geboren! waarop Pop per vervolgens zijn pijlen richt. Natuurlijk is Pop per het ermee Vanaf de meest elementaire begripsvorming, zo zou je het ook kunnen eens, dat waarneming en experiment niet verstoord mogen worden door formuleren, verlengt de mens zijn fysiologische apparatuur-zijn zintui- doctrines van politieke, religieuze of morele aard. Vrijheid van externe be- gen -met een begripsmatige apparatuur of theorie. Zonder deze laatste is ïnvloeding en daarmee een onafhankelijke waarneming is in het weten- hij ziende blind. 'Theoriegeladen waarneming' is dan ook een pleonasme. schappelijk onderzoek een conditio sine qua non. Maar er is een heel ander Als men de feiten voor zichzelf wil laten spreken, komt men bedrogen uit, probleem met die waarneming. Het soort waarneming waaraan door lo- want men hoort hen helemaal niet, laat staan dat ze boekdelen zouden gisch positivisten wordt gedacht en dat, in de fundamentalistische tradi- spreken. Waarnemers brengen, in hun waarnemende activiteit, de feiten 60 Hoofdstukm Het kritisch rationalisme van Karl Popper 61 tot spreken. Popper gebruikt hier het beeld van het zoeklicht: een theo- Theorievorming rie, die een bepaalde waarneming mogelijk maakt, strijkt als een zoeklicht Poppers antifundamentalisme, vaak aangeduid met de term fallibilisme, over de wereld om ons heen. Wat dan zichtbaar wordt, wat dan oplicht en leidt uiteraard tot de volgende uiterst belangrijke vraag: als de feiten die wat dus als waargenomen feit kan worden onderkend, is afhankelijk van we via waarneming en experiment verzamelen, hoe elementair ze ook zijn, de richting van de bundel, de intensiteit en aard van de straling en de aan- 'theoretisch besmet' zijn, als de objectieve scheidsrechter wegvalt, stort wezigheid van obstakels in de omgeving. Wat onze feiten zijn hangt dus dan niet het hele standaardbeeld in elkaar? Van de wetenschappelijke ra- af van de inhoud van onze zoeklichttheorieën die het waarnemen pas mo- tionaliteit lijkt immers niets meer over. Theorie of sprookje-het verschil gelijk maken. Inderdaad, in deze zin modelleren onze theorieën de natuur-elk is niet meer uit te maken. Sterker, Poppers eigen demarcatiecriterium van feit is een theoretisch geconstitueerd ofgemodelleerd feit. Naakte of brute feiten? falsificeerbaarheid op grond van feiten lijkt nutteloos, wanneer in die fei- Helaas, ze zijn er niet. We moeten het funderingsdenken, wat voor heime- ten ook al theorie is opgeslagen. Het relativisme, het idee, dat er altijd vele lijke aantrekkingskracht het ook op ons heeft, voorgoed van ons af zetten. theorieën te bedenken zijn die in principe evenveel waard zijn en dat het Er is geen autoriteit buiten ons, waarop we de verantwoording kunnen een kwestie is van smaak, macht, politiek of religieus klimaat welke van afschuiven-geen Essentie, geen God, geen Natuur, geen Rede én geen die theorieën komt bovendrijven, lijkt door Poppers visie te worden on- Naakte Feiten. We zullen zelf de verantwoording voor onze kennis van dersteund. de wereld om ons heen moeten zien te nemen. Hierover zullen we het zo Pop per heeft dit probleem uiteraard onderkend. Even scherp als hij zich meteen hebben. tegen het fundamentalisme afzet, wijst hij het relativisme af. In reactie op Eerst nog kort iets over een voor de hand liggende vraag die uit deze het fundamentalisme en relativisme wil hij vasthouden aan de grondstel- popperiaanse gedachtegang voortvloeit: hoe wordt de allereerste waarne- ling van het standaardbeeld dat wetenschap een rationele onderneming is. ming mogelijk? Als waarneming een begripsmatig netwerk vooronderstelt Consequent verdedigt hij het idee dat wetenschappelijke theorievorming en als het vormen daarvan ook weer ervaring (bijvoorbeeld van gekleurde niet een kwestie is van smaak, macht of mode noch van sociale, psycholo- blokken) vereist, hoe komt dit proces dan in den beginne van de grond? gische en economische mechanismen en evenmin van een onwankelbare Vele filosofen, psychologen, antropologen en neurologen houden zich nog feitenbasis, maar niettemin op rationele gronden plaatsvindt. Hoe stelt hij steeds met deze vraag bezig. Popper formuleert in dit verband de volgen- zich dat kunststukje voor? de hypothese, die door cognitief psychologisch onderzoek in hoge mate Het wetenschappelijk onderzoek moeten we-het werd al eerder opge- wordt gesteund: net als heel veel dieren, wordt ook een mens geboren met merkt-zien als een geavanceerde vorm van problemen oplossen. 'In den verwachtingspatronen. Een mensenbaby komt bijvoorbeeld op aarde met de beginne is het probleem', en dat ontstaat wanneer dat wat wij om ons heen aangeboren verwachting gevoed te zullen worden. Zo'n baby toetst de din- waarnemen, niet klopt met dat wat we op grond van onze theorieën, hoe gen als het ware ~et zijn tong en lipjes en zuigimpuls, op hun vermogen primitief die soms ook zijn, verwachten. Als bijvoorbeeld de druk van een aan die verwachting te kunnen voldoen. Binnen de kortste keren leert hij afgesloten hoeveelheid gas niet recht evenredig verandert met de tempe- de tepels van zijn moeder als zodanig waarnemen, niet met de ogen, maar ratuur-zoals we op grond van Gay-Lussac verwachten-dan zitten we met met tong en lippen. Uiteraard is dit een veel te summiere bespreking van een probleem. Zulke problemen liggen aan de basis van het onderzoek: bovengenoemd probleem, maar in het volgende hoofdstuk, waarin ik ver- verwondering is nog steeds de moeder van de wetenschap. In antwoord der op de elementaire begripsvorming inga, hoop ik aan te tonen dat be- op zo'n probleem creëert de onderzoeker een theorie, een 'trial'. Om we- gripsvorming én leren waarnemen twee aspecten van dezelfde activiteit zijn. tenschappelijk te zijn moet deze theorie slechts aan één eis voldoen; ze En in diezelfde activiteit valt nog een derde aspect te onderkennen: het moet in botsing kunnen komen met de feiten, ze moet haar nek uitsteken ordenen van de wereld tot een ervaar bare wereld. en falsificeerbaar zijn. Uit de voorgestelde theorie worden dus voorspel- 62 Hoofdstuk m Het kritisch rationalisme van Karl Popper 63 lingen afgeleid, die door middel van waarneming of experiment worden orn een botsing tussen twee theorieën gaat, de gecreëerde en een zoeklicht- getest-vergelijk hiermee ook de rechterhelft van de empirische cyclus (zie theorie, aan welke van die twee moet men dan de voorrang geven? Daar- figuur 1 op p. 35). Als de voorspellingen uitkomen, wordt de voorgestelde over geeft bovenstaand schema nu juist geen uitsluitsel. De empirist heeft theorie voorlopig aanvaard als het beste wat we op dit moment op dit ge- een antwoord: er zijn onafhankelijke feiten. De relativist heeft ander een bied hebben. Komen de voorspellingen niet uit, dan hebben we opnieuw antwoord: externe factoren -macht, geld, religieuze overwegingen, allen een probleem en is creatie van een betere theorie nodig. De oorspronkelij- te typeren als sociale, psychologische en economische factoren - geven de ke 'trial' heeft geleid tot een 'error' en een nieuwe poging is noodzakelijk. doorslag in plaats van rationele argumenten. Maar de kritisch rationalist? Schematisch kunnen we deze theorievorming via vallen en opstaan als Die antwoordt in grote lijnen als volgt. Er is geen theorieonafhankelijke volgt voorstellen: basis van empirische feiten. Toch heeft men die nodig om zo streng mo-